================================================================================ HET VAPH IN CIJFERS Eerste jaarhelft 2020 ================================================================================ HET VAPH BLIKT TERUG OP DE EERSTE HELFT VAN 2020 De eerste helft van 2020 stond jammer genoeg helemaal in het teken van de corona-pandemie. Het VAPH rapporteert op de website periodiek over het aantal besmettingen bij het personeel en de gebruikers van de VAPH-voorzieningen. We nemen die cijfers niet op in deze halfjaarlijkse rapportage. U vindt alle cijfers op de specifieke corona-cijferpagina [ww.vaph.be/maatregelen- coronavirus/cijfers]. Net als in vorige edities, rapporteren we in dit halfjaarlijkse verslag over de ter beschikking gestelde budgetten, de aanvragen en de afhandeling ervan, over het vergunde zorgaanbod en over de tegemoetkomingen voor hulpmiddelen en aanpassingen. Analyses van de inzet en besteding van de persoonsvolgende budgetten en evoluties bij de vergunde zorgaanbieders worden voorbereid met het oog op het jaarverslag 2020. 1.139 persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld 24.824 budgethouders PVB 46.661 gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen 16.700 vragen geregistreerd in de prioriteitengroepen 1.050 budgethouders PAB 87 erkende multifunctionele centra 259 vergunde zorgaanbieders 212 aanbieders van RTH -------------------------------------------------------------------------------- PERSOONLIJKE BUDGETTEN -------------------------------------------------------------------------------- Het VAPH biedt budgetten op maat om niet-rechtstreeks toegankelijke ondersteuning te organiseren en te betalen: * Met het persoonsvolgend budget (PVB) kan een meerderjarige persoon met een handicap zorg en ondersteuning inkopen binnen zijn eigen netwerk, bij vrijwilligers, individuele begeleiders, professionele zorgverleners en bij door het VAPH vergunde zorgaanbieders. * Een persoonlijke-assistentiebudget (PAB) is een budget dat het VAPH geeft om de assistentie voor een kind met een handicap thuis of op school te organiseren en te financieren. Het zorgbudget voor mensen met een handicap (voorheen basisondersteuningsbudget) van de Vlaamse sociale bescherming is bedoeld voor personen met een erkende handicap en een beperkte ondersteuningsnood. Het zorgbudget is een vast bedrag van 300 euro per maand dat uitbetaald wordt door de zorgkassen. De cijfers over het zorgbudget voor mensen met een handicap (basisondersteuningsbudget) zijn terug te vinden op de website van de Vlaamse sociale bescherming [www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers]. PERSOONSVOLGEND BUDGET ---------------------- 1.139 persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld 16.700 vragen geregistreerd in de prioriteitengroepen 1.448 ondersteunings-plannen ingediend en beoordeeld 24.824 budgethouders PVB TER BESCHIKKING GESTELDE BUDGETTEN 1.139 persoonsvolgendebudgetten ter beschikking gesteld Quote: "Zorggarantie voor wie niet kan wachten op ondersteuning en perspectief voor wie wacht." Grafiek: aandeel van terbeschikkingstellingen in de automatische- toekenningsgroepen en in de prioriteitengroepen in de eerste jaarhelft van 2020 [niet opgenomen] In de eerste jaarhelft van 2020 werden in totaal 1139 persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld. 831 van die budgetten werden ter beschikking gesteld via de automatische-toekenningsgroepen. Dat is 73% van alle terbeschikkingstellingen. Bij de automatische-toekenningsgroepen gaat het om personen die onmiddellijk nood hebben aan ondersteuning. Die personen bevinden zich in een situatie waarin het maatschappelijk verantwoord is om hen onmiddellijk een budget ter beschikking te stellen. Zij doorlopen niet de gewone aanvraagprocedure en krijgen automatisch een budget. Zo bieden we zorggarantie voor personen met de grootste ondersteuningsnood. Personen die niet in aanmerking komen voor de procedure voor automatische toekenning, doorlopen de gewone aanvraagprocedure voor een persoonsvolgend budget. Hun vragen worden ingedeeld in een van de 3 prioriteitengroepen. In de prioriteitengroepen geldt een wachttijd. In de eerste jaarhelft van 2020 werden 308 budgetten ter beschikking gesteld via de prioriteitengroepen. Dat is 27% van alle terbeschikkingstellingen. In de eerste jaarhelft van 2020 werden 1139 persoonsvolgende budgetten aan 1107 unieke personen ter beschikking gesteld. 46% van de personen die een terbeschikkingstelling kregen, zijn nieuwe budgethouders. 54% had al een persoonsvolgend budget. Een persoon kan namelijk in de loop van de tijd meerdere keren een budget ter beschikking gesteld krijgen. In de meeste gevallen gaat het dan om een verhoging van het eerder ter beschikking gestelde budget of om de vervanging van een tijdelijk budget door een definitieve terbeschikkingstelling. Automatische terbeschikkingstellingen Quote: "De meeste terbeschikkingstellingen in de automatische-toekenningsgroepen gingen naar jongvolwassenen die overstapten van ondersteuning door een MFC (zorgcontinuïteit) en naar personen in een noodsituatie." Tabel: terbeschikkingstellingen in de automatische-toekenningsgroepen in de eerste jaarhelft van 2020 [niet opgenomen] Er werden 135 tijdelijke budgetten ter beschikking gesteld aan personen in een acute noodsituatie (bijvoorbeeld wanneer het netwerk plots wegvalt). Zij krijgen een tijdelijk budget voor 22 weken. Als er een indicatie is dat er geen oplossing zal zijn voor de noodsituatie na afloop van de 22 weken, dan kan een procedure doorlopen worden om een definitief persoonsvolgend budget aan te vragen. Die aanvraagprocedure moet in principe binnen de 22 weken afgerond worden. Is dat niet haalbaar, dan wordt het tijdelijke budget eenmalig verlengd voor een periode van 12 maanden. Er werden 120 persoonsvolgende budgetten in het kader van zo'n eenmalige verlenging (tijdelijk PVB na nood) ter beschikking gesteld. Het gaat daarbij ook om verlengingen van budgetten van personen aan wie al in de eerste jaarhelft van 2020 een persoonsvolgend budget voor een noodsituatie ter beschikking werd gesteld. Daarnaast werden er in de eerste jaarhelft van 2020 104 budgetten ter beschikking gesteld aan personen die een definitief budget kregen na een noodsituatie. Ook hier kan het gaan om budgetten van personen aan wie al in de eerste jaarhelft van 2020 een tijdelijk persoonsvolgend budget na een noodsituatie werd ter beschikking gesteld. Het VAPH stelde 94 budgetten ter beschikking aan personen in een situatie van maatschappelijke noodzaak (bijvoorbeeld wanneer er sprake is van misbruik of ernstige verwaarlozing). 32 personen met een snel degeneratieve aandoening kregen een persoonsvolgend budget ter beschikking gesteld via de spoedprocedure. Er werden 98 budgetten ter beschikking gesteld aan jongvolwassenen die ondersteuning kregen vanuit een multifunctioneel centrum (MFC) voor minderjarigen. Zij hebben ook als meerderjarige nood aan VAPH-ondersteuning. Dit is de procedure PVB na jeugdhulp MFC. Wie de toeleidingsprocedure doorlopen heeft vóór 1juli van het jaar waarin hij 21 jaar wordt, start met zijn PVB na jeugdhulp MFC op 1 juli. De anderen starten aansluitend op het doorlopen van de toeleidingsprocedure. Vandaar dat de meeste persoonsvolgende budgetten na jeugdhulp MFC starten op die datum. In 2020 gaat het om 187 budgetten met een startdatum op 1 juli. Daarnaast zijn er ook jongvolwassenen met een persoonlijke-assistentiebudget (PAB). Zij kunnen via de procedure PVB na jeugdhulp PAB een persoonsvolgend budget krijgen om hun ondersteuning verder te zetten, als ze de aanvraagprocedure voor een persoonsvolgend budget opstarten voor hun 22ste verjaardag. In de eerste jaarhelft van 2020 werden 58 budgetten ter beschikking gesteld via deze procedure. Voor 58 personen die op basis van de vertaalde vraag op de centrale registratie van zorgvragen (CRZ) een persoonsvolgend budget kregen, werd een geobjectiveerd budget voorzien. Het gaat hier meestal om een verhoging. In kader van de procedure 7/7 werden 132 budgetten ter beschikking gesteld. Het gaat om personen die in het oude systeem een goedkeuring hadden voor residentiële, voltijdse zorg maar bijvoorbeeld een à twee dagen thuis werden opgevangen. Zij konden een beroep doen op de procedure 7/7, als het niet langer mogelijk was om thuis opgevangen te worden. Die procedure garandeert in dat geval dat onmiddellijk en voltijds ondersteuning geboden kan worden. Deze procedure werd afgeschaft in het voorjaar van 2020. Vanaf 2021 zullen geen terbeschikkingstellingen meer gegeven worden in het kader van de procedure 7/7. Het aantal budgetten is niet gelijk aan het aantal personen dat een budget kreeg. Eén persoon kan opeenvolgend meerdere budgetten gekregen hebben. Zo kan iemand een budget via de procedure noodsituatie gekregen hebben, daarna een budget via verlenging nood en daarna een definitief budget na nood. De cijfers gaan over terbeschikkingstellingen in de eerste jaarhelft van 2020, ongeacht of de procedure al eerder gestart was. Quote: "35% van de personen die een terbeschikkingstelling kregen via een procedure noodsituatie, maatschappelijke noodzaak of spoedprocedure, stonden al in een prioriteitengroep." Het feit dat een groot deel van de terbeschikkingstellingen via de automatische- toekenningsgroepen ging, wil niet zeggen dat er totaal geen impact is op de personen die wachten op een persoonsvolgend budget in de prioriteitengroepen. 35% van de personen die in de eerste jaarhelft van 2020 een terbeschikkingstelling kregen via een automatische-toekenningsgroep, stonden immers al in een prioriteitengroep. De meesten van hen stonden geregistreerd in prioriteitengroep 3. Tabel: aantal personen met een terbeschikkingstelling via een automatische- toekenningsgroep in de eerste jaarhelft van 2020 die al dan niet in een prioriteitengroep stonden op 31.12.2019 [niet opgenomen]. Terbeschikkingstellingen per prioriteitengroep Quote: "De meeste terbeschikkingstellingen in de prioriteitengroepen gingen naar wachtenden in prioriteitengroep 1." In de eerste jaarhelft van 2020 werden 308 persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld aan wachtenden in de prioriteitengroepen. In de regelgeving werd de volgende verdeelsleutel vastgelegd voor 2020 voor de verdeling van de middelen in de prioriteitengroepen: * 85% voor wachtenden in prioriteitengroep 1 * 10% voor wachtenden in prioriteitengroep 2 * 5% voor wachtenden in prioriteitengroep 3 Dit heeft geleid tot de volgende verdeling van de terbeschikkingstellingen over de prioriteitengroepen: * Prioriteitengroep 1: 266 * Prioriteitengroep 2: 23 * Prioriteitengroep 3: 19 Per kwartaal wordt gemonitord of en hoeveel middelen nog ter beschikking gesteld kunnen worden in de prioriteitengroepen. VRAGEN GEREGISTREERD IN DE PRIORITEITENGROEPEN 16.700 vragen geregistreerd in de prioriteitengroepen Quote: "16.578 personen wachten op (meer) ondersteuning." Op 30 juni 2020 zijn 16.578 personen met in totaal 16.700 vragen geregistreerd in de prioriteitengroepen (eenzelfde persoon kan in twee prioriteitengroepen voorkomen met een hoofd- en een deelvraag naar ondersteuning): * 2.014 vragen in prioriteitengroep 1 * 3.473 vragen in prioriteitengroep 2 * 11.213 vragen in prioriteitengroep 3 Binnen elke prioriteitengroep worden vragen gerangschikt volgens de prioriteringsdatum. Dat is de datum waarop een persoonsvolgend budget werd aangevraagd of een herziening werd aangevraagd. De prioriteringsdatum wordt steeds vermeld in de beslissingsbrief van het VAPH. De eerstvolgende wachtende in elke prioriteitengroep heeft volgende prioriteringsdatum: * prioriteitengroep 1: 20.07.2017 * prioriteitengroep 2: 29.07.2016 * prioriteitengroep 3: 17.09.2001 AANVRAGEN EN BEOORDELINGEN 1.448 ondersteuningsplannen ingediend en beoordeeld 1.186 multidisciplinaire verslagen ingediend 1.598 vragen beoordeeld door de RPC Een persoonsvolgend budget moet aangevraagd worden via een ondersteuningsplan persoonsvolgend budget en een multidisciplinair verslag. Dat verslag bevat informatie die nodig is om de handicap, de zorgzwaarte en de dringendheid van de vraag te kunnen beoordelen. De provinciale evaluatiecommissie (PEC) beoordeelt of de aanvrager behoort tot de doelgroep van het VAPH (beoordeling handicap). De regionale prioriteitencommissie (RPC) oordeelt over de prioriteit van de vraag naar ondersteuning. Het VAPH beslist of een persoonsvolgende budget kan toegewezen worden en neemt, op basis van informatie over de vraag en over de zorgzwaarte, een beslissing over de hoogte van het budget en de prioriteitengroep waarin de vraag ondergebracht kan worden. Ingediende en beoordeelde ondersteuningsplannen Quote: "Bij de opmaak van 87% van de ingediende ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget werd in de eerste helft van 2020 ondersteuning geboden door een professional van een dienst ondersteuningsplan of dienst maatschappelijk werk van een ziekenfonds." Grafiek: ingediende en beoordeelde ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget met of zonder hulp van 1 januari 2020 tot en met 30 juni 2020 [niet opgenomen] In de eerste helft van 2020 werden 1448 ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget (OP PVB) ingediend: * 25,5% werd ingediend door een dienst ondersteuningsplan (DOP). * 61,9% werd ingediend door of met hulp van een dienst maatschappelijk werk (DMW) van een ziekenfonds. * 8,6% werd ingediend met andere hulp (bijvoorbeeld hulp van een gebruikersorganisatie of iemand uit het netwerk). * 4,1% werd ingediend zonder hulp. In vergelijking met 2019 stellen we voor de eerste helft 2020 pro rata een daling van 25,3% vast van het aantal ingediende ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget. Tabel: aantal ingediende ondersteuningsplannen PVB in de 1e helft van 2019, met onderverdeling per kwartaal [niet opgenomen] Bij het beoordelen van de ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget screent het VAPH eerst of er voldaan werd aan de leeftijds- en verblijfsvoorwaarden om een aanvraag in te dienen. Ook wordt gekeken of alle noodzakelijk vonnissen of volmachten werden toegevoegd. Indien nodig wordt extra informatie opgevraagd. Daarna wordt gecontroleerd of het ingestuurde plan volledig en correct ingevuld is. Alle vragen in het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget worden gecontroleerd op de aanwezigheid van een antwoord en er wordt een mathematische controle uitgevoerd op basis van de vraag naar zorg en ondersteuning. In een deel van de ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget bleken een of meerdere tekstvelden niet ingevuld te zijn. Bij een aantal ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget oversteeg de vraag naar zorg en ondersteuning (ondersteuningsfuncties en -frequenties) het maximum of was de combinatie van de gevraagde zorg en ondersteuning niet mogelijk. Een vraag naar oproepbare permanentie werd bijvoorbeeld vaak gecombineerd met een vraag naar maximale dag- en woonondersteuning. Bij een klein aantal ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget ontbrak een geldige handtekening. Vervolgens wordt het proces van vraagverheldering beoordeeld op basis van de beschrijving ervan in deel 4 van het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget, met uitzondering van de ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget die door een dienst ondersteuningsplan of door een dienst maatschappelijk werk van een ziekenfonds worden ingediend. Indien nodig wordt het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget ter correctie teruggestuurd. Er wordt daarbij voldoende uitgelegd welke informatie ontbreekt, zodat de cliënt zijn ondersteuningsplan persoonsvolgend budget goed kan aanvullen. Tabel: aantal in de eerste helft van 2020 goedgekeurde ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget: met of zonder correctie [niet opgenomen] In totaal werden 1520 ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget goedgekeurd in de eerste helft van 2020, waarvan 10% goedgekeurd werd nadat een correctie werd opgevraagd. Het indienjaar van het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget was niet relevant voor deze tabel. Budgetcategorie van de ingediende multidisciplinaire verslagen Voor 1186 dossiers waarin de reguliere toeleidingsprocedure werd doorlopen, werd een multidisciplinair verslag ingediend waarin de zorgzwaarte werd geobjectiveerd. Het VAPH bepaalt de budgetcategorie op basis van een vergelijking van de gevraagde budgetcategorie (bepaald op basis van de ondersteuningsvraag in het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget) en de geobjectiveerde budgetcategorie (bepaald op basis van de objectivering van de ondersteuningsnood of zorgzwaarte). De gevraagde en de geobjectiveerde budgetcategorie zijn niet noodzakelijk hetzelfde. Zo kan een persoon met een objectief intensieve ondersteuningsnood een sterk uitgebouwd informeel netwerk hebben dat vrijwillig heel wat ondersteuning biedt. De gevraagde budgetcategorie zal dan lager zijn. Het proces van vraagverheldering speelt hier dus een belangrijke rol. Voor de 1186 dossiers waarvoor een objectivering werd ingediend in de eerste jaarhelft van 2020, werd bekeken welke budgetcategorie bepalend was voor de toegewezen budgetcategorie: * Bij 26,6% was de gevraagde budgetcategorie lager dan de geobjectiveerde. De persoon met een handicap krijgt dan de gevraagde budgetcategorie toegewezen. * Bij 52,5% van de dossiers was de gevraagde budgetcategorie gelijk aan de geobjectiveerde budgetcategorie. * Bij 20,8% was de gevraagde budgetcategorie hoger dan de geobjectiveerde. De persoon met een handicap krijgt dan de geobjectiveerde budgetcategorie toegewezen. Merk op: Vanaf 17 maart 2020 wordt een nieuwe budgetbepaling toegepast. Daarbij wordt de gevraagde budgetcategorie afgetopt op basis van de maximale zorgzwaarte. Dat betekent dat situaties waarin de gevraagde budgetcategorie hoger is dan de geobjectiveerde, niet langer mogelijk zijn. In totaal werd bij 79,1% van de dossiers de gevraagde budgetcategorie toegewezen. Er is geen duidelijk verschil merkbaar tussen de ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget die ingediend werden door een dienst ondersteuningsplan (DOP) en de plannen die ingediend werden door een persoon met een handicap: * Bij dossiers waarbij de vraag werd opgesteld met hulp van een dienst ondersteuningsplan, werd in 70,4% van de gevallen de gevraagde budgetcategorie toegewezen. * Bij ondersteuningsplannen opgesteld met de hulp van een dienst maatschappelijk werk (DMW) van een ziekenfonds werd in 82,9% van de gevallen de gevraagde budgetcategorie toegewezen. * Bij de andere dossiers werd in 78,8% van de gevallen de gevraagde budgetcategorie toegewezen. Tabel: verhouding gevraagde ten opzichte van geobjectiveerde budgetcategorie opgesplitst naar wie het ondersteuningsplan heeft ingediend [niet opgenomen] Beoordeelde aanvragen door de RPC De procedure voor het aanvragen van een persoonsvolgend budget impliceert dat alle dossiers beoordeeld worden op prioriteit door de regionale prioriteitencommissie (RPC). Die beoordeling laat toe om alle aanvragen te ordenen in een van de drie prioriteitengroepen en binnen die groepen een chronologische ordening te hanteren. Uitzondering daarop vormen de aanvragen die verlopen via de zogenaamde automatische-toekenningsprocedures. Voor die aanvragen is geen beoordeling van de prioriteit nodig: die dossiers worden per definitie als dermate urgent beschouwd, dat een onmiddellijke terbeschikkingstelling van een persoonsvolgend budget noodzakelijk wordt geacht. Alleen voor dossiers die ingediend worden via de procedure maatschappelijke noodzaak (MaNo) is een oordeel van de regionale prioriteitencommissie - met name over het al of niet voldoen aan de criteria van maatschappelijke noodzaak - vereist. In de eerste jaarhelft van 2020 beoordeelde de regionale prioriteitencommissie 1598 aanvragen voor een persoonsvolgend budget: * 1348 aanvragen via de gewone aanvraagprocedure (waarvan 875 aanvragen tot herziening van de budgetcategorie en de prioriteitengroep) * 250 aanvragen die louter vroegen om een herziening van de prioriteitengroep Dat waren voornamelijk vragen van personen die vroeger op de centrale registratie van zorgvragen geregistreerd waren en door de transitie naar persoonsvolgende financiering in prioriteitengroep 3 terechtgekomen waren. Onderstaande tabellen tonen het aantal beoordeelde dossiers opgedeeld per procedure, per provincie en per kwartaal. Bij deze cijfers kan opgemerkt worden dat het aantal beoordeelde dossiers in de eerste jaarhelft van 2020 schommelt over de kwartalen heen, maar hierbij is geen duidelijke trend merkbaar. Het hoogste aantal beoordeelde dossiers werd vastgesteld in de provincie Antwerpen. In de overige provincies werden een vergelijkbaar aantal dossiers beoordeeld. Tabel: aantal door de RPC beoordeelde dossiers in de eerste jaarhelft van 2020 per kwartaal [niet opgenomen] Tabel: aantal door de RPC beoordeelde dossiers in de eerste jaarhelft van 2020 per provincie [niet opgenomen] Resultaat van de beoordeling door de regionale prioriteitencommissie Van de 1348 PVB-vragen die werden ingediend binnen de volledige aanvraagprocedure, werden de meeste vragen in de eerste jaarhelft van 2020 ingedeeld in prioriteitengroep 2 (PG 2). De verhouding tussen de prioriteitengroepen bleef stabiel doorheen de eerste twee kwartalen. Tabel: resultaat van de beoordeling bij dossiers met een volledige aanvraagprocedure in de eerste jaarhelft van 2020 per kwartaal [niet opgenomen] Tabel: resultaat van de beoordeling bij dossiers met een volledige aanvraagprocedure in de eerste jaarhelft van 2020 per provincie [niet opgenomen] Van de 250 aanvragen tot herziening van de prioriteitengroep, werd het merendeel van de vragen ingedeeld in prioriteitengroep 1 (PG 1) en prioriteitengroep 2 (PG 2). Slechts een beperkt aantal vragen werd door de regionale prioriteitencommissie opnieuw ingedeeld in prioriteitengroep 3 (PG 3). Tabel: resultaat van de beoordeling bij dossiers met enkel aanvraag tot herziening prioriteitengroep in de eerste jaarhelft van 2020 per kwartaal [niet opgenomen] Tabel: resultaat van de beoordeling bij dossiers met enkel aanvraag tot herziening prioriteitengroep in de eerste jaarhelft van 2020 per provincie [niet opgenomen] Doorlooptermijnen beoordeling handicap en prioriteit De gemiddelde doorlooptermijn voor het beoordelen van aanvragen vanaf de datum van ontvangst tot de beoordeling van de prioriteit bedraagt 76 dagen. Tabel: gemiddelde doorlooptijd in de eerste jaarhelft van 2020 voor het beoordelen van aanvragen voor een persoonsvolgend budget, uitgedrukt in dagen, per kwartaal [niet opgenomen] Tabel: gemiddelde doorlooptijd in de eerste jaarhelft van 2020 voor het beoordelen van aanvragen voor een persoonsvolgend budget, uitgedrukt in dagen, per provincie [niet opgenomen] Bij de dossiers die de volledige aanvraagprocedure doorlopen, wordt een onderscheid gemaakt tussen dossiers die in eerste instantie nog beoordeeld moeten worden door de provinciale evaluatiecommissie (PEC) wat betreft erkennen van de handicap (215 dossiers) en dossiers die rechtstreeks kunnen doorstromen naar de regionale prioriteitencommissie (RPC) (1383 dossiers) OPGESTARTE BUDGETHOUDERS 95,21% van de nieuwe budgethouders zijn opgestart Quote: "De meerderheid van de budgethouders start vlot hun budget op." Grafiek: aandeel opgestarte en niet-opgestarte nieuwe budgethouders in de eerste jaarhelft van 2020 [niet opgenomen] De overgrote meerderheid van de nieuwe budgethouders (95,21%) zijn gestart. 4,79% startte nog niet op de rapporteringsdatum (5 oktober 2020). Van de niet- gestarte budgethouders gaf bijna 20% aan het budget niet te zullen starten. Van de personen die startten met het persoonsvolgende budget, deed 97,99% dat binnen de 4 maanden. 81,49% van de startende budgethouders deed dat binnen 2 maanden na de terbeschikkingstelling. Voor de ongeveer 2% van de budgethouders die pas na 4 maanden opstartte, geldt vaak een een reden van overmacht. Ook de coronacrisis heeft bij een aantal nieuwe budgethouders een vlotte opstart enigszins bemoeilijkt. Wie een persoonsvolgend budget ter beschikking gesteld krijgt, heeft vier maanden tijd om te starten met het besteden ervan. Het VAPH volgt dat nauwgezet op en contacteert na ongeveer twee maanden de nieuwe budgethouders voor wie nog geen overeenkomst werd geregistreerd. Als uit de contactname blijkt dat de betrokkene problemen ondervindt om de geschikte ondersteuning te vinden en de besteding te starten, dan kan het VAPH hem doorverwijzen naar een bijstandsorganisatie. Indien nodig kan er na contact met een bijstandsorganisatie intensieve bemiddeling aangevraagd worden bij het VAPH. Lukt het echt niet om op te starten binnen de vooropgestelde vier maanden, maar heeft de budgethouder wel de nodige stappen daartoe ondernomen, dan kan een eenmalige verlenging van opnieuw vier maanden worden toegestaan. Als ook die periode verstreken is zonder opstart van het budget, dan wordt de terbeschikkingstelling gestopt. BESTEDING BUDGETTEN 24.824 budgethouders PVB Quote: "24.824 budgethouders persoonsvolgend budget (PVB)" Tabel: spreiding van de ter beschikking gestelde persoonsvolgende budgetten (zorggebonden middelen) over de berekende budgetcategoriën, referentiedatum 30.06.2020 [niet opgenomen] Ten opzichte van 31 december 2019 merken we een daling van het aantal budgethouders met 475. Deze daling is hoofdzakelijk te wijten aan de impact van correctiefase 2. Hierbij werden op 1 januari 2020 ongeveer 700 personen verwezen naar rechtstreeks toegankelijke hulp. Het is dus niet zo dat het aantal terbeschikkingstellingen gedaald is of dat er minder persoonsvolgende budgetten ter beschikking worden gesteld. Hieronder geven we ook de evolutie van het aantal budgethouders mee op basis van de terbeschikkingstellingen vanaf 1 januari 2018. Tabel: evolutie aantal budgethouders sinds 1 januari 2018 [niet opgenomen] PERSOONLIJKE-ASSISTENTIEBUDGET ------------------------------ 1.050 budgethouders PAB Eind juni 2020 waren er 1050 houders van een persoonlijke-assistentiebudget. Dat is een stijging van ruim 4% ten opzichte van eind juni 2019. De kinderen en jongeren worden hieronder ingedeeld naar hun leeftijd op 30 juni 2020. Tabel: aantal actieve PAB-budgethouders op 30.06.2020 (unieke cliënten) [niet opgenomen] Tabel: aantal actieve PAB-budgethouders opgedeeld naar budgetcategorie op 30.06.2020 (unieke cliënten) [niet opgenomen] Tabel: budgetcategorieën PAB in 2020 (in euro) [niet opgenomen] -------------------------------------------------------------------------------- HULPMIDDELEN -------------------------------------------------------------------------------- Hulpmiddelen en aanpassingen kunnen een persoon met een handicap helpen om activiteiten waarbij hij moeilijkheden ondervindt, uit te voeren: een traplift om de trap te overbruggen, een beeldschermloep om tekst vergroot te lezen, een trilwekker om gewekt te worden, een aangepaste woning, auto, computer of fiets... Het VAPH geeft tegemoetkomingen voor hulpmiddelen en aanpassingen. Ook voor blindengeleidehonden, incontinentiemateriaal en pedagogische hulp kan een persoon met een handicap bij het VAPH terecht. 46.661 gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen > 22.000 hulpmiddelen en aanpassingen aangevraagd ACTIEVE GEBRUIKERS ------------------ 46.661 gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen Quote: "De meeste actieve gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen zijn tussen 18 en 65 jaar oud." Tabel: aantal actieve gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen in de eerste helft van 2020 per leeftijdscategorie [niet opgenomen] Er zijn 46.661 actieve gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen.* * 4707 personen zijn jonger dan 18 jaar (10%). * 27.125 personen zijn 18 jaar tot 64 jaar (58%). * 14.829 zijn 65 jaar of ouder (32%). * Een actieve gebruiker van hulpmiddelen en aanpassingen is gedefinieerd als een persoon met een handicap die een uitbetaling voor hulpmiddelen en aanpassingen gekregen heeft tussen 1 juli 2010 en 30 juni 2020 en die op 30 juni 2020 nog in leven was. AANVRAGEN EN BESLISSINGEN ------------------------- > 22.000 hulpmiddelen en aanpassingen aangevraagd Quote: "Meer dan 22.000 hulpmiddelen werden aangevraagd." 16.617 personen hebben in de eerste helft van 2020 een uitbetaling voor hulpmiddelen en aanpassingen (individuele materiële bijstand of IMB) gekregen (rechtstreeks of via het derdebetalersysteem). In de eerste helft van 2020 werden 22.775 hulpmiddelen aangevraagd door 10.377 personen. De hulpmiddelen worden gebundeld in de refertelijst. De refertelijst geeft een overzicht van de tegemoetkomingen (refertebedragen) voor verschillende courant gevraagde hulpmiddelen en aanpassingen met de bijhorende refertetermijnen. Er zijn 12.164 beslissingen verstuurd naar 10.067 personen, waarvan 1498 weigeringen. De belangrijkste wijziging in de eerste helft van 2020 is de uitbreiding van de refertelijst Op 1 januari 2020 werden heel wat uiteenlopende wijzigingen met betrekking tot verschillende types hulpmiddelen van kracht. Sommige wijzigingen waren louter inhoudelijk maar hadden wel een verduidelijking en verbetering van het aanbod tot gevolg. Bij pedagogische hulp voor hogere studies werd bijvoorbeeld de mogelijkheid opgenomen om schakeljaren te vergoeden. In andere gevallen werden tegemoetkomingen aangepast. De tegemoetkoming voor de diverse types signaleringssystemen en de uitbreiding van het aantal bijhorende aangepaste rookmelders is daar een voorbeeld van. Die aanpassing kwam er naar aanleiding van de nieuwe regelgeving van Wonen Vlaanderen die het plaatsen van een rookmelder per verdieping verplicht. -------------------------------------------------------------------------------- ORGANISATIES -------------------------------------------------------------------------------- Het VAPH registreert, erkent, vergunt en subsidieert verschillende diensten en organisaties om ondersteuning op maat te bieden aan personen met een handicap. 87 multifunctionele centra 259 vergunde zorgaanbieders 212 aanbieders van rechtstreeks toegankelijke hulp 79 groenezorginitiatieven 5 bijstandsorganisaties 5 diensten ondersteuningsplan 20 vrijetijdszorgorganisaties 4 observatie-, diagnose- en behandelingsunits 3 residentiële units geïnterneerden 3 dagondersteuning in gevangenis 68 directe financiering geïnterneerden 14 geregistreerde ouderinitiatieven 5 gebruikers-verenigingen met informatieloket 98 multidisciplinaire teams MULTIDISCIPLINAIRE TEAMS ------------------------ 98 multidisciplinaire teams In de eerste jaarhelft van 2020 waren er 98 multidisciplinaire teams erkend. Een multidisciplinair team is een dienst die personen met een (vermoeden van) handicap bijstaat bij de aanvraag voor ondersteuning bij het VAPH. Elk multidisciplinair team heeft zijn eigen specialisatie zoals het aanvragen van een persoonsvolgend budget of voor hulpmiddelen. Een beperkt aantal teams is bovendien gespecialiseerd in specifieke handicaps. Een MDT kan een basiserkenning hebben en mag dan multidisciplinaire verslagen opmaken voor vragen voor een persoonsvolgend budget (PVB). Boven op de basiserkenning kan het MDT een specifieke erkenning hebben, zoals een erkenning individuele materiële bijstand (IMB) of een erkenning huurhulpmiddelen bij snel degeneratieve aandoeningen. VERGUNDE ZORGAANBIEDERS ----------------------- 259 vergunde zorgaanbieders In de eerste jaarhelft van 2020 vergunde het VAPH 4 nieuwe zorgaanbieders. Vergeleken met het aantal vergunningen op 31 december 2019 is het aantal vergunde zorgaanbieders verminderd met 12. Het merendeel is te wijten aan fusies en overdrachten van beheer. Enkele multifunctionele centra die werden overgedragen naar de bevoegdheid van het Agentschap Opgroeien, beschikten ook over een vergunning als zorgaanbieder, die werd stopgezet. Bij de start van de persoonsvolgende financiering ontving elk erkend MFC een vergunning als zorgaanbieder. Een vergunde zorgaanbieder is een zorgaanbieder bij wie meerderjarige personen met een handicap terechtkunnen voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg of ondersteuning. Die zorg en ondersteuning kan betaald worden met het persoonsvolgend budget. De vergunde zorgaanbieders hebben een vergunning van het VAPH om zorg en ondersteuning te bieden. Enkel zorgaanbieders die kwalitatieve zorg en ondersteuning aanbieden, kunnen een vergunning krijgen van het VAPH. Ze moeten daarvoor voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen. AANBIEDERS VAN RECHTSTREEKS TOEGANKELIJKE HULP ---------------------------------------------- 212 aanbieders van rechtstreeks toegankelijke hulp 22.268 RTH-gebruikers In de eerste jaarhelft van 2020 waren er 212 erkende aanbieders van rechtstreekse hulp, goed voor 85.257,19 personeelspunten (minder- en meerderjarigen). In de eerste jaarhelft zijn er zowel personeelspunten bijgekomen als overgedragen naar een ander agentschap: * Naar aanleiding van correctiefase 2 zijn de RTH-personeelspunten verhoogd met 5166,55. * De globale individuele ondersteuning voor minderjarigen (GIO) in Oost- Vlaanderen kreeg er 58,23 personeelspunten bij. * Er kwamen 956,53 personeelspunten bij door de reconversie van personeelspunten MFC naar RTH van de voormalige diensten voor thuisbegeleiding. * Voor RTH-kortverblijf kwamen er 1278 personeelspunten bij. * Er kwamen 159,24 personeelspunten bij door de overdracht van een project. * Er zijn 184,79 personeelspunten rechtstreeks toegankelijke hulp overgedragen naar het agentschap Opgroeien. Die RTH-capaciteit was nauw verbonden met de werking van een observatie- en behandelcentrum (OBC) (MFC) dat op 1 januari 2020 volledig overging naar het agentschap Opgroeien. Personen met een (vermoeden van) handicap die nog niet beschikken over een persoonsvolgend budget, kunnen gebruik maken van rechtstreeks toegankelijke hulp. In de eerste jaarhelft werd via rechtstreeks toegankelijke hulp ondersteuning geboden aan 22.268 cliënten, waarvan 9653 minderjarigen. Tabel: overzicht van het aantal RTH-gebruikers per ondersteuningsfunctie per provincie (op basis van het domicilie van de cliënt) in de eerste jaarhelft van 2020 [niet opgenomen] Daarnaast is er ook kortverblijf. Dat is een overnachting bij een RTH-dienst waaraan eventueel een dag dagopvang kan gekoppeld worden. Die capaciteit is bedoeld voor personen die op 1 januari 2017 de overstap maakten naar een persoonsvolgend budget en waarbij voor de bepaling van hun budget werd rekening gehouden met minder dan 60 nachten woonondersteuning. In dat geval wordt het kortverblijf rechtstreeks gefinancierd door het VAPH. In de eerste jaarhelft van 2020 kregen 461 personen op die manier ondersteuning via kortverblijf. Tot slot kregen 318 personen in de eerste jaarhelft van 2020 globale individuele ondersteuning. Het gaat om laagdrempelige en snel inzetbare hulp in de gewone kinderopvang of school zodat kinderen met en zonder specifieke zorgbehoeften samen kunnen participeren. Er wordt ingezet op jonge kinderen met een (vermoeden van) handicap tot en met het eerste leerjaar. Kinderen kunnen gebruik maken van maximaal 4 RTH-punten op jaarbasis, die losstaan van de 8 punten waar elk kind met een (vermoeden van) handicap gebruik van kan maken binnen de rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH). GEBRUIKERSVERENIGINGEN MET INFORMATIELOKET ------------------------------------------ 5 informatieloket gebruikers In de eerste jaarhelft van 2020 waren er 5 gebruikersverenigingen met informatieloket die vergund en gesubsidieerd worden door het VAPH. Gebruikersverenigingen zijn verenigingen van en voor personen met een (vermoeden van) handicap en hun omgeving. Het zijn organisaties die personen met een (vermoeden van) handicap vertegenwoordigen. Ze kunnen personen met een (vermoeden van) handicap en hun omgeving wegwijs maken in de verschillende mogelijkheden voor ondersteuning door het VAPH en de administratieve stappen die eventueel moeten gezet worden. Gebruikersverenigingen kunnen ook de personen met een handicap die een beroep doen op ondersteuning van een vergunde zorgaanbieder, ondersteunen in het uitoefenen van hun rechten en plichten. GROENEZORGINITIATIEVEN ---------------------- 79 groenezorginitiatieven Voor 30 juni 2020 werden er 79 groenezorginitiatieven geregistreerd. Een groenezorginitiatief is een initiatief van een bedrijf, vereniging of particulier waarin activiteiten van land- of tuinbouwproductie of andere activiteiten die betrekking hebben op de omgang met planten of dieren, deel uitmaken van de dagactiviteiten voor mensen uit kwetsbare groepen. De activiteiten gebeuren onder begeleiding. Voorbeelden van een groenezorginitiatief zijn een zorgboerderij, een dierenasiel, een dierenpension en een belevingshoeve. Ondersteuning door een groenezorginitiatief kan enkel betaald worden via het cashsysteem van het persoonsvolgend budget. In de eerste jaarhelft sloten houders van een persoonsvolgend budget 81 cashovereenkomsten met groenezorginitiatieven. BIJSTANDSORGANISATIES --------------------- 5 bijstandsorganisaties Het VAPH vergunt en financiert vijf bijstandsorganisaties. Over het aantal leden wordt enkel op jaarbasis gerapporteerd in functie van de subsidiëring. DIENSTEN ONDERSTEUNINGSPLAN --------------------------- 5 diensten ondersteuningsplan Het VAPH erkent en subsidieert vijf diensten ondersteuningsplan. In 2020 waren zij erkend voor 27.958 begeleidingen. Dat is hetzelfde aantal als vorig jaar. Een dienst ondersteuningsplan helpt de persoon met een handicap om zijn netwerk te versterken en uit te bouwen, zijn ondersteuningsnood in kaart te brengen en te zoeken naar de meest geschikte ondersteuning. Indien nodig wordt de persoon ondersteund bij de opmaak van het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget in functie van de aanvraag van een persoonsvolgend budget. Meer dan 3000 personen met een handicap maakten gebruik van de diensten ondersteuningsplan in de eerste jaarhelft van 2020. ORGANISATIES VOOR VRIJETIJDSZORG -------------------------------- 20 organisaties voor vrijetijdszorg Het VAPH erkent en subsidieert twintig organisaties voor vrijetijdszorg. Een organisatie voor vrijetijdszorg biedt aangepaste vrijetijdsactiviteiten aan voor personen met een handicap. Via die activiteiten bieden de vrijetijdszorgorganisaties aan personen met een handicap kansen om zich te ontspannen, om mensen te ontmoeten, om ervaringen op te doen, om vaardigheden aan te leren... De vrijetijdszorgorganisaties werken op die manier niet alleen ondersteunend voor de persoon zelf, maar ook voor het netwerk dat instaat voor de ondersteuning van personen op andere levensdomeinen (wonen, dagbesteding...). De organisatie voor vrijetijdszorg zorgt enerzijds voor de uitbouw van een eigen uniek vrijetijdsaanbod voor personen met een handicap voor wie het beschikbare vrijetijdsaanbod binnen de reguliere vrijetijdssector niet bereikbaar of toegankelijk is. Anderzijds bieden zij vrijetijdstrajectbemiddeling op maat voor personen met een handicap. OBSERVATIE-, DIAGNOSE- EN BEHANDELINGSUNITS ------------------------------------------- 4 observatie-, diagnose- en behandelingsunits In de eerste jaarhelft van 2020 waren er 4 observatie-, diagnose- en behandelingsunits met in totaal 1969,21 personeelspunten voor meerderjarige personen met een handicap. Dit aantal is onveranderd ten opzichte van vorig jaar. Een observatie-, diagnose- en behandelingsunit (ODB-unit) biedt ondersteuning aan meerderjarige personen met een handicap met ernstige gedragsstoornissen in een residentiële setting, ambulant of mobiel, en dit voor een periode van maximaal 9 maanden. Die periode is maximaal 2 keer verlengbaar. Na deze tijdelijke ondersteuning keert de gebruiker terug naar een reguliere woon-en leefsituatie. OUDERINITIATIEVEN ----------------- 14 ouderinitiatieven Ouderinitiatieven zijn initiatieven van ouders en/of andere familieleden tot de tweede graad van personen met een handicap die zorg en ondersteuning willen organiseren voor een groep van maximaal 15 personen met een handicap met en zonder persoonsvolgend budget en die zich kunnen laten registreren bij het VAPH. Sinds 1 januari 2019 kan het persoonsvolgend budget (PVB) bij een geregistreerd ouderinitiatief besteed worden. Deze registratie is nodig als er collectieve ondersteuning wordt aangeboden. Bij een geregistreerd ouderinitiatief kunnen maximum 15 personen met én zonder persoonsvolgend budget terecht voor zorg en ondersteuning. De persoonsvolgende budgetten kunnen enkel in cash worden ingezet. In de eerste jaarhelft van 2020 zijn er 5 nieuwe ouderinitiatieven geregistreerd. GEINTERNEERDEN 3 residentiële units geïnterneerden 3 vergunde zorgaanbieders organiseren een residentiële unit voor geïnterneerde personen met een handicap. Sinds 1 januari 2019 zijn zij samen erkend voor in totaal 4350 personeelspunten. Dit aantal is onveranderd ten opzichte van vorig jaar. 3 dagondersteuning in gevangenis 3 vergunde zorgaanbieders bieden dagondersteuning aan personen met een handicap in de gevangenis. In totaal zijn de drie organisaties erkend voor in totaal 1647 personeelspunten. Dit aantal is onveranderd ten opzichte van vorig jaar. 68 directe financiering geïnterneerden 68 vergunde zorgaanbieders zijn geregistreerd in het kader van de directe financiering voor geïnterneerde personen met een handicap. In de eerste jaarhelft van 2020 werden 47 aanvragen van personen met een handicap voor de doelgroep geïnterneerden goedgekeurd. Het gaat om 11 aanvragen voor de residentiële opvang van geïnterneerden en 36 aanvragen voor de directe financiering. Tussen januari en juli 2020 vonden 7 van de 11 gebruikers een plaats in de residentiële opvang. 15 gebruikers werden opgenomen bij een vergunde zorgaanbieder. Nog eens 6 gebruikers kregen een goedkeuring van een aanvraag die ze in 2019 deden. 4 van hen konden terecht bij de directe financiering en 2 bij de residentiële opvang voor geïnterneerden. -------------------------------------------------------------------------------- EXTRA MIDDELEN -------------------------------------------------------------------------------- Quote: "In 2020 investeert de Vlaamse Regering 40 miljoen euro extra in de zorg en ondersteuning voor personen met een handicap." In de meerjarenbegroting die opgemaakt werd bij de start van de nieuwe Vlaamse Regering in 2019, werd een extra budget van 270.000.000 euro voorzien in de periode 2020-2024. In 2020 gaat het om 40.000.000 euro extra. Met die middelen zullen vanaf september onder andere 16 extra plaatsen in een multifunctioneel centrum (MFC) gerealiseerd worden in de provincie Antwerpen. Het gaat om een aanbod voor jongeren met een verstandelijke handicap en bijkomende gedrags- en emotionele problemen en/of bijkomende medische problemen. De jaarlijkse kostprijs daarvan is 1.314.000 euro. 85% van de overige middelen of 32.883.000 euro wordt toegevoegd aan het budget voor persoonsvolgende budgetten (PVB's) voor meerderjarigen. Die middelen zullen in de loop van het jaar samen met de middelen die vrijkomen door uitstroom ingezet worden voor het ter beschikking stellen van nieuwe PVB's in de automatische-toekenningsgroepen en de prioriteitengroepen. Bij de verdeling van de middelen over de prioriteitengroepen ligt de nadruk op de meest dringende vragen: 85% gaat naar prioriteitengroep 1. Daarnaast gaat 10% naar prioriteitengroep 2 en 5% naar prioriteitengroep 3. De resterende 5.803.000 euro wordt ingezet voor bijkomende persoonlijke- assistentiebudgetten (PAB) voor minderjarigen. Met die middelen en de middelen die vrijkomen door uitstroom worden nieuwe persoonlijke-assistentiebudgetten toegekend aan de langst wachtenden en de dringende PAB-aanvragen. -------------------------------------------------------------------------------- ONDERSTEUNINGSCOMBINATIES -------------------------------------------------------------------------------- 104.300 personen hebben een vorm van VAPH-ondersteuning of een zorgbudget. Personen met een handicap kunnen gebruik maken van verschillende vormen van ondersteuning. Op deze pagina wordt voor iedere ondersteuningsvorm in kaart gebracht hoeveel personen er gebruik van maken op basis van gegevens van 30 juni 2020. Ook wordt een overzicht gegeven van hoe mensen verschillende ondersteuningsvormen combineren. ONDERSTEUNINGSVORMEN -------------------- In het overzicht wordt zowel ondersteuning voor minderjarigen als voor meerderjarigen weergegeven. Enerzijds komt de laagdrempelige ondersteuning in trap 1 aan bod. Daartoe behoren de rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH) en het zorgbudget voor mensen met een handicap. Anderzijds wordt de niet-rechtstreeks toegankelijke hulp in trap 2 in kaart gebracht. Daarbij gaat het om minderjarigen in een multifunctioneel centrum (MFC) of met een persoonlijke- assistentiebudget (PAB), en om meerderjarigen met een persoonsvolgend budget (PVB). Daarnaast wordt ook het aantal actieve gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen weergegeven (individuele materiële bijstand of IMB). Met 'actieve gebruikers' worden personen bedoeld die een tegemoetkoming voor hulpmiddelen en aanpassingen gekregen hebben in de 10 jaar voor de referentiedatum en die niet overleden zijn voor de referentiedatum. Tot slot geven we ook mee hoeveel meerderjarigen wachten op een (verhoging van hun) persoonsvolgend budget per prioriteitengroep (PG). Hun vragen worden ingedeeld in een van de drie prioriteitengroepen, waarbij prioriteitengroep 1 de dringendste vragen bevat. Tabel: evolutie in aantal personen per ondersteuningsvorm [niet opgenomen] De cijfers voor RTH en MFC in tabel 1 zijn gebaseerd op de gebruikers van 01.07.2019 tot 30.06.2020. Op andere plaatsen in het halfjaarverslag wordt het aantal gebruikers van RTH en MFC van 01.01.2020 tot 30.06.2020 gegeven. Vandaar dat deze cijfers niet gelijk zijn. Hier opteren we om de gegevens van een volledig jaar te nemen om de vergelijkbaarheid te verhogen met de gegevens van de ondersteuningscombinaties op de voorgaande meetmomenten. Door correctiefase 2 werden op 1 januari 2020 ongeveer 700 personen geconverteerd naar rechtstreeks toegankelijke hulp. Deze omzetting is de reden voor de daling van het aantal budgethouders PVB tussen 31.12.2019 en 30.06.2020. Daarnaast is ondanks deze omzetting het aantal personen dat tussen 01.07.2019 en 30.06.2020 ondersteund werd door RTH gedaald ten opzichte van het jaar daarvoor. Deze daling is te wijten aan het feit dat er minder mensen ondersteund werden via RTH door de coronacrisis. COMBINATIES VAN ONDERSTEUNINGSVORMEN ------------------------------------ Sommige ondersteuningsvormen kunnen gecombineerd worden. Niet alle combinaties zijn echter toegestaan. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van het aantal mensen per combinatie van ondersteuningsvormen. In het overzicht wordt de ondersteuning in trap 1 gegroepeerd: rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH) en het zorgbudget voor mensen met een handicap. Ook de ondersteuning binnen trap 2 wordt gegroepeerd (zowel voor minderjarigen als meerderjarigen): ondersteuning door een multifunctioneel centrum (MFC), via een persoonlijke- assistentie-budget (PAB) of via een persoonsvolgend budget (PVB). Een persoon kan in onderstaande tabel maar in een van de categorieën van combinaties voorkomen. Het totaal is dus gelijk aan de som van de onderdelen. Tabel: evolutie in ondersteuningscombinaties [niet opgenomen] Ondersteuning in trap 1 kan niet gecombineerd worden met ondersteuning in trap 2. Andere combinaties zijn wel toegelaten. Uit de tabel blijkt dat mensen in veel gevallen van de combinatiemogelijkheden gebruik maken. Zo wordt bijvoorbeeld ondersteuning in trap 1 of trap 2 gecombineerd met het gebruik van een hulpmiddel of aanpassing om tot een optimale ondersteuning op maat te komen. Daarnaast zien we ook dat mensen die wachten op een persoonsvolgend budget in een prioriteitengroep in afwachting van de terbeschikkingstelling van hun budget vaak gebruik maken van ondersteuning in trap 1 (via RTH en/of een zorgbudget voor mensen met een handicap), eventueel in combinatie met een hulpmiddel en/of aanpassing. Grafiek: verschillende ondersteuningsvormen en de combinaties [niet opgenomen] Mensen die wachten op een (verhoging van hun) persoonsvolgend budget (PVB) in een prioriteitengroep, kunnen gebruik maken van andere ondersteuningsvormen in afwachting van de terbeschikkingstelling van hun persoonsvolgend budget. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de gebruikte ondersteuningsvormen door de wachtenden in de prioriteitengroepen. Tabel: overzicht wachtenden in de prioriteitengroepen: welke VAPH-ondersteuning krijgen ze al? [niet opgenomen] Er zijn ook 5564 van de 16.578 wachtenden met hulpmiddelen of woningaanpassingen. * Bijna een derde van de mensen in de prioriteitengroepen vraagt een verhoging van hun persoonsvolgend budget (PVB). * 35% heeft een zorgbudget voor mensen met een handicap. * Iets meer dan een vierde wordt ondersteund via rechtstreeks toegankelijke hulp (waarvan ongeveer de helft een zorgbudget heeft). * Ongeveer een derde van de wachtenden is een actieve gebruiker van een hulpmiddel en/of aanpassing. * 13% van de mensen in de prioriteitengroepen heeft geen ondersteuning in trap 1, trap 2 of via een hulpmiddel en/of aanpassing. CONCLUSIE --------- Iets meer dan 100.000 mensen maken gebruik van handicapspecifieke ondersteuning in de vorm van hulpmiddelen, aanpassingen, een zorgbudget voor mensen met een handicap, rechtstreeks of niet-rechtstreeks toegankelijke hulp. Dit aantal groeit jaar na jaar. Een aanzienlijk aandeel van die groep combineert ondersteuningsvormen.