Multidisciplinaire teams [MDT]
Voor VAPH-professionelen

Psychische stoornis

1. Wat is een psychische stoornis?

Een psychische stoornis is een overkoepelende term voor aandoeningen met symptomen die een invloed hebben op de cognitieve functies, de stemming, de gevoelens, de emotieregulatie of het gedrag van een persoon. Psychische stoornissen kunnen een aanzienlijke impact hebben op het dagelijks functioneren en het vermogen om relaties te onderhouden (APA, 2013).

Voorbeelden van psychische stoornissen zijn schizofrenie, depressieve stoornis, bipolaire stoornis, persoonlijkheidsstoornissen, syndroom van Gilles de la Tourette, verslavingsproblematieken, posttraumatische stressstoornis (PTSS) etc. Voor de behandeling van en ondersteuning bij psychische stoornissen is hulp aangewezen van een psychiater, psycholoog, psychotherapeut, psychiatrisch verpleegkundige … 

2. Wijze van diagnosestelling

De diagnostiek van psychische stoornissen gebeurt best op basis van een multimodaal, multidisciplinair onderzoek waarbij verschillende informanten geraadpleegd worden (AIRD(opent nieuw venster), 2020). Een goede anamnese en vraagverheldering vormen de basis voor het diagnostisch onderzoek. Daarnaast moet de nodige diagnostische informatie verzameld worden door bijvoorbeeld een dossieranalyse, (on)gestructureerde interviews, observaties, diagnostische testen en vragenlijsten. Op die manier wordt een duidelijk en integratief beeld gevormd van het cognitieve en psychische functioneren van de persoon en de beperkingen die de persoon ondervindt.

Het diagnostisch team bestaat idealiter uit een gespecialiseerde arts (psychiater of neuroloog), een klinisch psycholoog of orthopedagoog, aangevuld met andere disciplines afhankelijk van de concrete hulpvraag van de persoon.

3. Toetsing aan de definitie van handicap

Het hebben van een stoornis is een noodzakelijke, maar onvoldoende voorwaarde om te beantwoorden aan de definitie van handicap uit het decreet. De beperkingen in het functioneren die de stoornis met zich meebrengt, moeten in die mate ernstig zijn dat ze de maatschappelijke participatie ernstig en langdurig hypothekeren. De diagnose van een psychische stoornis is op zich dus niet voldoende. Er moeten duidelijke beperkingen zijn op meerdere levensdomeinen (bv. school/werk én thuis) en die moeten al geruime tijd aanwezig zijn waardoor ze leiden tot een ernstig en langdurig participatieprobleem. 

Daarnaast moet de langdurigheid en onbehandelbaarheid aangetoond zijn. De beperkingen en participatieproblemen ten gevolge van psychische stoornissen kunnen variëren in ernst en duur. De impact op het functioneren kan bij psychische stoornissen immers verkleinen door middel van de juiste behandeling (bv. medicamenteuze behandeling, psychotherapie, psychosociale revalidatie ...). Daarnaast kunnen copingstrategieën aangeleerd worden die ervoor zorgen dat de beperkingen en participatieproblemen zo veel mogelijk gereduceerd worden. Daarom moet aangetoond zijn dat er een optimale behandeling van de psychische stoornis(sen) plaatsgevonden heeft en dat alle behandelingsmogelijkheden volledig uitgeput zijn.

Voorbeeld

Een persoon lijdt aan een borderline persoonlijkheidsstoornis. Hierdoor ervaart hij regelmatig sterke stemmingswisselingen waardoor er sprake is van instabiele relaties en emoties. Hij heeft daarom ondersteuning nodig om vriendschappen en relaties aan te gaan en te onderhouden. Hij voelt zich soms neerslachtig waardoor hij er niet in slaagt om in te staan voor zijn zelfzorg. Hij wast zichzelf amper en poetst zijn tanden niet. De woning wordt niet onderhouden en kledij wordt niet gewassen. Daarnaast is hij erg impulsief. Hierdoor heeft hij hulp nodig bij het beheer van zijn financiën en moet hij begrensd worden bij eetmomenten. Hij vertoont met andere woorden ernstige beperkingen en participatieproblemen. Door de juiste behandelingen (bv. medicatie, ambulante psychotherapie of een opname in een psychiatrisch ziekenhuis) is het echter mogelijk dat hij minder beperkingen ervaart waardoor hij terug meer kan participeren aan de samenleving. De behandelingen zorgen er dus voor dat er geen blijvende handicap is.

Toekenning van VAPH ondersteuning

Personen met uitsluitend een of meer psychische stoornissen zoals vermeld in het handboek voor de classificatie van psychische stoornissen DSM-5 komen in bepaalde gevallen niet in aanmerking voor een persoonsvolgend budget. Meer informatie daarover vindt u op de pagina toewijzing van een persoonsvolgend budget.
Personen met gedrags- en emotionele of psychische stoornissen kunnen ook terecht in de (kinder)psychiatrie, centra voor geestelijke gezondheidszorg (CGGZ) en in de eerstelijnszorg.

4. Gegevens Mijn VAPH

Datum diagnosestelling

De datum die u moet weergeven, is de datum van de eerste diagnosestelling. Als u die datum niet kent, dan kunt u de datum van het eerste verslag waarin de diagnosestelling bevestigd wordt, weergeven.

Multidisciplinariteit

Een kwaliteitsvol diagnostisch proces van een psychische stoornis wordt idealiter multidisciplinair uitgevoerd. Naast de (kinder- en jeugd)psychiater kunnen de volgende disciplines betrokken worden: een (kinder)neuroloog, een master in de psychologie of orthopedagogiek, een kinesitherapeut, een logopedist ... 

Diagnostische gegevens en/of andere onderzoeksgegevens

In dit luik moet u beschrijven op welke manier de diagnose is aangetoond. Daarvoor moet u starten met een beschrijving van de concrete stoornis en de etiologie daarvan. Daarna vermeldt u alle relevante onderzoeksgegevens. Denk daarbij aan een observatie, interview, vragenlijst etc.

Beperkingen & participatieproblemen

Een diagnose alleen is onvoldoende om erkend te worden als persoon met een handicap. Beschrijf daarom bijkomend op welke manier de beperkingen leiden tot ernstige participatieproblemen voor de persoon. Denk daarbij aan enkele activiteiten uit het dagelijks leven: administratie & financiën, opleiding en tewerkstelling, het aangaan en onderhouden van sociale relaties, vervoer, ADL-taken …

Behandelingen

Om te staven dat het gaat om een langdurige en belangrijke beperking is het belangrijk te vermelden welke behandelingen al hebben plaatsgevonden en welke behandelingen er in de toekomst nog gepland zijn. Denk bijvoorbeeld aan psycho-educatie, gedragstherapie, psychotherapie, medicatie, psychiatrische behandelingen, behandelingen bij CGGZ.

Prognose

Als u enige informatie heeft omtrent de prognose, dan moet u die ook vermelden. Daarbij is het belangrijk te vermelden wat de verwachtingen zijn zowel op korte als op lange termijn. Als het moeilijk is om die inschatting te maken, moet u dat vermelden in het tekstvak.