================================================================================ HET VAPH IN CIJFERS 2018 ================================================================================ HET VAPH BLIKT TERUG OP 2018 Ook 2018 was een bewogen jaar. Hoewel in 2017 alle deelfacetten van het nieuwe systeem van de persoonsvolgende financiering al van kracht waren, doken er in 2018 heel wat nieuwe uitdagingen op. In 'Het verhaal van het VAPH' vertellen we over de realisaties, projecten en uitdagingen in 2018. Zo moesten we voor verschillende uitzonderingsgevallen op zoek naar een oplossing op maat en werd het systeem van de persoonsvolgende financiering al een eerste keer bijgeschaafd. We stopten tijd, energie en middelen in een versterkte samenwerking met andere administraties en sectoren én in het informeren van alle betrokkenen. We vullen deze terugblik aan met een uitgebreid cijferluik. Daarin vindt u cijfers en duiding over de ondersteuning die het VAPH biedt: tegemoetkomingen voor hulpmiddelen en aanpassingen, de persoonlijke budgetten, rechtstreeks toegankelijke hulp, informatie over organisaties ... De cijfers worden regelmatig geactualiseerd en vormen een basis voor de evaluatie van een aantal kernaspecten van het nieuwe beleid. 2.514 persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld 24.677 budgethouders PVB 46.935 gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen 15.063 vragen geregistreerd in de prioriteitengroepen 879 budgethouders PAB 96 erkende multifunctionele centra 271 vergunde zorgaanbieders 212 aanbieders van RTH -------------------------------------------------------------------------------- HET VERHAAL VAN HET VAPH -------------------------------------------------------------------------------- In 2018 was het systeem van de persoonsvolgende financiering één jaar van kracht. "Na twee zware jaren hadden we vanaf 2018 meer stabiliteit verwacht", vertelt James Van Casteren, administrateur-generaal van het VAPH. "Maar er doken moeilijkheden op die we nooit hadden kunnen voorspellen, waardoor ook 2018 een bijzonder intensief jaar was." Zo moest het VAPH voor heel wat uitzonderingsgevallen op zoek naar een oplossing op maat. "Daarvoor moesten we soms teruggrijpen naar het oude systeem. Dat heeft de uitrol van de persoonsvolgende financiering er niet makkelijker op gemaakt. We pleiten er dan ook voor om de procedures nu enkele jaren te laten lopen zodat we de kans krijgen alles grondig te evalueren." -------------------------------------------------------------------------------- COMPLEXE DOSSIERS EN UITZONDERINGEN 2018 was het jaar waarin complexe dossiers en uitzonderingen werden verwerkt. Denk aan de uitzonderingsprocedure 7/7, directe financiering voor personen met een niet-aangeboren hersenletsel en directe financiering voor geïnterneerde personen met een handicap. Volgens James Van Casteren ontstaan zulke uitzonderingen op twee manieren. "Sommige worden gecreëerd door de sector zelf, omdat die de voordelen van het oude financieringssysteem in het nieuwe wil inpassen. Daarop hadden we bij de ontwikkeling en invoering van het systeem niet gerekend. Andere ontstaan dan weer doordat de persoonsvolgende financiering niet voor alle personen met een handicap even goed werkt. Dat besef is in 2018 breder gegroeid. Voor die mensen werken we aan oplossingen." Gelijke budgetten voor gelijkwaardige profielen Vorig jaar werd de eerste stap gezet om alle personen met een handicap met een gelijk profiel een gelijkwaardig budget te geven: de budgetten van gebruikers van voorzieningen waar de historische achterstand het grootst was, werden verhoogd. "De volgende vraag was hoe en wanneer we de historische verschillen volledig zouden rechttrekken", zegt Ann Van den Abbeele, teamcoördinator Beleid. "We stelden vast dat dat niet zo vanzelfsprekend was en als gevolg van politieke besprekingen moesten we de plannen herhaaldelijk bijsturen. Begin 2019 werd het definitieve traject duidelijk: in 2020 zetten we de eerste stappen in het herverdelingsproces, dat zal lopen tot 31 december 2027." Aandacht voor bijzonder kwetsbare situaties Binnen het VAPH ging in 2018 heel wat aandacht naar de meest kwetsbare personen met een handicap. Voor sommigen van hen is het niet zo evident om een budget te beheren of te beslissen waar ze het aan zouden besteden. Zo zeggen sommigen noodzakelijke begeleiding op om een deel 'vrij te besteden budget' te kunnen opvragen. Daardoor stellen we na verloop van tijd vast dat een budget dat bedoeld was voor zorg en ondersteuning, wordt uitgegeven aan andere dingen. Voor zulke mensen kan de autonomie van de persoonsvolgende financiering risico's inhouden. Een betere opvolging en controle van het budget door de overheid is stilaan bespreekbaar. Ann Van den Abbeele: "Dat ingrijpen zal gradueel moeten gebeuren. Maar hoe we die rol precies gaan invullen, is een onderwerp voor toekomstig onderzoek." -------------------------------------------------------------------------------- HET SYSTEEM VERFIJND In 2018 schaafde het VAPH het nieuwe systeem al een eerste keer bij. Naast evaluaties door de eigen medewerkers, werd ook een symposium georganiseerd waarop wetenschappers elk vanuit hun eigen specialisatie naar de persoonsvolgende financiering keken en suggesties voor verder onderzoek formuleerden. Aanvraagprocedure onder de loep Onafhankelijke onderzoekers definieerden manieren om de aanvraagprocedure voor een persoonsvolgend budget te vereenvoudigen. Niet alleen de methodiek voor zorgzwaarte- en budgetbepaling werd zo verfijnd, ook de prioriteringscriteria werden samen met mensen uit de praktijk onder de loep genomen. Bovendien zette het VAPH de eerste stappen voor de versmelting van de verschillende beoordelende commissies. "Zo moeten personen met een handicap die een persoonsvolgend budget willen aanvragen binnenkort niet meer langs verschillende commissies passeren", weet Evert Wuyts, afdelingshoofd Hulpmiddelen en Toeleiding. "Voor hen wordt de procedure een stuk korter en eenvoudiger." Meer noodsituaties In 2018 trof het VAPH voorbereidingen om de procedure 'maatschappelijke noodzaak' tegen 1 januari 2020 te integreren met de procedure 'noodsituatie'. Die eerste procedure verloopt vandaag nog te traag. Dat komt doordat er voor situaties waarin er sprake is van ernstige verwaarlozing of misbruik van of door personen met een handicap, nog een ondersteuningsplan moet worden opgesteld en een zorgzwaartebepaling moet worden uitgevoerd. Na de integratie zal het proces voor het beoordelen van de vraag van die mensen sneller kunnen verlopen, en zal er dus indien nodig ook sneller een budget ter beschikking gesteld kunnen worden. Monitoren en effecten voorspellen In 2018 richtte het VAPH het team Cijfers, Boekhouding en Budget op. Teamcoördinator Marc Sevenhant: "We stellen ons vragen als: hoeveel middelen komen er vrij dankzij uitstroom en het uitbreidingsbeleid? Elke drie maanden monitoren we welke groepen automatisch een budget krijgen en hoe dat ons budget beïnvloedt. Bovendien onderzoeken we de financiële effecten van nieuwe regelgevingen. Hoe langer de persoonsvolgende financiering loopt, hoe accurater die voorspellingen zijn." -------------------------------------------------------------------------------- SAMENWERKING OP ALLE NIVEAUS Personen met een handicap kunnen ook via ouderenvoorzieningen, gezinshulp, thuishulp en het dienstenchequesysteem zorg en ondersteuning inkopen of bestellen. Ann Van den Abbeele: "Als VAPH zijn we daarom verplicht om buiten onze cocon te treden en andere betrokken administraties en sectoren in het debat te betrekken. Dat bewustzijn is doorheen 2018 alleen maar sterker geworden." Inclusie van 65-plussers met een handicap Om ook personen met een handicap ouder dan 65 jaar tegemoetkomingen voor specifieke mobiliteitshulpmiddelen te kunnen geven, werd op 1 januari 2019 een deel van het pakket mobiliteitshulpmiddelen overgedragen naar het Agentschap Vlaamse sociale bescherming. Het verzekeringsprincipe dat binnen de Vlaamse sociale bescherming gehanteerd wordt, heeft een impact op de inclusie van 65- plussers met een handicap: ze kunnen zich makkelijker een mobiliteitshulpmiddel op maat veroorloven en zich zo beter verplaatsen. Evert Wuyts, afdelingshoofd Toeleiding en Hulpmiddelen: "Samen met de Vlaamse sociale bescherming hebben we daarvoor in 2018 de regelgeving en de overdracht van de bevoegdheid voorbereid." Vertaalslag voor VIA5 VIA5 2018-2020, het vijfde Vlaams Intersectoraal Akkoord, is een klassieke onderhandeling tussen werkgevers en werknemers binnen de gezondheids- en welzijnssector. Tijdens zo'n overleg wordt op sectorniveau berekend hoeveel extra middelen er vanuit de sector en de Vlaamse overheid nodig zijn om voldoende tewerkstelling of een loonsverhoging te creëren. "Die berekeningen werden in het verleden uitgevoerd binnen een aanbodgerichte filosofie en zijn moeilijk vertaalbaar naar een persoonsvolgende context", zegt James Van Casteren. "Binnen de vertaalslag werden we daardoor geconfronteerd met een aantal financiële onzekerheden voor het VAPH." -------------------------------------------------------------------------------- MINDERJARIGENZORG Met het oog op het einde van de regeerperiode versnelde het VAPH in 2018 de voorbereidingen voor de persoonsvolgende financiering voor minderjarigen. En voor de algemene ondersteuning voor minderjarige personen met een handicap werden extra inspanningen geleverd. Zo kwamen er 205 extra voltijdse equivalenten om minderjarigen met een handicap te begeleiden. Die maatregel moet de werkdruk verlagen en het mogelijk maken beter in te spelen op de complexe zorgvraag van kinderen en jongeren. Het aanbod voor jongeren met extreme gedrags- of emotionele problemen werd uitgebreid van 72 naar 139 plaatsen met een betere omkadering: de zorgaanbieder krijgt onder bepaalde voorwaarden 2,75 voltijdse equivalenten extra per 6 plaatsen. Informeren en communiceren In 2018 heeft het VAPH opnieuw heel wat tijd, energie en middelen geïnvesteerd in communicatie en vorming, zowel voor professionelen als voor klanten. De digitale communicatie werd volledig herwerkt, met de nieuwe website vaph.be als resultaat. Daar kunnen zowel personen met een handicap als professionelen uit de betrokken sectoren alle nodige informatie terugvinden. Infosessies en coaching Het VAPH gaf op vraag toelichting over het nieuwe systeem, onder meer aan gebruikers en aan eerstelijnsdiensten. Ook speelde het agentschap in op actuele thema's door gerichte informatiesessies te geven aan vrederechters, bewindvoerders, de kamer voor de bescherming van de maatschappij en vergunde zorgaanbieders. Dat gebeurde in het kader van de procedures voor geïnterneerde personen. Consulenten en bijstandsorganisaties konden dan weer bij het VAPH terecht in het kader van de nieuwe procedure voor intensieve bemiddeling. In 2018 was het voor vergunde zorgaanbieders ook voor het eerst mogelijk om zich in te schrijven voor coachingtrajecten. Tijdens die trajecten leerden externe partners hen onder andere nadenken over heroriëntatie, prijsvorming en beheerstructuren. -------------------------------------------------------------------------------- 2019: STABILISEREN EN EVALUEREN In 2018 bleef het VAPH oog hebben voor de pijnpunten van het systeem van de persoonsvolgende financiering en voerde het de eerste optimalisaties uit. James Van Casteren: "We hopen dat het systeem in 2019 de kans krijgt om te stabiliseren en kijken uit naar het congres 'Evaluatie van de persoonsvolgende financiering: tussentijdse resultaten' op 4 juli 2019, dat de start markeert van een eerste grondige evaluatie van de persoonsvolgende financiering." -------------------------------------------------------------------------------- PERSOONLIJKE BUDGETTEN -------------------------------------------------------------------------------- Het VAPH biedt budgetten op maat om niet-rechtstreeks toegankelijke ondersteuning te organiseren en te betalen: * Met het persoonsvolgend budget (PVB) kan een meerderjarige persoon met een handicap zorg en ondersteuning inkopen binnen zijn eigen netwerk, bij vrijwilligers, individuele begeleiders, professionele zorgverleners en bij door het VAPH vergunde zorgaanbieders. * Een persoonlijke-assistentiebudget (PAB) is een budget dat het VAPH geeft om de assistentie voor een kind met een handicap thuis of op school te organiseren en te financieren. Het zorgbudget voor mensen met een handicap (voorheen basisondersteuningsbudget) van de Vlaamse sociale bescherming is bedoeld voor personen met een erkende handicap en een beperkte ondersteuningsnood. Het zorgbudget is een vast bedrag van 300 euro per maand dat uitbetaald wordt door de zorgkassen. De cijfers over het zorgbudget voor mensen met een handicap (basisondersteuningsbudget) zijn terug te vinden op de website van de Vlaamse sociale bescherming. -------------------------------------------------------------------------------- PERSOONSVOLGEND BUDGET -------------------------------------------------------------------------------- 2.514 persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld 15.063 vragen geregistreerd in de prioriteitengroepen 3.641 ondersteuningsplannen ingediend en beoordeeld 24.677 budgethouders PVB -------------------------------------------------------------------------------- TER BESCHIKKING GESTELDE PERSOONSVOLGENDE BUDGETTEN 2.514 persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld Quote: "Zorggarantie voor wie niet kan wachten op ondersteuning en perspectief voor wie wacht" Grafiek: aandeel van terbeschikkingstellingen in de automatische- toekenningsgroepen en in de prioriteitengroepen in 2018 [niet opgenomen] In 2018 werden in totaal 2514 persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld. 2018 van die budgetten werden ter beschikking gesteld via de automatische-toekenningsgroepen. Dat is 80% van alle terbeschikkingstellingen. Bij de automatische-toekenningsgroepen gaat het om personen die onmiddellijk nood hebben aan ondersteuning. Die personen bevinden zich in een situatie waarin het maatschappelijk verantwoord is om hen onmiddellijk een budget ter beschikking te stellen. Zij doorlopen niet de gewone aanvraagprocedure en krijgen automatisch een budget. Zo bieden we zorggarantie voor personen met de grootste ondersteuningsnood. Personen die niet in aanmerking komen voor de procedure voor automatische toekenning, doorlopen de gewone aanvraagprocedure voor een persoonsvolgend budget. Hun vragen worden ingedeeld in een van de drie prioriteitengroepen. In de prioriteitengroepen geldt een wachttijd. In 2018 werden 496 budgetten ter beschikking gesteld via de prioriteitengroepen. Dat is 20% van alle terbeschikkingstellingen. In 2018 werden 2514 persoonsvolgende budgetten aan 2268 unieke personen ter beschikking gesteld. Ongeveer 47% van de personen die een terbeschikkingstelling kregen, zijn nieuwe budgethouders. 53% had al een persoonsvolgend budget. Een persoon kan namelijk meerdere budgetten ter beschikking gesteld krijgen. In de meeste gevallen gaat het dan om een verhoging van het eerder ter beschikking gestelde budget of om de vervanging van een tijdelijk budget door een definitieve terbeschikkingstelling. Terbeschikkingstellingen in de automatische-toekenningsgroepen In 2018 werden 2018 persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld in de automatische-toekenningsgroepen. Tabel: terbeschikkingstellingen in de automatische-toekenningsgroepen in 2018 [niet opgenomen] Er werden 265 tijdelijke budgetten ter beschikking gesteld aan personen in een acute noodsituatie (bijvoorbeeld wanneer het netwerk plots wegvalt). Zij krijgen een tijdelijk budget voor 22 weken. Als er een indicatie is dat er geen oplossing zal zijn voor de noodsituatie na afloop van de 22 weken, dan kan een procedure doorlopen worden om een definitief persoonsvolgend budget aan te vragen. Die aanvraagprocedure moet in principe binnen de 22 weken afgerond worden. Is dat niet haalbaar, dan wordt het tijdelijke budget eenmalig verlengd voor een periode van 12 maanden. Er werden 208 persoonsvolgende budgetten in het kader van zo'n eenmalige verlenging (tijdelijk PVB na nood) ter beschikking gesteld. Het gaat daarbij ook om verlengingen van budgetten van personen aan wie al in 2017 een persoonsvolgend budget voor een noodsituatie ter beschikking werd gesteld. Daarnaast werden er in 2018 264 budgetten ter beschikking gesteld aan personen die een definitief budget kregen na een noodsituatie. Ook hier kan het gaan om budgetten van personen aan wie al in 2017 een tijdelijk persoonsvolgend budget na een noodsituatie werd ter beschikking gesteld. Het VAPH stelde 211 budgetten ter beschikking aan personen in een situatie van maatschappelijke noodzaak (bijvoorbeeld wanneer er sprake is van misbruik of ernstige verwaarlozing). 111 budgetten werden via de spoedprocedure ter beschikking gesteld aan personen met een snel degeneratieve aandoening. Er werden 510 budgetten ter beschikking gesteld aan minderjarigen in een multifunctioneel centrum (MFC) die meerderjarig werden en die ook als volwassene nog VAPH-ondersteuning nodig hebben (zorgcontinuïteit MFC). Daarnaast zijn er ook minderjarigen met een persoonlijke-assistentiebudget (PAB). Zij kunnen via de procedure zorgcontinuïteit PAB een persoonsvolgend budget krijgen om hun ondersteuning verder te zetten, als ze de aanvraagprocedure voor een persoonsvolgend budget doorlopen tussen de leeftijd van 18 en 22 jaar. In 2018 werden 10 budgetten ter beschikking gesteld via die procedure. Voor 311 personen die op basis van de vertaalde vraag op de centrale registratie van zorgvragen (CRZ) een persoonsvolgend budget kregen, werd een geobjectiveerd (meestal hoger) budget voorzien op basis van de geactualiseerde vraag. In kader van de procedure 7/7 werden 128 budgetten ter beschikking gesteld. Het gaat om personen die in het oude systeem een goedkeuring hadden voor residentiële, voltijdse zorg maar bijvoorbeeld een à twee dagen thuis werden opgevangen. Zij kunnen vanaf nu een beroep doen op de procedure 7/7, als het niet langer mogelijk is om thuis opgevangen te worden. Die procedure garandeert in dat geval dat onmiddellijk en voltijds ondersteuning geboden kan worden. Op basis van de lopende aanvragen die nog niet beoordeeld zijn en nog met terugwerkende kracht kunnen starten, schatten we in dat er in totaal 197 budgetten zullen zijn met een startdatum in 2018 via de procedure 7/7. Opmerking: Het aantal budgetten is niet gelijk aan het aantal personen dat een budget kreeg. Eén persoon kan meerdere budgetten gekregen hebben. Zo kan iemand een budget noodsituatie gekregen hebben, daarna een tijdelijk budget na nood en daarna een definitief budget na nood. De cijfers gaan over terbeschikkingstellingen in 2018, ongeacht of de procedure al eerder gestart was. 38% van de personen die een terbeschikkingstelling kregen via een noodsituatie, maatschappelijke noodzaak of spoedprocedure, stonden al in een prioriteitengroep Het feit dat een groot deel van de terbeschikkingstellingen via de automatische- toekenningsgroepen ging, wil niet zeggen dat er totaal geen impact is voor de personen die wachten op een persoonsvolgend budget in de prioriteitengroepen. 38% van de personen die in 2018 een terbeschikkingstelling kregen via de procedure noodsituatie, maatschappelijke noodzaak of spoedprocedure, stonden immers al in een prioriteitengroep. De meesten van hen stonden geregistreerd in prioriteitengroep 3. Tabel: aantal unieke personen met een terbeschikkingstelling via een automatische-toekenningsgroep in 2018 die al dan niet in een prioriteitengroep stonden op 01.01.2018 [niet opgenomen] Terbeschikkingstellingen per prioriteitengroep quote: "De meeste terbeschikkingstellingen in de prioriteitengroepen gingen naar wachtenden in prioriteitengroep 1." In 2018 werden 496 persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld aan wachtenden in de prioriteitengroepen. In de regelgeving werd de volgende verdeelsleutel vastgelegd voor 2018 voor de verdeling van de middelen in de prioriteitengroepen: * 90% voor wachtenden in prioriteitengroep 1 * 3% voor wachtenden in prioriteitengroep 2 * 7% voor wachtenden in prioriteitengroep 3 Per kwartaal wordt gemonitord of en hoeveel middelen nog ter beschikking gesteld kunnen worden in de prioriteitengroepen. -------------------------------------------------------------------------------- VRAGEN GEREGISTREERD IN DE PRIORITEITENGROEPEN 15.063 vragen geregistreerd in de prioriteitengroepen Quote: "14.888 personen wachten op (meer) ondersteuning." 14.888 personen zijn met in totaal 15.063 vragen geregistreerd in de prioriteitengroepen (eenzelfde persoon kan in twee prioriteitengroepen voorkomen met een hoofd- en een deelvraag naar ondersteuning): * 1257 vragen in prioriteitengroep 1 * 1616 vragen in prioriteitengroep 2 * 12.190 vragen in prioriteitengroep 3 Het merendeel van de personen in de prioriteitengroepen heeft al een of andere vorm van ondersteuning. Meer dan 28% van de wachtenden heeft al een deelbudget en wacht op een verhoogd budget. 23% van de wachtenden heeft een zorgbudget voor mensen met een handicap (basisondersteuningsbudget), 13% maakt gebruik van rechtstreeks toegankelijke hulp bij een dienst erkend door het VAPH en nog eens 12% heeft een zorgbudget én maakt gebruik van rechtstreeks toegankelijke hulp. 3% van de wachtenden krijgt niet-rechtstreeks toegankelijke hulp binnen de minderjarigenzorg in de vorm van ondersteuning door een multifunctioneel centrum en/of een persoonlijke- assistentiebudget. Dat impliceert dat 21,7% van de wachtenden nog geen handicapspecifieke ondersteuning krijgt: zij hebben geen zorgbudget, geen deelbudget, geen rechtstreeks toegankelijke hulp en geen niet-rechtstreeks toegankelijke hulp minderjarigen. Personen zonder zorgbudget of VAPH-ondersteuning die een vraag naar een persoonsvolgend budget stellen, zijn gespreid over de 3 prioriteitengroepen: * 9,2% is geregistreerd in prioriteitengroep 1. * 13,7% is geregistreerd in prioriteitengroep 2. * 77,1% is geregistreerd in prioriteitengroep 3. Tabel: ondersteuning per prioriteitengroep [niet opgenomen] -------------------------------------------------------------------------------- AANVRAGEN EN BEOORDELINGEN 3.641 ondersteuningsplannen ingediend en beoordeeld 3.313 multidisciplinaire verslagen ingediend 2.904 vragen beoordeeld door de RPC Een persoonsvolgend budget moet aangevraagd worden via een ondersteuningsplan persoonsvolgend budget en een multidisciplinair verslag. Dat verslag bevat informatie die nodig is om de handicap, de zorgzwaarte en de dringendheid van de vraag te kunnen beoordelen. De provinciale evaluatiecommissie (PEC) beoordeelt of de aanvrager behoort tot de doelgroep van het VAPH (beoordeling handicap). De regionale prioriteitencommissie (RPC) oordeelt over de prioriteit van de vraag naar ondersteuning. Het VAPH beslist of een persoonsvolgende budget kan toegewezen worden en neemt, op basis van informatie over de vraag en over de zorgzwaarte, een beslissing over de hoogte van het budget en de prioriteitengroep waarin de vraag ondergebracht kan worden. Ingediende en beoordeelde ondersteuningsplannen Quote: "De ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget werden in 2018 overwegend opgesteld met hulp van een professional." Grafiek: ingediende en beoordeelde ondersteuningsplannen PVB met of zonder hulp in 2018 [niet opgenomen] In 2018 werden 3641 ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget (OP PVB) ingediend: * 30,5% werd ingediend met hulp van een dienst ondersteuningsplan. * 47,5% werd ingediend met hulp van een dienst maatschappelijk werk van een ziekenfonds. * 9,9% werd ingediend met andere hulp (bijvoorbeeld hulp van een gebruikersorganisatie of iemand uit het netwerk). * 12,1% werd ingediend zonder hulp. In vergelijking met 2017 stellen we voor 2018 een toename van 13,5% vast van het aantal ingediende ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget. Hierbij zien we een gelijke spreiding over de kwartalen. Tabel: aantal ingediende ondersteuningsplannen PVB in 2018, met onderverdeling per kwartaal in 2018 [niet opgenomen] Bij het beoordelen van de ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget controleert het VAPH eerst of het ingestuurde plan volledig en correct ingevuld is. Alle vragen in het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget worden gecontroleerd op de aanwezigheid van een antwoord en er wordt een mathematische controle uitgevoerd op basis van de vraag naar zorg en ondersteuning. In een deel van de ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget bleken een of meerdere tekstvelden niet ingevuld te zijn. Bij een aantal ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget oversteeg de vraag naar zorg en ondersteuning (ondersteuningsfuncties en -frequenties) het maximum of was de combinatie van de gevraagde zorg en ondersteuning niet mogelijk. Een vraag naar oproepbare permanentie werd bijvoorbeeld vaak gecombineerd met een vraag naar maximale dag- en woonondersteuning. Bij een klein aantal ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget ontbrak een geldige handtekening. Vervolgens wordt het proces van vraagverheldering beoordeeld op basis van de beschrijving ervan in deel 4 van het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget, met uitzondering van de ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget die door een dienst ondersteuningsplan worden ingediend. Indien nodig wordt het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget ter correctie teruggestuurd. Er wordt daarbij voldoende uitgelegd welke informatie ontbreekt, zodat de cliënt zijn ondersteuningsplan persoonsvolgend budget goed kan aanvullen. Tabel: aantal in 2018 goedgekeurde ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget (OP PVB) met of zonder correctie [niet opgenomen] In totaal werden 3850 ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget goedgekeurd in 2018, waarvan 16,2% goedgekeurd werd nadat een correctie werd opgevraagd. Het indienjaar van het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget was niet relevant voor deze tabel. In 2017 werd bij 29,4% van alle ingediende ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget een correctie opgevraagd door het VAPH. In vergelijking met 2017 konden in 2018 meer ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget onmiddellijk worden goedgekeurd, omdat maar in 16,2% van de goedgekeurde ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget een correctie werd gevraagd alvorens het plan werd goedgekeurd. In 24 dossiers was een verplichte doorverwijzing naar een dienst ondersteuningsplan noodzakelijk. Tabel: gemiddelde doorlooptijd tussen indienen en goedkeuren van ondersteuningsplannen PVB bij het VAPH [niet opgenomen] De doorlooptermijn van de indiening van een ondersteuningsplan persoonsvolgend budget tot en met de goedkeuring ervan bedroeg in 2018 gemiddeld 25,6 dagen. Het gaat daarbij om het gemiddeld aantal dagen tussen het ontvangen van het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget en het versturen van de goedkeuring van het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget, inclusief het wachten op opgevraagde informatie. Dat is een daling ten opzichte van 2016 en 2017. Toen bedroeg de gemiddelde doorlooptijd respectievelijk 54,4 en 26,9 dagen. Concreet gaat het om een reductie van meer dan een maand doorlooptijd ten opzichte van 2016. Als er geen gecorrigeerd ondersteuningsplan persoonsvolgend budget moet worden opgevraagd, bedroeg de gemiddelde doorlooptermijn in 2018 13,2 dagen. Budgetcategorie van de ingediende multidisciplinaire verslagen Voor 3.313 dossiers werd een multidisciplinair verslag ingediend waarin de handicap en de zorgzwaarte werden geobjectiveerd. Het VAPH bepaalt de budgetcategorie op basis van een vergelijking van de gevraagde budgetcategorie (bepaald op basis van de ondersteuningsvraag in het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget) en de geobjectiveerde budgetcategorie (bepaald op basis van de objectivering van de ondersteuningsnood of zorgzwaarte). De gevraagde en de geobjectiveerde budgetcategorie zijn niet noodzakelijk hetzelfde. Zo kan een persoon met een objectief intensieve ondersteuningsnood een sterk uitgebouwd informeel netwerk hebben dat vrijwillig heel wat ondersteuning biedt. De gevraagde budgetcategorie zal dan lager zijn. Het proces van vraagverheldering speelt hier dus een belangrijke rol. Voor de 3.313 dossiers waarvoor een objectivering werd ingediend in 2018, bekeken we welke budgetcategorie bepalend was voor de toegewezen budgetcategorie: * Bij 31,8% was de gevraagde budgetcategorie lager dan de geobjectiveerde. De persoon met een handicap krijgt dan de gevraagde budgetcategorie toegewezen. * Bij 44,5% van de dossiers was de gevraagde budgetcategorie gelijk aan de geobjectiveerde budgetcategorie. * Bij 23,7% was de gevraagde budgetcategorie hoger dan de geobjectiveerde.De persoon met een handicap krijgt dan de geobjectiveerde budgetcategorie toegewezen. In totaal werd dus bij 76,3% van de dossiers de gevraagde budgetcategorie toegewezen. Er is geen duidelijk verschil merkbaar tussen de ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget die ingediend werden door een dienst ondersteuningsplan (DOP) en de plannen die ingediend werden door een persoon met een handicap: * Bij dossiers waarbij de vraag werd opgesteld met hulp van een dienst ondersteuningsplan, werd in 72,6 % van de gevallen de gevraagde budgetcategorie toegewezen. * Bij ondersteuningsplannen opgesteld met de hulp van een dienst maatschappelijk werk (DMW) van een ziekenfonds werd in 76,8% van de gevallen de gevraagde budgetcategorie toegewezen. * Bij de andere dossiers werd in 78,8% van de gevallen de gevraagde budgetcategorie toegewezen. Tabel: verhouding gevraagde ten opzichte van geobjectiveerde budgetcategorie opgesplitst naar wie het ondersteuningsplan heeft ingediend [niet opgenomen] Beoordeelde aanvragen door de RPC De procedure voor het aanvragen van een persoonsvolgend budget impliceert dat alle dossiers beoordeeld worden op prioriteit door de regionale prioriteitencommissie (RPC). Die beoordeling laat toe om alle aanvragen te ordenen in een van de drie prioriteitengroepen en binnen die groepen een chronologische ordening te hanteren. Zo kan aan elke aanvrager een perspectief op terbeschikkingstelling worden geboden. Uitzondering daarop vormen de aanvragen die verlopen via de zogenaamde automatische-toekenningsprocedures. Voor die aanvragen is geen beoordeling van de prioriteit nodig: die dossiers worden per definitie als dermate urgent beschouwd dat een onmiddellijke terbeschikkingstelling van een persoonsvolgend budget noodzakelijk wordt geacht. Alleen voor dossiers die ingediend worden via de procedure maatschappelijke noodzaak is een oordeel van de regionale prioriteitencommissie - met name over het al of niet voldoen aan de criteria van maatschappelijke noodzaak - vereist. In 2018 beoordeelde de regionale prioriteitencommissie 2904 aanvragen voor een persoonsvolgend budget: * 2278 aanvragen via de gewone aanvraagprocedure (waarvan 112 aanvragen tot herziening van de budgetcategorie en de prioriteitengroep) * 626 aanvragen die louter vroegen om een herziening van de prioriteitengroep. Dat waren voornamelijk vragen van personen die vroeger op de centrale registratie van zorgvragen geregistreerd waren en door de overschakeling naar persoonsvolgende financiering in prioriteitengroep 3 terecht gekomen waren. Onderstaande tabellen tonen het aantal beoordeelde dossiers opgedeeld per procedure, per provincie en per kwartaal. Bij deze cijfers kan opgemerkt worden dat het aantal beoordeelde dossiers in 2018 toenam over de kwartalen heen, met een hoogtepunt in het laatste kwartaal. Die evolutie is voornamelijk toe te schrijven aan een sterke toename van het aantal personen dat de gewone aanvraagprocedure doorliep. Het aantal aanvragen tot herziening van de prioriteitengroep bleef stabiel doorheen het jaar. Het hoogste aantal beoordeelde dossiers werd vastgesteld in de provincie Antwerpen. In West- Vlaanderen werden beduidend minder dossiers beoordeeld dan in de andere provincies. Tabel: aantal door de RPC beoordeelde dossiers in 2018 per kwartaal [niet opgenomen] Tabel: aantal door de RPC beoordeelde dossiers in 2018 per provincie [niet opgenomen] Resultaat van de beoordeling door de RPC Van de 2278 PVB-vragen, die werden ingediend binnen de volledige aanvraagprocedure, werden de meeste vragen in elk kwartaal van 2018 ingedeeld in prioriteitengroep 2 (PG 2). De verhouding tussen de prioriteitengroepen bleef stabiel doorheen het jaar. Tabel: resultaten van de beoordeling bij dossiers met een volledige aanvraagprocedure in 2018 per kwartaal [niet opgenomen] Tabel: resultaat van de beoordeling bij dossiers met een volledige aanvraagprocedure in 2018 per provincie [niet opgenomen] Van de 626 aanvragen tot herziening van de prioriteitengroep werd het hoogste aantal vragen ingedeeld in prioriteitengroep 1 (PG 1) en prioriteitengroep 2 (PG 2). Slechts een beperkt aantal vragen werd door de regionale prioriteitencommissie opnieuw ingedeeld in prioriteitengroep 3 (PG 3). Tabel zonder titel [niet opgenomen] Tabel: resultaat van de beoordeling bij dossiers met enkel aanvraag tot herziening prioriteitengroep in 2018 per provincie [niet opgenomen] Doorlooptermijnen beoordeling handicap en prioriteit De gemiddelde doorlooptermijn voor het beoordelen van aanvragen vanaf de datum van ontvangst tot de beoordeling van de prioriteit bedraagt 91 dagen. Tabel: gemiddelde doorlooptijd in 2018 voor het beoordelen van aanvragen voor een persoonsvolgend budget, uitgedrukt in dagen, per kwartaal [niet opgenomen] Tabel: gemiddelde doorlooptijd in 2018 voor het beoordelen van aanvragen voor een persoonsvolgend budget, uitgedrukt in dagen, per provincie [niet opgenomen] Bij de dossiers die de volledige aanvraagprocedure doorlopen, wordt een onderscheid gemaakt tussen dossiers die in eerste instantie nog beoordeeld moeten worden door de provinciale evaluatiecommissie (PEC) wat betreft erkennen van de handicap (301 dossiers) en dossiers die rechtstreeks kunnen doorstromen naar de regionale prioriteitencommissie (RPC) (1977 dossiers). -------------------------------------------------------------------------------- OPGESTARTE BUDGETHOUDERS 89,17% van de nieuwe budgethouders zijn opgestart Quote: "De meeste persoonsvolgende budgetten starten vlot." Grafiek: aandeel opgestarte en niet-opgestarte nieuwe budgethouders in 2018 [niet opgenomen] Voor ongeveer 47% van de in 2018 ter beschikking gestelde persoonsvolgende budgetten geldt dat de budgethouder voorheen nog geen persoonsvolgend budget had. In deze gevallen spreken we over een 'nieuwe budgethouder'. De meeste van de nieuwe budgethouders (89,17%) zijn gestart. 10,83% startte nog niet op de rapporteringsdatum (10 april 2019). In 12 (10,43%) van de dossiers waar het persoonsvolgend budget niet was gestart, bleek de budgethouder overleden te zijn kort na de terbeschikkingstelling. Een groot deel van de terbeschikkingstellingen gebeurde eind 2018. 38,26% van de niet-starters bevond zich op het rapporteringsmoment nog binnen de termijn waarbinnen een overeenkomst geregistreerd kon worden. De andere dossiers worden individueel opgevolgd. In die dossiers is er vaak sprake van overmacht. In geval van een langdurige ziekenhuisopname of een tijdelijk verblijf in een forensisch psychiatrisch centrum, stopt het VAPH de terbeschikkingstelling niet automatisch als de opstarttermijn overschreden wordt, maar beschouwt het VAPH dat als overmacht. Van de personen die startten met het persoonsvolgende budget deed 57,97% dat binnen de maand. Liefst 84,26% van de startende budgethouders deed dat binnen drie maanden na de terbeschikkingstelling. Wie een persoonsvolgend budget ter beschikking gesteld krijgt, heeft vier maanden tijd om te starten met het besteden ervan. Het VAPH volgt dat nauwgezet op en contacteert na ongeveer twee maanden de nieuwe budgethouders voor wie nog geen overeenkomst werd geregistreerd. Als uit de contactname blijkt dat de betrokkene problemen ondervindt om de geschikte ondersteuning te vinden en de besteding te starten, dan kan het VAPH hem doorverwijzen naar een bijstandsorganisatie. Indien nodig kan er na contact met een bijstandsorganisatie intensieve bemiddeling aangevraagd worden bij het VAPH. Lukt het echt niet om op te starten binnen de vooropgestelde vier maanden, maar heeft de budgethouder wel de nodige stappen daartoe ondernomen, dan kan een eenmalige verlenging van opnieuw vier maanden worden toegestaan. Als ook die periode verstreken is zonder opstart van het budget, dan wordt de terbeschikkingstelling gestopt. -------------------------------------------------------------------------------- BESTEDING BUDGETTEN 24.677 budgethouders PVB Quote: "24.677 budgethouders persoonsvolgend budget (PVB)." Tabel: spreiding van de ter beschikking gestelde persoonsvolgende budgetten (zorggebonden middelen), referentiedatum 31.12.2018 [niet opgenomen] Ten opzichte van 1 januari 2018 merken we een stijging van het aantal budgethouders met zo'n 500 budgethouders. Verder stellen we vast dat een groot aantal personen aan wie een persoonsvolgend budget werd ter beschikking gesteld in 2018, ervoor al een (deel- of tijdelijk) PVB had. Voor de meeste budgethouders geldt nog steeds dat zij hun persoonsvolgend budget vanuit de transitie hebben verkregen. In de eerste jaarhelft werden in verhouding weinig terbeschikkingstellingen gedaan. De tweede jaarhelft van 2018 levert een gunstiger beeld op. Onder andere de terbeschikkingstellingen in het kader van zorgcontinuïteit kwamen op kruissnelheid vanaf het einde van het schooljaar, dus vanaf juli 2018. Voor de volledigheid geven we ook de stijging van het aantal budgethouders mee op basis van de terbeschikkingstellingen die na 30 juni 2018, met name in juli en in september, werden gerealiseerd. Die tonen een consequente stijging van het aantal houders van een persoonsvolgend budget. Tabel: aantal budgethouders in 2018 [niet opgenomen] Besteding per soort budgethouder Quote: "Geen grote verschuivingen in de besteding van de budgetten" Tabel: besteding van het persoonsvolgend budget in 2017 per soort budgethouder [niet opgenomen] Begin 2018 waren er ongeveer 24.200 houders van een persoonsvolgend budget (PVB). Globaal bekeken besteedt de grote meerderheid van de budgethouders het budget bij een vergunde zorgaanbieder. Dat is niet onlogisch omdat net als in 2017 ook in 2018 het grootste deel van de houders van een persoonsvolgend budget dat budget kreeg op basis van hun vroegere gebruik van zorg in natura. Meer in detail bekeken, zijn er toch opvallende verschillen: * Bij de nieuwe budgethouders en bij budgethouders die een verhoogd persoonsvolgend budget ter beschikking gesteld kregen, wordt ongeveer 72% van de middelen ingezet bij een vergunde zorgaanbieder. * Bij de budgethouders die vanuit de prioriteitengroepen een persoonsvolgend budget ter beschikking gesteld kregen, besteedt ongeveer 76% de middelen bij een vergunde zorgaanbieder. Ongeveer 8% van het totaal aan ingezette middelen voor het persoonsvolgend budget wordt in cash ingezet, hoofdzakelijk bij niet-vergunde zorgaanbieders (7,2%). Cash-besteding wordt vooral gebruikt door voormalige houders van een persoonlijke-assistentiebudget en door personen die een persoonsvolgend budget kregen op basis van de spoedprocedure. Besteding per vorm (voucher en/of cash) Quote: "De meeste budgethouders besteden hun persoonsvolgend budget in voucher." Tabel: besteding van het persoonsvolgend budget per vorm (voucher en/of cash) op 31.12.2018 [niet opgenomen] 84,16% van de budgethouders besteden hun budget in voucher. 7,49% besteedt zijn budget enkel in cash bij een niet-vergunde zorgaanbieder. We merken opnieuw dat er op dit moment nog geen grote verschuivingen merkbaar zijn ten opzichte van het oude financieringssysteem. De persoonsvolgende financiering bevindt zich voor de meeste budgethouders nog steeds in een pril stadium. De meeste budgetten werden ter beschikking gesteld op basis van het vroegere gebruik van zorg in natura. Personen die nieuw starten met het persoonsvolgende budget, laten wel een meer gevarieerd gebruik van de bestedingsmogelijkheden zien. Ter vergelijking: op 31 december 2017 besteedde nog 86,29% van de budgethouders zijn budget enkel via voucherovereenkomsten. 1,36% van de budgethouders hadden op 31 december 2018 geen lopende overeenkomst. Dat betekent niet noodzakelijk dat deze personen in de loop van 2018 geen ondersteuning hebben genoten. Onder de 1,36% vallen bijvoorbeeld ook personen die in 2018 af en toe eens van kortverblijf genoten, maar daar op 31 december 2018 geen gebruik van maakten. Uiteraard zijn er ook nog de budgethouders die op dat moment nog maar recent hun terbeschikkingstelling ontvangen hadden en zich op 31 december 2018 nog volop in de opstartperiode bevonden. Besteding in cash Quote: "Geen grote verschuivingen qua soorten cashovereenkomsten" Het persoonsvolgend budget kan op zeer uiteenlopende wijzen ingezet worden om zorg en ondersteuning te realiseren. Personen die het budget in cash besteden, benutten die verschillende mogelijkheden volop. Tabel: besteding van het persoonsvolgend budget op 31.12.2018 per cashovereenkomsttype [niet opgenomen] Budgethouders die hun persoonsvolgend budget in cash inzetten, realiseren op het einde van 2018 hun zorg en ondersteuning overwegend via arbeidsovereenkomsten, vrijwilligers, dienstencheques en overeenkomsten met zelfstandigen ('overeenkomsten met hulpverleners'). We merken dat het aantal overeenkomsten met bijna 20% gestegen is tegenover eind december 2017. Er is opnieuw een stijging van het aantal overeenkomsten die afgesloten worden met diensten die erkend zijn door het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (en niet door het VAPH). Het gaat in zowat alle gevallen om overeenkomsten met een dienst voor gezinszorg. Er is ook opnieuw een toename van het aantal overeenkomsten in het kader van vervoer en vrijwilligersorganisaties. Het VAPH stelde in de loop van 2018 vast dat er overeenkomsten waren waarvoor al meer dan een jaar geen kosten werden ingediend. Het VAPH heeft die overeenkomsten ambtshalve beëindigd om de datakwaliteit met betrekking tot cashbesteding zo hoog mogelijk te houden. Het gaat vaak om overeenkomsten die na de transitie van persoonlijke-assistentiebudgetten naar persoonsvolgende budgetten werden gemigreerd. Voor alle duidelijkheid: dat betekent niet dat in die dossiers geen besteding meer zou zijn of dat de persoonsvolgende budgetten werden stopgezet. -------------------------------------------------------------------------------- PERSOONLIJKE-ASSISTENTIEBUDGET -------------------------------------------------------------------------------- 879 budgethouders PAB Eind december 2018 waren er 879 houders van een persoonlijke-assistentiebudget. Dit is een stijging van net geen 30% ten opzichte van december 2017. De kinderen en jongeren worden hieronder opgedeeld naar hun leeftijd op 31 december 2018. Tabel: aantal actieve PAB-budgethouders op 30.12.2018 (unieke cliënten) [niet opgenomen] Tabel: aantal actieve PAB-budgethouders opgedeeld naar budgetcategorie op 31.12.2018 (unieke minderjarigen) [niet opgenomen] Tabel: budgetcategorieën PAB in 2018 (euro) [niet opgenomen] In 2018 werden in totaal 235 nieuwe persoonlijke-assistentiebudgetten ter beschikking gesteld. 35 budgetten werden stopgezet, waaronder 9 omdat de budgethouder de naadloze overstap naar het persoonsvolgend budget maakte. -------------------------------------------------------------------------------- HULPMIDDELEN -------------------------------------------------------------------------------- Hulpmiddelen en aanpassingen kunnen een persoon met een handicap helpen om activiteiten waarbij hij moeilijkheden ondervindt, uit te voeren: een traplift om de trap te overbruggen, een beeldschermloep om tekst vergroot te lezen, een trilwekker om gewekt te worden, een aangepaste woning, auto, computer of fiets... Het VAPH geeft tegemoetkomingen voor hulpmiddelen en aanpassingen. Ook voor blindengeleidehonden, incontinentiemateriaal en pedagogische hulp kan een persoon met een handicap bij het VAPH terecht. 46.935 gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen >50.000 hulpmiddelen en aanpassingen aangevraagd Actieve gebruikers 46.935 gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen Quote: "De meeste actieve gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen zijn tussen 18 en 65 jaar oud." Tabel: aantal actieve gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen in 2018 per leeftijdscategorie [niet opgenomen] Er zijn 46.935 actieve gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen.* * 4.853 personen zijn jonger dan 18 jaar (10,4%). * 28.360 personen zijn 18 jaar tot 64 jaar (60,4%). * 13.722 zijn 65 jaar of ouder (29,2%). * Een actieve gebruiker van hulpmiddelen en aanpassingen is gedefinieerd als een persoon met een handicap die een uitbetaling voor hulpmiddelen en aanpassingen gekregen heeft tussen 1 januari 2009 en 31 december 2018 en die op 31 december 2018 nog in leven was. Aanvragen en beslissingen >50.000 hulpmiddelen en aanpassingen aangevraagd Quote: "Meer dan 50.000 hulpmiddelen werden aangevraagd." 22.911 personen hebben in 2018 een uitbetaling voor hulpmiddelen en aanpassingen (individuele materiële bijstand of IMB) gekregen (rechtstreeks of via derdebetalersysteem). In 2018 werden 53.784 hulpmiddelen aangevraagd door 19.614 personen. De hulpmiddelen worden gebundeld in de refertelijst. De refertelijst hulpmiddelen geeft een overzicht van de tegemoetkomingen (refertebedragen) voor verschillende courant gevraagde hulpmiddelen en aanpassingen met de bijhorende refertetermijnen. In 2018 heeft het VAPH heel wat aanpassingen in de IMB-regelgeving uitgewerkt. De overdracht van de aanvullende bevoegdheid voor de mobiliteitshulpmiddelen die het VAPH al jaren uitoefende, is daar een belangrijk voorbeeld van. Deze bevoegdheid berust vanaf 1 januari 2019 bij de Vlaamse sociale bescherming (VSB). Daarnaast werd ook een huursysteem voor hulpmiddelen voor personen die lijden aan een snel degeneratieve aandoening gecreëerd. Tenslotte werd de regelgeving en de refertelijst ook op heel wat punten aangepast en uitgebreid vanaf 1 januari. Er werd bijvoorbeeld een nieuwe regeling uitgewerkt voor het vergoeden van hulpmiddelen voor gebruik in een assistentiewoning of bij een vergunde zorgaanbieder. De refertelijst werd uitgebreid met tegemoetkomingen in onder meer de domeinen communicatie, mobiliteit, transferhulpmiddelen, douchestoelen, anti-decubitusmateriaal en speciale bedden. Er zijn 26.628 beslissingen verstuurd naar 18.873 personen, waarvan 3.892 weigeringen. -------------------------------------------------------------------------------- ORGANISATIES -------------------------------------------------------------------------------- Het VAPH registreert, erkent, vergunt en subsidieert verschillende diensten en organisaties om ondersteuning op maat te bieden aan personen met een handicap. 96 erkende multifunctionele centra 271 vergunde zorgaanbieders 212 aanbieders van rechtstreeks toegankelijke hulp -------------------------------------------------------------------------------- MULTIFUNCTIONELE CENTRA 96 erkende multifunctionele centra Quote: "Meer dan 11.000 kinderen en jongeren maken gebruik van het flexibel ondersteuningsaanbod voor minderjarigen." Tabel: aantal erkende multifunctionele centra per provincie of gewest [niet opgenomen] De capaciteit voor minderjarigen van de voormalige thuisbegeleidingsdiensten werd bij de transitie verdeeld over een erkenning als multifunctioneel centrum en een erkenning als aanbieder van rechtstreeks toegankelijke hulp. Vanaf 1 januari 2018 hebben twee voormalige thuisbegeleidingsdiensten ervoor gekozen om hun erkenning MFC stop te zetten en hun volledige capaciteit voor minderjarigen in te zetten als aanbieder rechtstreeks toegankelijke hulp. Tabel: aantal cliënten in de multifunctionele centra [niet opgenomen] In 2018 hebben 11.088 cliënten gebruikgemaakt van de ondersteuning van een multifunctioneel centrum. Opgelet: een 180-tal cliënten werden dubbel geregistreerd over de provincies heen. Multifunctionele centra hebben de opdracht om flexibele, vraaggestuurde trajecten aan te bieden. Dat vertaalt zich onder meer in kortere ondersteuningstrajecten of samenwerking met andere diensten (bijvoorbeeld diensten uit andere sectoren) waardoor er meer cliënten dan voordien kunnen ondersteund worden. De grootste leeftijdsgroep zijn gebruikers tussen de 6 en 17 jaar. Als er voldaan wordt aan een aantal bepalingen, kunnen minderjarigen ook langer gebruik maken van de ondersteuning van een multifunctioneel centrum. Die groep is eerder beperkt. -------------------------------------------------------------------------------- VERGUNDE ZORGAANBIEDERS 271 vergunde zorgaanbieders In 2018 vergunde het VAPH 8 nieuwe zorgaanbieders. Eind juni 2018 waren er in totaal 271 vergunde zorgaanbieders. Een vergunde zorgaanbieder is een zorgaanbieder bij wie meerderjarige personen met een handicap terechtkunnen voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg of ondersteuning. Die zorg en ondersteuning kan betaald worden met het persoonsvolgend budget. De vergunde zorgaanbieders hebben een vergunning van het VAPH om zorg en ondersteuning te bieden. Enkel zorgaanbieders die kwalitatieve zorg en ondersteuning aanbieden, kunnen een vergunning krijgen van het VAPH. Ze moeten daarvoor voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen. -------------------------------------------------------------------------------- AANBIEDERS VAN RECHTSTREEKS TOEGANKELIJKE HULP 212 aanbieders van rechtstreeks toegankelijke hulp Eind 2018 waren er 212 erkende aanbieders van rechtstreeks hulp, goed voor 70.430 personeelspunten (minder- en meerderjarigen). Daarvan zijn 6.481,48 personeelspunten toegekend aan de vroegere tehuizen voor kortverblijf. Onder kortverblijf wordt een overnachting bij een vergunde zorgaanbieder waaraan dagopvang kan gekoppeld worden verstaan. Deze capaciteit is bedoeld voor personen die op 1 januari 2017 de overstap maakten naar een persoonsvolgend budget en waarbij voor de bepaling van hun budget werd rekening gehouden met minder dan 60 nachten woonondersteuning. In dat geval wordt het kortverblijf rechtstreeks gefinancierd door het VAPH. In 2018 waren er 223 aanbieders van rechtstreeks toegankelijke hulp die ondersteuning boden aan 26.243 cliënten, waarvan 13.398 meerderjarigen. Het aantal aanbieders dat effectief ondersteuning aanbiedt ligt hoger dan het aantal erkende aanbieders, omdat het voor vergunde zorgaanbieders die niet over een erkenning voor RTH beschikken mogelijk is om punten af te nemen van een erkende RTH-aanbieder. De helft van de gebruikers gebruikt twee punten of minder. Voor de andere helft is dat meer. Voor 702 gebruikers werden meer dan de acht subsidiabele punten ondersteuning geregistreerd. -------------------------------------------------------------------------------- GROENEZORGINITIATIEVEN 52 groenezorginitiatieven Eind 2018 waren er 52 groenezorginitiatieven geregistreerd. Een groenezorginitiatief is een initiatief van een bedrijf, vereniging of particulier waarin activiteiten van land- of tuinbouwproductie of andere activiteiten die betrekking hebben op de omgang met planten of dieren, deel uitmaken van de dagactiviteiten voor mensen uit kwetsbare groepen. De activiteiten gebeuren onder begeleiding. Voorbeelden van een groenezorginitiatief zijn een zorgboerderij, een dierenasiel, een dierenpension en een belevingshoeve. Ondersteuning door een groenezorginitiatief kan enkel betaald worden via het cashsysteem van het persoonsvolgend budget. -------------------------------------------------------------------------------- BIJSTANDSORGANISATIES 5 bijstandsorganisaties Het VAPH vergunt en financiert 5 bijstandsorganisaties. Op 1 januari 2019 telden de bijstandsorganisaties volgend aantal leden: * Absoluut: 1.648 * Alin: 505 * My Assist: 88 * Onafhankelijk Leven: 1.854 * ZOOM: 265 In totaal hebben de bijstandsorganisaties op 1 januari 2019 4.360 leden. In 2018 maakten in totaal 826 voormalige gebruikers van zorg in natura gebruik van de mogelijkheid tot gratis bijstand bij de vergunde bijstandsorganisaties. In totaal kostte dat 122.066,62 euro. Dat is iets meer dan een vijfde van het bedrag dat daarvoor aanvankelijk was voorzien. -------------------------------------------------------------------------------- DIENSTEN ONDERSTEUNINGSPLAN 5 diensten ondersteuningsplan Het VAPH erkent en subsidieert vijf diensten ondersteuningsplan. In 2018 waren zij erkend voor 27.958 begeleidingen. Een begeleiding staat voor een contact. Een dienst ondersteuningsplan helpt de persoon met een handicap om zijn netwerk te versterken en uit te bouwen, zijn ondersteuningsnood in kaart te brengen en te zoeken naar de meest geschikte ondersteuning. Indien nodig wordt de persoon ondersteund bij de opmaak van het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget in functie van de aanvraag van een persoonsvolgend budget. -------------------------------------------------------------------------------- ORGANISATIES VOOR VRIJETIJDSZORG 20 organisaties voor vrijetijdszorg Het VAPH erkent en subsidieert twintig organisaties voor vrijetijdszorg. -------------------------------------------------------------------------------- OBSERVATIE-, DIAGNOSE- EN BEHANDELINGSUNITS 4 observatie-, diagnose- en behandelingsunits In 2018 waren er 4 observatie-, diagnose- en behandelingsunits met in totaal 1969,21 personeelspunten voor meerderjarige personen met een handicap. -------------------------------------------------------------------------------- UNITS VOOR GEÏNTERNEERDEN 3 VZA's organiseren een residentiële unit voor geïnterneerden Sinds 1 januari 2018 zijn er in totaal 50 plaatsen erkend. 3 VZA's bieden dagondersteuning aan PmH in gevangenis In totaal zijn de drie units erkend voor 1647 personeelspunten. -------------------------------------------------------------------------------- EXTRA MIDDELEN -------------------------------------------------------------------------------- Quote: "In 2018 werd door de Vlaamse Regering in totaal 72 miljoen euro extra (uitbreidingsbeleid) geïnvesteerd in de sector personen met een handicap." 13.137.800 euro werd geïnvesteerd in het zorgbudget voor mensen met een handicap (basisondersteuningsbudget of BOB). Met ruim 13 miljoen euro wordt aan bijkomende groepen jongvolwassenen en kinderen een zorgbudget (BOB) ter beschikking gesteld. Noot: 9.619.000 euro van het oorspronkelijk voorziene bedrag voor het zorgbudget voor mensen met een handicap (basisondersteuningsbudget) werd niet ingezet. * 2 miljoen euro zal in 2018 aangewend worden binnen rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH) (in functie van respijtzorg/kortverblijf). * 7.619.000 euro zal aangewend worden binnen niet-rechtstreeks toegankelijke hulp (NRTH). 7.416.830 euro wordt ingezet om nieuwe persoonlijke-assistentiebudgetten (PAB) ter beschikking te stellen aan minderjarige personen met een handicap. 1 miljoen euro wordt aangewend voor persoonsvolgende convenanten minderjarigen. 47.695.370 euro was, samen met de regulier vrijkomende middelen (30,5 miljoen euro), voorhanden om persoonsvolgende budgetten (PVB) ter beschikking te stellen. 750.000 euro werd ingezet voor flankerende maatregelen: * het verhogen van de vergoeding van multidisciplinaire teams (MDT's) * het faciliteren van vernieuwende initiatieven door het continueren van de subsidie GIPSO * het faciliteren van het zoeken naar oplossingen voor een beperkte groep van mensen met complexe ondersteuningsnoden (casemanagement) * het uitbreiden van de middelen die nodig zijn om de basisfinanciering voor de bijstandsorganisaties te realiseren * een beperkte uitbreiding van het budget voor doventolken -------------------------------------------------------------------------------- FINANCIEEL VERSLAG -------------------------------------------------------------------------------- [niet opgenomen]