Een omgevingsbedieningssysteem maakt het mogelijk om toestellen in de omgeving te sturen met één afstandsbediening of zender die aangepast is aan de mogelijkheden van de persoon met een handicap.
Een omgevingsbedieningssysteem bestaat altijd uit een bedieningsgedeelte - de afstandsbediening of de zender - en een ontvangstgedeelte.
Een omgevingsbedieningssysteem maakt het mogelijk om toestellen in de omgeving te sturen met één afstandsbediening of zender die aangepast is aan de mogelijkheden van de persoon met een handicap.
Een omgevingsbedieningssysteem bestaat altijd uit een bedieningsgedeelte - de afstandsbediening of de zender - en een ontvangstgedeelte.
De afstandsbediening of zender zendt draadloos signalen naar toestellen om de functies van die toestellen te activeren.
Er zijn verschillende soorten afstandsbedieningen en zenders die verschillende soorten omgevingselementen kunnen sturen.
Als de afstandsbediening of de zender niet kan vastgehouden worden of niet met klittenband op een tafelblad kan bevestigd worden, dan kan hij met statieven en houders op een bedienbare of zichtbare plaats gemonteerd worden.
Veel afstandsbedieningen en zenders hebben standaard al een aangepaste bediening, maar soms is nog een extra aangepaste bediening nodig.
Om het meest geschikte omgevingsbedieningssysteem te kiezen, moet rekening gehouden worden met wat de gebruiker precies zelfstandig wil bedienen, waar hij dat allemaal wil doen en over welke mogelijkheden hij beschikt om een aangepaste bediening te gebruiken. Die analyse moet gebeuren daar waar de omgevingsbediening zal gebruikt worden (thuis, in de voorziening, elders …).
Een checklist kan een hulpmiddel zijn om de nodige gegevens te verzamelen.
Met die gegevens kan dan op zoek gegaan worden naar de meest adequate oplossing. Dat kan een doe-het-zelfoplossing, een technische configuratie of een configuratie met gespecialiseerde hulpmiddelen zijn.
doe-het-zelfoplossing | technische configuratie | configuratie met gespecialiseerde hulpmiddelen |
Doe-het-zelfoplossingen kunnen samen met personen uit de omgeving en de hulpmiddelenadviseur zelf gekozen en geïnstalleerd worden. Technische configuraties worden best samen met een vakman geadviseerd en aangepaste hulpmiddelen moeten in nauw overleg met een gespecialiseerde hulpmiddelenfirma gekozen worden.
Meestal zijn er verschillende mogelijke oplossingen. Die moeten tegenover elkaar afgewogen worden. Vergelijk daarbij steeds de totaaloplossingen. Goedkopere zenders werken immers vaak enkel met duurdere ontvangers, terwijl duurdere zenders met veel goedkopere ontvangers werken en vaak nog extra functies hebben.
Let op: Niet alle zenders zijn compatibel met alle ontvangers. Zelfs als ze geschikt zijn voor dezelfde soort signalen, kan het gebeuren dat ze niet samenwerken. Alvorens een zender van het ene merk te combineren met ontvangers van een ander merk, moet de compatibiliteit in praktijk uitgetest worden. Eindgebruikers kiezen daarom best voor pakketten van eenzelfde merk of pakketten die door dezelfde leverancier geleverd worden.
Omgevingsbediening versus domotica
De termen omgevingsbediening en domotica worden vaak als synoniemen gebruikt. Nochtans is er een verschil.
Omgevingsbediening wil toestellen van op afstand bedienbaar maken via een zender met een bediening die aangepast is aan de mogelijkheden van de persoon met een handicap.
Domotica wil het wooncomfort verhogen. Dat wordt gedaan door toestellen van op afstand bedienbaar te maken en ook door toestellen intelligent te laten communiceren waardoor de gebruiker niet alles zelf moet activeren. Bijvoorbeeld de gordijnen laten dichtgaan en de schemerlampen aandoen als het donker wordt of het geluid van de tv dempen als de telefoon rinkelt.
Opgelet
Domoticasystemen kun je bedienen met een smartphone of tablet via een domotica-app. Die apps zijn doorgaans niet geschikt om via scanning met een schakelaar te bedienen. Gebruikers die (vanuit bed bijvoorbeeld) aangewezen zijn op bediening via een schakelaar, kiezen daarom beter voor een stand-alonezender met aanpasbare bediening.