Wat zijn woon- en leefkosten?

Een persoonsvolgend budget is een budget op maat waarmee u zorg en ondersteuning kunt betalen. Daarnaast hebt u zoals iedere burger ook woon- en leefkosten. Die kosten moet u net als iedereen met uw eigen inkomen betalen.

Het persoonsvolgend budget (PVB) is een budget op maat waarmee u als meerderjarige zorg en ondersteuning kunt inkopen binnen uw eigen netwerk, bij vrijwilligersorganisaties, individuele begeleiders, professionele zorgverleners en bij door het VAPH vergunde zorgaanbieders.

Een inkomen is geld dat u krijgt door te werken (bv. loon), door een uitkering (bv. inkomensvervangende tegemoetkoming), door opbrengsten uit vermogen (bv. verhuur van een appartement) en dergelijke.

Woonkosten omvatten de vergoeding die u aan een vergunde zorgaanbieder betaalt voor het gebruik of de huur van een woning, kamer, studio of appartement en eventueel gemeenschappelijke ruimtes. Ook het gebruik van water, verwarming en elektriciteit en de vergoeding van normale en kleine herstellingen voor de gebruikte ruimtes kunnen aangerekend worden als woonkosten. 

Voor sommige mensen is het nodig om hun kamer, leefruimte, de badkamer … aan te passen omwille van hun handicap of specifieke hulpmiddelen in te zetten. Voor een aantal van die aanpassingen of hulpmiddelen krijgt de vergunde zorgaanbieder middelen van de overheid (bv. via het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA)). In dat geval mogen die kosten niet als woonkosten aangerekend worden. 

Leefkosten hebben te maken met het levensonderhoud, namelijk:

  • voeding
  • drank
  • onderhoud en schoonmaak van de woning en de gemeenschappelijke ruimtes
  • aansluiting op internet en aansluiting van tv en telefoon
  • was- en strijkservice
  • medicatie
  • verzorgingsproducten
  • kleding
  • vervoer
  • ontspanning
  • abonnementen
  • verzekeringen

Waarom betaalt u woon- en leefkosten en niet langer een bijdrage en supplementen? 

Samen met de invoering van de persoonsvolgende financiering werd het principe ingevoerd dat iedere persoon, ongeacht de wijze waarop hij zijn ondersteuning organiseert, zelf instaat voor zijn eigen woon- en leefkosten. Dit systeem geeft de gebruiker meer keuzemogelijkheden dan vroeger en het zal ook duidelijker zijn waarvoor u betaalt. Iedereen die vanaf 2017 een individuele dienstverleningsovereenkomst afsloot met een vergunde zorgaanbieder, betaalde bijgevolg al zelf zijn woon- en leefkosten.

Voor een grote groep personen die een budget hebben of ondersteuning krijgen, is het systeem van woon- en leefkosten niet nieuw. Zij betaalden in het verleden al zelf hun woon- en leefkosten. Het gaat bijvoorbeeld om mensen die ondersteund worden in hun thuissituatie, mensen die beschermd wonen of personen met een fysieke beperking die zelfstandig wonen met oproepbare assistentie. Voor hen bestond er geen bijdragesysteem. Zij maakten op gebied van woon- en leefkosten al hun eigen keuzes en betaalden die met hun inkomen. 

In het bijdragesysteem betaalde de gebruiker per dag een bijdrage en individuele supplementen. Wat u voor de bijdrage in de plaats kreeg, kon zeer verschillend zijn. De bijdrage was bij iedere zorgaanbieder dezelfde. Met het systeem van woon- en leefkosten is het echter mogelijk om bij de kostprijsbepaling rekening te houden met de kenmerken van de wooninfrastructuur of de geboden diensten. Enkele voorbeelden:

  • Wie een kleine kamer heeft, betaalt minder dan iemand die in een ruime studio woont.
  • Wie zijn eigen lunch meebrengt naar het dagcentrum, betaalt minder dan iemand die er een warme maaltijd krijgt.

In overleg met het collectief overlegorgaan kan een systeem van woon- en leefkosten uitgewerkt worden dat aansluit bij de wensen van de gebruikers en dat haalbaar is voor de zorgaanbieder.

In tegenstelling tot personen die een bijdrage betaalden, hadden personen die zelf woon- en leefkosten betaalden geen gewaarborgd inkomen of socioculturele toelage. Dat zorgde voor een ongelijkheid tussen gebruikers afhankelijk van hoe ze hun ondersteuning organiseerden. Door een uitbreiding van het systeem van woon- en leefkosten wordt die ongelijkheid rechtgetrokken. 

Wie moet woon- en leefkosten betalen?

De volgende personen moeten sinds 2017 woon- en leefkosten betalen:

  • personen die een persoonsvolgend budget ter beschikking hebben
  • gebruikers van observatie-, diagnose- en behandelingsunits (ODB-units)
  • personen met een ernstig niet-aangeboren hersenletsel (NAH) of tetraplegie die ondersteund worden via directe financiering
  • gebruikers van forensische VAPH-unit voor geïnterneerden 
  • personen die ondersteund worden via directe financiering voor geïnterneerden 

Wie voor het eerst een overeenkomst sloot met een vergunde zorgaanbieder vanaf 1 januari 2017, betaalt sindsdien al woon- en leefkosten. 

Wie vóór 2017 een individuele dienstverleningsovereenkomst (IDO) had met een vergunde zorgaanbieder, waarbij nog een bijdrage werd aangerekend, bleef aan die zorgaanbieder een bijdrage betalen tot de zorgaanbieder de overstap naar woon- en leefkosten maakte. 

Sinds 1 januari 2021 zijn alle vergunde zorgaanbieders echter voor al hun cliënten verplicht overgestapt naar woon- en leefkosten. Het bijdragesysteem, met inbegrip van het gewaarborgd inkomen en de socioculturele toelage, is voor vergunde zorgaanbieders niet meer van toepassing.

Veelgestelde vragen

Alle vragen

Lees ook

  • Getuigenis

    “We streven naar betaalbaarheid zonder in te boeten op kwaliteit.”

    Vergunde zorgaanbieders rekenen woon- en leefkosten apart aan. Het doel? Meer transparantie, meer keuzemogelijkheden en meer gelijkheid. Want voor mensen met een handicap die thuis of zelfstandig wonen, was het altijd al zo. Maar volgens onderzoek kan niet iedereen die kosten betalen. Hoe gaat de sector daarmee om?