31 maart 2022

Vlaanderen richt academische werkplaats de-institutionalisering ‘Ruimte voor handicap’ op

Vlaanderen zet gedurende vier jaar in op een academische werkplaats om de nodige kennis te ontwikkelen en toekomstige initiatieven rond inclusie en de-institutionalisering te kunnen stroomlijnen. De-institutionalisering betekent dat personen met een handicap willen dat de ondersteuning die hen geboden wordt, hen in staat stelt ten volle aan de samenleving deel te nemen. Bevoegd minister Wouter Beke voorziet daarvoor binnen de werkingsmiddelen van het VAPH 480.000 euro. Het VAPH zal de academische werkplaats verder vormgeven.

Residentie versus gemeenschap?

Er is eensgezindheid over de opvatting dat personen met een handicap niet gezien en behandeld mogen worden als objecten van zorg en afgezonderd mogen worden van de samenleving in grootschalige residentiële instituten. Daardoor ontstond de beweging dat de-institutionalisering vooral het ontmantelen van grootschalige, residentiële voorzieningen inhield. En dat ernaar gestreefd moest worden om zorg en ondersteuning in de gemeenschap te organiseren, variërend van kleinschalige groepswoningen en zelfstandige woningen tot toeleiding naar sociale huisvesting.

Maar het streven naar gemeenschapsgerichte zorg en ondersteuning in Vlaanderen is behoorlijk complex. Het inclusiebeleid blijkt zeer geschikt voor personen met een handicap die hun noden, behoeften en wensen kenbaar kunnen maken, rechten kunnen claimen, zelf zorg kunnen kopen en beheren. Daardoor is er ongewild ook een institutioneel zorgbeleid voor personen met een handicap die niet aan die eisen kunnen voldoen. De meest kwetsbare personen met een handicap blijven in een residentiële, institutionele context terechtkomen.

Daarnaast toont onderzoek aan dat personen met een handicap die fysiek in de gemeenschap zijn geïntegreerd, niet per definitie de ervaring hebben er in de samenleving bij te horen. Wonen in de gemeenschap leidt soms tot situaties waarin personen met een handicap geen beroep kunnen doen op handicapspecifieke expertise en zorg en ondersteuning die aansluit bij hun noden. Onderzoek toont ook aan dat personen met een handicap het risico lopen om onvoldoende beschermd te zijn, en om uitgesloten of gestigmatiseerd te worden als ze in de gemeenschap wonen.

Alles draait om autonomie en participatie 

Een institutionele setting wordt niet per se gekenmerkt door de grootte van een gebouw of het aantal mensen dat er verblijft. Wel door een gebrek aan autonomie en participatie in de samenleving van personen met een handicap door voorgestructureerde leef- en woonomgevingen op te leggen. De-institutionalisering heeft dus ook te maken met het alert blijven voor een professionele, institutionele cultuur, waarbij personen met een handicap als object van zorg worden beschouwd. Het is daarom zowel voor kleinschalige initiatieven als grootschalige voorzieningen een uitdaging om een burgerschapsklimaat te creëren. 

De academische werkplaats hanteert een sociaal-ruimtelijk perspectief om de dominante opvatting van de-institutionalisering te herdenken. Dat biedt handvatten om de zorg te innoveren- voor zorgaanbieders en voor het VAPH -  ongeacht de leef- en woonomgevingen waarin burgers met een handicap wonen en leven: zelfstandig in een huis, in kleinschalige wooninitiatieven, in residentiële voorzieningen, in sociale huisvesting …

Onderzoek om af te stemmen

Heel wat initiatieven binnen de sector van personen met een handicap en daarbuiten zijn gelinkt aan de-institutionalisering, zoals geïntegreerde langdurige zorg voor volwassenen en ouderen, kleinschalige initiatieven, het Europese UNIC-project rond persoonsvolgende financiering of Zorgzame Buurten(opent nieuw venster). De academische werkplaats de-institutionalisering wil sterk inzetten op de wisselwerking tussen beleid, praktijk en onderzoek en wil experimenteerruimte creëren, regelluw en met ruimte voor innovatie.

Griet Roets (UGent), promotor en woordvoerder van de academische werkplaats: “Het vraagt dat we met burgers met een handicap, hun netwerk, zorgaanbieders, lokale besturen, beleidsmakers en academici de krachten bundelen om werk te blijven maken van sociaal-ruimtelijke kwaliteit van een inclusieve woon- en leefomgeving. Dergelijke innovatie heeft meerwaarde voor een diversiteit van burgers en vraagt radicaal om beleidsdomein-overschrijdende samenwerking tussen wonen, welzijn, en omgeving, en bij uitbreiding andere maatschappelijke domeinen zoals voorschoolse voorzieningen, onderwijs, lokale (sociale) economie en tewerkstelling, mobiliteit, ruimtelijke planning, de kunsten of cultuur en vrije tijd.”

Vlaams minister van Welzijn en Volksgezondheid Wouter Beke: “We hebben nog heel wat werk om te komen tot een meer inclusieve samenleving. Daarom geloof ik in deze academische werkplaats. Elke stap die we zetten in dit proces naar een inclusieve wereld telt. In die zin ben ik dan ook tevreden dat we deze legislatuur verder inzetten op persoonsvolgende financiering zodat personen met een handicap zelf keuzes kunnen maken rond hun ondersteuning en zo hun leven verder kunnen uitbouwen. Het zorginvesteringsplan is hier onze leidraad. Iedereen in prioriteitengroep 1 ontving of zal binnen de 18 maanden een persoonsvolgend budget ontvangen, maar ik besef goed dat er nog werk aan de winkel is.”

Lees alle nieuwsberichten voor professionelen