================================================================================ STERK nr. 1 Sterke verhalen van mensen met een handicap maart 2012 ================================================================================ EDITO Sterke verhalen van sterke mensen. U heeft het gloednieuwe magazine van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) in handen. U merkt, er is gekozen voor een volledige ommezwaai! Niet enkel de titel en lay-out van het vorige Handblad werden gewijzigd; ook het aantal pagina's werd gevoelig opgetrokken. Dit magazine, dat 4 x per jaar zal verschijnen, wil u verhalen van mensen met een handicap vertellen. Sterke verhalen van sterke mensen! De Vlaamse overheid draagt zorg voor mensen met een handicap. Dat is de baseline die het VAPH in zijn communicatie uitdraagt. De verhalen van mensen in dit magazine bewijzen dit ook. Mensen met een handicap zijn vaak sterke mensen, die ondanks een aantal drempels toch een kwaliteitsvol leven uitbouwen. Een leven gebaseerd op keuzes die ze zelf gemaakt hebben! Die keuzevrijheid vinden wij als VAPH zeer belangrijk. Immers, de vrijheid om te kunnen kiezen is een belangrijke voorwaarde voor een goed leven. Dat ook de maatschappij zich meer en meer bewust wordt van de specifieke noden van mensen met een handicap, en zich daaraan aanpast, wordt stilaan duidelijk. De verhalen in dit magazine staven dit ook: niet enkel het VAPH moet zorg dragen voor mensen met een handicap, maar de gehele samenleving moet de verantwoordelijkheid opnemen om personen met beperkingen in de mogelijkheid te stellen volwaardig te participeren aan de samenleving. Sterke verhalen van mensen met een handicap is de ondertitel van dit magazine. Je kunt aan deze zin twee betekenissen geven. Het betekent dat mensen met een handicap vertellen over hun eigen leven. Maar het betekent evenzeer dat ook anderen getuigen over mensen met een handicap. Sterk wil in ieder geval zoveel als mogelijk mensen met een handicap zelf aan het woord laten. Aan u om te ontdekken! -------------------------------------------------------------------------------- ÉÉN VERHAAL, VEEL VRAGEN Een kanttekening van de MS-liga bij de film 'Tot Altijd' over het waargebeurde verhaal van MS-patiënt Mario Verstraete die voor euthanasie koos. Mario Verstraete kreeg een agressieve vorm van multiple sclerose en was een fel pleitbezorger voor euthanasie. Regisseur Nic Balthazar verfilmde zijn levensverhaal in 'Tot Altijd'. De MS-Liga reageerde met een opiniestuk. Directeur Luc De Groote: "Dat is positief bedoeld. De film gaat eigenlijk over euthanasie. Daarover nemen we geen standpunt in, dat is immers een persoonlijke keuze. Maar omdat Mario Verstraete MS had, maakt het bij andere personen met MS heel veel los. Daarom willen we vooral benadrukken dat het verloop van de ziekte heel uiteenlopend kan zijn, net als de beleving ervan. Wat Mario meemaakte, is maar één verhaal. Er zijn ook veel andere ervaringen. Er lopen bij ons veel uiteenlopende reacties op de film binnen, ook veel vragen. Als Liga proberen we patiënten zo goed mogelijk te ondersteunen." Wie vragen en/of reacties of hulp nodig heeft naar aanleiding van de film kan terecht op de site van de MS-Liga Vlaanderen vzw: www.ms-vlaanderen.be -------------------------------------------------------------------------------- TROFEE VOOR SVEN DECAESSTECKER Voor zijn opmerkelijke prestaties op het Europees Kampioenschap in Berlijn, krijgt Sven Decaesstecker de Victor Boin Trofee. Sven Decaesstecker kon in 2011 zijn Europese titel op de 200 meter wisselslag verlengen. Ook won hij de bronzen medaille op de honderd meter rugslag en op de vijf kilometer in open water. Hij begon al heel vroeg te zwemmen, maar verloor zijn onderbeen door botkanker. Daarna trainde hij opnieuw. De Victor Boin Trofee wordt uitgereikt aan atleten met een handicap die internationaal goed presteren. -------------------------------------------------------------------------------- VEILING VOOR TOPSPORTERS De Special Olympics vonden vorig jaar in Hasselt en Genk plaats. De initiatiefnemers organiseerden op 3 maart een veiling en modeshow om sporters te steunen die in 2013 naar Zuid-Korea reizen voor de Special Olympics World Winter Games. De burgemeesters Hilde Claes van Hasselt en Wim Dries van Genk waren veilingmeesters. Hilde Claes: "De atleten kropen in de huid van fotomodellen en toonden hun eigen creaties. De twaalf gelegenheidsmannequins toonden ook Flagbag-accessoires, gemaakt van de vlaggen van de meeting in 2011. Maar niet alleen het milieu wint bij dit initiatief. We steunen zo de atleten die naar Zuid-Korea zullen gaan. Voor hen is dat een droom die in vervulling gaat, en voor ons een manier om hen te bedanken om ons verder in dromen te laten geloven." -------------------------------------------------------------------------------- SPELEN IN LUIK Van 16 tot 19 mei vinden in Luik de Nationale Special Olympics Spelen plaats. Deelnemers zijn atleten met een verstandelijke handicap. Er zullen 3.250 atleten, 1.400 vrijwilligers en 1.200 coaches aanwezig zijn op de Nationale Special Olympics Spelen voor mensen met een verstandelijke handicap. Er staan 19 sportdisciplines op het programma, waaronder de demonstratiesport 'Bocce', een Italiaans balspel dat aan petanque doet denken. Sport is belangrijk voor de fysieke en sociale ontwikkeling, bovendien is het een stimulans voor maatschappelijke integratie. Het heeft ook een positieve invloed op het zelfvertrouwen. Tijdens de Spelen kun je ook naar de Art Exhibition met werken van kunstenaars met een verstandelijke handicap. Meer informatie op www.specialolympics.be. -------------------------------------------------------------------------------- NIEUW BESLUIT GEEFT BETERE BESCHERMING Vorig jaar kwam er nieuwe regelgeving die ook van belang is voor gebruikers van voorzieningen: het besluit van 4 februari 2011 over algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg. Johan Smets is jurist bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). Hij wijst erop dat er een goed omlijnde definitie kwam van de gebruiker en wie hem kan vertegenwoordigen wanneer hij zelf zijn rechten niet kan uitoefenen. "Ook de regeling van het dossier werd herbekeken. Voor minderjarigen was er vroeger al inzagerecht, maar niet voor meerderjarigen. Nu is dat er wel. Medische gegevens moeten afzonderlijk bewaard worden, met toepassing van de afspraken van medisch beroepsgeheim. Zo konden we vermijden dat iemand die doorstroomt naar een voorziening voor meerderjarigen plots geen rechten meer heeft inzake zijn dossier." Nog nieuw is dat alle ambulante diensten inspraakmogelijkheid moeten bieden. In residentiële instellingen moet er een gebruikersraad zijn, in andere voorzieningen moet er een collectief overleg zijn met de gebruikers. Andere ontslagprocedure Ook de ontslagprocedure van een bewoner verandert. Wanneer een instelling eenzijdig tot ontslag overgaat, gold minimaal de wettelijke opzeggingstermijn van 3 maanden. "Bewoners konden klacht indienen en die mogelijkheid versterken we nu. De klachtencommissie wordt uitgebreid met een onafhankelijke derde en fungeert zo als bemiddelaar tussen de instelling en de bewoner. De derde persoon wordt aangeduid door de gebruikersraad en de instelling samen, en heeft een mandaat van vier jaar", zegt Johan Smets. Het nieuwe besluit voorziet ook een meldpunt voor grensoverschrijdend gedrag. Dit werd heel ruim bekeken. Het gaat zowel over geweld, seksueel misbruik als over vormen van bedrog en misbruik van goederen en geld. http://www.vaph.be/vlafo/view/nl/771539-Erkenning+en+Kwaliteit.html -------------------------------------------------------------------------------- WERKEN MET JE HOOFD, JE HANDEN EN JE HART Als Vlaanderen zijn ambities wil waarmaken, moet het de komende jaren veel extra krachten aantrekken voor de ondersteuning van mensen met een handicap. Alle soorten vaardigheden komen daarbij in het vizier. "Ik had elektromechanica gevolgd, maar bij de scouts kwam ik tot het besef dat ik met kinderen wilde werken", zegt Simon Van der Eecken, een jonge opvoeder. Hoe verrassend gevarieerd de werkomgeving in de zorgsector is, blijkt uit de onlangs gelanceerde website ikgaervoor.be. Een zorgjob, da's werken met je hoofd, handen en hart', staat op de homepage van ikgaervoor.be. De website is het uithangbord van het project dat zorgambassadeur Lon Holtzer op gang trekt. "Als verpleegkundige heb ik een carrière in de zorg achter de rug", zegt Holtzer, terwijl ze in haar bureau op het kabinet van minister Jo Vandeurzen van haar koffie nipt. "De sector van mensen met een handicap ken ik niet van onderuit. Daarom nodig ik iedereen graag uit me in die wereld onder te dompelen. Zonder respons van de sector kan het project ikgaervoor.be trouwens niet opbloeien. Ik hoop dus dat men de website voedt met eigen getuigenissen, evenementen en input voor de jobfiches." "Eigenlijk moeten we veel meer naar buiten komen", vindt Holtzer. "Met mooie voorbeelden kunnen we de sector een gezicht geven. Buitenstaanders hebben nog te vaak de neiging alles op een hoop te gooien. Ze associëren de sector met mensen in een rolstoel en met instellingen, maar de sector gaat natuurlijk veel breder. De problematiek van iemand die blind is, is totaal anders dan die van mensen met een verstandelijke handicap. En ook inclusie komt niet vanzelf. Je kan maar iets in beweging zetten, als je het leven van mensen met een beperking bespreekbaar maakt." Werk aan de winkel Ikgaervoor.be valt niet toevallig samen met het ambitieuze beleidsplan Perspectief 2020. Tegen 2020 moeten alle mensen met een handicap die een grote ondersteuning nodig hebben, de garantie op zorg krijgen. Dat houdt op zijn minst een uitbreiding van het aanbod in, met andere woorden: veel bijkomende jobs. Een tweede ambitie is een inclusievere samenleving, waarbij mensen met beperkingen zo weinig mogelijk hindernissen op hun levensweg tegenkomen. "De uitdagingen zijn heel groot", stelt de zorgambassadeur vast. "Om de ambities van Perspectief 2020 waar te maken, moet de instroom van werknemers zeker groter worden. Het is alle hens aan dek. In de sector zijn veel oudere werknemers aan de slag en de laatste jaren is niet alleen de gemiddelde leeftijd, maar ook het relatieve belang van de 50-plussers toegenomen. Uit een onderzoek van het Vlaams Welzijnsverbond blijkt dat het personeel in de sector ondersteuning van mensen met een handicap de hoogste gemiddelde leeftijd kent met ruim 40 jaar. Men schat dat de komende tien jaar een vierde van het personeel moet worden vervangen." De zorgverlener in elk van ons Ook de gemiddelde anciënniteit in de sector ondersteuning van personen met een handicap ligt met 12 jaar een stuk hoger dan elders in de welzijnssector. Holtzer: "Mensen blijven blijkbaar lang trouw aan de sector omdat ze er graag werken. Dat is een goede zaak. Loyaal personeel betekent veel ervaring, wat de kwaliteit van de zorg ten goede komt. Iemand die gebeten is door het virus, wil blijven werken met mensen met een handicap. Vaak rolt men erin omdat men in zijn omgeving geconfronteerd wordt met mensen met een beperking of omdat men er als jobstudent in contact mee gekomen is." Quote: "Met mooie verhalen en getuigenissen kunnen we de sector een gezicht geven." "We moeten vanaf nu alle instroommogelijkheden benutten", vervolgt Holtzer. "Het stereotiepe beeld van een opvoeder en een zorgverlener overheerst nog te veel, zodat veel mensen zich ten onrechte niet geroepen voelen. Eigenlijk zit er in ieder van ons een zorgverlener, de meesten van ons dragen op een of andere manier zorg voor anderen. Velerlei achtergronden zijn daarbij waardevol. Ook mensen die misschien even weg geweest zijn uit het arbeidscircuit, maar wel veel ervaring kunnen meebrengen, komen in aanmerking. Ik denk ook aan mensen die uit de rat race willen stappen of gekwetst zijn door de kapitalistische competitiegeest. Voor hen kan een baan in deze sector een nieuwe start en een verademing zijn." Een toffe job voor jongeren Om mensen aan te trekken, werkt Lon Holtzer vanzelfsprekend samen met de VDAB. "Die samenwerking is vooral heel belangrijk om de zij-instroom te stimuleren. Vandaar dat we op de website een link met de arbeidsbemiddeling hebben gemaakt. Opvoeder, begeleider kinderopvang, verzorgend personeel, kinesist en ergotherapeut staan nog altijd hoog in de lijst met knelpuntberoepen." Het project ikgaervoor.be mikt ook op jongeren. "We willen jongeren die nog studeren, warm maken voor een baan in de sector. We denken aan een tool waarmee ze op een leuke manier via Facebook kunnen testen of werken met mensen met een handicap iets voor hen is. Daarnaast zijn er al langer inleefmomenten, maar die zijn nu nog wat te veel gericht op zorg. We zijn nog op zoek naar organisaties in de sector van mensen met een handicap die hun deuren willen openzetten voor geïnteresseerden. Zo'n inleefmoment is immers belangrijk om de juiste mensen aan te trekken in de zorg- en welzijnssector en dus willen we graag een aanbod van inleefmomenten voor verschillende beroepen in organisaties voor personen met een handicap, verspreid over heel Vlaanderen." "Wie in de sector wil werken, moet beseffen dat het belangrijk is dat je veel geduld kan opbrengen, dat je empathisch bent en je dus kan inleven in anderen en dat je een teamspeler bent. Vaak werk je tegelijk ook in een schoolomgeving en dan moet je niet alleen met kinderen overweg kunnen, maar ook met ouders overleggen." "Van belang is voorts dat we de vacatures in de sector wervender maken. Dat kan door met mooie verhalen en getuigenissen naar buiten te komen. De talrijke opendeurdagen en evenementen zien we graag op onze website verschijnen, maar dat is niet genoeg. De sector moet meer over zichzelf communiceren in de media." Helpen met een handicap Het project ikgaervoor.be ijvert voor een inclusievere samenleving. Opvallend daarbij is dat de sector die mensen met een handicap ondersteunt, zelf heel matig scoort op het vlak van diversiteit. In de Vlaamse welzijnsvoorzieningen vormen blanke vrouwen de overgrote meerderheid. Volgens het onderzoek van het Vlaams Welzijnsverbond is amper 1,44 procent van de werknemers in onze welzijnsvoorzieningen van allochtone afkomst. En een nog schamelere 0,72 procent wordt gevormd door werknemers met een arbeidshandicap. Volgens zorgambassadeur Lon Holtzer kan dat veel beter. "Ook hier kunnen goede voorbeelden duidelijk maken dat een zorgverlener met een handicap op een professionele manier kan functioneren. Onlangs kreeg ik bijvoorbeeld een e- mailtje van een verpleegkundige van het Wit-Gele kruis, die alle dagen patiënten bezoekt met een autootje dat aangepast is aan haar handicap." "We vereenzelvigen mensen te veel met hun beperking. In dat verband vind ik de getuigenis van Youssri, die zijn stem leende voor de verborgencameraclipjes op onze site, ontroerend mooi. Youssri is blind, maar hij zegt: ik vergeet de beperking." -------------------------------------------------------------------------------- HET VERHAAL VAN YOUSSRI Quote: "Ik zie wat kan" Youssri (20) is blind en werkt als receptionist in een MPI in Woluwe. De mensen van het productiehuis dat de filmpjes voor ikgaervoor.be maakte, liepen hem per toeval tegen het lijf. Toen ze zijn welluidende stem hoorden, vroegen ze hem om de commentaar bij de filmpjes in te lezen. Zijn verhaal. "De mensen van het productiehuis vonden dat ik een duidelijke, leuke stem had. Ik was heel blij met hun vraag. Ik ben graag bezig met mijn stem: zingen, imiteren, vertellen,... Ik heb de teksten ingelezen in een studio en we zijn er van twee tot zes mee bezig geweest. Ik heb er veel uit geleerd: hoe ik mijn uitspraak kan verbeteren, hoe je creatief kunt zijn in de manier waarop je iets zegt. Een klemtoon, een intonatie, kan een heel verschil maken. Ik vond vooral het doel super. Promotie maken voor zorgberoepen is echt nodig. Niet iedereen heeft er een goed beeld van." Zingend op het podium "Ik streef ernaar iets nuttigs te doen met mijn leven, iets wat ik graag doe. Als je blind bent zoals ik, kan je twee dingen doen: in een hoekje gaan zitten en jezelf beklagen of zeggen: ik maak er iets van. Eigenlijk zou ik graag verschillende jobs proberen, alleen al om te bewijzen dat wij dat kunnen, ook al zijn we blind. Ik wil mensen ervan overtuigen dat wij geen aliens zijn." "Genieten voor mij, dat is op een podium staan en zingen. Ik heb een kameraad die toetsenist is en wij treden samen op, in cafeetjes, in een cultureel centrum, soms voor mensen met een beperking. Hun applaus, dat maakt een dag echt wel. Maar ik kan ook genieten van kleine dingen: naar een boek luisteren, een praatje maken, een weerzien met iemand... Ik zie wat kan, ik blijf niet staan bij de beperking." -------------------------------------------------------------------------------- HET VERHAAL VAN SIMON "Ik doe dit liever dan elektromechanica" Simon Van der Eecken (23) is een jonge opvoeder, die sinds een tweetal jaar in dienst is bij een medisch-pedagogisch instituut (MPI) in Wetteren, dat zich vooral richt op kinderen en jongeren met motorische en meervoudige beperkingen. Tijdens zijn middelbaar koos hij voor de richting Elektromechanica. Zijn verhaal. "Via de scouts drong het besef tot me door dat ik graag met kinderen zou werken. In het laatste jaar hadden we een leider die in de kinderopvang werkte. Dat was het moment dat ik dacht: ik wil ook iets in die richting doen. Ik ben eerst begonnen aan A1-studies, maar dat was me te weinig praktijkgericht. Ondertussen deed ik al een stage bij het MPI Sint-Lodewijk als vrijwilliger. En dat viel me heel goed mee. Ik kreeg de kans om mee te draaien als opvoeder en werd ook echt als een teamlid beschouwd. Maar omdat je niet officieel in dienst bent, krijg je wel wat minder verantwoordelijkheden." "Door die positieve ervaringen heb ik me ingeschreven voor een zevende jaar Leefgroepenwerking. Opvoeder A2, zeg maar. Daarna heb ik even een korte periode in de buitenschoolse opvang gestaan. Dat lag me wel, maar het is minder veelzijdig dan mijn werk als opvoeder bij Sint-Lodewijk, waar ik nu twee jaar officieel in dienst ben. Ik sta bij de leefgroep kinderen en dat ligt me goed, beter dan werken met jongeren in de puberteit, denk ik." "In Sint-Lodewijk zijn in totaal bijna vijfhonderd personeelsleden in dienst, maar toch is het een warme, open instelling. En als mannelijke opvoeder word je er heel goed ontvangen, want de meerderheid van de collega's zijn vrouwen. Ik voel me goed in het team en heb het gevoel dat ik mezelf kan zijn. Dat teamwerk is inderdaad belangrijk. Elke week is er een vergadering met de klasleraar, kinesist, ergotherapeut, logopedist en de opvoeders. De cliëntverantwoordelijke, die een brugfunctie vervult tussen klas, leefgroep en thuis, leidt de vergadering." Meer troeven met een diploma "Ik moet zelden in het weekend werken omdat we een apart weekendteam hebben. Het regime is eigenlijk heel flexibel, waardoor ik via de VSPW (Vormingsleergang voor Sociaal en Pedagogisch Werk) kan studeren om mijn graduaat orthopedagogie te behalen. De opleiding is gelijkwaardig aan A1, maar meer op de praktijk gericht. Ze is ook makkelijk te combineren met mijn werk omdat ze modulair is." Quote: "Ik voel me goed in het team en ik heb het gevoel dat ik mezelf kan zijn." "Het diploma biedt me inderdaad extra troeven op de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld binnen de bijzondere jeugdzorg. Maar eigenlijk wil ik nog lang bij Sint-Lodewijk blijven werken. Ik kan me goed vinden in de visie die tot uiting komt in de manier waarop de instelling cliënten benadert." "De doorgroeimogelijkheden in de instelling zijn voor een opvoeder wel redelijk beperkt. Je kunt in het beste geval opklimmen tot eenheidsverantwoordelijke, maar daar houdt het op. Die ambitie heb ik niet, ik voel me goed als opvoeder. De betaling is niet fantastisch, maar als je een A1-diploma hebt, is het ook niet slecht betaald. Nu, het loon is zeker niet de enige reden waarom ik mijn graduaat orthopedagogie wil halen. Door de opleiding leg je ook meer diepgang in je werk." -------------------------------------------------------------------------------- HET VERHAAL VAN MARC Ambtenaar met een handicap Ook bij de overheid ligt de participatie van werknemers met een arbeidshandicap laag. Onlangs stelde de Vlaamse overheid haar ambitie bij van 4,5 naar 3 procent. Marc De Wilde (57) heeft een visuele handicap en is teamverantwoordelijke bij het departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media van de Vlaamse Gemeenschap. Zijn verhaal. Aan een auto-ongeval van lang geleden hield Marc een zwaar oogletsel over. Zijn zicht ging vooral de laatste tien jaar sterk achteruit. Sinds een jaar of twee kan hij niet meer alleen de deur uit zonder witte stok. "De aanvraag van hulpmiddelen verloopt heel vlot via de vzw Blindenzorg. Als je iets vraagt, proberen ze meteen uit te zoeken wat de beste oplossing is. Voorts doen mijn werkgever en mijn collega's er alles aan om mijn werkomstandigheden zo optimaal mogelijk te maken. Niet alleen door technische hulpmiddelen, maar ook door een aangepaste functieomschrijving, de mogelijkheid om thuis te werken en de vrijwillige engagementen van attente collega's. Ze spreken onderling af om me op te wachten aan het station in Brussel en 's avonds loopt iemand met mij mee terug naar het Centraal Station. Sommigen volgen tijdens hun middagpauze ook nog een cursus gebarentaal, om beter te kunnen communiceren met een dove collega." Meer dan goede wil "Het vrijetijdsaanbod voor blinden en slechtzienden heeft de laatste tijd een professionalisering doorgemaakt. Vroeger was er vooral veel goede wil, maar het resultaat liet soms te wensen over. Ik denk bijvoorbeeld aan het inlezen van boeken. Nu is dat echt verbeterd, op alle vlakken. Als je in het weekend uit de catalogus een boek kiest, krijg je het op woensdag kosteloos thuis geleverd. Ook de bedrijven die hulpmiddelen leveren, zijn getraind in klantvriendelijkheid." "Al bij al ben ik dus tevreden over de maatregelen en initiatieven die mijn werk en leven gemakkelijker maken. Alleen denk ik dat hulpverleners één zaak soms onderschatten, namelijk de belasting op het gezin van de persoon met een handicap. In dat verband is het persoonlijke-assistentiebudget (PAB) een schitterend initiatief." -------------------------------------------------------------------------------- MULTIFUNCTIONELE CENTRA - MINDER REGELS, MEER MOGELIJKHEDEN SOEPELER EN SNELLER HELPEN De vragen om zorg zijn vaak complex en ze kunnen vlug veranderen. De oude structuur [van internaten, semi-internaten en ambulante begeleiding] blijkt daarvoor niet flexibel genoeg. Maar er wordt gewerkt aan oplossingen, in de vorm van multifunctionele centra (MFC's). Huize Tordale in Torhout is een voorbeeld van zo'n voorziening die straks in alle soepelheid wil inspelen op de veranderende behoeften van de mensen. Huize Tordale uit Torhout is in het project van de multifunctionele centra (MFC's) gestapt. "We zijn volop bezig om ons klaar te maken voor de echte start op 31 maart", zegt algemeen directeur Griet Pitteljon. "Een deel van onze werking willen we ombouwen naar een open huis. Heel wat van onze hulpverlening, die niet voltijds is, kunnen we zo realiseren. Daarnaast behouden we onze ondersteuning van mensen die voltijds bij ons inwonen. Het is de doelstelling om tegen 2020 de kansen te versterken van jongeren om hun netwerk thuis uit te bouwen. Dankzij het MFCkader verbreden we onze mogelijkheden om ook mobiele ondersteuning aan huis te geven. Daardoor is er wellicht voor bepaalde jongeren minder professionele ondersteuning nodig, en kunnen we met dezelfde middelen meer jongeren een traject op hun maat aanbieden. Op basis van de evolutie kijken we dan hoe we de vraag naar gedeeltelijke steun kunnen opvangen." Jos Theunis is Afdelingshoofd Zorg in het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). Hij leidt en begeleidt het project van de multifunctionele centra. "Soepelheid is de rode draad door dit project. In de zorg voor mensen met een handicap en voor minderjarigen hebben we de laatste jaren veel zaken flexibeler gemaakt, maar het kan nog beter. De multifunctionele zorgcentra voegen verschillende soorten voorzieningen - internaat, semi-internaat, soms ook het oriëntatie- en behandelingscentrum - samen. Daardoor kunnen we jongeren en kinderen een veel soepelere vorm van hulp aanreiken. We kunnen meer variëren in de zorg die we geven en hopelijk slagen we er zo ook in om mensen minder snel of minder langdurig naar residentiële opvang te verwijzen. Een bijkomend voordeel is dat we de administratie kunnen vereenvoudigen." Quote: "Als de vragen veranderen, moeten de antwoorden proberen te volgen." De weg van de geleidelijkheid Huize Tordale heeft het komende jaar twee trappen voorzien. Vanaf de paasvakantie wordt een aantal zaken bijgestuurd. De echte overgang maakt Huize Tordale bij het nieuwe schooljaar in september. Waarom die geleidelijke omschakeling? "Omdat we niet enkel vanuit onze eigen kennis willen werken, maar ook goede afspraken willen maken met scholen en andere welzijnsdiensten", antwoordt Griet Pitteljon. "Dit project zal pas succes kennen als we met diverse partners aan dit nieuwe verhaal werken." Bij die 'diverse partners' denkt Griet vooral aan onderwijs, justitie, geestelijke gezondheidszorg. "Onze ervaring leert ons: de flexibiliteit die ze daar bereiken, bepaalt het succes van de ondersteuning." De weg van geleidelijkheid wil ook Jos Theunis bewandelen. "Met tien voorzieningen, twee per provincie, gaan we gedurende enkele jaren werken in een kader met minder regels. Dat betekent dat de oorspronkelijke erkenning blijft bestaan, maar dat de minister een afwijking kan geven op een aantal bepalingen van de regelgeving. Daardoor kunnen de tien voorzieningen van sommige zaken afwijken." Wat is de winst daarvan? Jos Theunis: "Dat ze hun begeleidingscapaciteit op één hoop kunnen gooien en dan kijken wat er mogelijk wordt. Binnen dat regelluw kader krijgen ze de kans om heel soepel te switchen van residentiële opvang (dag en nacht) naar dagopvang, naar ambulante ondersteuning aan huis, maar ook andersom of gedurende beperkte periodes. Eenmaal ze in dit project zijn opgenomen, hoeven de multifunctionele centra voor wat er nadien gebeurt, geen speciale aanvragen meer te doen. Zijn er dan helemaal geen beperkingen? Toch wel. De centra moeten een internaat of een semi-internaat hebben, en de jongeren moeten een toelating hebben voor opname in een internaat of semi-internaat. Want anders zou zo'n voorziening de functie thuisbegeleiding gaan overnemen, en dat is niet de bedoeling." Strikt genomen werd het project van de multifunctionele centra op 1 januari 2012 opgestart. "Maar we werken stapsgewijs", beklemtoont Jos Theunis. "Het is een groeiproces. De ene voorziening zal wellicht vlugger vooruitgaan dan de andere. Het zijn ook niet allemaal van de kleinste organisaties. Samen maken ze een dikke 20 procent van de minderjarigenzorg uit. We voelen dat er naast de tien deelnemende voorzieningen nog heel wat interesse is, maar we willen eerst dit goed op gang krijgen voor we dat breder gaan trekken. Hoe snel dat gaat, zal afhangen van de resultaten en de problemen onderweg. Maar de meeste van de tien geselecteerde voorzieningen zijn er nu alvast al serieus mee bezig, wat betekent dat ze meer en meer denken aan ondersteuning buiten de voorziening." Quote: "Er bestaat veel interesse voor dit project, maar we willen het stap voor stap uitwerken." Met scholen en ouders Er zijn nog vrij veel vragen, geeft Griet Pitteljon van Huize Tordale toe. "Daarom willen we eerst onze vier functies goed uitwerken: mobiele ondersteuning en begeleiding, dagopvang, dagbesteding en verblijf. Want dat zijn de instrumenten waarmee we vragen van jongeren en hun netwerk flexibel kunnen beantwoorden." "Voor de dagbesteding willen we onmiddellijk afspraken maken met scholen uit de streek. Voor sommige jongeren is het immers al lang heel moeilijk om hun leerplicht voltijds te laten invullen. Via het project van de multifunctionele centra hopen we dat we samen met het onderwijs en waar nodig met andere partners tot meer creatieve oplossingen kunnen komen. Hopelijk tekent ook het onderwijs een kader met minder regels en organiseren ze net als wij een soort proeftuin. Hoe meer de school jongeren uitzicht kan geven op werk of een zinvolle dagbesteding, hoe beter die jongeren later een echte plek in de samenleving vinden." Griet Pitteljon vervolgt: "Voorts zullen we hulp kunnen bieden aan ouders die momenteel grotendeels zelf de zorg voor hun jongere opnemen. Af en toe, tijdens vakanties en weekends bijvoorbeeld, kunnen deze mensen zeker wat extra steun gebruiken." Nog een doelstelling van Huize Tordale is dat jongeren met een verstandelijke, een gedrags- of een emotionele beperking zo veel mogelijk in hun eigen gezin kunnen opgroeien en daar de zorg krijgen die ze nodig hebben. "Wanneer jongeren te lang of te snel in een internaat worden geplaatst, zijn ze weg uit hun vertrouwde omgeving. Later blijkt het dan vaak zeer moeilijk om dat natuurlijke netwerk weer op te bouwen. Daarom willen we zo veel mogelijk inzetten op ondersteuning in de thuissituatie." Gemotiveerde medewerkers Ook de medewerkers winnen bij het project van de multifunctionele centra. Griet Pitteljon van Huize Tordale: "Door onze medewerkers anders in te zetten, kunnen ze meer op maat van mensen helpen. Het is een stuk prettiger voor hen, nu ze zien dat er meer perspectief en mogelijkheden komen voor de mensen die ze begeleiden." Jos Theunis bevestigt volmondig. "Om dit project in de praktijk te zetten, brachten we het personeel uit de verschillende afdelingen samen in een pool. De tien voorzieningen kunnen daaruit een keuze maken voor medewerkers met het profiel dat ze nodig hebben. Alleen al die keuzemogelijkheid vergroot de soepelheid van de hulp. Natuurlijk gaat dat allemaal niet van vandaag op morgen. Organisaties hebben nu eenmaal hun bestaande personeel en begeleidingen, hun eigen structuur, hun eigen leefgroepen,... We moeten dat voorzichtig aanpakken. Maar we geven de voorzieningen ruimte om daar stapsgewijs aan te werken." -------------------------------------------------------------------------------- ZORGREGIE: KIEZEN IS MOEILIJK Om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen, maakt het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) werk van zorgregie. "Zorgregie is nodig omdat het aantal aanvragen voor ondersteuning veel groter is dan het aanbod. Er is een tekort aan plaatsen. De komende jaren zal de druk niet dalen. Op langere termijn verwachten we wel beterschap", zegt Marc Sevenhant, diensthoofd zorgregie bij het VAPH. De opzet van zorgregie is een betere afstemming van vraag en aanbod, en een gefundeerde zorgplanning. Deze thema's komen ook aan bod op regionaal niveau. Daar wordt onder meer bekeken hoe het budget voor uitbreidingen het beste wordt besteed. "In 2012 komt er een bedrag bij van 36,7 miljoen euro", meldt Sevenhant. Wie neemt aan dit regionale overleg deel? "Vertegenwoordigers van gebruikers, verwijzers en voorzieningen, die de noden van de sector goed kennen." Wie krijgt voorrang? "Bij zorgregie hoort ook het streven naar een rechtvaardig opnamebeleid", vervolgt Marc Sevenhant. "Alle aanvragen worden geregistreerd en beoordeeld. Gaat het om een vraag naar onmiddellijke hulp of is het iets voor de toekomst? Prangende vragen worden een tweede keer beoordeeld: superdringende kwesties krijgen voorrang." "De zwaarte van de handicap speelt daarbij een rol, maar ook welke ondersteuning er al is en hoe groot de kloof is tussen wat iemand al aan ondersteuning krijgt en wat zijn noden zijn. Het zijn vaak heel moeilijke keuzes want we moeten de meest urgente vragen kiezen uit allemaal dringende vragen. Andere prioriteiten zijn een verhuis naar een andere VAPH-instelling, bijvoorbeeld omdat die dichter bij huis is, of omdat iemand wil doorstromen naar minder intensieve zorg." -------------------------------------------------------------------------------- MINDER PAPIER Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap maakt van papierarm werken een streefdoel en is hierin een trendsetter bij de Vlaamse overheid. Pieter Adriaens van het VAPH vertelt hoe het begon. "De afdeling in Vlaams- Brabant verhuisde naar een Vlaams Administratief Centrum. Dit is een 'anders werken'-werkomgeving. De kantoren zijn er kleiner en ook thuiswerken behoort tot de modaliteiten. Er was te weinig ruimte om alle dossiers te verhuizen, dus werd besloten ze te digitaliseren. Intussen gebeurde dat bij alle provinciale afdelingen, goed voor negen miljoen dossierpagina's. Dit heeft als grote voordeel dat iedereen overal, dus ook thuis, de informatie kan raadplegen. De telewerkers werken één dag per week thuis." De pluspunten van Feniks Maar er zijn nog wel meer voordelen. Pieter Adriaens: "Papierarm werken laat ook toe om sneller en efficiënter te werken. Vroeger werden dossiers van het ene naar het andere kantoor gebracht en in archieven bewaard, wat tijd vergde. Nog een pluspunt is dat verschillende diensten tegelijk aan een dossier kunnen werken. Feniks is de software waarmee de dossiers kunnen worden geraadpleegd, waarmee men brieven kan schrijven en betalingen verrichten. Alle medewerkers kregen een opleiding zodat ze snel met het nieuwe systeem van start konden gaan. Een risico is dat het netwerk kan haperen, maar dat gebeurt gelukkig niet zo vaak. Veiligheidshalve worden de papieren dossiers momenteel nog bewaard, maar mensen kunnen ook via de website 'Mijn VAPH' de belangrijkste informatie van hun dossier raadplegen. Op termijn moet het ook mogelijk zijn dat ze langs deze weg aanvraagdocumenten bezorgen." Het hoofdbestuur van het VAPH in Brussel zal in 2012 instappen in het project 'papierarm werken'. -------------------------------------------------------------------------------- REIZEN MET DE TREIN In West-Vlaanderen is Brugge het meest toegankelijke station. Peter Baeyens van de NMBS legt uit dat de NMBS zich in het beheerscontract 2008-2012 verbindt tot een planmatige aanpassing van de stationsgebouwen. Tegen 2028 moeten alle stations van de NMBS toegankelijk zijn voor personen met een beperkte mobiliteit. En tegen eind dit jaar moeten 52 stationsgebouwen, goed voor 60% van de opstappende reizigers, volwaardig toegankelijk zijn. Dat betekent onder meer dat er per station minstens één toegang is tot de lokettenhal zonder obstakels vanaf de openbare weg, dus zonder drempels, en met een automatische deur of een lift. Ook nodig zijn aangepast sanitair, voldoende parkeerplaatsen en tactiele tegels die blinden en slechtzienden geleiden. "In 2011 waren er 30.750 aanvragen voor begeleiding in het station, in 2010 waren er 23.140 dossiers", vertelt Peter Baeyens namens de NMBS. "Grote stations krijgen uiteraard meer vragen dan kleinere, maar overal proberen we onze klanten zo goed mogelijk te helpen. Of België beter of minder goed scoort in vergelijking met de omringende landen, weten we niet. Er zijn geen vergelijkende studies." -------------------------------------------------------------------------------- WITSE VOOR BLINDEN Het laatste seizoen van Witse wordt uitgezonden met audiodescriptie. Hoe werkt dat? Rob Eijssen heeft een visuele handicap en loopt stage bij VAPH. Hij is een trouwe kijker van Witse. Het laatste seizoen van de reeks wordt uitgezonden met audiodescriptie. Een verteller omschrijft wat er niet te horen is bij de dialogen, zoals tijdstippen, plaatsen, mimiek enzovoort. Op die manier kunnen mensen die blind zijn of slecht zien, de reeks goed volgen. "Het is een prima systeem", vindt Rob. "Daarvoor waren we afhankelijk van iemand die wou meekijken en vertelde wat er op het scherm te zien was. Maar soms ging dat zo snel dat het niet altijd lukte om te kunnen volgen. Nu horen we tussen de dialogen wat er gebeurt, welke gezichtsuitdrukkingen er zijn enzovoort. Tv- kijken is daardoor veel meer ontspannend." Mag het wat meer zijn? Rob vindt het alleen jammer dat de VRT er nu pas mee begint. Ook andere programma's komen zeker in aanmerking, zodat er keuzemogelijkheid is. En het is wenselijk dat andere zenders gelijkaardige initiatieven nemen. "Het is niet altijd gemakkelijk om de audiodescriptie in te stellen, daarvoor is hulp nodig. Misschien valt daar nog een mouw aan te passen", aldus Rob Eijssen. Gerrit Van den Breede van het VAPH keek ook al enkele keren naar Witse met audiodescriptie. Hij wijst op de beheersovereenkomst met de overheid die bepaalt dat programma's toegankelijk moeten zijn. "We kijken allemaal wel graag tv. Sommige mensen met een handicap zijn vaker thuis, dus ze hebben er veel aan om tv-reeksen te kunnen volgen. Ook gesproken ondertiteling van anderstalige programma's is zeer wenselijk." -------------------------------------------------------------------------------- VAPH LOOPT VOOR HANDICAP INTERNATIONAL Op zondag 22 april nemen enkele collega's van het VAPH deel aan de '10 miles of Antwerp'. Ze lopen niet om te winnen, maar voor een goed doel. Het initiatief kwam spontaan tot stand. Momenteel bereiden al 35 VAPH'ers zich voor op de run van 5 km of 10 mijl. Ook zijn er collega's die komen supporteren. Marijke Bosteels van het VAPH: "We willen geld inzamelen voor Handicap International. Sponsors kunnen een bijdrage storten op het rekeningnummer van Handicap International: BE14340005000083 (340-0050000-83), met vermelding van de actiecode: '10 miles of Antwerp'." Hiermee is het personeel van het VAPH niet aan zijn proefstuk toe. Marijke: "We hebben in het verleden al eens het peterschap opgenomen van een in de Zoo van Antwerpen pasgeboren luiaard. Deze luiaard werd niet gezoogd door de moeder en had dus extra zorgen nodig. Ook Handicap International hebben we eerder al gesteund." -------------------------------------------------------------------------------- JOMING-PROJECT - TWEE BIJEN IN ÉÉN KLAP Eigenlijk is het project heel toevallig ontstaan, vertelt Wim Maes van vzw Jomi (Jobs en Milieu). "Wij zijn een sociale werkplaats en we focussen vooral op groenonderhoud, natuurbeheer en biologische groenten. Maar enkele jaren geleden ging de overheid op zoek naar vernieuwende projecten binnen de sociale economie. En toen hebben we - vrij impulsief - beslist om ons op bijen te richten. Het Joming-project was een feit! We zijn dan beginnen te imkeren op grote schaal en trokken zo de aandacht van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). Imkeren leek hen een waardevolle tijdsbesteding voor gebruikers van dagcentra." Intussen zijn er al acht Vlaamse centra - van Diksmuide tot Brasschaat - waar vorig jaar één of twee bijenvolkeren woonden. De deelnemers zijn allemaal razend enthousiast. De bijen zijn dan ook een welkome afwisseling voor de 'traditionele' activiteiten als manden vlechten, zegt Maes. "Je werkt met levende wezens, wat toch voor extra spanning zorgt. Bovendien zijn bijen heel apart, met hun complexe structuur van koninginnen en werkvolk. Het is fantastisch om toe te kijken hoe ze de kast in- en uitvliegen en het stuifmeel telkens van kleur verandert. En natuurlijk wacht iedereen in spanning op het resultaat: de honing. De grootste opbrengst hadden we in Brasschaat: 17 kilogram. Dat is natuurlijk geen massale hoeveelheid, maar voor de dagcentra is dat toch mooi meegenomen. Ze konden die lekkere honing zelf verorberen, of verkopen aan vrienden en familie." Zo konden ze de kostprijs van dit project compenseren. Want Jomi vzw kreeg wel een subsidie van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, maar niet voldoende om alles te financieren: daarom moesten de centra 400 euro per bijenkast betalen. Samen slingeren Maar hoe pak je zoiets aan, als dagcentrum zonder bijenervaring? Imkeren is tenslotte een vrij ingewikkeld vak dat je niet in een-twee-drie kunt leren. Daarover hoefden de dagcentra zich geen zorgen te maken, verzekert Wim Maes. "In het voorjaar kregen ze een volledig uitgewerkt 'volk' - die uitwerking is vrij technisch, maar die namen wij voor onze rekening. Daarna moesten ze zelf elke week enkele eenvoudige basisingrepen uitvoeren. Al kunnen er af en toe wel kleine probleempjes opduiken. Zo vonden ze in dagcentrum Duin en Polder in Diksmuide ineens een grote zwerm bijen rond één boom, wat voor de nodige paniek zorgde. De oorzaak was simpel: een nieuwe koningin - dat moet je als imker altijd vermijden. Maar uiteindelijk is die indringster 'vermoord' door de oude koningin, dus was alles snel weer in orde." Al bij al kan er dus weinig misgaan. En in de zomer kwam er eindelijk loon voor al dat werk: dan trokken Wim en zijn collega's naar de centra om te 'slingeren'. "Samen met de mensen van de dagcentra ontzegelden we het bijenraam en daarna mochten alle deelnemers aan het project eens aan de slinger draaien om de honing te verzamelen. Na de laatste slingerbeurt, eind augustus, haalden wij de kasten weer op, behandelden we ze tegen parasieten en lieten we de bijen inwinteren." Je hoeft dus geen volleerd imker te zijn om te kunnen deelnemen. Maar het kán natuurlijk wel. "Door ons project zijn heel wat van onze mensen gebeten door de bijenmicrobe. Ze besloten zelf ook een cursus imkerij te volgen, wat we alleen maar toejuichen." De wereld redden En toch associëren de meeste mensen bijen vooral met negatieve gevoelens: de angst voor een pijnlijke steek. "Natuurlijk blijven het dieren en kunnen ze dus weleens prikken", geeft Wim Maes toe. "Maar onze mensen droegen altijd bescherming als ze aan de kasten werkten. Zij waren in het begin een beetje onzeker, maar na enkele uren hadden ze al zo'n bijenraampje vast. Dat gaf hen ook veel aanzien tegenover de rest van de groep: bijen zijn ideaal voor een stoer en cool imago." (lacht) Quote: "Heel wat van onze mensen hebben nu besloten om een cursus imkerij te volgen" Echt gevaarlijk zijn de beestjes trouwens niet. Bij Jomi kiezen ze uitsluitend voor raszuivere Carnica-bijen, die speciaal gekweekt worden voor hun zachtaardige karakter. Imkeren is niet alleen een interessant tijdverdrijf, je kan er ook (een stukje van) de wereld mee redden. Zo slaan ze bij Jomi twee bijen in één klap: een sociaal project dat ook een ecologische stempel draagt. Want het gaat niet goed met de bijenpopulatie, zegt Maes. "Die slinkt wereldwijd, wat voor gigantische problemen kan zorgen. Denk maar aan de bekende uitspraak van Albert Einstein: Als de bij verdwijnt, dan heeft de mens nog maar vier jaar te leven. Een tikkeltje overdreven misschien, maar er zit - helaas - een kern van waarheid in. Op elke appel, aardbei, courgette en tomaat die wij opeten, heeft ooit een bijtje gezeten! We hebben hen nodig om ons ecosysteem staande te houden. In China is er een streek waar geen bijen meer voorkomen en daar moeten ze al hun gewassen met de hand bestuiven. Dat is een drama!" -------------------------------------------------------------------------------- JOMING-PROJECT - EEN GETUIGENIS Quote: "Eens je de smaak te pakken hebt, blijf je aan de kast plakken!" In dagcentrum De Beweging in Bottelare werd het Joming-project met veel enthousiasme onthaald. Dieter Labee was een van de mensen van het dagcentrum die zich vol overgave op het imkeren hebben gestort. Hij was meteen enthousiast: "Eens je de smaak te pakken hebt, blijf je aan de kast plakken zoals lijm! Je zit dan vlak bij de bijen die maar al te graag in je neus zouden kruipen. Maar gelukkig draag je altijd een speciaal pak, waardoor ze je niet kunnen raken." In het voorjaar van 2011 begon het werk voor deze kersverse imker: "Eerst moesten we nieuwe raten maken, waarin de bijen hun honing kunnen opslaan. Doordat wij de raten voor hen maken, hebben ze meer energie over om meer lekkere honing te maken." Eens dat eerste werkje klaar was, controleerden Dieter en zijn collega's wekelijks de kasten. "Om de bijen te verwittigen van onze komst, bliezen we eerst een beetje rook naar binnen. Zo werden ze wat suffer en konden we de raten er een voor een uithalen. Dat is best spannend: want dan heb je wel honderden bijen in je handen. Die klopten we er dan af, in een emmer. Zo konden we controleren of er zeker geen nieuwe koninginnendoppen waren. Want stel je maar eens voor: Paola en Fabiola in hetzelfde land aan de macht, dat zorgt voor problemen!" (lacht) En eind juli was het eindelijk zover: dan mochten Dieter en de andere imkers slingeren. "Voor het eerst konden we genieten van onze eigen honing! Daarvoor moesten we eerst de raten ontzegelen, zodat we de honing konden losslingeren. En het resultaat mocht er zijn: in dit eerste jaar hadden we al tien kilogram honing! Al moet ik toegeven dat ik ook nog wat extra honing heb opgelikt uit de slingerbak: héérlijk. Na enkele dagen wachten en honing zeven konden we eindelijk onze twintig honingpotjes vullen. Smullen maar!" Voor Dieter was dit een fantastische ervaring. "Ik vond het ongelofelijk tof en interessant. En het leukste is: je kan dit werk alleen maar samen doen. Want met al die honderden bijen rond je hoofd, sta je met z'n tweeën toch wat steviger in je schoenen!" -------------------------------------------------------------------------------- SEKSUELE DIENSTVERLENING; HET EINDE VAN HET TABOE? Het effect van Hasta La Vista Dankzij de film 'Hasta La Vista' werden seksualiteit en handicap, en seksuele dienstverlening voor mensen met een handicap, weer een gespreksonderwerp. Hoog tijd, want hoewel het thema sterk leeft bij mensen met een beperking en hun netwerk, is het taboe nog groot, vooral vanwege juridische en andere onduidelijkheden en wilde fantasieën rond het onderwerp. Heeft de film 'Hasta La Vista' dingen in beweging gebracht? "We merken dat het thema sterk leeft", antwoordt voorzitster Miek Scheepers van de Aditi vzw, een centrum dat personen met een handicap advies, informatie en ondersteuning bij seksualiteit biedt. "Een vrij groot deel van onze samenleving erkent natuurlijk al langer dat iedere persoon recht heeft op zijn of haar eigen seksualiteitsbeleving. Maar het principe en de praktijk, dat zijn heel verschillende zaken. Ouders of begeleiders van mensen met een handicap worden vaak geconfronteerd met zeer concrete vragen, waar ze niet altijd het antwoord op weten of waarbij ze zich onwennig voelen. Het zit niet in onze cultuur om open met elkaar te praten over zulke intieme zaken." Eerst praten, dan helpen In 2009 werd in Vlaanderen Aditi vzw opgericht. In de eerste plaats richt het centrum zich naar personen met een beperking, maar ook het netwerk van ouders en familie, begeleiders, directies, studenten, voorzieningen,... kan bij hen terecht voor vragen over seksualiteitsbegeleiding. Miek Scheepers: "Wij streven ernaar om seksualiteit bij mensen met een handicap bespreekbaar te maken. Het is pas door erover te praten dat we kunnen zoeken naar mogelijkheden om mensen te helpen. We hebben een betrouwbaar netwerk van seksuele dienstverleners met wie we mensen in contact kunnen brengen. Ook geven we duidelijkheid over het juridische kader. Heel wat mensen zijn immers bang voor mogelijke juridische gevolgen." Bij Aditi vzw spreken ze trouwens over seksuele dienstverlening en niet over prostitutie. Miek Scheepers legt uit waarom. "De dimensie is heel anders. Seksuele dienstverleners zijn mannen of vrouwen die kwaliteitsvolle lichamelijke verwenzorg aanbieden. Die zorg kan zeer ruim zijn. Van lichamelijk contact - een knuffel, lijf aan lijf liggen,... - over vorming: hoe ziet een vrouw of een man eruit, hoe moet ik strelen of zoenen, hoe kan ik masturberen,... tot vragen over seksbeleving. We bieden de dienstverleners zelf ook vormingen aan. Die kunnen gaan over specifieke handicaps, hef- en tiltechnieken, privacy." Quote: "Voorbij de vooroordelen en taboes zijn er vele mogelijkheden." Er komt veel bij kijken Wat van 'Hasta La Vista' voor Miek Scheepers een zeer waardevolle film maakt, is dat er ook andere aspecten dan de behoefte aan seksualiteitsbeleving aan bod komen. "De afhankelijkheid - ook op seksueel gebied - ten aanzien van ouders en begeleiders bijvoorbeeld. Of zelf dingen kunnen kiezen of bepalen. Of afgewezen worden vanwege de handicap. Of niet vertrouwd zijn van de samenleving met mensen met een handicap. Stuk voor stuk zijn het aspecten waarmee wij bij onze organisatie in aanraking komen." Er is nog veel werk aan de winkel, besluit Miek Scheepers. "Het recht op seksualiteit voor mensen met een handicap erkennen, begint bij het erkennen dat er daarvoor specifieke ondersteuning nodig kan zijn. Die komt er niet enkel met een visietekst of verdrag, maar door te luisteren naar de persoon in kwestie en van daaruit op zoek te gaan naar de mogelijkheden. En die mogelijkheden zijn er. Ze liggen alleen nog bedolven onder een dikke laag vooroordelen en taboes." -------------------------------------------------------------------------------- GETUIGENIS: DE DAG VAN ROB EIJSSEN Quote: "Ik voel me thuis op mijn stageplaats" Student Rob Eijssen (21) volgt zijn laatste jaar Kantoor en werkt twee dagen per week als stagiair bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). En hij weet heel goed waarom, want zelf is Rob zwaar slechtziend. Hij neemt ons voor één dag mee naar de werkvloer. 6.30 uur: De wekker loopt af in het internaat. Ik neem graag de tijd om me rustig klaar te maken en uitgebreid te controleren of alles in mijn rugzak zit. Vooral mijn laptop en de brailleleesregel - die ik via een USB-kabel met de computer kan verbinden - mogen niet ontbreken. Dankzij die leesregel kan ik alle softwareprogramma's laten 'vertalen' in braille. 7.30 uur: Ik vertrek met de metro naar de Brusselse halte Madou. Van daaruit moet ik nog 100 meter te voet naar het werk, waar ik - dankzij speciale brailleknoppen - zelf de lift kan nemen. Spraaktechnologie 8.00 uur: Nadat mijn laptop en de brailleleesregel geïnstalleerd zijn, kan ik mijn mails controleren. Daarna ga ik verder met mijn belangrijkste taken: Worddocumenten omzetten in HTML-versies, zodat ze op de website kunnen verschijnen, onze interne database up-to-date houden en vertalingen voorzien voor internationale databases. Soms vraagt een collega om iets op te zoeken, wat ik met veel plezier doe. Daarvoor werk ik niet alleen met mijn leesregel, maar ook met spraaktechnologie: als ik de tekst in Word controleer, dan wordt die voorgelezen. Zo weet ik meteen of het goed zit. 12.30 uur: Samen met een groepje collega's ga ik lunchen in de refter. Intussen loop ik hier al een halfjaar stage, dus ik voel me al helemaal thuis. De collega's zijn heel bezorgd en ze hebben me vanaf het begin goed begeleid. Maar er wordt gelukkig ook heel wat afgelachen. Doordat ik mijn collega's niet perfect kan zien, let ik extra op hun intonatie. Zo kan ik alle gesprekken meteen vatten. Teletekst getest 13.30 uur: In de namiddag zet ik mijn vaste taken verder. Al krijg ik soms ook verrassende vragen. Zo geef ik af en toe advies aan de dienst die zorgt voor hulpmiddelen voor blinden en slechtzienden. Onlangs heb ik getest hoe toegankelijk de teletekstsite van Eén nu eigenlijk is. Het is fijn om op die manier mijn steentje bij te dragen. Ik hoop dat ik volgend jaar nog een extra opleiding kan volgen bij de brailleliga, om nadien samen met een jobcoach de arbeidsmarkt te verkennen. 17.00 uur: Opnieuw met de metro naar het Brusselse internaat, waar ik tijdens de week verblijf. Daar babbel ik een beetje met mensen uit mijn leefgroep, allemaal jongeren met een visuele beperking. Dat is heel fijn, maar volgend jaar is mijn studie afgelopen en dan vertrek ik hier. Ik hoop dat ik dan zelfstandig kan gaan wonen, met de nodige begeleiding. Met braille op facebook 18.00 uur: Diner in het internaat. 19.00 uur: 's Avonds maak ik een stageverslag van de afgelopen dag. Daarna ontspan ik meestal achter de computer, op sociale netwerksites als Facebook. Dat kan perfect met mijn brailleleesregel: elke statusupdate kan ik gewoon lezen en becommentariëren. Ook televisie kijken lukt gemakkelijk: als ik dicht bij het scherm zit, kan ik de grote lijnen van het programma volgen. En de dialogen kan ik natuurlijk gewoon horen. -------------------------------------------------------------------------------- DIENSTEN ONDERSTEUNINGSPLAN - DE HOEVEELHEID EN DE VERDELING VAN ZORG Quote: "Elkaar helpen: dat helpt!" Een mens met een handicap vraagt om hulp. Dat is het uitgangspunt. Maar hoeveel? En welke? En zijn er in zijn omgeving mensen en diensten die 'helpen helpen', die dat willen en die dat kunnen? Dat is, in eenvoudige woorden, het streven van de Diensten Ondersteuningsplan (DOP). Quote: "Door een gebrek aan kennis wordt er soms te vlug voor een all- inoplossing gekozen." Mensen willen de regie over hun leven hebben en houden. Wij geven aan mensen met een handicap alle kansen en ondersteunen hen in de realisatie van hun levenskeuzes. Het ondersteuningsplan, opgemaakt met de hulp van een Dienst Ondersteuningsplan (DOP), is de weergave en het resultaat van dit oriëntatieproces. Jos Theunis, Afdelingshoofd Zorg van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH), legt uit hoe dat kan. "Tot nu toe gingen mensen die zorg nodig hadden, vlug naar 'all-in' en aanbodgestuurde oplossingen, terwijl dit niet altijd nodig was. Alleen bleek er weinig kennis te zijn van bestaande tussenoplossingen of andere, te creëren mogelijkheden. Om daar iets aan te doen, ontwikkelden we de Diensten Ondersteuningsplan (DOP)." Wat betekent dat? Jos Theunis: "De DOP gaat eerst kijken naar de context van de persoon met een handicap. Hoe kunnen ouders, partner, vrienden, kennissen, buren en/of familie morele en/of materiële ondersteuning bieden aan deze persoon, het liefst van al op een trajectmatige, permanente basis? Welke noodzakelijke zorg en ondersteuning kan met lokale diensten of gewone welzijnsdiensten zoals gezinszorg georganiseerd worden? Welke handicapspecifieke en VAPH gefinancierde ondersteuning wordt op welke wijze toegevoegd aan dit geheel?" "De zes Vlaamse DOP's, twee voor Antwerpen en één in de andere provincies, zijn al in voorbereiding, andere zijn ten laatste op 1 maart 2012 gestart. Die diensten moeten voor mensen die nog niet in de zorg zitten en hulp en ondersteuning vragen, nagaan welke oplossingen het meest gepast en realistisch zijn en de hulpvrager en zijn context begeleiden tot aan het goed bruikbare ondersteuningsplan." Quote: "We gaan onze diensten motiveren en coachen om zich duidelijk te richten tot de mensen met een handicap zelf." Meerkeuzeantwoorden Hoe je een mens met beperkingen op de beste manier kan helpen zijn levenskeuzen te realiseren, en hoe je die zorg het best kan verdelen, het is niet altijd een simpele kwestie. Jos Theunis: "We moeten nagaan wat de mantelzorg kan en wil opnemen, hoe we deze kunnen versterken en hoe de persoon met een handicap daarover denkt. Wat vrienden of familie doen, kan zeer wisselend zijn. De ene beperkt zich tot kleine dingen die toch veel kwaliteit bijbrengen, zoals een wekelijkse uitstap. Anderen willen zo ver gaan dat ze hun familielid thuis opvangen als ze daarbij maar wat ondersteuning krijgen. We kunnen dit niet veralgemenen, maar het is de betrachting om eerst na te gaan wat de mantelzorg wil, en in hoeverre dat wenselijk en haalbaar is. De bestaande diensten en voorzieningen moeten zich niet te vlug en te verregaand gaan mengen." Maar ook bij lokale, niet handicapspecifieke diensten wordt het best op voorhand verkend wat de mogelijkheden zijn. "We zoeken meer samenwerkingsverbanden op het terrein en ook proberen we de mensen op het terrein te stimuleren en te motiveren om zich in alle duidelijkheid te richten tot de mensen met een handicap zelf. Let wel, ze doen dat al voor een groot deel, hoor. Maar toch verwijzen ze nog dikwijls naar het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. Per situatie zouden ze moeten bekijken wat ze kunnen aanbieden. Van lichte tot intensieve ondersteuning, met een aanvulling van andere diensten of het VAPH voor gespecialiseerde ondersteuning. Uit onderzoek blijkt dat die gespecialiseerde ondersteuning niet altijd nodig is, zeker niet bij mensen die op latere leeftijd een handicap hebben, die al een stabiele thuissituatie hebben en in het gezin blijven wonen. Deze mensen hebben dikwijls vooral praktische ondersteuning nodig. " Uiteraard doen mensen met een handicap voor bepaalde dingen graag een beroep op de gespecialiseerde diensten van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. Daar heeft Jos Theunis dan ook geen enkel probleem mee: "Wie omgaat met mensen met een verstandelijke handicap, krijgt graag inzicht in wat ze wel en niet kunnen vragen, of welk effect het heeft om iets aan te leren. Als die mensen iets leren in de ene situatie, betekent dat niet dat ze dat in een andere situatie automatisch ook gaan doen. Voor het omgaan met meer specifieke beperkingen zoals autisme en gedragsstoornissen, zal men ook eerder (en aanvullend) een beroep op onze diensten doen en dat is de logica zelf. Hetzelfde geldt voor het omgaan met mensen met een visuele of auditieve beperking." Een omslag in de geesten Vandaag komen mensen die om hulp vragen dikwijls op een wachtlijst terecht. Het is de ambitie om daar via de Diensten Ondersteuningsplan ook iets aan te doen. Hoe? Door meer en beter te kijken welke hulp die mensen kunnen krijgen vanuit hun onmiddellijke omgeving, betoogt Jos Theunis. "In die zin gaan we invloed uitoefenen op de instroom in de VAPH-voorzieningen. Het gaat minder een automatisme worden dan vroeger, zodat we meer gevarieerde en op maat van de mensen gemaakte oplossingen krijgen. Dat betekent ook dat we dat allemaal goed gaan moeten opvolgen. Als de DOP een proces start, moet ze goed registreren wat de situatie vandaag is, en wat er veranderd is aan het eind van de begeleiding. Door dat op te volgen, zien we of we de richting uitgaan die we willen." Jos Theunis beseft: er is nog werk aan de winkel om die omslag in de geesten mogelijk te maken. "Vele diensten hebben de natuurlijke neiging om de mensen voor wie ze zorgen, helemaal te begeleiden, zodat ze niet meteen andere diensten nodig hebben. Het is even wennen om in termen van vermaatschappelijking van de zorg te denken en te handelen. We hebben een organisatie opgericht die als een soort mentor zal optreden. Deze zorgt voor de inhoudelijke coaching van de DOP." Hoe ver staat men met het DOP-project? Jos Theunis: "Op dit moment is men volop bezig de diensten operationeel te krijgen en ervoor te zorgen dat ze allemaal erkend zijn en voorschotten krijgen om personeel aan te werven, zodat ze op korte termijn allemaal werken. Ten tweede moet er binnen dit en enkele maanden een goed systeem worden opgezet om het inhoudelijke werk goed te kunnen registreren en op te volgen. Het is belangrijk dat de diensten die aan dit project meewerken, overal voldoende gehoor krijgen voor een goede samenwerking. Samen met die zogenaamde mentororganisatie gaan we dat van dichtbij opvolgen. Daarnaast moeten we ervoor zorgen dat dit project bij de mensen bekend raakt. En, zoals al gezegd, we werken er ook aan om bij de mensen op het terrein de inhoudelijke kennis over het klantenperspectief en over de goede methodieken om met klanten om te gaan te verruimen." Quote: "We moeten als diensten nog leren ons beter op elkaar af te stemmen. Maar de bereidheid is groot." -------------------------------------------------------------------------------- OPMAAT IN WILRIJK DOET MEE AAN DOP Quote: "We werken aan een betere samenwerking" OpMaat in Wilrijk is een dienst die dit jaar gestart is met een Dienst Ondersteuningsplan (DOP). Trajectbegeleider Lieve Bouwens houdt zich bezig met de coaching van de medewerkers. "We hebben begin dit jaar nieuwe mensen in dienst genomen en werken nu vooral aan het bekendmaken van de Dienst Ondersteuningsplan, zodat mensen met een beperking weten dat het bestaat", vertelt Lieve Bouwens van OpMaat in Wilrijk. "Rond de samenwerking zelf moet nog heel wat opgezet worden. Om mensen met een handicap zo veel mogelijk buiten de gespecialiseerde zorg te houden, moeten we nauw samenwerken met de andere reguliere diensten. We merken dat die er nog niet allemaal op georganiseerd zijn, of een heel eigen manier van werken hebben, zodat het soms moeilijk is ons op elkaar af te stemmen. Maar de bereidheid is er zeker. De vraag is echter groot en binnen de reguliere diensten is er niet altijd genoeg personeel om een antwoord te bieden op de vragen." Het uitbouwen van netwerken Een van de problemen die Lieve Bouwens ziet, is het financiële plaatje. "Wanneer iemand gezinszorg krijgt, moet die betalen volgens zijn of haar inkomen. Dat kan moeilijk worden voor iemand met een leefloon. Of je hebt cliënten die vrijwilligerswerk willen doen, maar daar hebben ze ook ondersteuning voor nodig. Niet iedereen heeft een eigen netwerk om op terug te vallen, dus moeten we veel aandacht schenken aan het uitbouwen van netwerken. Dit is een extra aandachtspunt en we krijgen daarvoor ook samen met de andere Diensten Ondersteuningsplan vorming van de mentororganisatie aangesteld door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH)." -------------------------------------------------------------------------------- SEN-SEO - OMGAAN MET EMOTIES. De goede emotionele aanpak Wie een verstandelijke beperking heeft, kampt soms ook met problemen bij de emotionele ontwikkeling. Het Steunpunt Expertise Netwerken (SEN vzw) stelde de SEN-SEO-doos samen. SEO staat voor Schaal voor Emotionele Ontwikkeling. De doos bevat drie boeken over emotionele ontwikkeling bij mensen met een verstandelijke beperking en over hoe organisaties, begeleiders, orthopedagogen, psychologen, artsen, studenten, familie en andere netwerken mensen met een verstandelijke beperking optimaal kunnen ondersteunen. "We vinden het een interessant project voor iedereen die te maken heeft met mensen met een verstandelijke beperking", zegt Sofie Heymans van het VAPH. "In de praktijk zijn er nog altijd veel vragen en onduidelijkheden omtrent het inschatten van de emotionele ontwikkeling van personen met een verstandelijke handicap. Door een verkeerde inschatting is de aanpak niet altijd de juiste. De SEN-SEO-doos reikt inzichten en achtergronden en is vooral bijzonder praktijkgericht. Daarom komt de SEN-SEO-doos perfect tegemoet aan wat er leeft in het werkveld." Meer informatie op www.senvzw.be. -------------------------------------------------------------------------------- DE WEBSITE VAN KIM BOLS GENIET BIJVAL. Kim Bols (33 jaar) uit Beerse was als kind zwaar slechtziend, en werd later volledig blind. Ze woont alleen en studeert Medische Terminologie aan de Katholieke Hogeschool Kempen (KHK) in Turnhout. Ze startte met een persoonlijke website waarop ze over zichzelf vertelt, maar ook veel informatie geeft over oogproblemen. "Ik vond het verwerken van mijn blindheid vroeger erg moeilijk. Daarom wilde ik iets nuttigs doen wat ook mezelf kon helpen. Een website leek me ideaal. Ik hoop via deze digitale weg anderen te kunnen helpen", zegt ze. Per dag lopen er gemiddeld vijf contactberichten bij Kim binnen. De onderwerpen zijn heel uiteenlopend. Het gaat bijvoorbeeld om vragen om mee te werken aan een reportage, een enquête of een rondleiding. Ook inhoudelijke vragen zijn er, zoals naar tips over geschikte sporten en spelletjes voor blinde of slechtziende kinderen, hoe en waar je een geleidehond kunt krijgen, welke hulpmiddelen er zijn voor iemand die slechtziend wordt en de krant niet meer kan lezen. Enzovoort. De website is dus een schot in de roos! Meer informatie op www.kimbols.be. -------------------------------------------------------------------------------- REIZEN 'ALL IN' Ook bezig met het plannen van je zomerreis? "Goede informatie is belangrijk", zegt het Infopunt Toegankelijk Reizen. Het Infopunt Toegankelijk Reizen bestaat tien jaar. Het is een initiatief van Toerisme Vlaanderen. Wie informatie wil over reizen met een handicap en over toegankelijkheid kan er gratis terecht. Medewerker Pieter Ghijsels zag de afgelopen jaren enkele veranderingen. "Vroeger was het heel moeilijk om betrouwbare informatie te vinden. Nu worden mensen met een handicap veel meer als een volwaardige toerist aangezien", zegt Pieter Ghijsels. De afgelopen jaren heeft Toerisme Vlaanderen hard gewerkt aan het screenen van het aanbod. Het gaat dan zowel over de toegankelijkheid van vakantieverblijven als over recreatiemogelijkheden, zoals musea, wandelpaden enzovoort. Het resultaat vind je in de gratis brochure 'All In'. Ook is er geregeld overleg met de toeristische sector om hen te stimuleren aandacht te besteden aan toegankelijkheid. "Er is nog veel werk te doen. We streven er nu naar om alles beter op elkaar af te stemmen. Heel Vlaanderen moet een toegankelijke bestemming zijn", aldus Pieter Ghijsels. Infopunt Toegankelijk Reizen Grasmarkt 61 1000 Brussel T 070 23 30 50 F 070 23 30 51 info@toegankelijkreizen.be www.toegankelijkreizen.be -------------------------------------------------------------------------------- DE MINISTER IS VERHUISD Het kabinet van Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen is op 20 februari 2012 verhuisd. Het nieuwe adres: Ellipsgebouw Koning Albert II-laan 35 bus 9 1030 Brussel T 02 552 64 00 F 02 552 64 01 kabinet.vandeurzen@vlaanderen.be