================================================================================ HET VAPH IN CIJFERS 2020 ================================================================================ HET VAPH BLIKT TERUG OP HET JAAR 2020 In Het verhaal van het VAPH vertellen we hoe de directie en medewerkers van het VAPH zich het jaar 2020 zullen herinneren. We gaan in op de realisaties, projecten en uitdagingen in 2020. Net zoals voor alle andere burgers werd 2020 voor de mensen met een handicap, voor de diensten en voorzieningen én voor het VAPH een jaar waarin we geconfronteerd werden met een wereldwijde pandemie. Corona en de maatregelen die genomen werden om de verspreiding ervan tegen te gaan, hebben op iedereen een belangrijke impact gehad. Naar goede gewoonte bieden we u een stevige brok cijfermateriaal en inzichten in de evoluties binnen onze sector en in onze eigen werking en dienstverlening: tegemoetkomingen voor hulpmiddelen en aanpassingen, persoonlijke budgetten, rechtstreeks toegankelijke hulp, informatie over organisaties ... Boven op de reeds vertrouwde rapporten en duidingen, bieden we u in deze editie ook een cijfermatig zicht op de impact van de coronacrisis op de mensen met een handicap en op de diensten en voorzieningen en het VAPH. Op 18 september 2020 gaf James Van Casteren, administrateur-generaal van het VAPH, in de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin een toelichting over de impact van de corona-pandemie op de sector personen met een handicap en op de administratie. Hij gaf er tevens de nodige duiding bij de maatregelen die genomen werden ter bestrijding van de pandemie enerzijds en ter ondersteuning van de personen met een handicap en de betrokken professionals anderzijds. Bekijk het verslag van 18 september 2020 ( https://www.vlaamsparlement.be/commissies/commissievergaderingen/1420207). Het VAPH maakte ook een financieel verslag voor het jaar 2020. Tot slot wijzen we u graag nog op het adviserend werk dat het Raadgevend Comité van het VAPH in 2020 heeft afgeleverd ( https://www.vaph.be/documenten/activiteitenverslag-raadgevend-comité-vaph-2020). 2.825 persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld 25.399 budgethouders PVB 46.310 gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen 16.632 vragen geregistreerd in de prioriteitengroepen 1.129 budgethouders PAB 88 erkende multifunctionele centra 257 vergunde zorgaanbieders 212 aanbieders van RTH -------------------------------------------------------------------------------- HET VERHAAL VAN HET VAPH -------------------------------------------------------------------------------- Hoe onze dienstverlening aan personen met een handicap en organisaties steeds beter maken? Een eenvoudige vraag waar geen simpel antwoord bij past. Al zeker niet in het coronajaar 2020. De covid-pandemie hakte er stevig in. Bij de pakken blijven zitten, was geen optie. Van de ene dag op de andere schakelden al onze medewerkers over op telewerk. James Van Casteren, administrateur-generaal: "Tegelijk moesten we razendsnel inspelen op nieuwe noden op het terrein als gevolg van de pandemie. Zo moesten personen met een handicap in maart de moeilijke keuze maken om 24/7 in hun voorziening te blijven of thuis zonder de gebruikelijke zorg en ondersteuning." Dat stelde zowel de cliënten als de voorzieningen voor ongeziene uitdagingen. Ook voor de andere vormen van ondersteuning hadden de pandemie en de coronamaatregelen een belangrijke impact, niet in het minst vanwege de snel wijzigende situatie en de onvoorspelbaarheid van de crisis. Snel schakelen en onszelf heruitvinden van bij het begin van de crisis was onze manier om personen met een handicap en organisaties te ondersteunen. WIR SCHAFFEN DAS Het VAPH nam actief deel aan de binnen het beleidsdomein WVG opgerichte werkgroepen onder de Taskforce COVID-19 Zorg die de maatregelen coördineert en stroomlijnt rond de aanpak van de coronacrisis in de zorgsector. Crisiswerking Jos Theunis, afdelingshoofd Vergunnen & Financieren: "We werkten richtlijnen uit voor organisaties die erkend en vergund zijn door het VAPH en informeerden hen over alle noodzakelijke maatregelen en de teststrategie. Veranderde de situatie, dan werden de maatregelen herbekeken, uitgebreid of teruggedraaid. We zorgden voor de nodige beschermingsmaterialen en besteedden veel aandacht aan een efficiënte, heldere communicatie naar cliënten en voorzieningen. Daarnaast nam het VAPH deel aan intersectorale platformen rond uitbraakopvolging, psychosociaal welzijn en ondersteuning voor organisaties." James Van Casteren: "Ook binnen het VAPH riepen we een crisisteam in het leven waarin de belangrijkste stakeholders vertegenwoordigd waren: de voorzieningen, koepel-, bijstands- en de gebruikersorganisaties. In het heetst van de strijd kwamen we tot twee keer per week samen om de impact van corona goed te managen." Belangrijke thema's op de agenda: zicht krijgen op risico's, toepassing van de beschermingsmaatregelen garanderen, aandacht voor specifieke kwetsbaarheden, een kader aanreiken voor contact en begeleiding op afstand en later in een een-op- eenbegeleiding, voorwaarden rond een bezoekregeling, een exitstrategie en plan van doorstart voor de zorgaanbieders. HET VERSCHIL MAKEN OP HET TERREIN Welke maatregelen hebben in 2020 op het terrein het verschil gemaakt? Jos Theunis: "We zorgden dat organisaties konden blijven rekenen op de nodige subsidies, ook al was de output noodgedwongen lager of anders. Daardoor is een sociaal bloedbad vermeden." Dirk Vanderstighelen, afdelingshoofd Dienstverlening Budgethouders, vult aan: "Ondertussen pasten we in een recordtijd de procedures aan zodat de mensen die niet meer naar hun voorziening konden en 24/7 thuis zaten, extra ondersteuning konden krijgen in een een-op-eenbegeleiding aan huis." "Het aandeel personen met een handicap dat louter in voucher besteedt, daalde in 2020 met 4,66% naar 76,67%. De coronacrisis heeft duidelijk de kentering naar een meer divers bestedingspatroon in cash versneld", aldus Marc Sevenhant, teamcoördinator Cijfers, Boekhouding en Budget. Betere dienstverlening Ondanks het vele extra werk door de coronamaatregelen voerde het VAPH een belangrijke transitie door om het persoonlijke-assistentiebudget (PAB) voor een minderjarige met een handicap beter af te stemmen op het persoonsvolgend budget (PVB) voor een meerderjarige persoon met een handicap. Dirk Vanderstighelen: "Die gelijktrekking resulteerde in een verlaging van de administratieve last voor zowel budgethouders als het VAPH. Het wordt voor mensen nu eenvoudiger om de overstap van PAB naar PVB te maken." Sneller de juiste hulpmiddelen Ook rond toeleiding en hulpmiddelen maakte het VAPH werk van een nog betere dienstverlening. Evert Wuyts, afdelingshoofd Toeleiding & Hulpmiddelen: "We vereenvoudigden de aanvraagprocedure voor hulpmiddelen. Mensen van wie de handicap erkend is, hoeven nu niet altijd meer langs een multidisciplinair team voor advies te gaan. Zij kunnen voortaan rechtstreeks bij ons een aanvraag voor terugbetaling indienen. Mensen beschikken daardoor enkele maanden sneller over hun hulpmiddel." Het assortiment waarvoor je een tegemoetkoming kunt krijgen, werd ook geactualiseerd. Evert Wuyts: "Zo hebben we naar aanleiding van de nieuwe Vlaamse regeling rond brandveiligheid aangepaste rookmelders voor dove personen in ons aanbod opgenomen. Ook het pakket voor autoaanpassingen is sterk uitgebreid." Efficiëntiewinst Efficiëntiewinst boekten we dankzij een grondige bijsturing van de commissiewerking. De provinciale evaluatiecommissie en de regionale prioriteitencommissie werden samengevoegd tot één Vlaamse toeleidingscommissie (VTC). De VTC beoordeelt niet alleen of je kunt erkend worden als persoon met een handicap, ze doet ook uitspraak over de dringendheid van ondersteuning bij de aanvraag van een persoonsvolgend budget. Evert Wuyts: "De procedure verloopt nu veel vlotter. Als persoon met een handicap hoef je nu ook niet meer je verhaal bij twee commissies te doen". Bovendien ging de start van de VTC gepaard met de invoer van verbeterde prioriteringscriteria op basis van een holistische benadering, wat tot een meer correcte inschatting leidt. AAN DE BELEIDSKAR TREKKEN Corona of niet, op diverse beleidsfronten werd er ferm aan de kar getrokken. Jos Theunis: "In 2020 hebben we de VIA 5-regelgeving afgerond. Met dit vijfde Vlaamse Intersectoraal Akkoord tussen werkgevers en werknemers binnen de gezondheids- en welzijnssector werden een aantal verbeteringen doorgevoerd in de verloning en werd extra personeel toegekend. Ook hebben we verder gesleuteld aan concepten voor nieuwe financieringsmodellen op basis van een meer forfaitaire subsidiëring van de voorzieningen." Ann Van den Abbeele, teamcoördinator Beleid: "2020 was niet het goede moment om mensen te confronteren met een heleboel nieuwe ontwikkelingen. Toch is er voor en achter de schermen hard gewerkt om zaken in beweging te krijgen. Zo hebben we een aanpassing van de regelgeving voor de DOP's - de diensten ondersteuningsplan - en de bijstandsorganisaties voorbereid. In de eerste helft van 2021 werken we die bijsturing verder af." Persoonsvolgende financiering Ook rond de evaluatie van de persoonsvolgende financiering is er stevig voorbereidend cijfer- en onderzoekswerk verricht. De evaluatie zelf, die in samenwerking met de stakeholders verloopt binnen de taskforce PVF Meerderjarigen, staat in de eerste helft van 2021 gepland. "Wat de persoonsvolgende financiering voor minderjarigen betreft, daar hebben we niet de voortgang geboekt die we gehoopt hadden", zegt Ann Van Den Abbeele. "Een echte keuze hebben omtrent de organisatie van zorg is belangrijk, ook voor jongeren en hun ouders. Zij moeten - met de nodige ondersteuning - zoveel mogelijk de regie over hun zorg in handen kunnen nemen, en die op een gediversifieerde manier kunnen inzetten met het oog op een zo inclusief mogelijk leven. We zetten alles op alles om in 2021 knopen te kunnen doorhakken omtrent een vernieuwd beleid voor minderjarigen met een handicap." HET VAPH-DNA Dat het VAPH gedreven en met een open vizier op het toneel verschijnt, is niet nieuw. Die spirit zorgde ervoor dat de VAPH'ers in 2020 meer dan één tandje bijstaken. Alle vernieuwingen bijbenen, soepel overstappen op telewerk, de dienstverlening aan de klant een boost geven, spontaan de schouders zetten onder extra opdrachten of de collega's van andere afdelingen ondersteunen. Een crisis overwin je niet door aan de zijlijn te blijven staan. Marc Sevenhant: "Fysiek zaten we verder van elkaar, maar de samenwerking was hechter dan ooit. Iedereen zag dat we samen het onderste uit de kan probeerden te halen, en dat gaf energie." Breed kijken, lokaal handelen Die energie vertaalde zich in 101 grote en kleine initiatieven, van Alken tot Zwevegem. Karina De Beule, woordvoerder: "Hoe kunnen we mensen bereiken die op onze wachtlijst staan? Ook daar hebben we over nagedacht. Het webinar rond het detecteren en bereiken van kwetsbare groepen, dat we samen met VVSG, VIVEL en de bijstandsorganisaties organiseerden, kreeg lokaal enorm veel weerklank. Er zijn prachtige initiatieven uit voortgevloeid en wij reikten met plezier tips en goede voorbeelden aan. In samenwerking met Hogeschool UCLL Limburg zijn honderden laptops verdeeld zodat mensen contact konden blijven houden met het thuisfront en meer vertrouwd raakten met digitale communicatie. Via de Koning Boudewijnstichting werden middelen ter beschikking gesteld om alternatieve vormen van ondersteuning te bieden. Dat ging van het organiseren van coronaproof bezoek aan huis met omgebouwde busjes, tot het ontwikkelen van online platformen en het aanleggen van wandeltuinen zodat mensen elkaar toch op een veilige manier konden blijven zien. Er is ook intensief samengewerkt met vrijwilligers van het Rode Kruis om mondmaskers en ontsmettingsgels te verdelen zodat begeleiding en ondersteuning thuis in alle veiligheid kon gebeuren. Wat 2020 duidelijk gemaakt heeft? Dat bijdragen tot de gezondheid en het welzijn van mensen met een handicap, in ons VAPH-DNA zit." Elke crisis opent de deur naar nieuwe kansen De muurtjes tussen sectoren slopen, gedeelde zorgtrajecten ontwikkelen, e- inclusie, kleinschalige werking dicht bij mensen ... ook de volgende jaren is het VAPH van plan zich van zijn creatiefste kant te laten zien. -------------------------------------------------------------------------------- PERSOONLIJKE BUDGETTEN -------------------------------------------------------------------------------- Het VAPH biedt budgetten op maat om niet-rechtstreeks toegankelijke ondersteuning te organiseren en te betalen: * Met het persoonsvolgend budget (PVB) kan een meerderjarige persoon met een handicap zorg en ondersteuning inkopen binnen zijn eigen netwerk, bij vrijwilligers, individuele begeleiders, professionele zorgverleners en bij door het VAPH vergunde zorgaanbieders. * Een persoonlijke-assistentiebudget (PAB) is een budget dat het VAPH geeft om de assistentie voor een kind met een handicap thuis of op school te organiseren en te financieren. Het zorgbudget voor mensen met een handicap (voorheen basisondersteuningsbudget) van de Vlaamse sociale bescherming is bedoeld voor personen met een erkende handicap en een beperkte ondersteuningsnood. Het zorgbudget is een vast bedrag van 300 euro per maand dat uitbetaald wordt door de zorgkassen. De cijfers over het zorgbudget voor mensen met een handicap (basisondersteuningsbudget) zijn terug te vinden op de website van de Vlaamse sociale bescherming. PERSOONSVOLGEND BUDGET -------------------------------------------------------------------------------- 2.825 persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld 16.632 vragen geregistreerd in de prioriteitengroepen 2.929 ondersteuningsplannen ingediend en beoordeeld 25.399 budgethouders PVB 2.825 persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld In 2020 werden in totaal 2825 persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld. 1649 van die budgetten werden ter beschikking gesteld via de automatische-toekenningsgroepen. 873 budgetten werden ter beschikking gesteld via de prioriteitengroepen. Bij de automatische-toekenningsgroepen gaat het om personen die onmiddellijk nood hebben aan ondersteuning. Die personen bevinden zich in een situatie waarin het maatschappelijk verantwoord is om hen onmiddellijk een budget ter beschikking te stellen. Zij doorlopen niet de gewone aanvraagprocedure en krijgen automatisch een budget. Zo bieden we zorggarantie voor personen met de grootste ondersteuningsnood. Personen die niet in aanmerking komen voor de procedure voor automatische toekenning, doorlopen de gewone aanvraagprocedure voor een persoonsvolgend budget. Hun vragen worden ingedeeld in een van de drie prioriteitengroepen. In de prioriteitengroepen geldt een wachttijd. In 2020 werden 2825 persoonsvolgende budgetten aan 2553 unieke personen ter beschikking gesteld. Ongeveer 50% van de personen die een terbeschikkingstelling kregen, zijn nieuwe budgethouders. 50% had al een persoonsvolgend budget. Een persoon kan namelijk in de loop van de tijd meerdere keren een budget ter beschikking gesteld krijgen. In de meeste gevallen gaat het dan om een verhoging van het eerder ter beschikking gestelde budget of om de vervanging van een tijdelijk budget door een definitieve terbeschikkingstelling. AUTOMATISCHE TERBESCHIKKINGSTELLINGEN Quote: "De meeste terbeschikkingstellingen in de automatischetoekenningsgroepen gingen naar jongvolwassenen die overstapten van ondersteuning door een MFC (zorgcontinuïteit) en naar personen in een noodsituatie." [Tabel: aantal unieke personen die een terbeschikkingstelling kregen in 2020, opgesplitst naar reden van terbeschikkingstelling: de automatische- toekenningsgroepen en prioriteitengroepen][niet opgenomen] In 2020 kregen 2553 personen een of meer terbeschikkingstellingen. Voor 871 van hen of ongeveer een derde was dit een terbeschikkingstelling via een prioriteitengroep. Omdat het mogelijk is dat men naast deze terbeschikkingstelling in hetzelfde jaar ook een terbeschikkingstelling krijgt in een automatische-toekenningsgroep, zien we dat 75% van de 2553 personen minstens een terbeschikkingstelling kreeg als automatische toekenning. Ook hier kan het voorkomen dat eenzelfde persoon meerdere terbeschikkingstellingen krijgt in de loop van hetzelfde jaar. Daarom is de som van het aantal unieke personen per rij hoger dan het weergegeven totaal en de som van de percentages hoger dan 100%. De cijfers gaan over terbeschikkingstellingen in 2020, ongeacht of de procedure al eerder gestart was. Er werden 267 tijdelijke budgetten ter beschikking gesteld aan personen in een acute noodsituatie (bijvoorbeeld wanneer het netwerk plots wegvalt). Zij krijgen een tijdelijk budget voor 22 weken. Als er een indicatie is dat er geen oplossing zal zijn voor de noodsituatie na afloop van de 22 weken, dan kan een procedure doorlopen worden om een definitief persoonsvolgend budget aan te vragen. Die aanvraagprocedure moet in principe binnen de 22 weken afgerond worden. Is dat niet haalbaar, dan wordt het tijdelijke budget eenmalig verlengd voor een periode van 12 maanden. Er werden 262 persoonsvolgende budgetten in het kader van zo'n eenmalige verlenging (tijdelijk PVB na nood) ter beschikking gesteld. Het gaat daarbij ook om verlengingen van budgetten van personen aan wie al in 2019 een persoonsvolgend budget voor een noodsituatie ter beschikking werd gesteld. Daarnaast werden er in 2020 252 budgetten ter beschikking gesteld aan personen die een definitief budget kregen na een noodsituatie. Ook hier kan het gaan om budgetten van personen aan wie al in 2019 een tijdelijk persoonsvolgend budget na een noodsituatie werd ter beschikking gesteld. Het VAPH stelde 195 budgetten ter beschikking aan personen in een situatie van maatschappelijke noodzaak (bijvoorbeeld wanneer er sprake is van misbruik of ernstige verwaarlozing). 69 personen met een snel degeneratieve aandoening kregen een persoonsvolgend budget ter beschikking gesteld via de spoedprocedure. Er werden 404 budgetten ter beschikking gesteld aan jongvolwassenen die ondersteuning kregen vanuit een multifunctioneel centrum (MFC) voor minderjarigen. Zij hebben ook als meerderjarige nood aan VAPHondersteuning. Dit is de procedure zorgcontinuïteit MFC. Daarnaast zijn er ook jongvolwassenen met een persoonlijke-assistentiebudget (PAB). Zij kunnen via de procedure zorgcontinuïteit PAB een persoonsvolgend budget krijgen om hun ondersteuning verder te zetten, als ze de aanvraagprocedure voor een persoonsvolgend budget doorlopen tussen de leeftijd van 18 en 22 jaar. In 2020 werden 116 budgetten ter beschikking gesteld via deze procedure. Voor 90 personen die op basis van de vertaalde vraag op de centrale registratie van zorgvragen (CRZ) een persoonsvolgend budget kregen, werd een geobjectiveerd budget voorzien. Het gaat hier meestal om een verhoging. In kader van de procedure 7/7 werden 279 budgetten ter beschikking gesteld. Het gaat om personen die in het oude systeem een goedkeuring hadden voor residentiële, voltijdse zorg maar bijvoorbeeld een à twee dagen thuis werden opgevangen. Zij konden een beroep doen op de procedure 7/7, als het niet langer mogelijk was om thuis opgevangen te worden. Die procedure bood de garantie dat onmiddellijk en volcontinue ondersteuning geboden kon worden. Quote: "Een derde van de personen die een terbeschikkingstelling kregen via een procedure noodsituatie, maatschappelijke noodzaak of spoedprocedure, stonden al in een prioriteitengroep" Het feit dat een groot deel van de terbeschikkingstellingen via de automatische- toekenningsgroepen ging, wil niet zeggen dat er totaal geen impact is voor de personen die wachten op een persoonsvolgend budget in de prioriteitengroepen. 33% van de personen die in 2020 een terbeschikkingstelling kregen via de procedure noodsituatie, maatschappelijke noodzaak of spoedprocedure, stonden immers al in een prioriteitengroep. De meesten van hen stonden geregistreerd in prioriteitengroep 3. Het gaat hierbij zelden om mensen met een snel degeneratieve aandoening die in aanmerking komen voor de spoedprocedure. [Tabel: aantal personen met een terbeschikkingstelling via een automatische- toekenningsgroep in 2020 die al dan niet in een prioriteitengroep stonden op 31.12.2019][niet opgenomen] TERBESCHIKKINGSTELLINGEN PER PRIORITEITENGROEP Quote: "De meeste terbeschikkingstellingen in de prioriteitengroepen gingen naar wachtenden in prioriteitengroep 1." In 2020 werden 873 persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld aan 871 personen die wachtten in de prioriteitengroepen. In de regelgeving werd de volgende verdeelsleutel vastgelegd voor 2020 voor de verdeling van de middelen in de prioriteitengroepen: * 85% voor wachtenden in prioriteitengroep 1 * 10% voor wachtenden in prioriteitengroep 2 * 5% voor wachtenden in prioriteitengroep 3 Dit heeft geleid tot de volgende verdeling van de terbeschikkingstellingen over de prioriteitengroepen: * Prioriteitengroep 1: 726 * Prioriteitengroep 2: 79 * Prioriteitengroep 3: 68 Per kwartaal wordt gemonitord of en hoeveel middelen nog ter beschikking gesteld kunnen worden in de prioriteitengroepen. VRAGEN GEREGISTREERD IN DE PRIORITEITENGROEPEN 16.632 vragen geregistreerd in de prioriteitengroepen Quote: "16.523 personen wachten op (meer) ondersteuning." Op 31 december 2020 zijn 16.523 personen met in totaal 16.632 vragen geregistreerd in de prioriteitengroepen (eenzelfde persoon kan in twee prioriteitengroepen voorkomen met een hoofd- en een deelvraag naar ondersteuning): * 1802 vragen in prioriteitengroep 1 * 3777 vragen in prioriteitengroep 2 * 11.053 vragen in prioriteitengroep 3 Binnen elke prioriteitengroep worden vragen gerangschikt volgens de prioriteringsdatum. Dat is de datum waarop een persoonsvolgend budget werd aangevraagd of herzien. De prioriteringsdatum wordt steeds vermeld in de beslissingsbrief van het VAPH. De eerstvolgende wachtende in elke prioriteitengroep heeft volgende prioriteringsdatum: * prioriteitengroep 1: 20.02.2018 * prioriteitengroep 2: 01.10.2016 * prioriteitengroep 3: 16.01.2002 AANVRAGEN EN BEOORDELINGEN 2.929 ondersteuningsplannen ingediend en beoordeeld 3.532 multidisciplinaire verslagen ingediend 2.720 vragen beoordeeld door de RPC/VTC Een persoonsvolgend budget moet aangevraagd worden via een ondersteuningsplan persoonsvolgend budget en een multidisciplinair verslag. Dat verslag bevat informatie die nodig is om de handicap, de zorgzwaarte en de dringendheid van de vraag te kunnen beoordelen. In de eerste jaarhelft beoordeelde de provinciale evaluatiecommissie (PEC) of de aanvrager behoort tot de doelgroep van het VAPH (beoordeling handicap). De regionale prioriteitencommissie (RPC) oordeelde over de prioriteit van de vraag naar ondersteuning. In het najaar van 2020 fusioneerden de PEC en de RPC tot de Vlaamse toeleidingscommissie (VTC). Het VAPH beslist of een persoonsvolgende budget kan toegewezen worden en neemt, op basis van informatie over de vraag en over de zorgzwaarte, een beslissing over de hoogte van het budget en de prioriteitengroep waarin de vraag ondergebracht kan worden. Ingediende en beoordeelde ondersteuningsplannen Quote: "Bij de opmaak van 84,7% van de ingediende ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget werd in 2020 ondersteuning geboden door een professional van een dienst ondersteuningsplan of dienst maatschappelijk werk van een ziekenfonds, ondanks de coronamaatregelen." [Grafiek: ingediende en beoordeelde ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget met of zonder hulp in 2020][niet opgenomen] In 2020 werden 2929 ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget (OP PVB) ingediend: * 23,5% werd ingediend door een dienst ondersteuningsplan (DOP). * 61,2% werd ingediend door of met hulp van een dienst maatschappelijk werk (DMW) van een ziekenfonds. * 10,9% werd ingediend met andere hulp (bijvoorbeeld hulp van een gebruikersorganisatie of iemand uit het netwerk). * 4,4% werd ingediend zonder enige hulp. In vergelijking met 2019 stellen we voor 2020 een sterke afname van 24,5% vast van het aantal ingediende ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget. Hierbij zien we een gelijke spreiding over de kwartalen, met een sterkere daling in het tweede en derde kwartaal van 2020. Heel waarschijnlijk zorgde de COVID-19- pandemie voor deze sterke afname van het aantal aanvragen PVB. [Tabel: aantal ingediende ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget in 2020, met onderverdeling per kwartaal][niet opgenomen] Bij het beoordelen van de ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget screent het VAPH eerst of er voldaan werd aan de leeftijds- en verblijfsvoorwaarden om een aanvraag in te dienen. Ook wordt gekeken of alle noodzakelijk vonnissen of volmachten werden toegevoegd. Indien nodig wordt extra informatie opgevraagd. Daarna wordt gecontroleerd of het ingestuurde plan volledig en correct ingevuld is. Alle vragen in het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget worden gecontroleerd op de aanwezigheid van een antwoord en er wordt een mathematische controle uitgevoerd op basis van de vraag naar zorg en ondersteuning. In een deel van de ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget bleken een of meerdere tekstvelden niet ingevuld te zijn. Bij een aantal ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget oversteeg de vraag naar zorg en ondersteuning (ondersteuningsfuncties en -frequenties) het maximum of was de combinatie van de gevraagde zorg en ondersteuning niet mogelijk. Een vraag naar oproepbare permanentie werd bijvoorbeeld vaak gecombineerd met een vraag naar maximale dag- en woonondersteuning. Bij een klein aantal ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget ontbrak een geldige handtekening. Vervolgens wordt het proces van vraagverheldering beoordeeld op basis van de beschrijving ervan in deel 4 van het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget, met uitzondering van de ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget die door een dienst ondersteuningsplan of door een dienst maatschappelijk werk van een ziekenfonds worden ingediend. Indien nodig wordt het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget ter correctie teruggestuurd. Er wordt daarbij voldoende uitgelegd welke informatie ontbreekt, zodat de cliënt zijn ondersteuningsplan persoonsvolgend budget goed kan aanvullen. [Tabel: aantal in 2019 en 2020 goedgekeurde ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget: met of zonder correctie][niet opgenomen] In totaal werden 2823 ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget goedgekeurd in 2020, waarvan 9,6% goedgekeurd werd nadat een correctie werd opgevraagd. Het indienjaar van het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget was niet relevant voor deze tabel. In 2019 werd nog voor 11,4% van alle ingediende ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget een correctie opgevraagd door het VAPH. In vergelijking met 2019 konden in 2020 verhoudingsgewijs dus meer ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget onmiddellijk worden goedgekeurd. In 2020 was slechts in 3 dossiers een verplichte doorverwijzing naar een dienst ondersteuningsplan of een dienst maatschappelijk werk van een ziekenfonds noodzakelijk. [Tabel: gemiddelde doorlooptijd tussen indiening en goedkeuring van ondersteuningsplannen PVB bij het VAPH][niet opgenomen] De doorlooptermijn van de indiening van een ondersteuningsplan persoonsvolgend budget tot en met de goedkeuring ervan bedroeg in 2020 gemiddeld 14,1 dagen. Het gaat daarbij om het gemiddeld aantal dagen tussen het ontvangen van het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget en het versturen van de goedkeuring van het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget, inclusief het wachten op opgevraagde informatie. Dat is opnieuw een daling ten opzichte van de voorgaande jaren. Als er geen gecorrigeerd ondersteuningsplan persoonsvolgend budget moest worden opgevraagd, bedroeg de gemiddelde doorlooptermijn in 2020 7 dagen. Dat is een vermindering van 3 dagen ten opzichte van de doorlooptermijn in 2019. Ingediende multidisciplinaire verslagen Voor 3532 dossiers werd een multidisciplinair verslag ingediend. Het multidisciplinair verslag is modulair opgebouwd en bestaat uit de volgende drie modules: * module 'objectivering handicap': objectivering van de aanwezige stoornissen en bijhorende beperkingen en participatieproblemen * module 'objectivering ondersteuningsnood': objectivering van het zorgzwaarteprofiel van de persoon, vastgesteld op basis van een zorgzwaarte- instrument * module 'objectivering dringendheid': objectivering van de dringendheid van de vraag op basis van de onhoudbaarheid van de situatie Onderstaande tabel toont het aantal ingediende modules in 2020, opgedeeld per type module en per kwartaal. [Tabel niet opgenomen] Het aantal ingediende modules 'objectivering handicap' ligt lager dan de andere modules, omdat deze module enkel wordt ingediend voor personen die nog niet eerder erkend werden als persoon met een handicap door het VAPH of voor personen bij wie er sinds hun erkenning een bijkomende handicap werd vastgesteld. De ingediende multidisciplinaire verslagen worden voorgelegd aan de Vlaamse toeleidingscommissie (VTC), die oordeelt over de erkenning van de handicap en de toekenning van een prioriteitengroep. De VTC oordeelt niet over de budgetcategorie: deze wordt automatisch bepaald op basis van een combinatie van de gevraagde ondersteuningsfuncties en -frequenties (bepaald op basis van de ondersteuningsvraag in het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget) en het zorgzwaarteprofiel (bepaald op basis van de objectivering van de ondersteuningsnood). Onderstaande tabellen tonen de budgetcategorieën van de dossiers waarvoor in 2020 een module 'objectivering ondersteuningsnood' werd ingediend. In 2020 werden er twee methoden van budgetbepaling toegepast: * Oude budgetbepaling (opsplitsing in 12 budgetcategorieën): voor wie een multidisciplinair verslag werd ingediend voor 17 maart 2020. * Nieuwe budgetbepaling (opsplitsing in 24 budgetcategorieën): voor wie een multidisciplinair verslag werd ingediend vanaf 17 maart 2020. Op dat moment werd binnen het VAPH een vernieuwd en geoptimaliseerd zorgzwaarte-instrument (met inbegrip van nieuwe B-waarden) in gebruik genomen. [Tabel niet opgenomen] Beoordeelde aanvragen In de aanvraagprocedure voor een persoonsvolgend budget beslist een commissie van vertegenwoordigers uit de gehandicaptensector voor ieder dossier over de erkenning van de handicap en over de aanwezigheid van maatschappelijke noodzaak (MaNo) en/of de toekenning van een prioriteitengroep (PG). In de eerste jaarhelft van 2020 oordeelde de provinciale evaluatiecommissie (PEC) over de erkenning van de handicap en de regionale prioriteitencommissie (RPC) over de aanwezigheid van maatschappelijke noodzaak en/of de toekenning van een prioriteitengroep. Vanaf augustus 2020 werden beide commissies samengevoegd tot één Vlaamse toeleidingscommissie (VTC). Erkenning van de handicap In 2020 beoordeelden de commissies de erkenning van de handicap in 438 dossiers. Onderstaande tabel toont het resultaat van de beoordeling van de commissies. [Tabel niet opgenomen] De gemiddelde doorlooptermijn voor de beoordeling van de erkenning van de handicap wordt berekend vanaf de datum van ontvangst van het multidisciplinair verslag tot de beoordeling door de commissie. De gemiddelde doorlooptermijn in 2020 bedraagt 71 dagen. Prioritering van de vraag In 2020 beoordeelde de commissie de prioritering in 2.720 dossiers. Onderstaande tabel toont het resultaat van de beoordeling van de commissie. [Tabel niet opgenomen] De gemiddelde doorlooptermijn voor de beoordeling van de dringendheid van de vraag wordt berekend vanaf de datum van ontvangst van het multidisciplinair verslag tot de beoordeling door de commissie. De gemiddelde doorlooptermijn in 2020 bedraagt 56 dagen. Opgestarte budgethouders 97,21% van de nieuwe budgethouders zijn opgestart Quote: "De meeste persoonsvolgende budgetten blijven vlot starten." De meeste van de nieuwe budgethouders (97,21%) zijn gestart. 2,79% was nog niet gestart op de rapporteringsdatum (5 april 2021). Van de niet-gestarte budgethouders gaf bijna 8% aan het budget niet te zullen starten. Ruim 28% startte niet binnen de opstarttermijn. Het persoonsvolgend budget werd om die reden ook stopgezet. Deze dossiers worden door het VAPH individueel opgevolgd. Voor een derde van de nog niet-opgestarte budgethouders geldt bovendien dat zij zich nog binnen de opstarttermijn bevinden op het moment van rapportering. Van de personen die startten met het persoonsvolgende budget, deed 96,69% dat binnen de 4 maanden. Liefst 80% van de startende budgethouders deed dat binnen de 2 maanden na de terbeschikkingstelling. Voor 3,31% van de budgethouders geldt dat ze pas na 4 maanden opstarten. Hier speelt vaak een reden van overmacht zoals bijvoorbeeld een lange ziekenhuisopname. Wie een persoonsvolgend budget ter beschikking gesteld krijgt, heeft vier maanden tijd om te starten met het besteden ervan. Het VAPH volgt dat nauwgezet op en contacteert na ongeveer twee maanden de nieuwe budgethouders voor wie nog geen overeenkomst werd geregistreerd. Als uit de contactname blijkt dat de betrokkene problemen ondervindt om de geschikte ondersteuning te vinden en de besteding te starten, dan kan het VAPH hem doorverwijzen naar een bijstandsorganisatie. Indien nodig kan er na contact met een bijstandsorganisatie intensieve bemiddeling aangevraagd worden bij het VAPH. Lukt het echt niet om op te starten binnen de vooropgestelde vier maanden, maar heeft de budgethouder wel de nodige stappen daartoe ondernomen, dan kan een eenmalige verlenging van opnieuw vier maanden worden toegestaan. Als ook die periode verstreken is zonder opstart van het budget, dan wordt de terbeschikkingstelling gestopt. Besteding budgetten 25.399 budgethouders PVB Quote: "25.399 budgethouders persoonsvolgend budget (PVB)" [Tabel: spreiding van de ter beschikking gestelde persoonsvolgende budgetten (zorggebonden middelen), referentiedatum 31.12.2020][niet opgenomen] Ten opzichte van 30 juni 2020 merken we een stijging van het aantal budgethouders met 575 budgethouders. Verder stellen we vast dat een groot aantal personen aan wie een persoonsvolgend budget werd ter beschikking gesteld in 2020, ervoor al een (deel- of tijdelijk) PVB had. Voor de meeste budgethouders geldt nog steeds dat zij hun persoonsvolgend budget vanuit de transitie hebben verkregen. De tabel hierboven deelt de budgetten in per berekende budgetcategorie. Zo kunnen ook de budgetten die vanuit de transitie werden toegekend, worden ingedeeld in een categorie. Deze budgetten hebben immers geen budgetcategorie zoals bepaald in de regelgeving, maar hun budget vormt een vertaling van de ondersteuning die genoten werd op het moment van de transitie. Voor de volledigheid geven we ook de evolutie van het aantal budgethouders mee op basis van de terbeschikkingstellingen vanaf 1 januari 2018. Die tonen een consequente stijging van het aantal houders van een persoonsvolgend budget. De daling die we zien op 30 juni 2020 is te wijten aan correctiefase 2. [Tabel: evolutie aantal budgethouders sinds 1 januari 2018][niet opgenomen] Besteding per vorm (voucher en/of cash) Quote: "Budgethouders blijven hun persoonsvolgend budget voornamelijk in voucher besteden, maar ze maken ook steeds meer gebruik van andere bestedingsmogelijkheden." [Tabel: besteding van het persoonsvolgend budget per vorm (voucher en/of cash) op 31.12.2020][niet opgenomen] 76,67% van de budgethouders besteden hun budget enkel in voucher. Dat is een daling van ongeveer 4,66% ten opzichte van 2019. 9,25% besteedt zijn budget enkel in cash niet bij een vergunde zorgaanbieder. Dat is een eerder beperkte stijging van iets meer dan 1%. Toch zien we steeds meer een spreiding in hoe de budgetten besteed worden. Budgethouders combineren meer en meer de verschillende bestedingsmogelijkheden. De corona-crisis heeft hier mogelijk een invloed gehad. Budgethouders die door de opgelegde maatregelen niet langer naar hun residentiële opvang of dagbesteding mochten, konden via de begeleidende maatregelen ondersteuning in de thuisomgeving organiseren. Dit kon enkel via cashovereenkomsten. 1,22% van de budgethouders hadden op 31 december 2020 geen lopende overeenkomst. Dat betekent niet noodzakelijk dat deze personen in de loop van 2019 geen ondersteuning hebben genoten. Onder de 1,21% vallen bijvoorbeeld ook personen die in 2020 af en toe eens van kortverblijf genoten, maar daar op 31 december 2020 geen gebruik van maakten. Uiteraard zijn er ook nog de budgethouders die op dat moment nog maar recent hun terbeschikkingstelling ontvangen hadden en zich op 31 december 2020 nog volop in de opstartperiode bevonden. Midden december 2020 deed het VAPH nog een terbeschikkingstellingsronde binnen de prioriteitengroepen. Het mag dus niet verbazen dat een groot deel van deze budgethouders op het einde van december 2020 nog niet was opgestart. Besteding in cash Quote: "Opmerkelijke stijgingen bij inzet via cashovereenkomsten." Het persoonsvolgend budget kan op zeer uiteenlopende wijzen ingezet worden om zorg en ondersteuning te realiseren. Personen die het budget in cash besteden, benutten die verschillende mogelijkheden steeds meer. [Tabel: besteding van het persoonsvolgend budget in 2020 per cashovereenkomsttype][niet opgenomen] We merken een algemene stijging van het aantal geregistreerde cashovereenkomsten ten opzichte van 2019. Budgethouders die hun persoonsvolgend budget in cash inzetten, realiseren hun zorg en ondersteuning overwegend via arbeidsovereenkomsten, vrijwilligers, dienstencheques en overeenkomsten met natuurlijke of rechtspersonen ('overeenkomsten met hulpverleners'). Vooral die laatste groep laat een opmerkelijke stijging van het aantal overeenkomsten zien en dit is al sinds 2018 het geval. Onder deze groep vallen zelfstandigen, maar ook deeleconomieplatformen. Er is ook een stijging van het aantal overeenkomsten die afgesloten worden met diensten die erkend zijn door het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (en niet door het VAPH). Het gaat in zowat alle gevallen om overeenkomsten met een dienst voor gezinszorg. Andere opvallende cijfers zien we in de toename van het aantal overeenkomsten met vrijwilligersorganisaties en overeenkomsten die worden afgesloten met dienstenchequebedrijven. De algemene trend is echter de toename bij alle overeenkomsttypes. Vermoedelijk heeft de coronacrisis hier een rol in gespeeld. De Vlaamse Regering voorzag in begeleidende maatregelen voor personen bij wie de ondersteuning wegviel doordat een cliënt bijvoorbeeld niet meer naar zijn dagbesteding kon, waar een persoonlijke begeleider in quarantaine moest ... Er kon enkel gebruik gemaakt worden van deze begeleidende maatregelen door registratie van cashovereenkomsten voor een-op-een begeleiding. De coronacrisis heeft daardoor meegewerkt aan een grotere diversiteit van besteden. In 2019 konden voor het eerst ook overeenkomsten afgesloten worden met organisaties die in het buitenland opereren. Het aantal overeenkomsten dat met zulke organisaties afgesloten werd, blijft tot nader order beperkt. We zien in 2020 ook geen toename ten opzichte van 2019. PERSOONLIJKE-ASSISTENTIEBUDGET -------------------------------------------------------------------------------- 1.129 budgethouders PAB Eind december 2020 waren er 1129 houders van een persoonlijke-assistentiebudget. Dit is een stijging van bijna 9% ten opzichte van december 2019. De kinderen en jongeren worden hieronder opgedeeld naar hun leeftijd op 31 december 2020. [Tabel: aantal actieve PAB-budgethouders op 31.12.2020 (unieke cliënten)][niet opgenomen] [Tabel: aantal actieve PAB-budgethouders opgedeeld naar budgetcategorie op 31.12.2020 (unieke cliënten)][niet opgenomen] [Tabel: budgetcategorieën PAB in 2020 (in euro)][niet opgenomen] -------------------------------------------------------------------------------- HULPMIDDELEN -------------------------------------------------------------------------------- Hulpmiddelen en aanpassingen kunnen een persoon met een handicap helpen om activiteiten waarbij hij moeilijkheden ondervindt, uit te voeren: een traplift om de trap te overbruggen, een beeldschermloep om tekst vergroot te lezen, een trilwekker om gewekt te worden, een aangepaste woning, auto, computer of fiets ... Het VAPH geeft tegemoetkomingen voor hulpmiddelen en aanpassingen. Ook voor blindengeleidehonden, incontinentiemateriaal en pedagogische hulp kan een persoon met een handicap bij het VAPH terecht. 46.310 gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen > 43.000 hulpmiddelen en aanpassingen aangevraagd ACTIEVE GEBRUIKERS -------------------------------------------------------------------------------- 46.310 gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen Quote: "De meeste actieve gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen zijn tussen 18 en 65 jaar oud." [Tabel: aantal actieve gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen in 2020 per leeftijdscategorie][niet opgenomen] Er zijn 46.310 actieve gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen (Een actieve gebruiker van hulpmiddelen en aanpassingen is gedefinieerd als een persoon met een handicap die een uitbetaling voor hulpmiddelen en aanpassingen gekregen heeft tussen 1 januari 2011 en 31 december 2020 en die op 31 december 2020 nog in leven was.] * 4890 personen zijn jonger dan 18 jaar (11%). * 27.165 personen zijn 18 jaar tot 64 jaar (59%). * 14.255 zijn 65 jaar of ouder (31%). AANVRAGEN EN BESLISSINGEN -------------------------------------------------------------------------------- > 43.000 hulpmiddelen en aanpassingen aangevraagd Quote: "Meer dan 43.000 hulpmiddelen werden aangevraagd." 20.712 personen hebben in 2020 een uitbetaling voor hulpmiddelen en aanpassingen (individuele materiële bijstand of IMB) gekregen (rechtstreeks of via derdebetalersysteem). In 2020 werden 43.483 hulpmiddelen aangevraagd door 16.505 personen. De hulpmiddelen worden gebundeld in de refertelijst. De refertelijst hulpmiddelen geeft een overzicht van de tegemoetkomingen (refertebedragen) voor verschillende courant gevraagde hulpmiddelen en aanpassingen met de bijhorende refertetermijnen. Er zijn 22.608 beslissingen verstuurd naar 17.458 personen, waarvan 2888 weigeringen. Dit zijn de belangrijkste veranderingen in 2020 voor het hulpmiddelenbeleid in Vlaanderen. UITBREIDING VAN DE REFERTELIJST In 2020 werd de refertelijst tweemaal aangepast. Op 1 januari 2020 werden heel wat uiteenlopende wijzigingen met betrekking tot verschillende types hulpmiddelen van kracht. Sommige wijzigingen waren louter inhoudelijk maar hadden wel een verduidelijking en verbetering van het aanbod tot gevolg. Bij pedagogische hulp voor hogere studies werd bijvoorbeeld de mogelijkheid opgenomen om schakeljaren te vergoeden. In andere gevallen werden tegemoetkomingen aangepast. De tegemoetkoming voor de diverse types signaleringssystemen en de uitbreiding van het aantal bijhorende aangepaste rookmelders naar aanleiding van de nieuwe regelgeving van Wonen Vlaanderen is daar een voorbeeld van. Op 1 oktober volgde een tweede uitgebreide aanpassing waarbij onder andere een groot pakket aan autoaanpassingen in de refertelijst werd opgenomen. Dat maakt dat personen met een handicap gemakkelijker via de refertelijst een gepaste vergoeding voor een aangepaste wagen, voor hen vaak een essentieel hulpmiddel, kunnen krijgen en veel minder vaak een aanvraag voor een verhoogde tegemoetkoming bij de bijzondere bijstandscommissie moeten indienen. Bij de activiteit communicatie werden ook verschillende referterubrieken aangepast ter verduidelijking, maar ook om in de toekomst een tablet met uitgebreide communicatiesoftware die als communicatietoestel wordt gebruikt onmiddellijk gepast te vergoeden en te vermijden dat een aanvullende tegemoetkoming bij de bijzondere bijstandscommissie moet worden aangevraagd. Een ander voorbeeld is het voorzien van herstellingskosten voor personen die omwille van hun handicap nood hebben aan omgevingsbediening. VEREENVOUDIGDE AANVRAAG Vanaf begin juli 2020 zijn de mogelijkheden voor de vereenvoudigde aanvraag uitgebreid. In samenspraak met externe stakeholders is de lijst van eenvoudige hulpmiddelen uitgebreid en werden ook een aantal aanvragen die voordien via een multidisciplinair team moesten ingediend worden opengesteld voor de vereenvoudigde aanvraagprocedure. Dat maakt dat personen met een handicap meer mogelijkheden krijgen om zelf een tegemoetkoming voor een hulpmiddel te motiveren en in te dienen. Aangepaste aanvraagformulieren en ondersteuning voor personen die vragen hebben bij het opmaken van de aanvraag worden voorzien. -------------------------------------------------------------------------------- ORGANISATIES -------------------------------------------------------------------------------- Het VAPH registreert, erkent, vergunt en subsidieert verschillende diensten en organisaties om ondersteuning op maat te bieden aan personen met een handicap. 88 multifunctionele centra 257 vergunde zorgaanbieders 212 aanbieders van rechtstreeks toegankelijke hulp 82 groenezorginitiatieven 5 bijstandsorganisaties 5 diensten ondersteuningsplan 20 vrijetijdszorgorganisaties 4 observatie-, diagnoseen behandelingsunits 3 residentiële units geïnterneerden 3 dagondersteuning in gevangenis 70 directe financiering geïnterneerden 15 geregistreerde ouderinitiatieven 5 gebruikersverenigingen met informatieloket 97 multidisciplinaire teams 16 aanbieders wooninfrastructuur MULTIDISCIPLINAIRE TEAMS -------------------------------------------------------------------------------- 97 multidisciplinaire teams Een multidisciplinair team is een dienst die personen met een (vermoeden van) handicap bijstaat bij de aanvraag voor ondersteuning bij het VAPH. Elk multidisciplinair team heeft zijn eigen specialisatie, zoals begeleiding of opvang voor minderjarigen, het aanvragen van een persoonsvolgend budget voor meerderjarigen of voor hulpmiddelen voor minder- en/of meerderjarigen. Een beperkt aantal teams is bovendien gespecialiseerd in specifieke handicaps. Een multidisciplinair team kan een basiserkenning hebben en mag dan multidisciplinaire verslagen opmaken voor vragen voor een persoonsvolgend budget (PVB). Boven op de basiserkenning kan het multidisciplinair team een specifieke erkenning hebben zoals een erkenning individuele materiële bijstand (IMB) of een erkenning huurhulpmiddelen bij snel degeneratieve aandoeningen. Op 31 december 2020 waren er in totaal 97 multidisciplinaire teams erkend. MULTIFUNCTIONELE CENTRA -------------------------------------------------------------------------------- 88 erkende multifunctionele centra Op 31 december 2020 waren er 88 erkende multifunctionele centra. Dat zijn er 7 minder dan op 31 december 2019, door overdracht van multifunctionele centra naar het agentschap Opgroeien, multifunctionele centra die stopten door een reconversie van punten MFC naar rechtstreeks toegankelijke hulp, multifunctionele centra die stopten door fusies of overdracht van beheer. In 2020 werd een nieuw multifunctioneel centrum erkend dat nog moest opstarten vanuit een eerdere VIPA-buffer. Multifunctionele centra hebben de opdracht om flexibele, vraaggestuurde trajecten aan te bieden voor minderjarige personen met een handicap. In 2019 hebben 9899 cliënten gebruik gemaakt van de ondersteuning van een multifunctioneel centrum. [Tabel: aantal cliënten in de multifunctionele centra per provincie (op basis van domicilie), per leeftijdscateogrie 2020][niet opgenomen] De grootste groep van gebruikers is tussen de 12 en 17 jaar. Een multifunctioneel centrum kan cliënten opnemen en ondersteunen tot en met de leeftijd van 21 jaar. Als er voldaan wordt aan een aantal voorwaarden, kan de ondersteuning tot en met de leeftijd van 25 jaar verdergezet worden. [Tabel: aantal personen dat gebruik maakte van de verschillende ondersteuningsfuncties in MFC in 2020][niet opgenomen] Het totaal aantal cliënten dat ondersteund werd door een multifunctioneel centrum is 9899. Als je het aantal personen dat gebruik maakt van de verschillende ondersteuningsfuncties in de bovenstaande tabel optelt, is de som groter dan 9899. Dat komt doordat één persoon gebruik kan maken van verschillende ondersteuningsfuncties. Het aantal kinderen en jongeren dat in de loop van 2020 gebruik maakte van een multifunctioneel centrum, is met 9899 gevoelig gedaald ten opzichte van de 11.009 in 2019. Dit is een daling van meer dan 10%. De dalende tendens van de voorbije jaren (11.523 in 2017, 11.270 in 2018) wordt hiermee versterkt. Wellicht spelen hier meerdere oorzaken: * Een groot deel van de daling in 2020 wordt verklaard door de overdracht van de GES+-units (extreme gedrags- en emotionele problemen) en de OBC-capaciteit (observatie- en behandelcentra) naar het agentschap Opgroeien. * Wellicht is een ander deel van de verklaring voor 2020 te vinden in het wegvallen van heel wat ondersteuning als gevolg van de coronacrisis. * Een beperkt aantal erkende personeelspunten voor multifunctionele centra is de laatste jaren omgezet naar een erkende rechtstreeks toegankelijke hulp. Hiermee werden wellicht relatief veel cliënten ondersteund. Verdere monitoring van het aantal cliënten in multifunctionele centra en de intensiteit van de geboden ondersteuning is in elk geval noodzakelijk. VERGUNDE ZORGAANBIEDERS -------------------------------------------------------------------------------- 257 vergunde zorgaanbieders In 2020 vergunde het VAPH in totaal 5 nieuwe zorgaanbieders. Op 31 december 2020 waren er in totaal 257 vergunde zorgaanbieders. Vergeleken met het jaarverslag van de eerste jaarhelft 2020 en 31 december 2019 zijn er minder vergunde zorgaanbieders. Dat is onder andere te wijten aan fusies en overdrachten van beheer, het stopzetten van enkele vergunningen als zorgaanbieder en het overdragen van enkele multifunctionele centra (MFC) naar de bevoegdheid van het agentschap Opgroeien. Bij de start van de persoonsvolgende financiering ontving elk erkend multifunctioneel centrum een vergunning als zorgaanbieder. Die multifunctionele centra beschikten ook over een vergunning als zorgaanbieder, die bij de overdracht naar het agentschap Opgroeien werd stopgezet. Een vergunde zorgaanbieder is een zorgaanbieder bij wie meerderjarige personen met een handicap terechtkunnen voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg of ondersteuning. Die zorg en ondersteuning kan betaald worden met het persoonsvolgend budget. De vergunde zorgaanbieders hebben een vergunning van het VAPH om zorg en ondersteuning te bieden. Enkel zorgaanbieders die kwalitatieve zorg en ondersteuning aanbieden, kunnen een vergunning krijgen van het VAPH. Ze moeten daarvoor voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen. AANBIEDERS VAN RECHTSTREEKS TOEGANKELIJKE HULP -------------------------------------------------------------------------------- 212 aanbieders van rechtstreeks toegankelijke hulp Eind 2020 waren er 212 erkende aanbieders van rechtstreekse hulp, goed voor 85.257,19 personeelspunten (minderen meerderjarigen). Daarvan zijn 7.759,68 personeelspunten toegekend voor RTH-kortverblijf. Naast kortverblijf zijn er 746,70 personeelspunten voor RTH-begeleid werken voor schoolverlaters in het kader van het project Geïntegreerd Breed Onthaal toegekend en 1.990,31 personeelspunten voor globale individuele ondersteuning voor minderjarigen (GIO). In 2020 waren er 228 aanbieders van rechtstreeks toegankelijke hulp die ondersteuning boden aan ongeveer 27.600 cliënten, waarvan ongeveer 14.300 meerderjarigen. Niet elke aanbieder van rechtstreeks toegankelijke hulp beschikt over een erkenning. Er zijn ook niet-erkende aanbieders die punten afnemen van een erkende aanbieder. Daardoor is het aantal aanbieders hoger dan het aantal diensten dat over een erkenning beschikt. Enkel personen met een (vermoeden van) handicap die nog geen beroep doen op een persoonsvolgend budget, kunnen gebruik maken van rechtstreeks toegankelijke hulp, met een maximum van 8 punten op jaarbasis. Die kunnen ingezet worden voor een of meerdere ondersteuningsfuncties. [Tabel: overzicht van aantal personen per gebruikte ondersteuningsfunctie in 2020][niet opgenomen] In totaal gaat dit over 27.592 personen die ondersteund werden in 2020 via rechtstreeks toegankelijke hulp. Als de aantallen in de bovenstaande tabel opgeteld worden, is de som groter dan 27.592. Dat is omdat een persoon van verschillende ondersteuningsfuncties gebruik gemaakt kan hebben. [Tabel: aantal gebruikers RTH 2020 per leeftijdscategorie][niet opgenomen] [Tabel: overzicht van het aantal RTH-gebruikers in 2020 per provincie o.b.v. domicilie van de cliënt][niet opgenomen] 15.154 van de 27.592 RTH-gebruikers gebruiken minder dan 2 punten. Voor 893 gebruikers werden meer dan de 8 subsidiabele punten ondersteuning geregistreerd. In de subsidiëring wordt dit beperkt tot 8 punten per persoon. Daarnaast is er ook kortverblijf. Dit is een overnachting bij een RTH-aanbieder waaraan eventueel een dag dagopvang kan gekoppeld worden. Die capaciteit is bedoeld voor personen die op 1 januari 2017 de overstap maakten naar een persoonsvolgend budget en waarbij voor de bepaling van hun budget werd rekening gehouden met minder dan 60 nachten woonondersteuning. In dat geval wordt het kortverblijf rechtstreeks gefinancierd door het VAPH. In 2020 kregen 656 personen op die manier ondersteuning via kortverblijf. Tot slot kregen 801 personen in 2020 globale individuele ondersteuning. Dit aantal is eerder beperkt omdat deze ondersteuningsfunctie nog niet lang is opgestart. Het gaat om laagdrempelige en snel inzetbare hulp in de gewone kinderopvang en/of school zodat kinderen met en zonder specifieke zorgbehoeften samen kunnen participeren. Er wordt ingezet op jonge kinderen met een (vermoeden van) handicap tot en met het eerste leerjaar. Kinderen kunnen gebruik maken van maximaal 4 RTH-punten op jaarbasis, die los staan van de 8 punten waar elk kind met een (vermoeden van) handicap gebruik van kan maken binnen rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH). GEBRUIKERSVERENIGINGEN MET INFORMATIELOKET -------------------------------------------------------------------------------- 5 informatieloket gebruikers Het VAPH erkent 5 gebruikersverenigingen met informatieloket waarvan er 2 erkend zijn voor collectieve overlegorganen en 3 voor individuele gebruikers. Gebruikersverenigingen zijn verenigingen van en voor personen met een (vermoeden van) handicap en hun omgeving. Het zijn organisaties die personen met een (vermoeden van) handicap vertegenwoordigen. Ze kunnen personen met een (vermoeden van) handicap en hun omgeving wegwijs maken in de verschillende mogelijkheden voor ondersteuning door het VAPH en de administratieve stappen die eventueel moeten gezet worden. Gebruikersverenigingen kunnen ook de personen met een handicap die een beroep doen op ondersteuning van een vergunde zorgaanbieder, ondersteunen in het uitoefenen van hun rechten en plichten. GROENEZORGINITIATIEVEN -------------------------------------------------------------------------------- 82 groenezorginitiatieven Eind 2020 waren er 82 groenezorginitiatieven geregistreerd. Een groenezorginitiatief is een initiatief van een bedrijf, vereniging of particulier waarin activiteiten van land- of tuinbouwproductie of andere activiteiten die betrekking hebben op de omgang met planten of dieren, deel uitmaken van de dagactiviteiten voor mensen uit kwetsbare groepen. De activiteiten gebeuren onder begeleiding. Voorbeelden van een groenezorginitiatief zijn een zorgboerderij, een dierenasiel, een dierenpension en een belevingshoeve. Ondersteuning door een groenezorginitiatief kan enkel betaald worden via het cashsysteem van het persoonsvolgend budget. In 2020 sloten 90 houders van een persoonsvolgend budget 129 cashovereenkomsten met groenezorginitiatieven. BIJSTANDSORGANISATIES -------------------------------------------------------------------------------- 5 bijstandsorganisaties Het VAPH vergunt en financiert 5 bijstandsorganisaties. Op 1 januari 2021 hebben de bijstandsorganisaties in totaal 6088 lidmaatschappen. In dit totaal aantal lidmaatschappen zijn dubbeltellingen gevat omdat 1 persoon een lidmaatschap kan hebben bij meer dan 1 bijstandsorganisatie. Volgens de huidige wetgeving betaalt het VAPH aan de bijstandsorganisaties per lid een ledensubsidie van 170,41 euro, dubbeltellingen inbegrepen. Naast de ledensubsidie wordt er volgens de huidige wetgeving een basissubsidie betaald. Die bedraagt 90.216 euro voor bijstandsorganisaties die minimum 500 leden hebben. Voor bijstandsorganisaties met minder dan 500 leden is de basissubsidie gelijk aan 90.216 euro vermenigvuldigd met het aantal leden gedeeld door 500, maar nooit lager dan het minimumbedrag van 40.096 euro. DIENSTEN ONDERSTEUNINGSPLAN -------------------------------------------------------------------------------- 5 diensten ondersteuningsplan Het VAPH erkent en subsidieert vijf diensten ondersteuningsplan. In 2020 waren zij erkend voor 27.958 begeleidingen. Dit is hetzelfde aantal als de vorige jaren. Een dienst ondersteuningsplan helpt de persoon met een handicap om zijn netwerk te versterken en uit te bouwen, zijn ondersteuningsnood in kaart te brengen en te zoeken naar de meest geschikte ondersteuning. Indien nodig wordt de persoon ondersteund bij de opmaak van het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget in functie van de aanvraag van een persoonsvolgend budget. In totaal hebben in 2020 ruim 4200 personen met een handicap gebruik gemaakt van de diensten ondersteuningsplan. ORGANISATIES VOOR VRIJETIJDSZORG -------------------------------------------------------------------------------- 20 organisaties voor vrijetijdszorg Het VAPH erkent en subsidieert twintig organisaties voor vrijetijdszorg. Een organisatie voor vrijetijdszorg biedt aangepaste vrijetijdsactiviteiten aan voor personen met een handicap. Via die activiteiten bieden de vrijetijdszorgorganisaties aan personen met een handicap kansen om zich te ontspannen, om mensen te ontmoeten, om ervaringen op te doen, om vaardigheden aan te leren ... De vrijetijdszorgorganisaties werken op die manier niet alleen ondersteunend voor de persoon zelf, maar ook voor het netwerk dat instaat voor de ondersteuning van personen op andere levensdomeinen (wonen, dagbesteding ...). De organisaties voor vrijetijdszorg zorgen enerzijds voor de uitbouw van een eigen uniek vrijetijdsaanbod voor personen met een handicap voor wie het beschikbare vrijetijdsaanbod binnen de reguliere vrijetijdssector niet bereikbaar of toegankelijk is. Anderzijds bieden zij vrijetijdstrajectbemiddeling op maat voor personen met een handicap die gebruik willen maken van een niet-handicapspecifiek vrijetijdsaanbod. OBSERVATIE-, DIAGNOSE- EN BEHANDELINGSUNITS -------------------------------------------------------------------------------- 4 observatie-, diagnoseen behandelingsunits In 2020 waren er 4 observatie-, diagnose- en behandelingsunits voor meerderjarige personen met een handicap, erkend voor in totaal 1969,21 personeelspunten. Dit aantal is onveranderd ten opzichte van vorig jaar. Een observatie-, diagnose- en behandelingsunit (ODB-unit) biedt ondersteuning aan meerderjarige personen met een handicap met ernstige gedragsstoornissen in een residentiële setting, ambulant of mobiel, en dit voor een periode van maximaal 9 maanden. Die periode is maximaal 2 keer verlengbaar. OUDERINITIATIEVEN -------------------------------------------------------------------------------- 15 ouderinitiatieven Ouderinitiatieven zijn initiatieven van ouders en/of andere familieleden tot de tweede graad van personen met een handicap die zorg en ondersteuning willen organiseren voor een groep van maximaal 15 personen met een handicap met en zonder persoonsvolgend budget en die zich kunnen zich laten registreren bij het VAPH. Het persoonsvolgend budget (PVB) kan bij een geregistreerd ouderinitiatief besteed worden. Het kan enkel in cash ingezet worden. Ouderinitiatieven moeten zich laten registreren als er collectieve ondersteuning wordt aangeboden. Op 31 december 2020 waren 15 ouderinitiatieven geregistreerd bij het VAPH. Zij hadden in de loop van het jaar 2020 45 cliënten. AANBOD VOOR GEÏNTERNEERDEN -------------------------------------------------------------------------------- 3 residentiële units geïnterneerden 3 vergunde zorgaanbieders organiseren een residentiële unit voor geïnterneerde personen met een handicap. Op 31 december 2020 zijn zij samen erkend voor in totaal 50 plaatsen. 3 dagondersteuning in gevangenis 3 vergunde zorgaanbieders bieden dagondersteuning aan personen met een handicap in de gevangenis. In totaal zijn de 3 organisaties erkend voor 1647 personeelspunten. 70 directe financiering geïnterneerden 70 vergunde zorgaanbieders zijn geregistreerd in het kader van de directe financiering voor geïnterneerde personen met een handicap. In 2020 werden 95 aanvragen van personen met een handicap voor de doelgroep geïnterneerden ingediend: 75 aanvragen kregen ook een goedkeuring in 2020. Het gaat om 19 aanvragen voor de residentiële opvang van geïnterneerden en 56 aanvragen voor de directe financiering. 5 aanvragen werden stopgezet waarvan 4 een onvolledig aanvraagdossier hadden en 1 niet voldeed aan de voorwaarden. In de loop van 2020 vonden 12 van de 19 geïnterneerden een plaats in de residentiële opvang. Op 31 december 2020 waren 9 van hen nog steeds opgenomen in een residentiële unit voor geïnterneerden. 24 van de 56 geïnterneerden konden terecht bij een vergunde zorgaanbieder. Op 31 december 2020 werden 23 van hen daar nog steeds ondersteund. Eén geïnterneerde persoon met een handicap keerde terug naar een beveiligde setting. Nog eens 8 geïnterneerden kregen in 2020 een goedkeuring van een aanvraag die ze in 2019 deden: 6 kregen een goedkeuring voor de directe financiering en 2 voor de residentiële opvang voor geïnterneerden. Voor 3 van deze 8 cliënten werd ook een oplossing gevonden in de loop van 2020: 2 opnames binnen directe financiering en 1 opname in een residentiële unit voor geïnterneerden. WOONINFRASTRUCTUUR -------------------------------------------------------------------------------- 16 erkende wooninfrastructuur Het VAPH erkent 16 organisaties die wooninfrastructuur ter beschikking stellen aan personen met een handicap. -------------------------------------------------------------------------------- EXTRA MIDDELEN -------------------------------------------------------------------------------- Quote: "In 2020 investeerde de Vlaamse Regering 40 miljoen euro extra in de zorg en ondersteuning voor personen met een handicap." In de meerjarenbegroting die opgemaakt werd bij de start van de nieuwe Vlaamse Regering in 2019, werd een extra budget van 270.000.000 euro voorzien in de periode 2020-2024. In 2020 ging het om 40.000.000 euro extra. Met die middelen zijn vanaf september onder andere 16 extra plaatsen in een multifunctioneel centrum (MFC) gerealiseerd in de provincie Antwerpen. Het gaat om een aanbod voor jongeren met een verstandelijke handicap en bijkomende gedrags- en emotionele problemen en/of bijkomende medische problemen. De jaarlijkse kostprijs daarvan is 1.314.000 euro. 85% van de overige middelen of 32.883.000 euro werd toegevoegd aan het budget voor persoonsvolgende budgetten (PVB's) voor meerderjarigen. Die middelen zijn in de loop van het jaar samen met de middelen die vrijkwamen door uitstroom ingezet voor het ter beschikking stellen van nieuwe persoonsvolgende budgetten in de automatische-toekenningsgroepen en de prioriteitengroepen. Bij de verdeling van de middelen over de prioriteitengroepen lag de nadruk op de meest dringende vragen: 85% ging naar prioriteitengroep 1. Daarnaast ging 10% naar prioriteitengroep 2 en 5% naar prioriteitengroep 3. De resterende 5.803.000 euro zijn ingezet voor bijkomende persoonlijke- assistentiebudgetten (PAB's) voor minderjarigen. Met die middelen en de middelen die vrijkwamen door uitstroom werden nieuwe persoonlijkeassistentiebudgetten toegekend aan de langst wachtenden en de dringende PAB-aanvragen. Hierdoor steeg het aantal PAB-gebruikers met ongeveer 9% tot 1129. -------------------------------------------------------------------------------- ONDERSTEUNINGSCOMBINATIES -------------------------------------------------------------------------------- Quote: "In 2020 hadden 103.640 personen een vorm van VAPH-ondersteuning of een zorgbudget." Personen met een handicap kunnen gebruik maken van verschillende vormen van ondersteuning. Op deze pagina wordt voor iedere ondersteuningsvorm in kaart gebracht hoeveel personen er gebruik van maken op basis van gegevens van 31 december 2020. Ook wordt een overzicht gegeven van hoe mensen verschillende ondersteuningsvormen combineren. ONDERSTEUNINGSVORMEN -------------------------------------------------------------------------------- In het overzicht wordt zowel ondersteuning voor minderjarigen als meerderjarigen weergegeven. Enerzijds komt de laagdrempelige ondersteuning in trap 1 aan bod. Daartoe behoren de rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH) en het zorgbudget voor mensen met een handicap. Anderzijds wordt de niet-rechtstreeks toegankelijke hulp in trap 2 in kaart gebracht. Daarbij gaat het om minderjarigen in een multifunctioneel centrum (MFC) of met een persoonlijke-assistentiebudget (PAB), en om meerderjarigen met een persoonsvolgend budget (PVB). Binnen de rechtstreeks toegankelijke hulp wordt vanaf 2020 een apart cijfer weergegeven voor globale individuele ondersteuning (GIO), een specifieke ondersteuning voor jonge kinderen en hun context. Daarnaast wordt ook het aantal actieve gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen weergegeven (individuele materiële bijstand of IMB). Met 'actieve gebruikers' worden personen bedoeld die een tegemoetkoming voor hulpmiddelen en aanpassingen gekregen hebben in de 10 jaar voor de referentiedatum en die niet overleden zijn voor de referentiedatum. Tot slot geven we ook mee hoeveel meerderjarigen wachten op een (verhoging van hun) persoonsvolgend budget per prioriteitengroep (PG). Hun vragen worden ingedeeld in een van de drie prioriteitengroepen, waarbij prioriteitengroep 1 de dringendste vragen bevat. [Tabel 1: evolutie in aantal personen per ondersteuningsvorm][niet opgenomen] Opvallend voor 2020 is dat het aantal gebruikers in een aantal categorieën daalt. Dit geldt zowel voor rechtstreeks toegankelijke hulp, multifunctionele centra als individuele materiële bijstand. Ook zien we dat het aantal wachtenden in prioriteitengroep 1 en prioriteitengroep 3 gedaald is. We vermoeden dat een deel van deze daling verklaard wordt door de coronacrisis. De daling bij het aantal gebruikers in multifunctionele centra dateert echter al van vroeger. De overdracht van een aantal MFC-plaatsen naar het agentschap Opgroeien is hier wellicht een ander deel van de verklaring. Ook de daling van het aantal wachtenden in prioriteitengroep 3 heeft zich al eerder ingezet. Die wordt voornamelijk veroorzaakt door vragen tot herprioritering, waardoor deze mensen in prioriteitengroep 1 of prioriteitengroep 2 terechtkomen. COMBINATIES VAN ONDERSTEUNINGSVORMEN -------------------------------------------------------------------------------- Sommige ondersteuningsvormen kunnen gecombineerd worden. Niet alle combinaties zijn echter toegestaan. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van het aantal mensen per combinatie van ondersteuningsvormen. In het overzicht wordt de ondersteuning in trap 1 gegroepeerd: rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH) en het zorgbudget voor mensen met een handicap. Ook de ondersteuning binnen trap 2 wordt gegroepeerd (zowel voor minderjarigen als meerderjarigen): ondersteuning door een multifunctioneel centrum (MFC), via een persoonlijke- assistentiebudget (PAB) of via een persoonsvolgend budget (PVB). Een persoon kan in onderstaande tabel maar in een van de categorieën van combinaties voorkomen. Het totaal is dus gelijk aan de som van de onderdelen. [Tabel 2: evolutie in ondersteuningscombinaties][niet opgenomen] Ondersteuning in trap 1 kan niet gecombineerd worden met ondersteuning in trap 2. Andere combinaties zijn wel toegelaten. Uit de tabel blijkt dat mensen in veel gevallen van de combinatiemogelijkheden gebruik maken. Zo wordt bijvoorbeeld ondersteuning in trap 1 of trap 2 gecombineerd met het gebruik van een hulpmiddel of aanpassing om tot een optimale ondersteuning op maat te komen. Daarnaast zien we ook dat mensen die wachten op een persoonsvolgend budget in een prioriteitengroep in afwachting van de terbeschikkingstelling van hun budget vaak gebruik maken van ondersteuning in trap 1 (via rechtstreeks toegankelijke hulp en/of een zorgbudget voor mensen met een handicap), eventueel in combinatie met een hulpmiddel en/of aanpassing. [Grafiek: grafische voorstelling van de verschillende ondersteuningsvormen en de combinaties in 2020][niet opgenomen] Mensen die wachten op een (verhoging van hun) persoonsvolgend budget (PVB) in een prioriteitengroep, kunnen gebruik maken van andere ondersteuningsvormen in afwachting van de terbeschikkingstelling van hun persoonsvolgend budget. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de gebruikte ondersteuningsvormen door de wachtenden in de prioriteitengroepen. [Tabel 3: overzicht wachtenden in de prioriteitengroepen: welke VAPH- ondersteuning krijgen ze al?][niet opgenomen] [Tabel 4: overzicht wachtenden in de prioriteitengroepen: ondersteuningscombinaties opgesplitst naar al of niet gebruik van hulpmiddelen en woonaanpassingen (IMB)][niet opgenomen] Aan de hand van de gegevens in tabel 3 en 4 stellen we onder andere het volgende vast: * Bijna 30% van de mensen in de prioriteitengroepen vraagt een verhoging van hun persoonsvolgend budget (PVB). * 34% heeft een zorgbudget voor mensen met een handicap. * Een vierde wordt ondersteund via rechtstreeks toegankelijke hulp (waarvan ongeveer de helft een zorgbudget heeft). * 22% heeft geen ondersteuning in trap 1 of trap 2. Meer dan een derde van hen is een actieve gebruiker van een hulpmiddel en/of aanpassing. * 14% van de mensen in de prioriteitengroepen heeft geen ondersteuning in trap 1, trap 2 of via een hulpmiddel en/of aanpassing. [Tabel 5: aantal mensen per type handicap dat een van bovenvermelde ondersteuningsvormen krijgt, en/of in een prioriteitengroep staat op 31.12.2020] [niet opgenomen] De aard van de handicap in bovenstaande tabel is afgeleid uit de handicapcodes die meestal door een erkend multidisciplinair team vastgesteld zijn. Uit bovenstaande tabel kunnen we het volgende afleiden: * 36% van het totaal aantal mensen met VAPH-ondersteuning of wachtend in een prioriteitengroep heeft een fysieke handicap. * Voornamelijk bij mensen die gebruik maken van hulpmiddelen of woningaanpassingen zijn er veel mensen met een fysieke handicap (61%). * 33% heeft een verstandelijke handicap * In trap 2 heeft 68% een verstandelijke handicap, en 40% een fysieke handicap Deze verhoudingen zijn stabiel ten opzichte van de vorige jaren. REGIONALE CIJFERS -------------------------------------------------------------------------------- Op basis van deze ondersteuningscombinatie zijn per regio een aantal cijfergegevens beschikbaar. Het gaat om cijfers over de leeftijd, doelgroep, gevraagde ondersteuningsfunctie van de mensen in de prioriteitengroepen en het aantal terbeschikkingstellingen per regio, het aantal bij het VAPH-gekende personen per gemeente ... U vindt de cijfers in het bestand Jaarverslag 2020 - Rapportering op regionaal niveau. CONCLUSIE -------------------------------------------------------------------------------- Iets meer dan 100.000 mensen maken gebruik van handicapspecifieke ondersteuning in de vorm van hulpmiddelen, aanpassingen, een zorgbudget voor mensen met een handicap, rechtstreeks of niet-rechtstreeks toegankelijke hulp. Een aanzienlijk aandeel van die groep combineert ondersteuningsvormen. -------------------------------------------------------------------------------- CORONA -------------------------------------------------------------------------------- Ook voor de personen met een handicap, de diensten en voorzieningen en het VAPH stond 2020 vooral in het teken van de wereldwijde covid-pandemie. Naast de algemeen geldende maatregelen werden in de sector van het VAPH tal van specifieke acties opgezet om de crisis zo goed mogelijke aan te pakken en de gevolgen ervan zoveel mogelijk te beperken. Het VAPH heeft daarvoor een intensieve crisiswerking opgezet. Speerpunten van die werking waren: * beschermingsmaterialen opvolgen, bestellen, verdelen * adequate communicatie opzetten * aangepaste richtlijnen opmaken * compenserende maatregelen uitwerken voor de budgethouders, de vergunde zorgaanbieders, bijstandsorganisaties ... * ondersteuning bieden bij uitbraken * met de stakeholders overleggen * de evolutie van de pandemie opvolgen In dit kader werd intensief samengewerkt met de collega's van zorg en gezondheid en namen verschillende medewerkers van het VAPH deel aan de projectgroepen van de Taskforce COVID-19 Zorg die binnen het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin opgezet werd. De steeds wisselende situatie werd opgevolgd, signalen uit het werkveld werd opgepikt, richtlijnen werden aangepast ... In de presentatie voor de commissie Welzijn van het Vlaams Parlement van 18 september 2020 vindt u heel wat detailinformatie met onder andere een tijdslijn waarbij de wisselwerking tussen de maatregelen van de nationale veiligheidsraad, de Vlaamse Regering, het kabinet Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en de taskforce binnen het beleidsdomein en het VAPH weergegeven wordt. Illustratief geven we hier enkele bevindingen op basis van de cijfers. * De pandemie kende binnen de VAPH-sector een zeer gelijkaardig verloop als in de bredere samenleving. We kunnen spreken over twee golven van besmettingen, de eerste in maart-april, de tweede in oktobernovember. Dit zien we onder andere aan twee pieken in het aantal vastgestelde besmettingen binnen de residentiële voorzieningen: op 14.000 residenten waren er eind april 353 besmettingen en begin november 421 bevestigde besmettingen. Doordat eind april nog niet bij elke vermoedelijke besmetting een test kon afgenomen worden, werden op dat moment de vermoedelijke en bevestigde besmettingen nog samengeteld. * Het aantal overlijdens door corona bleef binnen de VAPH-sector gelukkig relatief beperkt. Toch zien we bij de houders van een persoonsvolgend budget een hoger sterftecijfers dan andere jaren, met name een stijging van ongeveer 11% ten opzichte van het gemiddelde van de drie voorgaande jaren. Deze stijging beperkt zich tot de houders van een persoonsvolgend budget en is dus niet merkbaar bij cliënten die gebruikmaken van rechtstreeks toegankelijke hulp, een persoonlijke-assistentiebudget of een multifunctioneel centrum. Ook hier liggen de cijfers vooral hoger in de maanden april en november. * Tijdens de lockdown van maart tot mei kon men enkel een beroep doen op residentiële ondersteuning zonder de mogelijkheid om bijvoorbeeld in het weekend naar huis te gaan of zonder de mogelijkheid om bezoek te krijgen. 14.000 mensen werden tijdens de lockdown 7 dagen op 7 en 24 uur op 24 binnen de voorzieningen opgevangen. * In de periode maart-mei was er geen dagbesteding mogelijk. Wel kregen ongeveer 3.300 mensen noodzakelijke ondersteuning thuis. Ook werd meer dan ooit ondersteuning op afstand aangeboden. * De Vlaamse Regering voorzag 10 miljoen euro aan extra middelen voor de budgethouders die extra kosten maakten om de nodige ondersteuning te realiseren omwille van de coronamaatregelen. Houders van een persoonlijke- assistentiebudget of persoonsvolgend budget konden tot 25,5% extra kosten maken. Meer dan 2.000 budgethouders hebben van die mogelijkheid gebruik gemaakt. * Voor de vergunde zorgaanbieders werden lopende overeenkomsten doorbetaald, zodat zij hun personeelsinzet konden aanpassen aan de gewijzigde noden door de crisis. Er werden ook extra middelen voorzien voor de bijkomende weekend- en avondprestaties en voor de gederfde woon- en leefkosten.