De studie ‘Zorg en ondersteuning in de Scandinavische landen als referentie voor een geïntegreerde zorg en ondersteuning voor personen met een handicap in Vlaanderen’ werd uitgevoerd in opdracht van het VAPH. De studie zoomt in op het beleid voor personen met een handicap in Zweden en Finland en focust specifiek op 3 thema’s: decentralisatie, persoonlijke assistentie en deïnstitutionalisering. De systemen in Finland en Zweden worden beschreven en geëvalueerd en op basis van de vaststellingen werden door de onderzoekers beleidsaanbevelingen geformuleerd voor Vlaanderen.
Decentralisatie
De studie geeft een duidelijk beeld van hoe in die 2 landen ondersteuning voor personen met een handicap op het lokale niveau georganiseerd is, met aansturing door de centrale overheid. Er worden een aantal positieve aspecten benoemd, zoals de nabijheid van de gemeenten bij de burgers. Tegelijk worden ook een aantal minder positieve aspecten vastgesteld, zoals het soms ontbreken van gespecialiseerde kennis op het lokale niveau en het beleid dat kan verschillen tussen de gemeenten. De onderzoekers stellen vast dat het lokale niveau een belangrijke rol kan spelen, maar dat de gemeenten dan wel groot genoeg moeten zijn en dat er voldoende financiële middelen voorzien moeten worden.
Persoonlijke assistentie
Zowel Zweden als Finland hebben een ruime ervaring met werken met persoonlijke assistentie. In Zweden is de verantwoordelijkheid verdeeld tussen de gemeenten en de Sociale Verzekeringsbank. De Sociale Verzekeringsbank staat er in voor de financiering
van persoonlijke assistenten voor mensen met meer dan 20 uur nood aan basisondersteuning per week. De gemeenten staan in voor de personen met minder dan 20 uur nood aan basisondersteuning. Zweden is in het algemeen vrij genereus in het toekennen van uren persoonlijk assistentie. In Finland is persoonlijke assistentie een subjectief recht. Dat wil zeggen dat indien voldaan is aan de criteria, de gemeente verplicht is om aan de vraag van de gebruiker te voldoen. In tegenstelling tot Zweden, draagt de gemeente de volledige verantwoordelijkheid voor de toegang tot en organisatie van deze ondersteuningsvorm.
Deïnstitutionalisering
Onder deïnstitutionalisering verstaan we dat personen met een handicap volledig deel moeten uitmaken van de maatschappij. Personen met een handicap hebben dus het recht om net als alle anderen midden in de maatschappij te leven en alle keuzes te maken die een impact hebben op hun leven. Zowel Zweden als Finland hebben in de voorbije periode een expliciete keuze gemaakt voor deïnstitutionalisering. Door de decentrale organisatie hebben de gemeenten een belangrijke rol gespeeld. Zij kregen immers de verantwoordelijkheid om het ondersteuningsaanbod op maat van de lokale noden uit te werken en moesten de markt van zorg en ondersteuning activeren. Dat proces ging in beide landen gepaard met een toenemende aandacht voor sociaal ondernemerschap. Zweden en Finland zetten ook beide in op de uitbouw van een kleinschalig zorgaanbod. Om deïnstitutionalisering effectief in de praktijk te brengen, moet rekening gehouden worden met meer dan enkel fysieke aspecten van de woonondersteuning of het aantal personen dat in eenzelfde setting woont. Zo kan onvoldoende personeel of onvoldoende opgeleid personeel ook in een kleinschalige setting leiden tot herinstitutionalisering van de zorgvrager. Tot slot stellen de onderzoekers vast dat deïnstitutionalisering in de praktijk de verschuiving betekent van een all-inpakket van ondersteuning binnen de context van een voorziening naar een mogelijkheid voor de zorgvrager om de keuze te maken tussen verschillende ondersteuningsvormen.
De Scandinavische landen hebben de reputatie van koplopers te zijn als het gaat om een kwalitatief beleid voor personen met een handicap. Het Vlaamse beleid kan zeker veel leren uit de ervaringen van Zweden en Finland met de implementatie van de 3 vermelde thema’s. Wat zorgt ervoor dat hun systeem werkt en welke hindernissen zijn ze onderweg tegengekomen?
Meer weten? U kunt het rapport van dit wetenschappelijk onderzoek en een samenvatting ervan raadplegen via de website van het VAPH.