-------------------------------------------------------------------------------- HET VAPH IN CIJFERS 2017 -------------------------------------------------------------------------------- Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap blikt terug naar 2017. In het verhaal van het VAPH vertellen we over de realisaties, projecten en uitdagingen in 2017. Voor duizenden mensen met een handicap én voor het VAPH was 2017 een belangrijk en bewogen jaar. In 2016 voerde het VAPH stapsgewijs de persoonsvolgende financiering voor meerderjarige personen met een handicap in. 2017 was het eerste volledige jaar waarin alle deelfacetten van het nieuwe persoonsvolgende systeem tegelijkertijd van kracht waren en dat voor zo'n 24.000 meerderjarige cliënten. Dankzij de veralgemeende omslag naar persoonsvolgende financiering kiezen alle meerderjarige personen met een handicap voortaan zelf hoe ze hun zorg en ondersteuning organiseren. De terugblik in het verhaal van het VAPH vullen we aan met een uitgebreid cijferluik. In het cijferluik vindt u cijfers en duiding over de ondersteuning die het VAPH biedt: tegemoetkomingen voor hulpmiddelen en aanpassingen, de persoonlijke budgetten, rechtstreeks toegankelijke hulp, organisaties ... 1.529 persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld 14.254 vragen geregistreerd in de prioriteitengroepen 24.200 budgethouders PVB 46.622 gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen 679 budgethouders PAB 98 erkende multifunctionele centra 267 vergunde zorgaanbieders 212 aanbieders van RTH -------------------------------------------------------------------------------- TERUGBLIK 2017 Het verhaal van het VAPH Voor duizenden mensen met een handicap én voor het VAPH was 2017 een belangrijk en bewogen jaar. In 2016 voerde het VAPH stapsgewijs de persoonsvolgende financiering voor meerderjarige personen met een handicap in. Op 1 januari 2017 werden alle reeds gekende cliënten én hun zorgaanbieders omgeschakeld naar het nieuwe systeem. 2017 was dan ook het eerste volledige jaar waarin alle deelfacetten van het nieuwe persoonsvolgende systeem tegelijkertijd van kracht waren en dat voor zo'n 24.000 meerderjarige cliënten. Dankzij de veralgemeende omslag naar persoonsvolgende financiering kiezen alle meerderjarige personen met een handicap voortaan zelf hoe ze hun zorg en ondersteuning organiseren. Vraaggestuurde ondersteuning De evolutie naar een vraaggestuurde financiering past in de internationale trend om personen met een handicap meer zeggenschap over hun eigen leven te geven. In 2006 keurde de Verenigde Naties het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap goed. In Vlaanderen mondde dat in 2010 uit in het Perspectiefplan 2020, dat de krijtlijnen uitzet voor de zorg voor en de ondersteuning van de mensen met een handicap in een inclusieve samenleving. Zelf hulpmiddelen kiezen Het Perspectiefplan is ondertussen vertaald naar een beleid dat mensen met een handicap in staat stelt om als volwaardig lid deel uit te maken van de samenleving en zelf te kiezen hoe ze hun zorg organiseren. Zo ondersteunt het VAPH hen bijvoorbeeld met een tegemoetkoming om aanpassingen te doen aan hun woning of om hulpmiddelen aan te schaffen. Evert Wuyts, afdelingshoofd Toeleiding en Hulpmiddelen van het VAPH: "Het gaat bijvoorbeeld om een traplift, voorleessoftware voor smartphone en tablet, of aangepaste stoelen en tafels. Kortom: zaken die het dagelijkse leven gemakkelijker maken." In 2017 werd het budget voor hulpmiddelen en woningaanpassingen met meer dan 2 miljoen euro verhoogd om beter te kunnen inspelen op het vernieuwde, nog meer op inclusie gerichte beleid. Persoonsvolgend budget Ook de persoonsvolgende financiering voor meerderjarigen is een belangrijke hefboom om personen met een handicap meer keuzevrijheid en autonomie te geven. Ann Van den Abbeele, teamcoördinator Beleid: "Mensen met een erkende handicap ondersteunen we zoveel als mogelijk en wenselijk in hun familie- en vriendenkring. Daarvoor kunnen ze zelfs bij een vermoeden van handicap heel laagdrempelig, zonder procedure al beroep doen op dagondersteuning, begeleiding of verblijf. Dat kan via het aanbod rechtstreeks toegankelijke hulp en het basisondersteuningsbudget (BOB). Mensen die meer ondersteuning en zorg nodig hebben, kunnen een persoonsvolgend budget aanvragen. Daarmee kunnen ze zorg op hun maat organiseren." Ook voor minderjarigen Ook voor minderjarigen met een handicap wordt bekeken of een persoonsvolgende financiering haalbaar is. Daarvoor werd in 2017 een intersectorale taskforce opgericht met de verschillende stakeholders. Daarin zitten onder meer vertegenwoordigers van de sector van personen met een handicap, van Jongerenwelzijn, van Kind en Gezin en uit het onderwijs. Karina De Beule, woordvoerster van het VAPH: "Bij kinderen en jongeren is de uitdaging om een persoonsvolgend budget op maat ter beschikking te stellen nog groter: we willen maximaal rekening houden met de verschillende ontwikkelingsfasen van een kind of jongere, die elk een andere vorm van zorg en ondersteuning vragen." Rechtvaardige regels voor toekenning van zorg Op 1 januari 2017 werd de persoonsvolgende financiering voor meerderjarigen ingevoerd. James Van Casteren, administrateur-generaal van het VAPH: "In het nieuwe systeem geven we aan meer dan 24.000 personen met een handicap een persoonsvolgend budget. Ter vergelijking: voorheen gingen onze subsidies naar 300 voorzieningen voor mensen met een handicap. Die schaalvergroting is een complexe kwestie, zowel voor de mensen die steun aanvragen, als voor de voorzieningen en de medewerkers van het VAPH. In 2016 ontwikkelden we in samenwerking met de sector een set van rechtvaardige regels die rekening houden met de beschikbare middelen. In 2017 werd dat beoordelingskader effectief van kracht. Daarbij kwamen nog enkele inconsequente of onrechtvaardige situaties aan het licht die we nu willen bijsturen." Continu evalueren Meteen na de invoering van de persoonsvolgende financiering evalueerde het VAPH het nieuwe systeem dagelijks en stuurde het bij waar nodig. Het VAPH speelt continu in op de signalen die het van de cliënten en de zorgaanbieders ontvangt. Zo werden onder meer de evaluatiecriteria voor de prioriteitengroepen - de mensen die als eerste recht hebben op een budget - geherformuleerd en gedifferentieerd zodat de zorg en ondersteuning rechtvaardig kan verdeeld worden. Dynamisch en cliëntgericht De omslag naar een vraaggestuurde ondersteuning vraagt ook van het VAPH flexibiliteit. Marijke Bosteels, coördinator van het hr-team: "Vroeger kenden we een sterk hiërarchische organisatiecultuur. Om intern klaar te staan voor de nieuwe dynamische context van de persoonsvolgende financiering, hebben we onze structuur volledig gewijzigd en de hiërarchie afgevlakt. We kozen voor flexibele, autonome teams die personen met een handicap centraal zetten. Die manier van werken ging begin 2017 van start. Voor onze medewerkers was dat door de combinatie van de vele veranderingen een grote en bij momenten stresserende stap, maar dankzij een gerichte coaching en opleidingen groeien ze nog elke dag in hun nieuwe rol." Coaching voor zorgaanbieders Ook voor de sector is de persoonsvolgende financiering een ingrijpende verandering die om een andere aanpak vraagt. Jos Theunis, afdelingshoofd Financiering en Zorgplanning: "Vroeger kregen zorgaanbieders vaste subsidies van het VAPH. Voortaan zijn ze voor hun werkingsmiddelen afhankelijk van hun cliënten, die zelf kiezen bij welke aanbieder en waarvoor ze hun persoonsvolgend budget inzetten. Ook voor de zorgaanbieders is het daarom zoeken naar een nieuw evenwicht en een nieuwe manier van werken. Het VAPH ondersteunt een beperkt aantal vergunde zorgaanbieders daarin via een coachingstraject. Ze krijgen scholing op het vlak van leiderschap, verantwoord ondernemerschap, businessmodellen, samenwerking en marktwerking. Er wordt bekeken of dat nog verder moet worden uitgebreid" Samenwerking met overheidsinstellingen De omwenteling die het VAPH in 2017 doormaakte, wekte veel belangstelling bij collega's van andere entiteiten binnen het eigen beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en in andere beleidsdomeinen zoals onderwijs en tewerkstelling. Ann Van den Abbeele: "Verwacht wordt dat onder meer de ouderenzorg en jeugdhulp in de toekomst zal evolueren naar een persoonsvolgende financiering. Daarom observeren ze ons verhaal van dichtbij, wat meteen ook onze samenwerking versterkt." Eenduidige en correcte informatie De overstap naar een persoonsvolgende financiering had voor heel wat mensen verstrekkende gevolgen. Zowel de vergunde zorgaanbieders als de personen met een handicap en hun omgeving moeten daar soms nog aan wennen of zitten met vragen. Het VAPH probeert hen via een duidelijke en correcte communicatie zo goed mogelijk te ondersteunen. Goed geïnformeerd Het VAPH zet zijn communicatiekanalen doordacht in op maat van al zijn doelgroepen: de cliënten, de sector en andere belanghebbende partijen zoals de overheid. De website vaph.be, de VAPH-nieuwsbrief, het magazine St*rk, provinciale infosessies, het digitale loket 'mijnvaph.be', de helpdesks, de telefonische PVF-infolijn en verschillende brochures: stuk voor stuk informeren ze mensen met een handicap op een heldere en laagdrempelige manier om hun overstap naar of start met de persoonsvolgende financiering zo vlot mogelijk te laten verlopen. Nieuwe website Sinds 1 juni 2017 staat de nieuwe VAPH-website voor personen met een handicap online. Die website geeft informatie over onder meer aanvraagprocedures, tegemoetkomingen, organisaties die hulp aanbieden, de VAPH-dienstverlening en recente ontwikkelingen. Iedereen kan de site vlot consulteren dankzij de heldere navigatiestructuur. Via het digitale loket mijnvaph.be kunnen personen met een handicap of hun wettelijk vertegenwoordiger hun persoonlijk dossier online raadplegen. Ze kunnen er bijvoorbeeld hun persoonsvolgend budget aanvragen en beheren, hun terugbetalingen van hulpmiddelen en aanpassingen bekijken of een aanvraag indienen in geval van een noodsituatie. Wegwijzer VAPH-ondersteuning Via de nieuwe Wegwijzer VAPH-ondersteuning op de VAPH-website kan iedereen het beschikbare aanbod van vergunde aanbieders raadplegen en gericht doorzoeken. We kunnen spreken van een succes, want zowel de zorgaanbieders als de gebruikers hebben hun weg duidelijk gevonden naar de Wegwijzer. 2018: werken aan continue verbetering In 2017 wijzigde de ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap ingrijpend. In 2018 maakt het VAPH een grondige evaluatie van alle processen en procedures rond de persoonsvolgende financiering. "We willen peilen naar wat er volgens onze partners, cliënten en medewerkers beter kan. Op die manier houden we de vinger aan de pols en stuwen we onze dienstverlening naar een hoger niveau", besluit James Van Casteren. -------------------------------------------------------------------------------- PERSOONLIJKE BUDGETTEN Het VAPH biedt budgetten op maat om niet-rechtstreeks toegankelijke ondersteuning te organiseren en te betalen: * Met het persoonsvolgend budget (PVB) kan een meerderjarige persoon met een handicap zorg en ondersteuning inkopen binnen zijn eigen netwerk, bij vrijwilligers, individuele begeleiders, professionele zorgverleners en bij door het VAPH vergunde zorgaanbieders. * Een persoonlijke-assistentiebudget (PAB) is een budget dat het VAPH geeft om de assistentie voor een kind met een handicap thuis of op school te organiseren en te financieren. Het zorgbudget voor mensen met een handicap (voorheen basisondersteuningsbudget) van de Vlaamse Sociale Bescherming is bedoeld voor personen met een erkende handicap en een beperkte ondersteuningsnood. Het zorgbudget is een vast bedrag van 300 euro per maand dat uitbetaald wordt door de zorgkassen. De cijfers over het zorgbudget voor mensen met een handicap (basisondersteuningsbudget) zijn terug te vinden op de website van de Vlaamse Sociale Bescherming. -------------------------------------------------------------------------------- PERSOONSVOLGEND BUDGET 1.529 extra persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld 14.254 vragen geregistreerd in de prioriteitengroepen 3.158 ondersteuningsplannen ingediend en beoordeeld 94 % van de nieuwe budgetten zijn opgestart 24.200 budgethouders PVB -------------------------------------------------------------------------------- TER BESCHIKKING GESTELDE BUDGETTEN 1.529 extra persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld Quote "Zorggarantie voor wie niet kan wachten op ondersteuning en perspectief voor wie wacht" In 2017 kon het VAPH in totaal bijna 62 miljoen euro extra inzetten om persoonsvolgende budgetten ter beschikking te stellen (waarvan 21,5 miljoen euro middelen uit reguliere uitstroom en 4,4 miljoen euro uit vrijkomende middelen van mensen die al een persoonsvolgend budget hadden op het ogenblik dat zij in een noodsituatie terechtkwamen). In 2017 ging 85 % van de beschikbare middelen (middelen door uitbreiding en middelen door reguliere uitstroom) voor persoonsvolgende budgetten naar personen die onmiddellijk nood hebben aan ondersteuning. Die personen bevinden zich in een situatie waarin het maatschappelijk verantwoord is om hen onmiddellijk een budget toe te kennen. Zij doorlopen niet de gewone aanvraagprocedure en krijgen automatisch een budget. Dat is zorggarantie voor personen met de hoogste ondersteuningsnood. Personen die niet in aanmerking komen voor de automatische procedure, doorlopen de gewone aanvraagprocedure voor een persoonsvolgend budget en worden ingedeeld in een van de drie prioriteitengroepen. In de prioriteitengroepen geldt een wachttijd. In 2017 was 15 % van de beschikbare middelen voor persoonsvolgende budgetten voorbehouden voor personen in de prioriteitengroepen. Zo kan er steeds een zeker perspectief geboden worden voor personen die wachten op ondersteuning. Vaststelling In totaal werden 1529 persoonsvolgende budgetten aan 1177 cliënten ter beschikking gesteld in 2017. Ongeveer 60 % van die budgetten was bestemd voor nieuwe cliënten. 40% van de budgetten ging naar personen die een meervraag hebben gesteld en wiens budget werd verhoogd (eenzelfde persoon kan meerdere budgetten ter beschikking gesteld krijgen). -------------------------------------------------------------------------------- AUTOMATISCHE TERBESCHIKKINGSTELLINGEN Quote "De meeste automatische toekenningen gingen naar personen in een noodsituatie" Tabel: automatische terbeschikkingstellingen PVB in 2017 [niet opgenomen] Binnen de automatische toekenningsgroepen werd het grootste aantal budgetten ter beschikking gesteld aan personen in een noodsituatie. Zo werden 318 tijdelijke budgetten ter beschikking gesteld aan personen in een acute noodsituatie (bijvoorbeeld wanneer het netwerk plots wegvalt). Zij krijgen een tijdelijk budget voor 22 weken. Als er een indicatie is dat er geen oplossing zal zijn voor de noodsituatie na afloop van de 22 weken, dan kan een procedure doorlopen worden om een definitief persoonsvolgend budget aan te vragen. Die aanvraagprocedure moet in principe binnen de 22 weken afgerond worden. Is dat niet haalbaar, dan wordt het tijdelijk budget eenmalig en tijdelijk verlengd voor een periode van 12 maanden. Op die manier werden 315 budgetten ter beschikking gesteld aan personen die na 22 weken noodsituatie hun aanvraagprocedure voor het bekomen van een definitief PVB, nog niet afgerond hebben. Opgelet: het gaat daarbij ook om ook verlengingen van budgetten van personen aan wie al in 2016 een tijdelijk PVB noodsituatie werd ter beschikking gesteld. In 2017 werden ook 176 budgetten ter beschikking gesteld aan personen die een definitief budget krijgen na noodsituatie. Opgelet: ook hier kan het gaan om budgetten van personen voor wie al in 2016 een tijdelijk PVB werd ter beschikking gesteld. Het VAPH kende 108 budgetten toe aan personen in een situatie van maatschappelijke noodzaak (bijvoorbeeld wanneer er sprake is van misbruik of ernstige verwaarlozing). 110 budgetten werden via de spoedprocedure ter beschikking gesteld aan personen met een snel degeneratieve aandoening. In 2017 werden in totaal 196 budgetten ter beschikking gesteld aan minderjarigen die meerderjarig werden en die ook als volwassene nog VAPH-ondersteuning nodig hebben (zorgcontinuïteit); het gaat daarbij betreft hier overwegend over de verderzetting van ondersteuning vanuit een multifunctioneel centrum (MFC). Voor 43 personen die op basis van de omgezette vraag op de centrale registratie van zorgvragen (CRZ) een persoonsvolgend budget kregen, werd een geobjectiveerd (meestal hoger) budget voorzien op basis van de geactualiseerde vraag. Info: Het aantal budgetten komt niet overeen met het aantal personen die een budget kregen. Eén persoon kan meerdere budgetten gekregen hebben. Zo kan iemand een budget noodsituatie gekregen hebben, daarna een tijdelijk budget na nood en daarna een definitief budget na nood. De cijfers gaan over terbeschikkingstellingen in 2017, ongeacht of de procedure al eerder gestart was. De helft van de personen die automatisch een budget kregen, stonden al in een prioriteitengroep Het feit dat 85 % van de middelen naar een PVB via automatische toekenning ging, wil niet zeggen dat er totaal geen impact is voor de wachtenden. De helft van de personen die in 2017 automatisch een budget kregen, stonden immers al te wachten in een prioriteitengroep. De meesten van hen stonden geregistreerd in prioriteitengroep 3. Tabel: aantal personen met automatische terbeschikkingstelling die ook in de prioriteitengroep geregistreerd staan [niet opgenomen] -------------------------------------------------------------------------------- TERBESCHIKKINGSTELLINGEN PER PRIORITEITENGROEP Quote: "De meeste gewone terbeschikkingstellingen gingen naar wachtenden in prioriteitengroep 1" In 2017 werden 263 persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld aan wachtenden in de prioriteitengroepen. In tegenstelling tot de vorige jaren werden alle budgetten op Vlaams niveau verdeeld; er wordt niet langer een regionale verdeling gehanteerd. In de regelgeving was volgende verdeelsleutel vastgelegd voor de verdeling: * 80 % aan wachtenden in prioriteitengroep 1 * 5 % aan wachtenden in prioriteitengroep 2 * 15 % aan wachtenden in prioriteitengroep 3 In de praktijk wijkt de effectieve verdeling over de prioriteitengroepen enigszins af van die percentages. Stel bijvoorbeeld dat er nog een restsaldo van 13.000 euro is in prioriteitengroep 1 en de eerstvolgende wachtende in prioriteitengroep 1 heeft een meervraag van 17.000 euro, dan wordt afhankelijk van de restsaldo's in de prioriteitengroepen, ofwel 4.000 euro extra bijgepast uit de restsaldo's van de andere prioriteitengroepen om dat extra budget toch nog ter beschikking te kunnen stellen, ofwel blijft dat restsaldo onbenut voor prioriteitengroep 1 en wordt dat extra budget dus niet meer ter beschikking gesteld. De effectieve verdeling in 2017 bedroeg: * 75 % aan wachtenden in prioriteitengroep 1 * 7,5 % aan wachtenden in prioriteitengroep 2 * 17,5 % aan wachtenden in prioriteitengroep 3 De afwijking wordt onder meer ook veroorzaakt door het feit dat in prioriteitengroep 2, waarvoor slechts een beperkt deel van de middelen beschikbaar was, enkele personen een zeer hoog budget ter beschikking gesteld moesten krijgen. -------------------------------------------------------------------------------- VRAGEN GEREGISTREERD IN DE PRIORITEITENGROEPEN 14.254 vragen geregistreerd in de prioriteitengroepen Quote: "14.207 personen wachten op (meer) ondersteuning" 14.207 personen zijn met in totaal 14.254 vragen geregistreerd in de prioriteitengroepen (eenzelfde persoon kan in twee prioriteitengroepen voorkomen met een hoofd- en een deelvraag naar ondersteuning): * 848 vragen in prioriteitengroep 1 * 492 vragen in prioriteitengroep 2 * 12.914 vragen in prioriteitengroep 3 Het merendeel van de personen in de prioriteitengroepen heeft al een of andere vorm van ondersteuning. Bijna 29 % van de wachtenden heeft al een deelbudget en wacht op een verhoogd budget. 26 % van de wachtenden heeft een zorgbudget (basisondersteuningsbudget), 11 % maakt gebruik van rechtstreeks toegankelijke VAPH-hulp en nog eens 12 % heeft én een zorgbudget (basisondersteuningsbudget) én maakt gebruik van rechtstreeks toegankelijke VAPH hulp. Dat impliceert ook dat 22 % van de wachtenden nog geen handicapspecifieke ondersteuning (hetzij onder de vorm van een zorgbudget, hetzij een deelbudget, hetzij rechtstreeks toegankelijke hulp) heeft. Personen zonder zorgbudget of VAPH-ondersteuning die een vraag naar een persoonsvolgend budget stellen, zijn gespreid over de 3 prioriteitengroepen: * 6,6 % van hen is geregistreerd in prioriteitengroep 1 * 6,5 % van hen is geregistreerd in prioriteitengroep 2 * 86,9 % van hen is geregistreerd in prioriteitengroep 3 Tabel: ondersteuning per prioriteitengroep in 2017 [niet opgenomen] -------------------------------------------------------------------------------- AANVRAGEN EN BEOORDELINGEN 3.185 ondersteuningsplannen ingediend en beoordeeld 1.690 multidisciplinaire verslagen ingediend 1.745 vragen beoordeeld door de RPC Een persoonsvolgend budget moet aangevraagd worden via een ondersteuningsplan persoonsvolgend budget en een multidisciplinair verslag (informatie in functie van het beoordelen van de handicap en in functie van het beoordelen van de zorgzwaarte). De provinciale evaluatiecommissie (PEC) beoordeelt of de aanvrager behoort tot de doelgroep van het VAPH (beoordeling handicap). De regionale prioriteitencommissie oordeelt op basis van de informatie in het ondersteuningsplan en het verslag over de prioriteit van de vraag naar ondersteuning. Het VAPH beslist of een persoonsvolgende budget kan toegewezen worden en neemt, op basis van informatie over de vraag en over de zorgzwaarte, een beslissing over de hoogte van het budget. -------------------------------------------------------------------------------- INGEDIENDE EN BEOORDEELDE ONDERSTEUNINGSPLANNEN Quote: "De ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget werden in 2017 overwegend opgesteld met hulp van een professional" Grafiek: ingediende en beoordeelde ondersteuningsplannen PVB met of zonder hulp in 2017 [niet opgenomen] In 2017 werden 3.185 ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget (PVB) ingediend of vervolledigd en beoordeeld: * 24 % werd ingediend met hulp van een dienst ondersteuningsplan * 55 % werd ingediend met hulp van een dienst maatschappelijk werk van de mutualiteit * 14,5 % werd ingediend met andere hulp (vb. een gebruikersorganisatie, iemand uit het netwerk) * 6,5 % werd ingediend zonder hulp In vergelijking met 2016, dat slechts drie kwartalen met de nieuwe procedure telde, stellen we een sterke toename vast van het aantal ingediende ondersteuningsplannen PVB. Er kan verhoudingsgewijs gesteld worden dat driedubbel zoveel ondersteuningsplannen PVB in 2017 ingediend werden ten opzichte van 2016. We monitoren en evalueren of dat een eenmalig gegeven is en hoe dat verder evolueert. Tabel: aantal ingediende ondersteuningsplannen PVB in 2016 en 2017 [niet opgenomen] Bij het beoordelen van de ondersteuningsplannen PVB controleert het VAPH allereerst of het ingestuurde plan volledig is. Alle vragen in het ondersteuningsplan PVB worden gecontroleerd op de aanwezigheid van een antwoord en er wordt een mathematische controle uitgevoerd op basis van de vraag naar zorg en ondersteuning. In een deel van de ondersteuningsplannen PVB bleken een of meerdere tekstvelden niet ingevuld. Bij een aantal ondersteuningsplannen PVB oversteeg de vraag naar zorg en ondersteuning (ondersteuningsfuncties en - frequenties) het maximum of was de combinatie ervan niet mogelijk. Oproepbare permanentie werd bijvoorbeeld vaak gecombineerd met de maximale dag- en woonondersteuning. Bij een klein aantal ondersteuningsplannen PVB ontbrak een geldige handtekening. Vervolgens wordt het proces van vraagverheldering beoordeeld op basis van de beschrijving ervan in deel 4 van het ondersteuningsplan PVB, met uitzondering van de ondersteuningsplannen PVB die door een dienst ondersteuningsplan worden ingediend. Indien nodig wordt het ondersteuningsplan PVB ter correctie teruggestuurd. Er wordt daarbij voldoende uitgelegd welke informatie ontbreekt zodat de cliënt zijn ondersteuningsplan PVB goed kan aanvullen. Tabel: aantal ingediende ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget (OP PVB) met of zonder correctie [niet opgenomen] In totaal werden 2.635 ondersteuningsplannen PVB goedgekeurd in 2017, waarvan ongeveer een derde (774) goedgekeurd werd nadat een correctie werd opgevraagd. Het gaat daarbij zowel over ondersteuningsplannen PVB die ingediend werden in 2016, als ondersteuningsplannen PVB ingediend in 2017. In 2016 werd bij 33,8 % van alle ingediende ondersteuningsplannen PVB een correctie opgevraagd door het VAPH. In vergelijking met 2016 konden in 2017 meer ondersteuningsplannen PVB onmiddellijk worden goedgekeurd. Tabel: gemiddelde doorlooptijd tussen indienen en goedkeuren van ondersteuningsplannen PVB bij het VAPH [niet opgenomen] De doorlooptermijn van het indienen van een ondersteuningsplan PVB tot en met het goedkeuren ervan bedraagt in 2017 gemiddeld 26,9 dagen. Het gaat daarbij om het gemiddeld aantal dagen tussen het ontvangen van het ondersteuningsplan PVB en het versturen van de goedkeuring van het ondersteuningsplan PVB. Dat is een sterke daling ten opzichte van 2016. Toen bedroeg de gemiddelde doorlooptijd 54,4 dagen. De administratieve verwerkingstijd van het VAPH bedroeg in 2017 gemiddeld 7,5 dagen. De gemiddelde doorlooptijd is langer omdat het VAPH voor een heel aantal ondersteuningsplannen PVB moest wachten op een gecorrigeerd of vervolledigd plan of een geldige handtekening. -------------------------------------------------------------------------------- INGEDIENDE MULTIDISCIPLINAIRE VERSLAGEN Voor 1.690 dossiers werd een multidisciplinair verslag ingediend waarin de handicap en de zorgzwaarte werden geobjectiveerd. Het VAPH bepaalt de budgetcategorie op basis van een vergelijking van de gevraagde budgetcategorie (bepaald op basis van de ondersteuningsvraag in het ondersteuningsplan PVB) en de geobjectiveerde budgetcategorie (bepaald op basis van de objectivering van de ondersteuningsnood of zorgzwaarte). De gevraagde en de geobjectiveerde budgetcategorie zijn niet noodzakelijk hetzelfde. Zo kan een persoon met een objectief intensieve ondersteuningsnood een sterk uitgebouwd informeel netwerk hebben dat vrijwillig heel wat ondersteuning biedt. De gevraagde budgetcategorie zal dan lager zijn. Het proces van vraagverheldering speelt hier dus een belangrijke rol. Voor de 1.690 dossiers waarbij een objectivering werd ingediend in 2017 bekeken we welke budgetcategorie bepalend was voor de toegewezen budgetcategorie: * Bij 32,5 % was de gevraagde budgetcategorie lager dan de geobjectiveerde (persoon met een handicap krijgt gevraagde budgetcategorie toegewezen). * Bij 42,6 % van de dossiers was de gevraagde budgetcategorie gelijk aan de geobjectiveerde budgetcategorie. * Bij 24,9 % was de gevraagde budgetcategorie hoger dan de geobjectiveerde (persoon met een handicap krijgt geobjectiveerde budgetcategorie). In totaal werd dus bij 75,1 % van de dossiers de gevraagde budgetcategorie toegewezen. Er is daarbij geen duidelijk verschil merkbaar tussen de ondersteuningsplannen PVB die ingediend werden door een dienst ondersteuningsplan (DOP) en de plannen die ingediend werden door een persoon met een handicap: * Bij dossiers waarbij de vraag werd opgesteld met hulp van een dienst ondersteuningsplan, werd bij 73,9 % de gevraagde budgetcategorie toegewezen. * Bij de andere dossiers werd bij 75,5 % de gevraagde budgetcategorie toegewezen. * Bij ondersteuningsplannen opgesteld met de hulp van een dienst maatschappelijk werk (DMW) werd in 74,4 % de gevraagde budgetcategorie toegewezen. -------------------------------------------------------------------------------- BEOORDEELDE AANVRAGEN DOOR DE RPC Quote: "De regionale prioriteitencommissie beoordeelde ongeveer evenveel gewone vragen als vragen om een herziening" Grafiek: aantal vragen die in 2017 beoordeeld werden door de regionale prioriteitencommissie (RPC) [niet opgenomen] De procedure voor het aanvragen van een persoonsvolgend budget impliceert dat alle dossiers beoordeeld worden op prioriteit door de regionale prioriteitencommissie (RPC). Die beoordeling laat toe om alle aanvragen te ordenen in een van de drie prioriteitengroepen en binnen die groepen een chronologische ordening te hanteren. Zo kan aan elke aanvrager een perspectief op terbeschikkingstelling worden geboden. Uitzondering daarop vormen de aanvragen die verlopen via de zogenaamde automatische toekenningsprocedures. Voor die aanvragen is geen beoordeling van de prioriteit nodig: die dossiers worden per definitie als dermate urgent beschouwd dat een onmiddellijke terbeschikkingstelling van een PVB noodzakelijk wordt geacht. Enkel voor dossiers die ingediend worden via de procedure 'maatschappelijke noodzaak' is een oordeel van de RPC -met name over het al of niet voldoen aan de criteria van maatschappelijke noodzaak- vereist. In 2017 beoordeelde de regionale prioriteitencommissie 1.745 aanvragen voor een persoonsvolgend budget: * 961 aanvragen via de gewone aanvraagprocedure * 784 aanvragen die louter vroegen om een herziening van de prioriteit - Dat waren voornamelijk vragen van personen die vroeger op de centrale registratie van zorgvragen geregistreerd waren en door de overschakeling naar persoonsvolgende financiering in prioriteitengroep 3 terecht gekomen waren. Onderstaande tabel toont het aantal beoordeelde dossiers opgedeeld per procedure, per provincie en per kwartaal. Bij deze cijfers kan opgemerkt worden dat het aantal beoordeelde dossiers in 2017 toeneemt over de kwartalen heen, met een hoogtepunt in het laatste kwartaal. Die evolutie is voornamelijk toe te schrijven aan een sterke toename van het aantal personen dat de gewone aanvraagprocedure doorliep. Het aantal aanvragen tot herziening van de prioriteitengroep toont een duidelijke piek in het begin van 2017, maar neemt nadien af. Dat kan verklaard worden door de afronding van de eerste transitiefase van de centrale registratie van zorgvragen (CRZ) op het einde van 2016, waarbij een hoog aantal personen automatisch werd ingedeeld in de laagste prioriteitengroep (PG 3). Tot slot wordt het hoogste aantal beoordeelde dossiers vastgesteld in de provincie Antwerpen, met voornamelijk een opvallend hoog aantal aanvragen tot herziening van de prioriteitengroep. In West-Vlaanderen werden beduidend minder dossiers beoordeeld dan in de andere provincies. Tabel: aantal door de RPC's beoordeelde dossiers opgedeeld per procedure, per provincie en per kwartaal [niet opgenomen] Resultaat van de beoordeling door de RPC Van de 961 PVB-vragen, die werden ingediend binnen de volledige aanvraagprocedure, werden de meeste in elk kwartaal van 2017 ingedeeld in prioriteitengroep 2 (PG 2). Het aantal goedkeuringen van maatschappelijke noodzaak (MaNo) neemt verhoudingsgewijs af doorheen het jaar en het aantal toekenningen van prioriteitengroep 3 (PG3) neemt enigszins toe. Tabel: resultaten van de beoordeling door de RPC van aanvragen die de volledige aanvraagprocedure doorliepen [niet opgenomen] Van de 784 aanvragen tot herziening van de prioriteitengroep werd het hoogste aantal vragen ingedeeld in prioriteitengroep 1 (PG 1) en prioriteitengroep 2 (PG 2). Slechts een beperkt aantal vragen werd door de regionale prioriteitencommissie opnieuw ingedeeld in prioriteitengroep 3 (PG 3). Tabel: resultaten van de beoordeling door de RPC van aanvragen tot herziening van de prioriteitengroep [niet opgenomen] Doorlooptermijnen beoordeling handicap en prioriteit De gemiddelde doorlooptermijn voor het beoordelen van aanvragen vanaf de datum van ontvangst tot de beoordeling van de prioriteit bedraagt 71 dagen. Tabel: doorlooptermijnen beoordeling handicap en prioriteit [niet opgenomen] Bij de dossiers die de volledige aanvraagprocedure doorlopen, wordt een onderscheid gemaakt tussen dossiers die in eerste instantie nog beoordeeld moeten worden door de provinciale evaluatiecommissie (PEC) wat betreft erkennen van de handicap (139 dossiers) en dossiers die rechtstreeks kunnen doorstromen naar de regionale prioriteitencommissie (RPC) (822 dossiers). Vaststelling In totaal werden er 983 aanvragen tot herziening beoordeeld door de RPC, waarvan 199 herzieningen van de budgetcategorie en de prioriteitengroep en 784 herzieningen van louter de prioriteitengroep. Die 983 personen werden bij de vertaling van de centrale registratie van zorgvragen (CRZ) automatisch ingedeeld in de laagste prioriteitengroep (PG 3), omdat zij niet over een status prioritair te bemiddelen (PTB) beschikten. Bij de beoordeling door de RPC werden slechts 91 (9,3 %) vragen opnieuw ingedeeld in PG 3. De meeste aanvragen tot herziening van de prioriteit resulteerden dus in een hogere prioriteit. -------------------------------------------------------------------------------- OPGESTARTE BUDGETTEN 94 % van de nieuwe budgetten zijn opgestart Quote: "De meeste persoonsvolgende budgetten zijn opgestart" Grafiek: aandeel opgestarte en niet-opgestarte persoonsvolgende budgetten in 2017 [niet opgenomen] In 2017 werd aan 739 personen die voorheen nog geen persoonsvolgend budget hadden, een budget ter beschikking gesteld. De meeste van de nieuw ter beschikking gestelde persoonsvolgende budgetten (94,4 %) zijn opgestart. 6 % is nog niet opgestart. De helft daarvan is nog binnen de opstarttermijn van 4 maanden. Opgelet: dit is de situatie zoals gekend op datum van 8 februari 2018. Eind april 2018 is het aandeel opgestarte budgetten reeds gestegen tot 97%. Wie een persoonsvolgend budget ter beschikking gesteld krijgt, heeft vier maanden tijd om te starten met het besteden ervan. Het VAPH volgt dat nauwgezet op en contacteert na ongeveer 2 maanden de nieuwe budgethouders voor wie nog geen overeenkomst werd geregistreerd. Als uit de contactname blijkt dat betrokkene problemen ondervindt om de geschikte ondersteuning te vinden en de besteding te starten, dan kan het VAPH doorverwijzen naar een bijstandsorganisatie. Indien nodig kan er na contact met een bijstandsorganisatie intensieve bemiddeling aangevraagd worden bij het VAPH. Lukt het echt niet om op te starten binnen de vooropgestelde vier maanden, maar heeft de budgethouder wel de nodige stappen daartoe ondernomen, dan kan een eenmalige verlenging van opnieuw vier maanden worden toegestaan. Als ook die periode verstreken is zonder opstart van het budget, dan wordt de terbeschikkingstelling gestopt. -------------------------------------------------------------------------------- BESTEDING BUDGETTEN 24.200 budgethouders PVB Quote: "Circa 24.200 budgethouders persoonsvolgend budget (PVB)" Tabel: spreiding van de ter beschikking gestelde persoonsvolgende budgetten (zorggebonden middelen) [niet opgenomen] Eind 2017 zijn er ongeveer 24.200 budgethouders persoonsvolgend budget. De meesten van hen hebben een budget gekregen vanuit de transitie zorg in natura. De tabel toont de spreiding van de ter beschikking gestelde budgetten. In de transitie werd het ter beschikking gestelde budget zoveel als mogelijk afgestemd op het oorspronkelijke zorggebruik en werden de budgetten niet afgeleid naar de binnen persoonsvolgende financiering onderscheiden budgetcategorieën. We zetten ter vergelijking wel de overeenkomstige categorieën naast de budgetten. -------------------------------------------------------------------------------- BESTEDING PER SOORT BUDGETHOUDER Quote: "Geen grote verschuivingen in de besteding van de budgetten" Tabel: besteding van het persoonsvolgend budget in 2017 per soort budgethouder [niet opgenomen] Begin 2018 zijn er ongeveer 24.200 budgethouders persoonsvolgend budget (PVB). In totaal gezien besteedt de grote meerderheid van de budgethouders het budget bij een vergunde zorgaanbieder. Dat is uiteraard niet onlogisch omdat de meeste cliënten hun PVB kregen op basis van hun vroegere gebruik van zorg in natura. Meer in detail bekeken, zijn er toch opvallende verschillen: * Bij de nieuwe budgethouders en bij budgethouders die een verhoogd PVB ter beschikking gesteld kregen, wordt net geen 70 % van de middelen ingezet bij een vergunde zorgaanbieder. * Bij de budgethouders die op basis van een vertaalde CRZ-vraag een PVB ter beschikking gesteld kregen, besteedt iets meer dan driekwart de middelen bij een vergunde zorgaanbieder. 8 % van het totaal aan ingezette middelen PVB wordt 'anders en elders' en dus in cash ingezet. Dat is vooral het geval bij voormalige houders van een persoonlijke- assistentiebudget en bij personen die een PVB kregen op basis van de spoedprocedure. -------------------------------------------------------------------------------- BESTEDING PER VORM (VOUCHER EN/OF CASH) Quote: "De meeste budgethouders besteden hun persoonsvolgend budget in voucher" Tabel: besteding van het PVB in 2017 per vorm (voucher en/of cash) [niet opgenomen] 86,3 % van de budgethouders besteden hun budget in voucher. 7,3 % besteedt zijn budget enkel in cash bij een niet-vergunde zorgaanbieder. Dat bevestigt dat er op dit moment geen grote verschuivingen zijn ten opzichte van het oude financieringssysteem. Persoonsvolgende financiering is nog maar pas gestart en de meeste budgetten werden ter beschikking gesteld op basis van het vroegere gebruik van zorg in natura. Echte trends zullen pas binnen enkele jaren kunnen bepaald worden. -------------------------------------------------------------------------------- BESTEDING IN CASH Quote: "Geen grote verschuivingen qua soorten cashovereenkomsten" Het persoonsvolgend budget kan op zeer uiteenlopende wijzen ingezet worden om zorg en ondersteuning te realiseren. Personen die het budget in cash besteden, benutten die verschillende mogelijkheden volop. Tabel: besteding van het PVB in 2017 per cashovereenkomst [niet opgenomen] Budgethouders die het PVB in cash inzetten, realiseren hun zorg en ondersteuning overwegend via arbeidsovereenkomsten, dienstencheques en overeenkomsten met zelfstandigen ('overeenkomsten met hulpverleners'). Er zijn geen grote verschuivingen qua besteding tussen begin en eind 2017. Er is wel een stijging van het aantal overeenkomsten die afgesloten worden met voorzieningen die erkend zijn door WVG (en niet door het VAPH). Het gaat daarbij ongeveer in alle gevallen om overeenkomsten met een dienst voor gezinszorg. Een opvallende vaststelling is de grote toename van het aantal overeenkomsten in het kader van vervoer. -------------------------------------------------------------------------------- PERSOONLIJKE-ASSISTENTIEBUDGET 679 budgethouders PAB Eind 2017 waren er 679 PAB-budgethouders. Ongeveer de helft van hen is tussen 12 en 18 jaar oud. Een derde van hen heeft de lagere schoolleeftijd. Tabel: aantal actieve PAB-budgethouders op 31/12/2017 (unieke cliënten) [niet opgenomen] Tabel: aantal actieve PAB-budgethouders opgedeeld naar budgetcategorie op 31/12/2017 (unieke minderjarigen) [niet opgenomen] Tabel: budgetcategorieën PAB in 2017 (euro) [niet opgenomen] Er werden in totaal 234 nieuwe persoonlijke-assistentiebudgetten ter beschikking gesteld. 11 budgetten werden stopgezet. -------------------------------------------------------------------------------- HULPMIDDELEN Hulpmiddelen en aanpassingen kunnen een persoon met een handicap helpen om activiteiten waarbij hij moeilijkheden ondervindt, uit te voeren: een traplift om de trap te overbruggen, een beeldschermloep om tekst vergroot te lezen, een trilwekker om gewekt te worden, een aangepaste woning, auto, computer of fiets ... Het VAPH geeft tegemoetkomingen voor hulpmiddelen en aanpassingen. Ook voor blindengeleidehonden, incontinentiemateriaal en pedagogische hulp kan een persoon met een handicap bij het VAPH terecht. 46.622 gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen > 50.000 hulpmiddelen en aanpassingen aangevraagd -------------------------------------------------------------------------------- ACTIEVE GEBRUIKERS 46.622 gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen Quote: "De meeste actieve gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen zijn tussen 18 en 65 jaar oud" Tabel: aantal actieve gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen in 2017 per leeftijdscategorie [niet opgenomen] Er zijn 46.622 actieve gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen* * 4.971 personen zijn jonger dan 18 jaar (10,7 %) * 28.410 personen zijn 18 jaar tot 64 jaar (60,9 %) * 13.241 zijn 65 jaar of ouder (28,4 %) Een actieve gebruiker van hulpmiddelen en aanpassingen is gedefinieerd als een persoon met een handicap die een uitbetaling voor hulpmiddelen en aanpassingen gekregen heeft tussen 01/01/2008 en 31/12/2017 en die op 31/12/2017 nog in leven was. -------------------------------------------------------------------------------- AANVRAGEN EN BESLISSINGEN > 50.000 hulpmiddelen en aanpassingen aangevraagd Quote: "Meer dan 50.000 hulpmiddelen werden aangevraagd" 22.548 personen hebben in 2017 een uitbetaling voor hulpmiddelen en aanpassingen (individuele materiële bijstand - IMB) gekregen (rechtstreeks of via derdebetalersysteem), 695 van die personen zijn in 2017 overleden. In 2017 werden 50.104 hulpmiddelen aangevraagd door 18.278 personen. De hulpmiddelen worden gebundeld in de refertelijst. De refertelijst hulpmiddelen geeft een overzicht van de tegemoetkomingen (refertebedragen) voor verschillende hulpmiddelen en aanpassingen met de bijhorende refertetermijnen. Op 1 december 2017 werden een aantal aanpassingen aan die lijst van kracht met een belangrijke uitbreiding van het aanbod tot gevolg. Daarmee wil het VAPH de terugbetaling van noodzakelijke hulpmiddelen verbeteren en vergemakkelijken. Zoals bij eerdere aanpassingen werden ook nu bijkomende tegemoetkomingen voorzien binnen het domein wonen. Ook binnen de domeinen mobiliteit, communicatie, speciale bedden en hulpmiddelen dagelijks leven werden heel wat bijkomende mogelijkheden voorzien. Het gaat bijvoorbeeld om fietsoplossingen, hulpmotoren voor de rolstoel, de bodemverlaging voor auto's, speciale kledij voor personen met gedragsproblemen, bedboxen, bepaalde types assistentiehonden. Er zijn 16.905 beslissingen verstuurd, waarvan 1.466 weigeringen. -------------------------------------------------------------------------------- ORGANISATIES Het VAPH registreert, erkent, vergunt en subsidieert verschillende diensten en organisaties om ondersteuning op maat te bieden aan personen met een handicap. 98 erkende multifunctionele centra 267 vergunde zorgaanbieders 212 aanbieders van rechtstreeks toegankelijke hulp -------------------------------------------------------------------------------- MULTIFUNCTIONELE CENTRA 98 erkende multifunctionele centra Quote "Meer dan 11.000 kinderen en jongeren maken gebruik van het flexibel ondersteuningsaanbod voor minderjarigen" Tabel: aantal MFC's per provincie/gewest [niet opgenomen] In 2017 zijn er 15 multifunctionele centra (MFC) bijgekomen. Sinds 2017 zijn de voormalige diensten voor thuisbegeleiding niet langer als een aparte zorgvorm erkend. Hun capaciteit niet-rechtstreeks toegankelijke hulp werd omgezet naar capaciteit MFC. Tabel: aantal cliënten in de multifunctionele centra [niet opgenomen] In 2017 hebben 11.338 cliënten gebruikgemaakt van de ondersteuning van een multifunctioneel centrum. Opgelet: een 180-tal cliënten werden dubbel geregistreerd over de provincies heen. Multifunctionele centra hebben de opdracht om flexibele, vraaggestuurde trajecten aan te bieden. Dat vertaalt zich onder meer in kortere ondersteuningstrajecten of samenwerking met andere diensten (bv. diensten uit andere sectoren) waardoor er meer cliënten dan voordien kunnen ondersteund worden. De grootste leeftijdsgroep zijn gebruikers tussen de 6 en 17 jaar. Als er voldaan wordt aan een aantal bepalingen kunnen minderjarigen ook langer gebruik maken van de ondersteuning van een multifunctioneel centrum. Die groep is eerder beperkt. Er is een daling in de leeftijdscategorieën 6-11 jaar en 12-17 jaar, bij de andere leeftijdscategorieën is er een stijging. Tabel: gebruik ondersteuning van een multifunctioneel centrum per leeftijdscategorie [niet opgenomen] Er wordt overwegend gebruik gemaakt van schoolaanvullende dagopvang (82,5 %) en verblijf (62,9 %). Oudere kinderen maken meer gebruik van verblijf dan de jongste kinderen. ------------------------------------------------------------------------------- VERGUNDE ZORGAANBIEDERS 267 vergunde zorgaanbieders In 2017 vergunde het VAPH 20 nieuwe zorgaanbieders. Eind 2017 waren er in totaal 267 vergunde zorgaanbieders. Een vergunde zorgaanbieder is een zorgaanbieder bij wie meerderjarige personen met een handicap terecht kunnen voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg of ondersteuning. Die zorg en ondersteuning kan betaald worden met het persoonsvolgend budget. De vergunde zorgaanbieders hebben een vergunning van het VAPH om zorg en ondersteuning te bieden. Enkel zorgaanbieders die kwalitatieve zorg en ondersteuning aanbieden, kunnen een vergunning krijgen van het VAPH. Ze moeten daarvoor voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen. ------------------------------------------------------------------------------- AANBIEDERS VAN RECHTSTREEKS TOEGANKELIJKE HULP 212 aanbieders van rechtstreeks toegankelijke hulp Eind 2017 waren er 212 erkende RTH-diensten, goed voor 63.000 personeelspunten (minder- en meerderjarigen). In 2017 waren er 231 aanbieders van rechtstreeks toegankelijke hulp die punten afnamen van de erkende diensten rechtstreeks toegankelijke hulp. De aanbieders van rechtstreeks toegankelijke hulp boden samen ondersteuning aan ongeveer 23.400 cliënten, waarvan 12.000 meerderjarigen. De helft van de cliënten gebruikt 2 punten of minder, de andere helft meer. ------------------------------------------------------------------------------- GROENEZORGINITIATIEVEN 31 groenezorginitiatieven Eind 2017 waren er 31 groenezorginitiatieven geregistreerd. Een groenezorginitiatief is een initiatief van een bedrijf, vereniging of particulier waarin activiteiten van land- of tuinbouwproductie of andere activiteiten die betrekking hebben op de omgang met planten of dieren, deel uitmaken van de dagactiviteiten voor mensen uit kwetsbare groepen. De activiteiten gebeuren onder begeleiding. Voorbeelden van een groenezorginitiatief zijn een zorgboerderij, een dierenasiel, een dierenpension, een belevingshoeve. Ondersteuning door een groenezorginitiatief kan enkel betaald worden via het cashsysteem van het persoonsvolgend budget. ------------------------------------------------------------------------------- BIJSTANDSORGANISATIES 5 bijstandsorganisaties Het VAPH vergunt en financiert 5 bijstandsorganisaties. Voor elke budgethouder die lid is, ontvangt de bijstandsorganisatie een bijkomende bijdrage van 170 euro. Eenzelfde budgethouder kan lid zijn bij meerdere bijstandsorganisaties. In totaal paste het VAPH 3.851 keer een ledenbijdrage bij (170 euro per lid per bijstandsorganisatie). In 2017 telden de bijstandsorganisaties volgend aantal leden (alle leden op 1/1/2017 plus per kwartaal alle nieuwe leden): * Absoluut: 1.570 * Alin: 364 * MyAssist: 44 * Onafhankelijk Leven: 1.724 * ZOOM: 149 In totaal hebben zij 3.637 unieke door het VAPH gesubsidieerde leden in 2017. Voor 2.187 cliënten (meerderjarigen met een persoonsvolgend budget) werd een overeenkomst afgesloten: * 1.871 personen hebben een overeenkomst in het kader van lidmaatschap * 1.418 personen hebben een overeenkomst voor intensieve bijstand * 105 personen hebben een overeenkomst in het kader van een startpakket In 2017 maakten in totaal 657 voormalige gebruikers van zorg in natura gebruik van de mogelijkheid tot gratis bijstand bij de vergunde bijstandsorganisaties. In totaal kostte dat minder dan 100.000 euro, dat is een vijfde van het bedrag dat daarvoor aanvankelijk was voorzien. ------------------------------------------------------------------------------- DIENSTEN ONDERSTEUNINGSPLAN 5 diensten ondersteuningsplan Het VAPH erkent en subsidieert vijf diensten ondersteuningsplan. In 2017 waren zij erkend voor 27.958 prestaties of contacten. Een dienst ondersteuningsplan helpt de persoon met een handicap om zijn ondersteuningsnood in kaart te brengen en te zoeken naar de meest geschikte ondersteuning. ------------------------------------------------------------------------------- ORGANISATIES VOOR VRIJETIJDSZORG 20 organisaties voor vrijetijdszorg Het VAPH erkent en subsidieert twintig organisaties voor vrijetijdszorg. Die organisaties boden in 2017 aan 6.284 cliënten vrijetijdsactiviteiten aan. ------------------------------------------------------------------------------- OBSERVATIE-, DIAGNOSE- EN BEHANDELINGSUNITS 4 observatie-, diagnose- en behandelingsunits In 2017 waren er 4 ODB-units met in totaal 18 plaatsen voor meerderjarige personen met een handicap. ------------------------------------------------------------------------------- UNITS VOOR GEÏNTERNEERDEN 6 units voor geïnterneerden Eind 2017 waren er 6 units voor geïnterneerde personen met een handicap: * 3 aanbieders van dagondersteuning in de gevangenis, 46 omgezette plaatsen * 3 residentiële units, 50 plaatsen (sinds 01/01/18) ------------------------------------------------------------------------------- EXTRA MIDDELEN In 2017 werd door de Vlaamse Regering in totaal 111 miljoen euro extra geïnvesteerd in de sector personen met een handicap: * € 31.438.000 in het zorgbudget (basisondersteuningsbudget) Met ruim 31 miljoen euro werd aan bijkomende groepen jongvolwassenen en kinderen een zorgbudget (BOB) ter beschikking gesteld. Noot: € 10.262.000 van het oorspronkelijk voorziene bedrag BOB werd niet ingezet en zal in 2018 aangewend worden ter versterking van de capaciteit binnen de centra voor ontwikkelingsstoornissen (COS) en binnen rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH) (onder meer in functie van respijtzorg/kortverblijf). * € 10.971.600 in rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH) Bijna 11 miljoen euro werd ingezet om extra capaciteit RTH te creëren voor zowel minder- als meerderjarige personen met een handicap. * € 2.400.000 in hulpmiddelen en aanpassingen (individuele materiële bijstand - IMB) * € 7.852.500 werd ingezet om nieuwe persoonlijke-assistentiebudgetten (PAB) ter beschikking te stellen aan minderjarige personen met een handicap. * € 44.497.500 was, samen met de regulier vrijkomende middelen, voorhanden om persoonsvolgende budgetten (PVB) ter beschikking te stellen. * € 3.578.400 werd ingezet voor flankerende maatregelen, waaronder het versterken van de capaciteit van de diensten gezinszorg die voorheen via PAB ondersteuning boden aan personen met een handicap. ------------------------------------------------------------------------------- FINANCIEEL VERSLAG [niet opgenomen]