-------------------------------------------------------------------------------- HET VAPH IN CIJFERS Eerste jaarhelft 2018 -------------------------------------------------------------------------------- Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap blikt terug naar de eerste helft van 2018 2018 is het tweede volledige jaar waarin de persoonsvolgende financiering meerderjarige personen met een handicap van kracht is. We bouwen in deze terugblik verder op de jaarcijfers van 2017 en bieden een blik op de realisaties in de eerste jaarhelft van 2018. We focussen daarbij in het bijzonder op de beschikbare middelen en hoe we ze in 2018 inzetten, op de aanvragen en op de afhandeling van die aanvragen, op de al ter beschikking gestelde budgetten en op het erkende en vergunde zorgaanbod. Ook cijfers over het gebruik van rechtstreeks toegankelijke hulp en over hulpmiddelen en aanpassingen komen aan bod. Cijfers over de inzet van de persoonsvolgende budgetten komen nu beperkt aan bod, en zullen uitgebreider behandeld worden in de rapportage over het hele jaar 2018. In de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van 23 oktober 2018 gaf James Van Casteren, administrateur-generaal van het VAPH, een uitgebreide toelichting en duiding bij de cijfers. -------------------------------------------------------------------------------- TERUGBLIK EERSTE JAARHELFT 2018 1. Enkele cijfers Als we kijken naar de cijfers van de eerste twee kwartalen van dit jaar, van januari tot juni 2018, zien we het volgende: * 21.152 personen maakten gebruik van 212 erkende diensten voor rechtstreeks toegankelijke hulp. * 14.725 personen kregen een zorgbudget. * 10.332 kinderen en jongeren konden terecht in 98 erkende multifunctionele centra. * De Vlaamse Regering maakte voor dit jaar 8.416.830 euro aan uitbreidingsmiddelen vrij voor minderjarigen, voor zowel de persoonsvolgende convenanten (de dringendste aanvragen) als de persoonlijke- assistentiebudgetten. * Het aantal budgethouders van een persoonlijke-assistentiebudget steeg met maar liefst 29,8 procent. * Halverwege 2018 zijn er 7 nieuwe zorgaanbieders bijgekomen. Er zijn in totaal 270 vergunde zorgaanbieders. * Ook het aantal groenezorginitiatieven (bijvoorbeeld zorgboerderijen) neemt gestaag toe. Halverwege 2018 tellen we 13 nieuwe registraties. In totaal zijn er nu 39 groenezorginitiatieven. Aantal wachtenden bij meerderjarigen We zien een lichte stijging in het totale aantal wachtenden: eind juni 2018 waren er 14.607 aanvragen in de prioriteitengroepen, terwijl er eind 2017 14.254 waren. Die stijging is onder meer te verklaren doordat het nieuwe systeem veel meer mogelijkheden biedt en nieuwe aanvragen in de hand werkt. Daarnaast zijn er veel herprioriteringen vanuit prioriteitengroep 3 naar groep 2 of 1, omdat de nood van de aanvragers groter is geworden. Momenteel ziet de verdeling er zo uit: * 1050 wachtenden in prioriteitengroep 1 * 950 wachtenden in prioriteitengroep 2 * 12.607 wachtenden in prioriteitengroep 3 Een vierde van alle wachtenden kan rekenen op een deelbudget. Een vierde heeft momenteel noch een basisondersteuningsbudget, noch rechtstreeks toegankelijke hulp, noch een persoonsvolgend budget. In 2019 wil de Vlaamse Regering (via de Vlaamse Sociale Bescherming) een zorgbudget voorzien voor de wachtenden in prioriteitengroep 1 en 2. Het aantal wachtenden in prioriteitengroep 3 vormt de grootste groep. We merken op dat er in die groep heel wat dossiers zijn waarin weinig beweging is vast te stellen. Weinig mensen uit die groep vragen bijvoorbeeld hulpmiddelen aan of stellen een vraag naar herprioritering. Daarom zullen we die groep bevragen, zodat we een duidelijk profiel kunnen schetsen en een beter zicht kunnen krijgen op hun noden en hoe daar het best op ingespeeld kan worden (aan de hand van een zorgbudget, rechtstreeks toegankelijke hulp of een persoonsvolgend budget). Evolutie van het aantal budgethouders van persoonsvolgende budgetten Op 30 september 2018 telden we 24.537 budgethouders van een persoonsvolgend budget. We verwachten, rekening houdend met de nog voorziene investeringen, een groot aantal nieuwe budgethouders in de tweede helft van 2018. In de eerste helft van 2018 werden 884 persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld aan 868 personen, waarvan 291 nieuwe budgethouders. 721 budgetten werden automatisch ter beschikking gesteld. Van de personen die een automatische terbeschikkingstelling kregen, stond 31 procent al op de wachtlijst. De automatische terbeschikkingstellingen doen de wachtlijst dus afnemen. Tegelijk biedt de automatische toekenning zorggarantie aan mensen met niet-inplanbare zorgnoden. We verwachten in totaal 2445 terbeschikkingstellingen voor 2018. In de tweede helft van 2018 verwachten we in het bijzonder de terbeschikkingstellingen in functie van de zorgcontinuïteit multifunctionele centra. De meeste jongeren wachten immers tot na afloop van het lopende schooljaar om over te stappen van de ondersteuning binnen het multifunctioneel centrum naar ondersteuning die gerealiseerd wordt met het persoonsvolgend budget. Verder zullen we in het najaar van 2018 ook de effecten zien van de extra inspanningen voor personen met een niet-aangeboren hersenletsel en voor geïnterneerde personen met een handicap. 2. Observaties 2018 De monitoring van het eerste en tweede kwartaal van 2018 laat het VAPH toe om prognoses te maken voor de tweede helft van 2018. Hoeveel beschikbare middelen hebben we in totaal voor 2018? Welke observaties kunnen we maken binnen de automatischetoekenningsgroepen? Beschikbare middelen In 2018 hebben we een bedrag van 78,8 miljoen euro beschikbaar voor het ter beschikking stellen van bijkomende persoonsvolgende budgetten. Rekening houdend met de middelen die we voor het hele jaar nodig denken te hebben voor de automatische terbeschikkingstellingen, schatten we dat er nog 16.116.760 euro rest voor het ter beschikking stellen van persoonsvolgende budgetten aan de wachtenden in de prioriteitengroepen. Na de derde monitoring bekijken we de cijfers opnieuw en gaan we na of we binnen de prioriteitengroepen nog extra persoonsvolgende budgetten ter beschikking kunnen stellen. Automatischetoekenningsgroepen Het aantal noodsituaties daalt. Het aantal spoedprocedures voor snel degeneratieve aandoeningen blijft stabiel. De zorgcontinuïteit persoonlijke-assistentiebudget blijft voorlopig beperkt, aangezien alle +18-jarigen in 2017 al de overstap van een persoonlijke- assistentiebudget naar een persoonsvolgend budget hebben gemaakt. Vandaag kunnen alle 18-tot-21-jarigen de overstap naar een persoonsvolgend budget maken. In de multifunctionele centra voeren we de zorgcontinuïteit gradueel in. De grootste groep, mensen van 22 jaar en ouder, maakt na afloop van het lopende schooljaar de overstap naar een persoonsvolgend budget. Met betrekking tot de uitzonderingsprocedure 7/7 (bijvoorbeeld van vijf naar zeven dagen en nachten ondersteuning) zien we opvallend minder aanvragen dan aanvankelijk verwacht. Ten slotte is de regelgeving gewijzigd voor de terbeschikkingstelling vanuit de Centrale Registratie van Zorgvragen, waardoor de budgettaire kosten zullen dalen. -------------------------------------------------------------------------------- PERSOONLIJKE BUDGETTEN Het VAPH biedt budgetten op maat om niet-rechtstreeks toegankelijke ondersteuning te organiseren en te betalen: * Met het persoonsvolgend budget (PVB) kan een meerderjarige persoon met een handicap zorg en ondersteuning inkopen binnen zijn eigen netwerk, bij vrijwilligers, individuele begeleiders, professionele zorgverleners en bij door het VAPH vergunde zorgaanbieders. * Een persoonlijke-assistentiebudget (PAB) is een budget dat het VAPH geeft om de assistentie voor een kind met een handicap thuis of op school te organiseren en te financieren. Het zorgbudget voor mensen met een handicap (voorheen basisondersteuningsbudget) van de Vlaamse Sociale Bescherming is bedoeld voor personen met een erkende handicap en een beperkte ondersteuningsnood. Het zorgbudget is een vast bedrag van 300 euro per maand dat uitbetaald wordt door de zorgkassen. De cijfers over het zorgbudget voor mensen met een handicap (basisondersteuningsbudget) zijn terug te vinden op de website van de Vlaamse Sociale Bescherming. -------------------------------------------------------------------------------- PERSOONSVOLGEND BUDGET 884 extra persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld 14.607 vragen geregistreerd in de prioriteitengroepen 1.905 ondersteuningsplannen ingediend en beoordeeld 24.196 budgethouders PVB -------------------------------------------------------------------------------- TER BESCHIKKING GESTELDE BUDGETTEN 884 extra persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld Quote: "Zorggarantie voor wie niet kan wachten op ondersteuning en perspectief voor wie wacht" Grafiek: Aandeel terbeschikkingstellingen in de automatische toekenningsgroepen en in de prioriteitengroepen in de eerste helft van 2018 [niet opgenomen] In het eerste half jaar van 2018 werden in totaal 884 persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld. 721 van die budgetten werden ter beschikking gesteld via de automatische toekenningsgroepen. Dat is 82% van alle terbeschikkingstellingen. Bij de automatische toekenningsgroepen gaat het om personen die onmiddellijk nood hebben aan ondersteuning. Die personen bevinden zich in een situatie waarin het maatschappelijk verantwoord is om hen onmiddellijk een budget toe te kennen. Zij doorlopen niet de gewone aanvraagprocedure en krijgen automatisch een budget. Zo bieden we zorggarantie voor personen met de hoogste ondersteuningsnood. Personen die niet in aanmerking komen voor de procedure voor automatische toekenning, doorlopen de gewone aanvraagprocedure voor een persoonsvolgend budget, hun vragen worden ingedeeld in een van de drie prioriteitengroepen. In de prioriteitengroepen geldt een wachttijd. In het eerste half jaar van 2018 werden 163 budgetten ter beschikking gesteld via de prioriteitengroepen. Dit is 18% van alle terbeschikkingstellingen. In de eerste helft van 2018 werden 884 persoonsvolgende budgetten aan 868 unieke personen ter beschikking gesteld. Ongeveer 32% van de personen die een terbeschikkingstelling kregen, zijn nieuwe cliënten. 68% had al een persoonsvolgend budget (eenzelfde persoon kan meerdere budgetten ter beschikking gesteld krijgen). In de meeste gevallen gaat het dan om een verhoging van het eerder ter beschikking gestelde budget of om de vervanging van een tijdelijk budget door een definitieve terbeschikkingstelling. -------------------------------------------------------------------------------- AUTOMATISCHE TERBESCHIKKINGSTELLINGEN Quote: "De meeste terbeschikkingstellingen in de automatische toekenningsgroepen gingen naar personen in een noodsituatie" In de eerste helft van 2018 werden 721 persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld in de automatische toekenningsgroepen. Tabel: terbeschikkingstellingen in de automatische toekenningsgroepen in de eerste helft van 2018 [niet opgenomen] Er werden 110 tijdelijke budgetten ter beschikking gesteld aan personen in een acute noodsituatie (bijvoorbeeld wanneer het netwerk plots wegvalt). Zij krijgen een tijdelijk budget voor 22 weken. Als er een indicatie is dat er geen oplossing zal zijn voor de noodsituatie na afloop van de 22 weken, dan kan een procedure doorlopen worden om een definitief persoonsvolgend budget aan te vragen. Die aanvraagprocedure moet in principe binnen de 22 weken afgerond worden. Is dat niet haalbaar, dan wordt het tijdelijke budget eenmalig verlengd voor een periode van 12 maanden. Er werden 99 persoonsvolgende budgetten in het kader van zo'n eenmalige verlenging ('tijdelijk PVB na nood') ter beschikking gesteld. Het gaat daarbij ook om verlengingen van budgetten van personen aan wie al in 2017 een persoonsvolgend budget voor een noodsituatie werd ter beschikking werd gesteld. Daarnaast werden er in de eerste helft van 2018 144 budgetten ter beschikking gesteld aan personen die een definitief budget kregen na een noodsituatie. Ook hier kan het gaan om budgetten van personen aan wie al in 2017 een tijdelijk persoonsvolgend budget na een noodsituatie werd ter beschikking gesteld. Het VAPH stelde 94 budgetten ter beschikking aan personen in een situatie van maatschappelijke noodzaak (bijvoorbeeld wanneer er sprake is van misbruik of ernstige verwaarlozing). 54 budgetten werden via de spoedprocedure ter beschikking gesteld aan personen met een snel degeneratieve aandoening. Er werden 10 budgetten ter beschikking gesteld aan minderjarigen die meerderjarig werden en die ook als volwassene nog VAPH-ondersteuning nodig hebben (zorgcontinuïteit). Het gaat hier over de verderzetting van ondersteuning vanuit een multifunctioneel centrum (MFC). Daarnaast kunnen ook minderjarigen met een persoonlijke-assistentiebudget (PAB) via de procedure zorgcontinuïteit een persoonsvolgend budget krijgen om hun ondersteuning verder te zetten, als ze de aanvraagprocedure voor een persoonsvolgend budgetdoorlopen tussen de leeftijd van 18 en 22 jaar. In de eerste helft van 2018 werden geen budgetten in kader van continuering persoonlijke-assistentiebudget ter beschikking gesteld. Voor 210 personen die op basis van de vertaalde vraag op de centrale registratie van zorgvragen (CRZ) een persoonsvolgend budget kregen, werd een geobjectiveerd (meestal hoger) budget voorzien op basis van de geactualiseerde vraag. Info: Het aantal budgetten is niet gelijk aan het aantal personen dat een budget kreeg. Eén persoon kan meerdere budgetten gekregen hebben. Zo kan iemand een budget noodsituatie gekregen hebben, daarna een tijdelijk budget na nood en daarna een definitief budget na nood. De cijfers gaan over terbeschikkingstellingen in de eerste helft van 2018, ongeacht of de procedure al eerder gestart was. 31% van de personen die een terbeschikkingstelling kregen via een noodsituatie, maatschappelijke noodzaak of spoedprocedure, stonden al in een prioriteitengroep Het feit dat een groot deel van de terbeschikkingstellingen via de automatische toekenningsgroepen ging, wil niet zeggen dat er totaal geen impact is voor de personen die wachten op een persoonsvolgend budget in de prioriteitengroepen. 31% van de personen die in de eerste helft van 2018 een terbeschikkingstelling kregen via de procedure noodsituatie, maatschappelijke noodzaak of spoedprocedure, stonden immers al in een prioriteitengroep. De meesten van hen stonden geregistreerd in prioriteitengroep 3. Tabel: aantal unieke personen met een terbeschikkingstelling via een automatische toekenningsgroep in de eerste helft van 2018 die ook in een prioriteitengroep stonden op 01.01.2018 [niet opgenomen] -------------------------------------------------------------------------------- TERBESCHIKKINGSTELLINGEN PER PRIORITEITENGROEP Quote: "De meeste terbeschikkingstellingen in de prioriteitengroepen gingen naar wachtenden in prioriteitengroep 1" In de eerste helft van 2018 werden 163 persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld aan wachtenden in de prioriteitengroepen. In de regelgeving is de volgende verdeelsleutel vastgelegd voor de verdeling van de middelen in de prioriteitengroepen: * 90% aan wachtenden in prioriteitengroep 1 * 3% aan wachtenden in prioriteitengroep 2 * 7% aan wachtenden in prioriteitengroep 3 Per kwartaal wordt gemonitord of en hoeveel middelen nog ter beschikking gesteld kunnen worden in de prioriteitengroepen in 2018. -------------------------------------------------------------------------------- VRAGEN GEREGISTREERD IN DE PRIORITEITENGROEPEN 14.607 vragen geregistreerd in de prioriteitengroepen Quote: "14.524 personen wachten op (meer) ondersteuning" Op 30 juni 2018 waren 14.524 personen met in totaal 14.607 vragen geregistreerd in de prioriteitengroepen (eenzelfde persoon kan in twee prioriteitengroepen voorkomen met een hoofd- en een deelvraag naar ondersteuning): * 1.050 vragen in prioriteitengroep 1 * 950 vragen in prioriteitengroep 2 * 12.607 vragen in prioriteitengroep 3 Het merendeel van de personen in de prioriteitengroepen heeft al een of andere vorm van ondersteuning. Bijna 28% van de wachtenden heeft al een deelbudget en wacht op een verhoogd budget. 26% van de wachtenden heeft een zorgbudget (basisondersteuningsbudget), 11% maakt gebruik van rechtstreeks toegankelijke hulp en nog eens 11% heeft én een zorgbudget (basisondersteuningsbudget) én maakt gebruik van rechtstreeks toegankelijke hulp. Dat impliceert ook dat 25% van de wachtenden nog geen handicapspecifieke ondersteuning (hetzij een zorgbudget, hetzij een deelbudget, hetzij rechtstreeks toegankelijke hulp) heeft. Personen zonder zorgbudget of VAPH-ondersteuning die een vraag naar een persoonsvolgend budget stellen, zijn gespreid over de 3 prioriteitengroepen: * 9,5% van hen is geregistreerd in prioriteitengroep 1. * 11% van hen is geregistreerd in prioriteitengroep 2. * 79,6% van hen is geregistreerd in prioriteitengroep 3. Tabel: ondersteuning per prioriteitengroep op 30 juni 2018 [niet opgenomen] -------------------------------------------------------------------------------- AANVRAGEN EN BEOORDELINGEN 1.905 ondersteuningsplannen ingediend en beoordeeld 1.774 multidisciplinaire verslagen ingediend 1.732 vragen beoordeeld door de RPC Een persoonsvolgend budget moet aangevraagd worden via een ondersteuningsplan persoonsvolgend budget en een multidisciplinair verslag (informatie in functie van het beoordelen van de handicap en in functie van het beoordelen van de zorgzwaarte). De provinciale evaluatiecommissie (PEC) beoordeelt of de aanvrager behoort tot de doelgroep van het VAPH (beoordeling handicap). De regionale prioriteitencommissie (RPC) oordeelt op basis van de informatie in het ondersteuningsplan en het verslag over de prioriteit van de vraag naar ondersteuning. Het VAPH beslist of een persoonsvolgende budget kan toegewezen worden en neemt, op basis van informatie over de vraag en over de zorgzwaarte, een beslissing over de hoogte van het budget. -------------------------------------------------------------------------------- INGEDIENDE EN BEOORDEELDE ONDERSTEUNINGSPLANNEN Quote: "De ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget werden in de eerste helft van 2018 overwegend opgesteld met hulp van een professional" Grafiek: ingediende en beoordeelde ondersteuningsplannen PVB met of zonder hulp in de eerste helft van 2018 [niet opgenomen] In de eerste helft van 2018 werden 1.905 ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget (OP PVB) ingediend: * 31,6% werd ingediend met hulp van een dienst ondersteuningsplan. * 44,1% werd ingediend met hulp van een dienst maatschappelijk werk van de mutualiteit. * 9,6% werd ingediend met andere hulp (bijvoorbeeld een gebruikersorganisatie, iemand uit het netwerk). * 14,7% werd ingediend zonder hulp. In vergelijking met 2017 stellen we een toename van 19,6% vast van het aantal ingediende ondersteuningsplannen PVB. We moeten er rekening mee houden dat er een vergelijking gemaakt wordt tussen twee kwartalen (2018) en een volledig jaar (2017). Het verdere verloop van 2018 kan die toename afvlakken of verder doen stijgen. Tabel: aantal ingediende ondersteuningsplannen PVB in het eerste en tweede kwartaal van 2018 [niet opgenomen] Bij het beoordelen van de ondersteuningsplannen PVB controleert het VAPH allereerst of het ingestuurde plan volledig en correct ingevuld is. Alle vragen in het ondersteuningsplan PVB worden gecontroleerd op de aanwezigheid van een antwoord en er wordt een mathematische controle uitgevoerd op basis van de vraag naar zorg en ondersteuning. In een deel van de ondersteuningsplannen PVB bleken een of meerdere tekstvelden niet ingevuld. Bij een aantal ondersteuningsplannen PVB oversteeg de vraag naar zorg en ondersteuning (ondersteuningsfuncties en - frequenties) het maximum of was de combinatie ervan niet mogelijk. Oproepbare permanentie werd bijvoorbeeld vaak gecombineerd met de maximale dag- en woonondersteuning. Bij een klein aantal ondersteuningsplannen PVB ontbrak een geldige handtekening. Vervolgens wordt het proces van vraagverheldering beoordeeld op basis van de beschrijving ervan in deel 4 van het ondersteuningsplan PVB, met uitzondering van de ondersteuningsplannen PVB die door een dienst ondersteuningsplan worden ingediend. Indien nodig wordt het ondersteuningsplan PVB ter correctie teruggestuurd. Er wordt daarbij voldoende uitgelegd welke informatie ontbreekt, zodat de cliënt zijn ondersteuningsplan PVB goed kan aanvullen. Tabel: aantal goedgekeurde ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget (OP PVB) met of zonder correctie [niet opgenomen] In totaal werden 2147 ondersteuningsplannen PVB goedgekeurd in het eerste en tweede kwartaal van 2018, waarvan ongeveer een vijfde (434) goedgekeurd werd nadat een correctie werd opgevraagd. Het indienjaar van het ondersteuningsplan PVB was niet relevant voor deze tabel. In 2017 werd bij 29,4% van alle ingediende ondersteuningsplannen PVB een correctie opgevraagd door het VAPH. In vergelijking met 2017 konden in de eerste helft van 2018 meer ondersteuningsplannen PVB onmiddellijk worden goedgekeurd, aangezien slechts in 20,2% van de goedgekeurde ondersteuningsplannen PVB een gecorrigeerd ondersteuningsplan PVB werd opgevraagd alvorens de goedkeuring. In 9 dossiers was een verplichte doorverwijzing naar een dienst ondersteuningsplan noodzakelijk. Tabel: gemiddelde doorlooptijd tussen indienen en goedkeuren van ondersteuningsplannen PVB bij het VAPH [niet opgenomen] De doorlooptermijn van het indienen van een ondersteuningsplan PVB tot en met het goedkeuren ervan bedraagt in de eerste twee kwartalen van 2018 gemiddeld 25,6 dagen. Het gaat daarbij om het gemiddeld aantal dagen tussen het ontvangen van het ondersteuningsplan PVB en het versturen van de goedkeuring van het ondersteuningsplan PVB. Dat is een daling ten opzichte van 2016 en 2017. Toen bedroeg de gemiddelde doorlooptijd respectievelijk 54,4 en 26,9 dagen. Concreet betekent dat een reductie van meer dan een maand doorlooptijd ten opzichte van 2016. -------------------------------------------------------------------------------- INGEDIENDE MULTIDISCIPLINAIRE VERSLAGEN Bijkomende cijfers in verband met multidisciplinaire verslagen (module B) De onderstaande tabel geeft weer hoeveel beschrijvende objectiveringen en hoeveel objectiveringen aan de hand van een zorgzwaarte-instrument er bij elke provincie werden ingediend in de eerste helft van 2018. In elke provincie is duidelijk dat er beduidend meer objectiveringen aan de hand van een zorgzwaarte- instrument worden ingediend dan beschrijvende objectiveringen. In de provincie Antwerpen worden de meeste objectiveringen ingediend. In de provincie Vlaams- Brabant worden de minste modules B ontvangen. Tabel: aantal beschrijvende objectiveringen en aantal objectiveringen met ZZI in de eerste helft van 2018 [niet opgenomen] -------------------------------------------------------------------------------- BEOORDEELDE AANVRAGEN DOOR DE RPC De procedure voor het aanvragen van een persoonsvolgend budget impliceert dat alle dossiers beoordeeld worden op prioriteit door de regionale prioriteitencommissie (RPC). Die beoordeling laat toe om alle aanvragen te ordenen in een van de drie prioriteitengroepen en binnen die groepen een chronologische ordening te hanteren. Zo kan aan elke aanvrager een perspectief op terbeschikkingstelling worden geboden. Uitzondering daarop vormen de aanvragen die verlopen via de zogenaamde automatische toekenningsprocedures. Voor die aanvragen is geen beoordeling van de prioriteit nodig: die dossiers worden per definitie als dermate urgent beschouwd dat een onmiddellijke terbeschikkingstelling van een persoonsvolgend budget noodzakelijk wordt geacht. Enkel voor dossiers die ingediend worden via de procedure 'maatschappelijke noodzaak' is een oordeel van de regionale prioriteitencommissie- met name over het al of niet voldoen aan de criteria van maatschappelijke noodzaak - vereist. In de eerste helft van 2018 beoordeelde de regionale prioriteitencommissie 1.237 aanvragen voor een persoonsvolgend budget. Resultaat van de beoordeling door de RPC Van de 1237 PVB-vragen werden de meeste (42,8%) in de eerste helft van 2018 ingedeeld in prioriteitengroep 2 (PG 2). Het aantal toekenningen maatschappelijke noodzaak neemt lichtjes af in het tweede kwartaal ten opzichte van het eerste kwartaal van 2018. Ook is een lichte stijging van toekenning van prioriteitengroep 3 (PG 3) merkbaar. Tabel: resultaten van de beoordeling door de RPC van aanvragen tot herziening van de prioriteitengroep in de eerste helft van 2018 [niet opgenomen] Doorlooptermijnen beoordeling handicap en prioriteit De gemiddelde doorlooptermijn voor het beoordelen van aanvragen vanaf de datum van ontvangst tot de beoordeling van de prioriteit bedraagt in de eerste helft van 2018 85 dagen. Tabel: doorlooptermijnen beoordeling handicap en prioriteit in de eerste helft van 2018 [niet opgenomen] Er wordt een onderscheid gemaakt tussen dossiers die in eerste instantie nog beoordeeld moeten worden door de provinciale evaluatiecommissie (PEC) wat betreft erkennen van de handicap (138 dossiers) en dossiers die rechtstreeks kunnen doorstromen naar de regionale prioriteitencommissie (RPC) (1099 dossiers). -------------------------------------------------------------------------------- OPGESTARTE BUDGETTEN 92,78% van de nieuwe budgetten zijn opgestart Quote: "De meeste persoonsvolgende budgetten zijn opgestart" Grafiek: aandeel opgestarte en niet-opgestarte budgetten ter beschikking gesteld in de eerste hlft van 2018 [niet opgenomen] In de eerste jaarhelft van 2018 werd aan 291 personen die voorheen nog geen persoonsvolgend budget hadden, een budget ter beschikking gesteld. De meeste van de nieuw ter beschikking gestelde persoonsvolgende budgetten (92,78%) zijn opgestart. 7,22% startte nog niet op. In 9 van de gevallen waar het persoonsvolgend budget niet was opgestart, betrof het een overlijden of besloten de budgethouders zelf niet op te starten. Van de resterende 12 budgethouders (4,12%) bevindt een kwart zich nog in de opstarttermijn. De andere dossiers worden individueel opgevolgd. Er is vaak sprake van overmacht. Een langdurige ziekenhuisopname of een tijdelijk verblijf in een forensisch psychiatrisch centrum zorgen ervoor dat het VAPH de terbeschikkingstelling niet automatisch stopt na de opstarttermijn, maar het niet tijdig opstarten beschouwt als overmacht. Wie een persoonsvolgend budget ter beschikking gesteld krijgt, heeft vier maanden tijd om te starten met het besteden ervan. Het VAPH volgt dat nauwgezet op en contacteert na ongeveer twee maanden de nieuwe budgethouders voor wie nog geen overeenkomst werd geregistreerd. Als uit de contactname blijkt dat de betrokkene problemen ondervindt om de geschikte ondersteuning te vinden en de besteding te starten, dan kan het VAPH doorverwijzen naar een bijstandsorganisatie. Indien nodig kan er na contact met een bijstandsorganisatie intensieve bemiddeling aangevraagd worden bij het VAPH. Lukt het echt niet om op te starten binnen de vooropgestelde vier maanden, maar heeft de budgethouder wel de nodige stappen daartoe ondernomen, dan kan een eenmalige verlenging van opnieuw vier maanden worden toegestaan. Als ook die periode verstreken is zonder opstart van het budget, dan wordt de terbeschikkingstelling gestopt. -------------------------------------------------------------------------------- BESTEDING BUDGETTEN 24.196 budgethouders PVB Quote: "Circa 24.200 budgethouders persoonsvolgend budget (PVB)" Tabel: spreiding van de ter beschikking gestelde persoonsvolgende budgetten (zorggebonden middelen); referentiedatum 30/06/2018 [niet opgenomen] In vergelijking met de cijfers die we aan het eind van het jaar 2017 gaven, zien we - ondanks de investeringen die er in de eerste jaarhelft van 2018 zijn geweest - niet meteen een substantiële stijging van het aantal budgethouders. Meerdere factoren liggen aan de basis van deze vaststelling. Allereerst hebben we om technische redenen (namelijk het finaliseren van de allerlaatste rechtzettingen in de omschakeling van de directe naar de persoonsvolgende financiering) in de cijfers voor 2017 niet de stand van zaken van 31 december 2017 kunnen geven, maar die van 05/01/2018. De budgetten die werden stopgezet in januari, konden echter niet meer uit die cijfers gefilterd worden. Verder stellen we vast dat een groot aantal personen aan wie een persoonsvolgend budget werd ter beschikking gesteld in de eerste jaarhelft van 2018, ervoor al een (deel- of tijdelijk) PVB had. Een vooruitblik naar de tweede jaarhelft van 2018 levert een gunstiger beeld op: rekening houdend met de terbeschikkingstellingen in het kader van zorgcontinuïteit (doorgaans aan het einde van het schooljaar, dus vanaf juli) en de extra investeringen voor specifieke groepen als personen met een niet- aangeboren hersenletsel (NAH) en geïnterneerde personen met een handicap, verwachten we tegen eind 2018 2445 terbeschikkingstellingen (voor het volledige jaar 2018). Voor de volledigheid geven we alvast ook de stijging van het aantal budgethouders mee op basis van de terbeschikkingstellingen die net na 30 juni 2018, met name in juli en in september, nog werden gerealiseerd: Tabel: aantal budgethouders in 2018 [niet opgenomen] -------------------------------------------------------------------------------- BESTEDING PER SOORT BUDGETHOUDER Over de besteding van het budget per soort budgethouder wordt enkel op jaarbasis gerapporteerd. Voor de eerste jaarhelft van 2018 zijn er dus nog geen cijfers beschikbaar. -------------------------------------------------------------------------------- BESTEDING PER VORM (VOUCHER EN/OF CASH) Quote: "De meeste budgethouders besteden hun persoonsvolgend budget in voucher" Tabel: besteding van het PVB per vorm (voucher en/of cash) op 30.06.2018 [niet opgenomen] 85,59% van de budgethouders besteden hun budget in voucher. 7,51% besteedt zijn budget enkel in cash bij een niet-vergunde zorgaanbieder. Dat bevestigt opnieuw dat er op dit moment nog geen grote verschuivingen merkbaar zijn ten opzichte van het oude financieringssysteem. De persoonsvolgende financiering bevindt zich nog steeds in een pril stadium en de meeste budgetten werden ter beschikking gesteld op basis van het vroegere gebruik van zorg in natura. Echte trends zullen pas binnen enkele jaren kunnen bepaald worden. 0,82% van de budgethouders hebben op het meetpunt van 30 juni 2018 geen lopende overeenkomst. Dat betekent niet noodzakelijk dat deze personen in de loop van 2018 geen ondersteuning hebben genoten. Onder de 0,82% vallen bijvoorbeeld ook personen die af en toe eens gaan logeren of van kortverblijf genieten, maar daar op het meetpunt geen gebruik van maakten. Uiteraard zijn er ook nog de budgethouders die op dat moment nog maar pas hun terbeschikkingstelling ontvangen hadden, en nog niet gestart waren met de besteding. -------------------------------------------------------------------------------- BESTEDING IN CASH Quote: "Geen grote verschuivingen qua soorten cashovereenkomsten" Het persoonsvolgend budget kan op zeer uiteenlopende wijzen ingezet worden om zorg en ondersteuning te realiseren. Personen die het budget in cash besteden, benutten die verschillende mogelijkheden volop. Tabel: besteding van het PVB op 30/06/2018 per cashovereenkomsttype [niet opgenomen] Budgethouders die het persoonsvolgend budget in cash inzetten, realiseren hun zorg en ondersteuning overwegend via arbeidsovereenkomsten, dienstencheques en overeenkomsten met zelfstandigen ('overeenkomsten met hulpverleners'). Er zijn medio 2018 nog geen grote verschuivingen qua besteding in vergelijking met eind 2017. Het VAPH stelde in de loop van 2018 vast dat er overeenkomsten waren waarvoor al meer dan een jaar geen kosten werden ingediend. Het VAPH heeft die overeenkomsten ambtshalve beëindigd om de datakwaliteit met betrekking tot cashbesteding zo hoog mogelijk te houden. Het gaat vaak om overeenkomsten die na de transitie van persoonlijke-assistentiebudgetten naar persoonsvolgende budgetten werden gemigreerd. Voor alle duidelijkheid: dat betekent niet dat in die dossiers geen besteding meer zou zijn of dat de persoonsvolgende budgetten werden stopgezet. Er is opnieuw een stijging van het aantal overeenkomsten die afgesloten worden met voorzieningen die erkend zijn door het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (en niet door het VAPH). Het gaat in zowat alle gevallen om overeenkomsten met een dienst voor gezinszorg. Er is ook opnieuw een toename van het aantal overeenkomsten in het kader van vervoer. -------------------------------------------------------------------------------- PERSOONLIJKE-ASSISTENTIEBUDGET 882 budgethouders PAB Eind juni 2018 waren er 882 PAB-budgethouders. Dit is een stijging van bijna 30% ten opzichte van december 2017. De kinderen en jongeren worden hieronder opgedeeld naar hun leeftijd op 30 juni 2018. Tabel: aantal actieve PAB-budgethouders op 30/06/2018 (unieke cliënten) [niet opgenomen] Tabel: aantal actieve PAB-budgethouders opgedeeld naar budgetcategorie op 30/06/2018 (unieke minderjarigen) [niet opgenomen] Tabel: budgetcategorieën PAB in 2018 (euro) [niet opgenomen] Er werden in de eerste jaarhelft van 2018 in totaal 210 nieuwe persoonlijke- assistentiebudgetten ter beschikking gesteld. 7 budgetten werden stopgezet. -------------------------------------------------------------------------------- HULPMIDDELEN Hulpmiddelen en aanpassingen kunnen een persoon met een handicap helpen om activiteiten waarbij hij moeilijkheden ondervindt, uit te voeren: een traplift om de trap te overbruggen, een beeldschermloep om tekst vergroot te lezen, een trilwekker om gewekt te worden, een aangepaste woning, auto, computer of fiets ... Het VAPH geeft tegemoetkomingen voor hulpmiddelen en aanpassingen. Ook voor blindengeleidehonden, incontinentiemateriaal en pedagogische hulp kan een persoon met een handicap bij het VAPH terecht. 46.885 gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen > 28.000 hulpmiddelen en aanpassingen aangevraagd -------------------------------------------------------------------------------- ACTIEVE GEBRUIKERS 46.885 gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen Quote: "De meeste actieve gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen zijn tussen 18 en 65 jaar oud" Tabel: aantal actieve gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen in de eerste helft van 2018 per leeftijdscategorie [niet opgenomen] Er zijn 46.885 actieve gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen.* * 4.941 personen zijn jonger dan 18 jaar (10,5%) * 28.264 personen zijn 18 jaar tot 64 jaar (60,3%) * 13.680 zijn 65 jaar of ouder (29,2%) Een actieve gebruiker van hulpmiddelen en aanpassingen is gedefinieerd als een persoon met een handicap die een uitbetaling voor hulpmiddelen en aanpassingen gekregen heeft tussen 1 juli 2008 en 30 juni 2018 en die op 30 juni 2018 nog in leven was. -------------------------------------------------------------------------------- AANVRAGEN EN BESLISSINGEN > 28.000 hulpmiddelen en aanpassingen aangevraagd Quote: "Meer dan 28.000 hulpmiddelen werden aangevraagd" 18.503 personen hebben in de eerste helft van 2018 een uitbetaling voor hulpmiddelen en aanpassingen (individuele materiële bijstand of IMB) gekregen (rechtstreeks of via derdebetalersysteem). In de eerste helft van 2018 werden 28.851 hulpmiddelen aangevraagd door 12.947 personen. De hulpmiddelen worden gebundeld in de refertelijst. De refertelijst hulpmiddelen geeft een overzicht van de tegemoetkomingen (refertebedragen) voor verschillende courant gevraagde hulpmiddelen en aanpassingen met de bijhorende refertetermijnen. Op 1 december 2017 werden een aantal aanpassingen aan die lijst van kracht met een belangrijke uitbreiding van het aanbod tot gevolg. Daarmee wil het VAPH de terugbetaling van noodzakelijke hulpmiddelen verbeteren en vergemakkelijken. Zoals bij eerdere aanpassingen werden ook nu bijkomende tegemoetkomingen voorzien binnen het domein wonen. Ook binnen de domeinen mobiliteit, communicatie, speciale bedden en hulpmiddelen dagelijks leven werden heel wat bijkomende mogelijkheden voorzien. Het gaat bijvoorbeeld om fietsoplossingen, hulpmotoren voor de rolstoel, bodemverlaging voor auto's, speciale kledij voor personen met gedragsproblemen, bedboxen en bepaalde types assistentiehonden. Er zijn 12.804 beslissingen verstuurd, waarvan 1898 weigeringen. -------------------------------------------------------------------------------- ORGANISATIES Het VAPH registreert, erkent, vergunt en subsidieert verschillende diensten en organisaties om ondersteuning op maat te bieden aan personen met een handicap. 270 vergunde zorgaanbieders 212 aanbieders van rechtstreeks toegankelijke hulp -------------------------------------------------------------------------------- MULTIFUNCTIONELE CENTRA Over de multifunctionele centra wordt enkel op jaarbasis gerapporteerd. Voor de eerste jaarhelft van 2018 zijn er dus nog geen cijfers beschikbaar. -------------------------------------------------------------------------------- VERGUNDE ZORGAANBIEDERS 270 vergunde zorgaanbieders In 2018 vergunde het VAPH 7 nieuwe zorgaanbieders. Eind juni 2018 waren er in totaal 270 vergunde zorgaanbieders. Een vergunde zorgaanbieder is een zorgaanbieder bij wie meerderjarige personen met een handicap terechtkunnen voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg of ondersteuning. Die zorg en ondersteuning kan betaald worden met het persoonsvolgend budget. De vergunde zorgaanbieders hebben een vergunning van het VAPH om zorg en ondersteuning te bieden. Enkel zorgaanbieders die kwalitatieve zorg en ondersteuning aanbieden, kunnen een vergunning krijgen van het VAPH. Ze moeten daarvoor voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen. -------------------------------------------------------------------------------- AANBIEDERS VAN RECHTSTREEKS TOEGANKELIJKE HULP 212 aanbieders van rechtstreeks toegankelijke hulp Eind juni 2018 waren er 212 erkende RTH-diensten, goed voor 70.430 personeelspunten (minder- en meerderjarigen). -------------------------------------------------------------------------------- GROENEZORGINITIATIEVEN 39 groenezorginitiatieven Op 30 juni 2018 waren er 39 groenezorginitiatieven geregistreerd. Een groenezorginitiatief is een initiatief van een bedrijf, vereniging of particulier waarin activiteiten van land- of tuinbouwproductie of andere activiteiten die betrekking hebben op de omgang met planten of dieren, deel uitmaken van de dagactiviteiten voor mensen uit kwetsbare groepen. De activiteiten gebeuren onder begeleiding. Voorbeelden van een groenezorginitiatief zijn een zorgboerderij, een dierenasiel, een dierenpension en een belevingshoeve. Ondersteuning door een groenezorginitiatief kan enkel betaald worden via het cashsysteem van het persoonsvolgend budget. -------------------------------------------------------------------------------- BIJSTANDSORGANISATIES 5 bijstandsorganisaties Het VAPH vergunt en financiert 5 bijstandsorganisaties. Noot: over het aantal leden en het aantal afgesloten overeenkomsten wordt enkel op jaarbasis gerapporteerd. -------------------------------------------------------------------------------- DIENSTEN ONDERSTEUNINGSPLAN 5 diensten ondersteuningsplan Het VAPH erkent en subsidieert vijf diensten ondersteuningsplan. Een dienst ondersteuningsplan helpt de persoon met een handicap om zijn ondersteuningsnood in kaart te brengen en te zoeken naar de meest geschikte ondersteuning. Noot: over het aantal geleverde prestaties wordt enkel op jaarbasis gerapporteerd. -------------------------------------------------------------------------------- ORGANISATIES VOOR VRIJETIJDSZORG 20 organisaties voor vrijetijdszorg Het VAPH erkent en subsidieert twintig organisaties voor vrijetijdszorg. Noot: over het aantal bereikte cliënten wordt enkel op jaarbasis gerapporteerd. -------------------------------------------------------------------------------- OBSERVATIE-, DIAGNOSE- EN BEHANDELINGSUNITS 4 observatie-, diagnose- en behandelingsunits In juni 2018 worden 4 observatie-, diagnose- en behandelunits erkend en gesubsidieerd door het VAPH. Omwille van de complexe problematiek en expertise van de observatie-, diagnose- en behandelingsunits (ODB-units) werd ervoor gekozen om de capaciteit niet mee om te zetten in persoonsvolgende financiering en ze als aparte capaciteit te behouden. De ODB-units bieden gespecialiseerde diagnostiek en behandeling aan volwassen personen met een handicap waarbij de huidige situatie vastgelopen is en waarvoor de huidige ondersteuning onvoldoende handvaten biedt om die terug op het juiste spoor te brengen. Het gaat over personen met een verstandelijke beperking en bijkomende gedragsproblemen, die mogelijk ook andere beperkingen (bijvoorbeeld een motorische beperking) hebben. Die personen krijgen vaak al ondersteuning van een door het VAPH erkende voorziening. De ODB-units bieden kortlopende trajecten aan (maximaal negen maanden), die indien nodig maximaal twee maal kunnen verlengd worden. De ondersteuning kan zeer intensief zijn. Daarin onderscheiden de ODB-units zich van de consulentenwerkingen. De consulentenwerkingen bieden vooral mobiele en ambulante ondersteuning aan, terwijl de ODB-units vooral residentiële ondersteuning aanbieden (vooral bij aanvang). De ODB-units zijn alleen toegankelijk voor meerderjarige personen met een handicap die een toewijzing hebben voor een persoonsvolgend budget. Het gaat over personen waarbij de ondersteuningsnood zo ernstig is, dat ze vaak al gebruik maken van intensieve ondersteuning door een vergunde zorgaanbieder. De observatie-, diagnose- en behandelingsunits werden naar aanleiding van de omschakeling naar het systeem van persoonsvolgende financiering erkend via een aparte regelgeving, voor 1969 personeelspunten. -------------------------------------------------------------------------------- UNITS VOOR GEÏNTERNEERDEN 6 units voor geïnterneerden Eind juni 2018 waren er 6 units voor geïnterneerde personen met een handicap: * 3 aanbieders van dagondersteuning in de gevangenis, 46 omgezette plaatsen * 3 residentiële units, 50 plaatsen (sinds 1 januari 2018) -------------------------------------------------------------------------------- EXTRA MIDDELEN In 2018 wordt door de Vlaamse Regering in totaal 72 miljoen euro extra (uitbreidingsbeleid) geïnvesteerd in de sector personen met een handicap: * 13.137.800 euro in het zorgbudget (basisondersteuningsbudget) Met ruim 13 miljoen euro wordt aan bijkomende groepen jongvolwassenen en kinderen een zorgbudget (BOB) ter beschikking gesteld. Noot: 9.619.000 euro van het oorspronkelijk voorziene bedrag voor het zorgbudget (basisondersteuningsbudget) wordt niet ingezet. - 2 miljoen euro zal in 2018 aangewend worden binnen rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH) (in functie van respijtzorg/kortverblijf). - 7.619.000 euro zal aangewend worden binnen niet-rechtstreeks toegankelijke hulp (nRTH). * 7.416.830 euro wordt ingezet om nieuwe persoonlijke-assistentiebudgetten (PAB) ter beschikking te stellen aan minderjarige personen met een handicap. * 1 miljoen euro wordt aangewend voor persoonsvolgende convenanten minderjarigen. * 47.695.370 euro is, samen met de regulier vrijkomende middelen (28.768.794 euro), voorhanden om persoonsvolgende budgetten (PVB) ter beschikking te stellen. * 750.000 euro wordt ingezet voor flankerende maatregelen: - het verhogen van de vergoeding van multidisciplinaire teams (MDT's) - het faciliteren van vernieuwende initiatieven door het continueren van de subsidie GIPSO - het faciliteren van het zoeken naar oplossingen voor een beperkte groep van mensen met complexe ondersteuningsnoden (casemanagement) - het uitbreiden van de middelen die nodig zijn om de basisfinanciering voor de bijstandsorganisaties te realiseren - een beperkte uitbreiding van het budget voor doventolken