================================================================================ STERK nr. 5 Sterke verhalen van mensen met een handicap maart 2013 ================================================================================ EDITO - METEN OM TE WETEN Zorg op maat, dat loopt als een rode draad door dit vijfde nummer van 'Sterk'. Welke zorg heeft iemand met een handicap precies nodig? En hoe kunnen we die zorg dan het best organiseren – waarbij we liefst zo inclusief en zo flexibel mogelijk te werk gaan, de persoon met een handicap inspraak geven en zijn leven in de mate van het mogelijke zelf in handen laten nemen, en zijn netwerk maximaal inschakelen. En dit alles zonder dat we meer middelen hoeven in te zetten. De Multifunctionele Centra (MFC) en de Diensten Ondersteuningsplan (DOP) zijn toegewijd bezig met die zorg op maat. Hoe zij de theorie in praktijk omzetten, leest u verderop in dit magazine. Bij het streven naar die zorg op maat is het natuurlijk ook belangrijk dat we goed kunnen bepalen hoeveel ondersteuning of hulp iemand nodig heeft in zijn dagelijkse leven. Al enige tijd is het VAPH op zoek naar een instrument om de zorgzwaarte te meten. Met zo'n instrument kunnen we onder meer de financiering van die ondersteuning fijn stellen. Met vreugde kunnen wij u melden dat we net het wetenschappelijke onderzoek daarover hebben afgerond. We hebben nu een werkbaar, evenwichtig en betrouwbaar instrument om de zorgzwaarte te meten. Dit instrument meet de intensiteit van twee dimensies: de nood aan begeleiding en de nood aan toezicht. Want dat zijn twee verschillende dingen. Sommige mensen hebben mogelijk veel ondersteuning nodig, maar kunnen wel voor een bepaalde periode alleen blijven. Maar andersom kan ook: mensen die zich goed kunnen beredderen, maar die veel toezicht behoeven – vanwege het risico op epileptische aanvallen, bijvoorbeeld. Het nieuwe instrument is grondig en uitgebreid uitgetest. Het kan op alle groepen van personen met een beperking worden toegepast. Dit instrument voldoet aan alle eisen. Het wordt gedragen en bevestigd door de waterdichte resultaten van een wetenschappelijk onderzoek. Het volledige onderzoeksrapport verschijnt binnenkort op de website van het VAPH. -------------------------------------------------------------------------------- MEER RISICO OP ARMOEDE Armoederisico hoog bij mensen met een handicap. Op vraag van de FOD Sociale Zekerheid en de Programmatorische Overheidsdienst Wetenschapsbeleid voerde de KU Leuven het Handilab-onderzoek uit bij 1.118 mensen tussen 21 en 65 jaar, die een inkomensvervangende of integratietegemoetkoming ontvangen. De inkomensvervangende tegemoetkoming is voor wie vanwege zijn handicap niet kan werken of minder dan een derde verdient van een persoon zonder handicap op de arbeidsmarkt. De integratietegemoetkoming is bestemd voor ondersteuning bij dagelijkse activiteiten als koken, eten, zich wassen, schoonmaken enzovoort. Bij 39% van de bevraagde personen ligt het inkomen onder de Europese armoedegrens. Bij de totale bevolking is dit rond de 15%. De respondenten geven dubbel zoveel uit aan gezondheidszorg, en 34% stelt medische zorgen uit omdat ze er het geld niet voor hebben. 25% kan zijn woning niet voldoende verwarmen. 28% bespaart op uitgaven voor niet-medische zorg, en 46% neemt niet deel aan sociaal-culturele activiteiten vanwege de kostprijs. De onderzoekers vinden dat het armoedebeleid meer rekening moet houden met de specifieke situatie van personen met een handicap. Philippe Courard, Staatssecretaris voor Personen met een handicap, werkt aan een hervorming van het uitkeringsstelsel. -------------------------------------------------------------------------------- SPECIALE SPELEN Van 8 tot 11 mei organiseert Gent de Special Olympics & Nationale Spelen. Meer dan drieduizend atleten met een verstandelijke beperking zullen op de Special Olympics deelnemen aan 19 verschillende competities. De Special Olympics & Nationale Spelen zijn een afgeleide van de Paralympics, de Olympische Spelen voor atleten met vooral een fysieke handicap. www.specialolympics.be -------------------------------------------------------------------------------- RECHTZETTING: VERKEERD FOTOBIJSCHRIFT IN STERK NR. 4. De juiste mensen op de juiste plaats. Philippe, Isabelle, Geert en Sofie stond er bij hun foto op pagina 16 van het vorige nummer van 'Sterk'. Hun namen klopten. Maar niet dat ze van de Groep Ubuntu van Kortrijk waren. Philippe, Isabelle, Geert en Sofie zijn wel degelijk aan de slag bij het Dagcentrum Ithaka in Oostende. -------------------------------------------------------------------------------- RECHTZETTING: VERKEERD GECITEERD IN STERK NR. 4. Persoonsgebonden is niet hetzelfde als persoonsvolgend. In 'Mooi is de gedrevenheid van al die mensen hier' op pagina 4 van de vorige editie van 'Sterk' werd Glenn Conings, vrijwilliger bij GRIP, fout geciteerd. Hij wees op het belang van het"persoonsgebonden budget", niet het "persoonsvolgend budget". De heer Conings stelt dat het nog niet duidelijk is in hoeverre het toekomstige persoonsvolgend budget autonomie en inclusie zal mogelijk maken. Dit in tegenstelling tot het persoonsgebonden budget. -------------------------------------------------------------------------------- REVA WEET WEL BETER REVA organiseert een informatiebeurs in Gent. Wie vragen heeft over dienstverlening of op zoek is naar het juiste hulpmiddel, vindt heel wat antwoorden op de REVA-beurs. De informatiebeurs voor mensen met een beperking richt zich op zowel mensen met een kleine beperking als met een meer ingrijpende handicap, van professionele hulpverleners tot mantelzorgers en familie. Ook het VAPH en KOC (Kenniscentrum Hulpmiddelen) zijn aanwezig op de beurs met een infostand. REVA vindt plaats op 25, 26 en 27 april in Flanders Expo Gent. De inkom bedraagt 5 euro. Je kunt een vrijkaart downloaden via http://reva.eventplus.be. Meer info vind je op www.reva.be. -------------------------------------------------------------------------------- TEKENINGEN OP TOURNEE De cartoons over 'handicap en mensenrechten' reizen in 2013 heel Vlaanderen door. De burgerrechtenorganisatie GRIP vzw (Gelijke Rechten voor Iedere Persoon met een handicap) wil met cartoons meer bekendheid geven aan het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een handicap. Het reisprogramma van de tentoonstelling vind je op www.gripvzw.be. Wil je de tentoonstelling zelf reserveren of krijg je graag meer info? GRIP vzw T 02 214 27 60 info@gripvzw.be -------------------------------------------------------------------------------- WIJ LOPEN VOOR U, EN VOOR WIE DIT NIET MEER KAN De place to be: de 10 miles van Antwerpen, op zondag 21 april. Dan lopen enkele tientallen medewerkers van het VAPH, samen met nog andere collega's van de Vlaamse overheid en het We Repair Lives-team van Handicap International 5 km, 16 km of 42 km, naar keuze. We nodigen ook jou uit om met ons mee te lopen, of om te supporteren, en ook mensen met een handicap kunnen deelnemen. Het VAPH neemt hiervoor voor het tweede jaar op rij het initiatief, en geeft met de slogan 'Wij lopen voor u, en voor wie dit niet meer kan' aan dat het VAPH en de overheid in het algemeen ten dienste staan van de burger. En in het bijzonder van de kwetsbare burgers in onze samenleving, zoals de personen met een handicap. Alle lopers die lopen voor u, en voor wie dit niet meer kan, laten zich sponsoren per gelopen kilometer. De opbrengst gaat naar de projecten van Handicap International, waarvoor ook het We Repair Lives-team loopt. -------------------------------------------------------------------------------- MULTIFUNCTIONELE CENTRA - ZORG OP MAAT Quote: "Niet langer alles of niets" Momenteel zijn tien voorzieningen voor minderjarigen erkend als Multifunctioneel Centrum (MFC). Deze centra proberen met dezelfde middelen aan meer mensen zorg op maat aan te bieden. Vanaf 2014 stappen er nog een aantal instellingen in het systeem. De theorie is mooi, maar werkt het systeem ook in de praktijk? 'Sterk' nam de temperatuur op de werkvloer van twee instellingen voor minderjarigen. Dankzij het nieuwe systeem van de Multifunctionele Centra (MFC) kunnen we al onze jongeren een veel meer flexibele opvang aanbieden", zegt Jan Coucquyt van de instelling Sint-Gregorius in Gentbrugge. Jan en zijn collega Geert Dobbelaere begeleiden daar jongeren met een auditieve of neuromotorische beperking. Quote: "Vroeger was er een lange wachttijd. Nu kunnen we flexibel met plaatsen schuiven." Of zij een voorbeeld van zo'n flexibele opvang kunnen geven? Geert Dobbelaere: "Wij hebben hier een jongere met een gehoorstoornis en een psychiatrische problematiek. Die jongen was agressief en wekte ook agressie op in de groep. Dankzij het nieuwe systeem konden we nu vlug ingrijpen. Zonder dat we eerst een hele papiermolen in beweging moesten zetten, hebben we die jongen ondergebracht in een studio die eigendom is van de instelling. Daar krijgt hij nu individuele begeleiding. Sindsdien is de rust in de groep grotendeels teruggekeerd. We merken ook dat de jongen de problemen waarmee hij worstelt, veel beter verwerkt wanneer hij alleen is. Tegelijkertijd leert hij zelfstandig wonen, koken, budgetteren,... Daarmee zijn niet alle problemen opgelost, maar hoe dan ook vermijden we op deze manier situaties die we vroeger niet konden vermijden. Vroeger escaleerden soortgelijke problemen soms zodanig, dat er politie of psychiatrie aan te pas moest komen." "Veel dingen zijn een stuk eenvoudiger geworden", vult Jan Coucquyt aan. "Veranderen van stelsel bijvoorbeeld, van semi-internaat naar internaat of andersom. Internaat is de zwaarste zorgvorm. Als we vroeger iemand wilden overhevelen van semi-internaat naar internaat, moesten we ons voor die beslissing bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) verantwoorden. Was de problematiek wel zwaar genoeg om de keuze voor internaat te rechtvaardigen? Daarna duurde het gauw drie maanden voor we een erkenning kregen. Maar tegenwoordig gaat zoiets bijzonder vlot." Jan Coucquyt illustreert het met een recente case. "Een jongere met wie het op school heel moeilijk gaat. In het nieuwe systeem kunnen we naar de ouders van die jongere toestappen en hen voorstellen om hun kind tijdelijk in een semi- internaat of een internaat onder te brengen, zodat we veel gerichter op die problematiek met de school kunnen ingaan. Door het tijdelijke karakter van die ingreep is er veel meer bespreekbaar. Vroeger zaten we in zo'n geval bovendien met een lange wachttijd, want er was geen plaats in het internaat. Dat probleem stelt zich nu veel minder. We kunnen flexibel met plaatsen schuiven." Begeleiding naar behoeften Voor Jan Coucquyt begint zorg op maat met het zo precies mogelijk beantwoorden van de zorgvraag. "Wat is de eigenlijke zorgvraag, daar moeten we zeer alert voor zijn. Ouders hebben de neiging meteen te denken in termen van internaat of semi-internaat, terwijl hun kind vaak geholpen is met minder zware zorgvormen." De zogenaamde mobiele begeleiding (zeg maar, begeleiding aan huis) is zo'n minder zware zorgvorm. Jan Coucquyt: "Mobiele begeleiding is heel divers, afhankelijk van de behoeften. Flexibiliteit is het sleutelwoord. Zo kunnen we jongeren, die geen deel van de leefgroep meer uitmaken, toch de hulp geven die ze nodig hebben. Ook de ouders hebben daar baat bij. Als het thuis heel moeilijk gaat, stellen we de ouders voor hun kind tijdelijk op te vangen. Zo kunnen de ouders tot rust komen. Tegelijk proberen we de ouders tools aan te reiken om de situatie aan te kunnen." Katrien Welvaert en Dorien De Raedt begeleiden in Sint-Gregorius jongeren met emotionele en gedragsstoornissen. De oorzaken voor een verandering van begeleiding kunnen velerlei zijn, geven ze aan. Bijvoorbeeld? Katrien: "Wel, bij sommige van onze jongeren met gedragsmoeilijkheden krijgen we te maken met ouders die de rekening van het semi-internaat niet meer kunnen betalen. Vroeger was dat een halve ramp, niemand wist wat gedaan in zo'n geval. Nu kunnen we tijdelijk en flexibel overschakelen naar een mobiele begeleiding. De ouders zijn ons zeer dankbaar voor zo'n oplossing." De begeleiding duurt langer Nog een voordeel van MFC: de begeleiding kan langer worden vervolgd. "We kunnen jongeren met emotionele en gedragsstoornissen nu volgen tot hun 25 jaar. Normaal stopt de erkenning als ze 21 jaar worden", aldus Dorien De Raedt. Dorien dist een voorbeeld uit de praktijk op. "Een twintigjarige jongen is hier vroeger overgestapt van internaat naar semiinternaat. Maar hij zit in een problematische gezinssituatie. Op moeilijke momenten moet hij daardoor afhaken. Een maandelijks contact met zijn begeleiders kan heel veel voor hem betekenen." Dorien stelt vast dat de jongeren in Sint-Gregorius opvallend geïnteresseerd zijn in en gemotiveerd zijn voor die vervolgbegeleiding. "Zij beseffen dat zo'n vervolgbegeleiding relevant is. Vroeger gingen we met een klas- of leefgroep naar de VDAB of een OCMW, maar daar zagen ze minder het belang van in omdat ze daar nog niet mee te maken hadden. Bij mobiele vervolgbegeleiding werken we vanuit vragen die veel meer gericht zijn en dat leidt tot betere resultaten." Met die vervolgbegeleiding kunnen we voorts ook de overgang naar de volwassenenzorg versoepelen, argumenteert Geert Dobbelaere. "Soms krijgen jongeren vervolgbegeleiding in afwachting van volwassenenzorg. Die vervolgbegeleiding kan bijvoorbeeld de vorm aannemen van begeleid wonen of thuisbegeleiding. Wat we dan eigenlijk doen, is op een constructieve manier een wachtkamer organiseren tot ze 25 jaar worden." Quote: "Bij een doorverwijzing moeten we niet meer beslissen of de samenwerking met ons stopt." Samenwerken met anderen Dat je vlot kunt samenwerken met andere organisaties, vindt Dorien De Raedt een bijkomend voordeel van MFC. "Momenteel begeleid ik een jongere die werd doorverwezen naar kinder- en jeugdpsychiatrie. Vroeger moesten we in zo'n geval snel uitmaken of de samenwerking met ons dan stopte. De vraag was: hou ik een plaats vrij met het oog op terugkeer of niet? Dat soort beslissingen met een behoorlijk definitief karakter zorgde voor druk, terwijl het belang van de jongere op de achtergrond geraakte. Nu kun je samenwerken met andere organisaties. Die jongere zit nu in opname. Ik ga geregeld bij hem op bezoek en ik hou contact met de gezinscontext. Met het oog op een mogelijke terugkeer is dat zeker zinvol. En los daarvan is continuïteit in de begeleiding natuurlijk ontzettend belangrijk." Jan Coucquyt preciseert dat begeleiding buiten de muren voor Sint-Gregorius niet nieuw is. "Maar het MFC-systeem biedt nu een kader dat deze inspanningen honoreert. Ik denk bijvoorbeeld aan een ergotherapeute van onze dienst die een jongere begeleidt die thuis geen ruimte had om huiswerk te maken. Zij brengt het kind en de ouders bij waaraan een studiehoekje moet voldoen, wat een goede studiementaliteit is en ze helpt daadwerkelijk bij de studie. Tijdens die momenten van intensieve begeleiding kan ze hier geen therapie geven. Wel, het is belangrijk dat MFC zoiets accepteert en honoreert." Zien de vier gesprekspartners van Sint-Gregorius dan geen enkel nadeel aan het MFC-systeem? "MFC biedt enorm veel mogelijkheden, maar organisatorisch vertegenwoordigt het een hele uitdaging omdat het zich moeilijk in een werkrooster laat stoppen. Het vergt veel flexibiliteit van de medewerkers." Ondersteuning voor scholen Ook bij Openluchtopvoeding (OLO) in Brasschaat geven ze toe dat het nog wat zoeken is,"omdat we dikwijls tegen nieuwe dingen aanlopen". Algemeen directeur Peter Verfaillie kan zich vinden in de bedenkingen die ze in Gentbrugge maken. "Van de individuele begeleiders, de vroegere opvoeders, vergt het nieuwe systeem de grootste aanpassing. Zij werken in de leefgroep, maar moeten ook thuis mobiele begeleiding aan jongeren gaan geven. Organisatorisch zoeken we daar nog een evenwicht. " Toch heerst ook in Brasschaat de opvatting dat MFC meer mogelijkheden biedt voor zorg op maat omdat je diverse sporen kunt openhouden. OLO begeleidt jongeren met een emotionele en/of gedragsstoornis. Wat heeft MFC voor deze instelling veranderd?"We zetten meer mensen in op moeilijke schooltrajecten in het middelbaar", antwoordt leertrajectbegeleidster Annick Bahbout. "Daardoor zitten we er kort op. Als we vanuit de leefgroep horen dat het met een van onze jongeren moeilijk loopt op school, dan bekijken we meteen wat we kunnen doen. We contacteren de school en doen concrete voorstellen. Dat kan een korte time-out zijn, of ondersteuning, of andere maatregelen waardoor de jongere in het gewone onderwijs kan blijven. Vroeger was niemand daar speciaal mee bezig. Het gevolg was dat de jongere sneller uitviel, in het buitengewoon secundair onderwijs belandde, waar het dan op termijn ook fout liep. Zoiets proberen we nu te vermijden met trajecten waarin we het volgen van de lessen combineren met een externe werkplek en met een stuk zorg. Deze opvolging vergt veel tijd en werk, maar we merken dat scholen bereid zijn om deze jongeren kansen te geven, precies omdat ze weten dat er hier een ondersteuningsteam is." Actievere rol voor ouders Bij OLO doen ze niet alleen aan leertrajectbegeleiding, maar ook aan contextbegeleiding. Daarvoor hebben ze in Brasschaat nu meer mensen aan het werk dan vroeger. Gevolg? Een voltijdse medewerker volgt nu tien gezinnen, vroeger waren dat er twintig. Uiteraard uit zich dat in de kwaliteit van de begeleiding: er zijn meer en meer intensieve huisbezoeken, waardoor de contextbegeleiders een beter zicht op de behoeften en de mogelijkheden krijgen. Contextbegeleidster Kitty Boeckx vertelt: "We hebben hier een meisje voor wie opname en dus ook residentieel verblijf in het Medisch Pedagogisch Instituut (MPI) was geadviseerd. In oktober kregen we de vraag naar een ambulante begeleiding. De ouders waren er niet van overtuigd dat MPI echt nodig was. Volgens hen kon hun dochter best ambulante begeleiding krijgen en dus elke avond naar huis terugkeren. Wel, we zijn met die ambulante begeleiding begonnen en dat konden we doen dankzij het MFC-systeem. We wisten immers dat we naadloos naar een residentiële opname konden overschakelen wanneer het niet lukte. Na drie maanden hebben we een time-out ingelast en daarna was het voor alle partijen duidelijk dat een MPI-traject onvermijdelijk was. We zijn dan gestart met een opname van drie maanden. Daarna bekijken we opnieuw of dat meisje deels thuis, deels in het MPI kan verblijven. Zelfs alleen op woensdagnamiddagen naar huis en tijdens vakanties in het MPI is een optie. Zo'n variabel traject was vroeger uitgesloten. Toen was het ofwel voltijds MPI van zondagavond tot vrijdagavond, ofwel iets anders. Nu is het niet langer alles of niets. Daardoor kunnen we beter rekening houden met de behoeften van het kind en het gezin. We volgen de evolutie en kunnen op elk moment bijsturen." "We laten jongeren sneller naar huis gaan omdat we hier een bed achter de hand houden", vervolgt Kitty Boeckx. "De ouders zijn er ook geruster op omdat ze weten dat er nog een weg terug is. We hebben bijvoorbeeld nu een jongen die al lang in het MPI is, en die we geleidelijk aan meer naar huis laten gaan. De mama is tevreden omdat haar tempo wordt gerespecteerd." Karen Goossens, de coach van de begeleiders in Brasschaat, concludeert: "Waar werken we eigenlijk naartoe? Die vraag komt nu in de relatie met de ouders veel sneller op tafel. Hun rol is voortaan minder passief omdat er meer mogelijkheden zijn. Ze kunnen meer en langer ouder blijven, zelfs terwijl hun moeilijk opvoedbaar kind hier verblijft. Vroeger draaiden vele ouders een knop om. Ze konden het niet meer aan en gaven alles uit handen. Nu kunnen ze hun ouderrol blijven spelen. Ook voor kinderen wordt het op die manier minder traumatisch. Vroeger zagen we de gedragsproblemen bij sommigen toenemen als ze tegen het einde van het schooljaar naar huis moesten. Die onrust stellen we tegenwoordig veel minder vast. Dat komt omdat alle betrokkenen beseffen dat er niets definitief is. Ze weten dat we voortdurend evalueren en waar nodig bijsturen." Quote: "Omdat ze weten dat er een team ter ondersteuning is, zijn scholen bereid jongeren meer kansen te geven." -------------------------------------------------------------------------------- FLEXIBEL TRAJECT - JULIE WIL NAAR HUIS Julie (Julie is een fictieve naam) woont al van haar acht jaar in het Medisch Pedagogisch Instituut (MPI) van Brasschaat. Toen ze vorig jaar achttien werd, is ze in september weer naar huis gegaan. Thuis wisten ze dat de opvang niet makkelijk zou zijn, maar omdat haar bed in het MPI beschikbaar bleef, durfde haar moeder de stap toch te zetten. Ze zei: laten we het proberen. Na een tijd kwam zowel Julie als haar mama tot het besef dat de situatie onhoudbaar was. De begeleiders van het Multifunctioneel Centrum (MFC) hebben daarop meteen de schakeling gemaakt naar de Studiowerking van Openluchtopvoeding in Brasschaat. In de Studiowerking leert Julie nu zelfstandig te wonen onder intensieve begeleiding. Zonder MFC was dit traject voor Julie onmogelijk geweest. Vroeger zou ze afscheid hebben genomen van het MPI en zou men een aantal thuisbegeleidingsdiensten hebben ingeschakeld. Vanaf dat punt moest ze het zelf maar uitzoeken. Nu zijn de mensen die Julie al lang en dus goed kennen, haar blijven begeleiden gedurende het traject, waardoor ze ook vlug een opvang op haar maat konden zoeken en vinden. -------------------------------------------------------------------------------- DIENSTEN ONDERSTEUNINGSPLAN - DE HOEVEELHEID VAN HULP Quote: "Elke ouder van een zorgenkind zou deze hulp moeten krijgen" Heel wat mensen met een beperking willen graag hun leven zelf in handen nemen. Maar makkelijk is dat niet. Neem nu het verhaal van Jozefien, een 26-jarige vrouw met autisme. Pas nu ontdekken zij en haar familie wat er allemaal mogelijk is, dankzij een Dienst Ondersteuningsplan (DOP). "Elke ouder van een zorgenkind zou deze hulp moeten krijgen, vanaf de geboorte al." We worden hartelijk ontvangen in Aalst, waar Katrien woont met haar dochter Jozefien (26). Ook Sigrid De Pelsmaeker zit mee aan tafel. Zij werkt voor vzw Dienst Ondersteuningsplan (DOP), afdeling Oost-Vlaanderen. Sigrid begeleidt heel wat mensen met een beperking en hun gezin. Quote: "Een kind met een beperking is allesomvattend. Er komt zoveel bij kijken." Op het eerste gezicht lijkt er niets aan de hand met Jozefien, al is ze tijdens ons gesprek wel opvallend stil. Door haar autisme is het heel moeilijk om contact te leggen. Voor haar moeder Katrien heeft het lang geduurd om dat te aanvaarden. Maar eigenlijk had ze al heel lang door dat er iets 'anders' was aan haar dochter. "Rond haar zesde viel het woord autisme voor het eerst. Toch wilden we haar absoluut naar het gewone onderwijs sturen, want haar resultaten waren goed. Al vergde dat wel ontzettend veel begeleiding: ik was er dag en nacht mee bezig, las elk boek dat ik over het onderwerp kon vinden en ging heel vaak naar lezingen. Op haar achtste viel dan de officiële diagnose bij een neuroloog: alles wees op autisme. Dat was een klap. Maar je moet verder, ook al krijg je als ouder weinig begeleiding. Ik ontdekte bijvoorbeeld pas op haar vijftiende dat Jozefien recht had op verhoogd kindergeld. Puur toevallig, via een vriendin. Hoe moet je zulke dingen weten, als niemand ze vertelt? Maar uiteindelijk heeft Jozefien haar A2-diploma behaald, waar we toch heel trots op zijn." 26 jaar te laat Al kwam er na het middelbaar wel een ingrijpend keerpunt. "Zolang Jozefien naar school ging, liep alles vrij vlot", vervolgt Katrien. "Maar toen moesten we ineens op zoek naar een zinnige tijdsbesteding. Al haar vriendinnen gingen op zoek naar werk, maar voor Jozefien was dat geen optie. De gespecialiseerde trajectbegeleiding (GTB, een afdeling van de VDAB voor mensen met een beperking) bracht geen zoden aan de dijk. Dus zocht ik naar geschikt vrijwilligerswerk, maar ook dat was geen sinecure. Uiteindelijk kon ze drie halve dagen per week aan de slag in een ziekenhuis. Een heel goede zaak. Want Jozefien is – in tegenstelling tot veel anderen met autisme – heel sociaal, ze leeft op als er volk in de buurt is. Maar toch bleef ik met twijfels zitten: kon mijn dochter écht mensen helpen, of was ze eerder een last? Ik vond het moeilijk om dat gesprek aan te gaan, uit angst voor wéér een afwijzing." Toen Jozefien 25 werd, kwam er weer een keerpunt, vertelt haar mama. "Ik kreeg een brief van de Christelijke Mutualiteiten: mijn dochter moest apart ingeschreven worden, ze kon niet langer op mijn 'boekje' staan. Ik was verontwaardigd! We wisten totaal niet waar ze recht op had, maar ineens moest ze wel een bijdrage leveren." "Toen heeft de CM een maatschappelijk werker gestuurd, en die sprak over DOP. Dat was een openbaring. En in augustus 2012 kwam Sigrid voor het eerst langs. Het klinkt misschien vreemd, maar eigenlijk kwam ze 26 jaar te laat. Als je een kind met een beperking op de wereld zet, is dat allesomvattend: er komt zoveel bij kijken, dat kan je als 'gewone mens' niet vatten." Een wereld van verschil Alle hulp was dus heel welkom. Sigrid legt uit hoe zo'n DOP-traject in zijn werk gaat. "Gedurende maximaal één jaar proberen we een cliënt en zijn omgeving op weg te helpen op alle terreinen: werk, wonen, vrije tijd, financiën, administratie,... Dat gebeurt cliëntgestuurd: enkel de levensdomeinen waarover de cliënt vragen heeft, pakken we aan. En we proberen zo veel mogelijk te werken vanuit het 'natuurlijke netwerk': hoe kunnen familie, vrienden, buren,... hulp bieden? Daarnaast kunnen we de cliënt natuurlijk ook in contact brengen met reguliere diensten, zoals een thuishulpdienst. Pas in laatste instantie verwijzen we door naar het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH), want dat is lang niet altijd nodig." Bij Jozefien zorgde DOP voor een wereld van verschil. Trots vertelt ze hoe ze nu enkele halve dagen per week in de crèche van het ziekenhuis werkt, als vrijwilliger. "Ik maak er fruitpapjes klaar, en ik zing ook mee met de kindjes." Katrien wist dat Jozefien ervan droomde om met kinderen te werken, maar ze durfde het niet te vragen. Uit angst voor wéér een afwijzing. Maar met de steun van Sigrid is het toch gelukt. En er is nog meer veranderd: intussen komen er geregeld twee medewerkers van Familiehulp langs, om samen met Jozefien leuke dingen te doen. En ze zingt nu ook in een koor, nog zo'n droom. Quote: "Elke maand bespreken alle partijen de mogelijke problemen en oplossingen." Bovendien is er ook beter contact met haar papa. Katrien en haar ex-man zijn lang geleden gescheiden, en sindsdien viel alle 'last' vooral op de schouders van Katrien. Maar nu wordt hij er veel nauwer bij betrokken. Elke maand komen alle partijen samen: Sigrid, Katrien, Jozefien en haar papa. En dan bespreken ze mogelijke problemen en oplossingen. Zo zijn ze bijvoorbeeld nog op zoek naar een woonoplossing voor Jozefien, zodra Katrien haar niet meer kan opvangen. Sigrid is er gerust in: samen vinden ze er wel iets op. Want deze zomer zit de DOP-begeleiding erop. En dan moeten Jozefien en haar netwerk alleen verder, op eigen kracht. -------------------------------------------------------------------------------- GIDS: VERDER STUDEREN, HET KAN! 'Verder studeren, het kan! Ook met extra ondersteuning' is een gids voor inclusief hoger onderwijs. Het Steunpunt Inclusief Hoger Onderwijs (SIHO) helpt studenten met een functiebeperking of behoefte aan extra ondersteuning in het hoger onderwijs. Voor hen maakte het SIHO de gids 'Verder studeren, het kan! Ook met extra ondersteuning'. Deze gids ondersteunt toekomstige studenten bij hun zoektocht naar een studierichting en onderwijsinstelling die aansluit bij hun talenten en verwachtingen. Je vindt de gids 'Verder studeren, het kan! Ook met extra ondersteuning' op www.siho.be. -------------------------------------------------------------------------------- BOEK: OMGAAN MET CRISISSITUATIES BIJ JONGEREN Iedereen die professioneel betrokken is bij kinderopvang, jeugdwerking, jeugdzorg en onderwijs wordt wel eens geconfronteerd met crisissituaties. Van de directie, leidinggevende, leerkracht of begeleider wordt verwacht dat ze op zulke crisismomenten goed overwogen, professioneel en eenduidig zullen handelen. Om hierbij te helpen, reikt het 'Inspiratieboek voor protocollen voor wie werkt met kinderen en jongeren' structuren aan die inspirerend werken bij het vooraf opstellen van concrete procedures. Dit inspiratieboek leunt direct aan bij de praktijk en mag door zijn veelzijdige insteek niet ontbreken in elke organisatie die werkt met kinderen en jongeren. 'Inspiratieboek voor protocollen voor wie werkt met kinderen en jongeren', Kluwer, 36 euro. -------------------------------------------------------------------------------- BOEK: ZORG EN MIDDELEN BIJ HET VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP Het boek 'Zorg en middelen bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap' bundelt alle informatie over zorg en hulpmiddelen bij het VAPH. Auteur Herman Janssens vertaalt het jargon naar een verstaanbare tekst die hij aanvult met voorbeelden uit de praktijk. 'Zorg en middelen bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap', Kluwer, 38 euro. -------------------------------------------------------------------------------- BOEK: OP WEG MET PLEEGZORG 'Op weg met pleegzorg' brengt alle facetten van pleegzorg in beeld. De voorbije tien jaar is het aantal pleegzorgsituaties in België en Nederland meer dan verdubbeld. De aandacht voor pleegzorg vanuit het beleid, de hulpverlening en de brede maatschappelijke context was wellicht nooit zo groot als nu. Daarom wil het boek 'Op weg met pleegzorg' een kritische en wetenschappelijk onderbouwde analyse brengen. Het schetst een algemeen kader rond pleegzorg, laat de verschillende soorten pleegzorg aan bod komen en gaat dieper in op specifieke onderwerpen zoals de selectie en voorbereiding van pleegouders, de beleving van de bij pleegzorg betrokken partijen en bijzondere ondersteunings- en begeleidingsmethodieken. 'Op weg met pleegzorg', Acco, 55 euro. -------------------------------------------------------------------------------- BOEK: WEDERZIJDSE EMOTIONELE BESCHIKBAARHEID Mensen met een verstandelijke beperking en hun begeleiders behoren wederzijds emotioneel beschikbaar te zijn. De wederzijdse ontmoeting tussen mensen met een verstandelijke beperking, hun context en begeleiders wordt in ruime mate beïnvloed door de veerkracht en kwetsbaarheid van alle betrokkenen. Die zijn het gevolg van het 'doorwerken' van ieders levensgeschiedenis: hoe gaan mensen met een beperking om met hun 'lot'? En wat is de invloed van de voorgeschiedenis van begeleiders op hun beroepskeuze en emotionele deskundigheid? Het boek 'Wederzijds emotioneel beschikbaar. Mensen met een verstandelijke beperking' staat stil bij deze vragen. Het boek wordt afgerond met een eigenzinnig verhaal van een brus, moeder en hulpverlener door Gerd Claes, therapeute en coördinator van De Kanteling vzw, een psychotherapiecentrum voor personen met een beperking en chronische ziekte. 'Wederzijdse emotionele beschikbaarheid: mensen met een verstandelijke beperking, hun context en begeleiders samen op weg', Garant, 27 euro. Info: www.dekanteling.be -------------------------------------------------------------------------------- DE EUROSLEUTEL GEEFT OVERAL ONBEPERKT TOEGANG TOT HET TOILET Een sleutel voor heel Europa. De Eurosleutel is een Europees gestandaardiseerd sluitsysteem voor voorzieningen voor personen met een handicap en senioren vanaf 70 jaar. Met een Eurosleutel krijgen zij dag en nacht onbeperkt toegang tot openbare voorzieningen, zoals toiletten voor personen met een handicap, maar ook liften, trappenhuizen en kleedkamers. In heel Europa kun je er al op meer dan tienduizend plaatsen gebruik van maken. De eerste plek in ons land is Oostduinkerke. De sleutel kan je aanvragen via www.eurosleutel.be. Hij kost 20 euro + 2,50 euro portokosten. Het gebruik van het toilet is dan wel gratis. -------------------------------------------------------------------------------- BERLIJN WINT DE ACCESS CITY AWARD Berlijn heeft de Access City Award gewonnen voor het toegankelijker maken van steden voor personen met een handicap. Berlijn investeerde zwaar in een toegankelijke en drempelvrije leefomgeving, heeft een goed uitgebouwd openbaar vervoer en werkt aan toegankelijkheid voor gehandicapten bij wederopbouwprojecten. De prijs is een initiatief van de Europese Commissie en het Europees Gehandicaptenforum. In ons land waren Leuven en La Louvière de beste kandidaten. -------------------------------------------------------------------------------- GETUIGENIS - DE DAG VAN ANN MICHIELS Quote: "Ik zit ook bij de vriendenkring van het werk" Ann Michiels is dol op haar baan als scanner bij Infrax in Hoboken, maar vindt het soms jammer dat ze vanwege haar slechthorendheid moeilijk kan aansluiten bij gesprekken met collega's. Binnenkort krijgt Ann een cochleair implantaat, waarmee ze hoopt beter te kunnen horen. Ann Michiels heeft eerst een opleiding kantoor gevolgd, en daarna een specialisatiejaar administratie vrije beroepen op technisch niveau. "Via de arbeidstrajectbegeleiding voor mensen met een handicap kon ik zes maanden stage doen bij Infrax. Ik voelde me hier direct goed, en toen ik wat later de vraag kreeg om hier als scanner te werken, twijfelde ik geen moment." 's Morgens staat ze op om halfzes. "Daarvoor heb ik een speciale trilwekker onder mijn hoofdkussen. Ik heb een zoon en dochter in co-ouderschap, dus het ochtendritueel verschilt naargelang de kinderen thuis zijn of niet. Meestal kom ik rond 8.15 uur aan op het werk, waar ik de dag begin met een lekkere cappuccino." Quote: "De collega's verstaan me goed en zij moeten wat beter articuleren wanneer ze tegen me spreken." De post bepaalt de dag Ann werkt op de dienst leveranciersboekhouding, waar ze de binnenkomende post scant. "Ik heb geen vaste dagindeling, maar plan mijn werk op basis van de hoeveelheid post die binnenkomt. Meestal is het drukker in het begin van de maand en zeker vlak voor het bouwverlof of de afsluiting van het boekjaar. 's Morgens check ik de facturenmailbox, druk de facturen af en scan ze in. Daarbij markeer en sorteer ik de facturen, ik kleef de barcodes erop en scan ze in. Na ongeveer een uur zijn de gegevens van de scanner verwerkt en kan ik de facturen indexeren. Zodra dat gebeurd is, leg ik ze in het daarvoor bestemde vak, en dan zorgen mijn collega's van de boekhouding ervoor dat ze geboekt worden. Het is fijn om niet te veel verschillende taken te moeten uitvoeren." Liplezen om te luisteren Na vier jaar is Ann nog altijd erg tevreden over haar werk. "Ik doe het graag, en ik heb het voordeel dat ik niet in contact kom met klanten en geen telefoons moet beantwoorden. Mijn collega's verstaan me goed, alleen moeten ze wat meer articuleren als ze tegen me praten: ik versta hen door te liplezen. Tijdens de pauze eet ik soms in de refter, samen met een collega. Die babbel doet deugd, want in gesprekken waaraan meerdere mensen deelnemen, vang ik veel van de informatie niet op." Vergaderen met tolk "Sinds januari 2010 zit ik bij de vriendenkring van Infrax Hoboken. Dat doe ik heel graag vanwege de sociale contacten. We organiseren verschillende activiteiten binnen en soms ook buiten Infrax, waarbij soms ook partners of kinderen welkom zijn. Om de twee maanden heb ik daarvoor een vergadering, waarbij een tolk me bijstaat om het gesprek te volgen." -------------------------------------------------------------------------------- ALDUS SPRAK WOORDVOERDER Quote: "In deze sector zijn er zoveel sterke verhalen." Karina De Beule is de nieuwe woordvoerder van het VAPH. Ze wil eerst tijd nemen om zich in te werken: de collega's en het veld leren kennen om zo inzicht in en voeling met de sector te krijgen. In afwachting daarvan: een kennismaking. Een goede communicatie moet voor Karina De Beule vertrekken vanuit de inhoud en een realistische visie op de sector weerspiegelen. De woordvoerder zal mee helpen zichtbaar maken wat er dag in dag uit bij het VAPH en in de sector in het werk wordt gesteld. Eén ding staat al vast: "Wil je een vertrouwd aanspreekpunt voor de media worden in je werkdomein, dan is een maximale bereikbaarheid en het geven van snelle, correcte informatie cruciaal. En daarvoor weet ik nu al dat ik op sterk geëngageerde mensen kan rekenen!" Het woord van de overheid Karina De Beule werkt al sinds 1981 voor de Vlaamse overheid. Bij de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij OVAM begon ze met de oprichting van een informatiecentrum, en werd ze vervolgens diensthoofd communicatie. "Dat we veel bereikten met onze communicatieprojecten, hadden we te danken aan de visie om het afvalstoffenbeleid en bodemsaneringsbeleid te ontwikkelen vanuit drie pijlers: geïntegreerd werken op sociaaleconomische aspecten, op sensibilisering en informatie, en op juridische instrumenten." Quote: "Een heldere, verstaanbare communicatie is een bijzondere uitdaging." Uit interesse voor het thema van gelijke kansen werd Karina De Beule emancipatieambtenaar, en ook twee jaar adjunctkabinetschef voor gelijke kansen. "Het emancipatiebeleid werd toen net opengetrokken naar andere doelgroepen dan vrouwen, onder wie ook personen met een handicap. Ik merkte hierin een grote variëteit van thema's met vaak vele facetten. Een heldere, voor iedereen verstaanbare communicatie is hier een bijzondere uitdaging: ik vecht momenteel zelf met al de afkortingen in deze sector." Vijf jaar geleden maakte Karina De Beule de overstap naar het Vlaams Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC). "Communicatie over radioactiviteit gebeurt in een erg gepolariseerde omgeving met sterke pro's en contra's. Het FANC heeft als missie de bescherming van de bevolking en van daaruit is de communicatie uitgebouwd: in een tot dan toe gesloten sector zichtbaar maken wat er gebeurt, hoe en waar dagelijks wordt gemeten, geïnspecteerd en gecontroleerd,..." Eerst luisteren en kijken Als woordvoerder bereik je via de media niet alleen mensen die op zoek zijn naar bepaalde informatie, maar ook mensen die niet eens wisten dat je iets voor hen kan betekenen. Net dat spreekt Karina De Beule erg aan. "Er zijn heel sterke verhalen in de gehandicaptenzorg. Als woordvoerder is het een schitterende uitdaging om onder de aandacht te brengen wat er allemaal leeft en gebeurt, waar je collega's en de sector zich dagelijks toe engageren. Daarom probeer ik me in deze aanloopfase vooral een duidelijk beeld te vormen van het VAPH zelf, door overleg met collega's, door te kijken hoe het in de praktijk toegaat in voorzieningen, in onze provinciale afdelingen,...Veel luisteren en kijken dus." -------------------------------------------------------------------------------- UNIVERSAL DESIGN - TOEGANKELIJK WONEN Architectuur met een hart Designers en mensen met een handicap dichter bij elkaar brengen, is wat onderzoeker Jasmien Herssens drijft. Zij werkte mee aan het gloednieuwe UD Woonlabo in Hasselt en ontving de Cera Award 'Ingenieur met een Hart'. "Deze prijs is ook voor de mensen met een visuele handicap die me toonden hoe de niet- visuele perceptie van de omgeving werkt." De architect bepaalt hoe mensen leven: dat was lang de traditie. In de jaren 60 kreeg dat credo voor het eerst tegengas van participatiebewegingen. De Amerikaanse architect Ron Mace erkende de kritiek en lanceerde in de jaren 70 de term 'Universal Design'. Hij hield een pleidooi om rekening te houden met de verzuchtingen van de eindgebruikers. Onderzoeker Jasmien Herssens van de Provinciale Hogeschool Limburg (PH L): "In het begin moesten de actiegroepen, die een lans braken voor de toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers en mensen met visuele beperkingen, druk uitoefenen omdat ze niet meteen gehoor kregen bij de designerwereld. Vandaag is de situatie helemaal gekeerd: ontwerpers besteden spontaan aandacht aan de zintuiglijke beleving en de ervaringen van de gebruikers." Tegenwoordig gaan architecten en designers in dialoog met verschillende gebruikersgroepen. Ze grijpen de expertise van de ervaringsdeskundigen aan om inclusief te ontwerpen en een meerwaarde te creëren voor een diversiteit aan gebruikers. Een mooi voorbeeld van Universal Design is het UD Woonlabo in Hasselt, een project van de Provinciale Hogeschool Limburg (PH L). Het gebouw toont hoe je levenslang zelfstandig kan wonen. Om de UD-modelwoning te ontwerpen, ging de PH L rond de tafel zitten met focusgroepen van ervaringsdeskundigen (MS-patiënten, mensen met een visuele handicap,...) en met vertegenwoordigers van de mantelzorg. Zo gaf de groep van mensen met een visuele beperking onder meer aan dat kasten beter minder diep gemaakt worden. Quote: "Mensen met een visuele beperking hebben me getoond hoe zij hun omgeving waarnemen." Opvallend onopvallend "We hebben ernaar gestreefd dat onze ingrepen opvallend onopvallend zijn", legt Jasmien Herssens uit. Als onderzoeker was ze bij de modelwoning betrokken. "De aanpassingen zijn zo subtiel dat je ze niet meteen ziet. Er hangt geen stigma of iets muffigs aan vast, zoals je weleens hebt bij rolstoeltoegankelijke toiletten. Een van de bijna onmerkbare oplossingen die we hebben uitgedokterd, is de verstelbare keuken. De keuken oogt heel gewoon, al kan je wél de hoogte van het werkblad aanpassen. We hebben in het labo ook stilgestaan bij de voordelen van verschillende deurtypes. Hoe creëer je een makkelijke doorgang voor mensen die wat breder zijn, een buggy voortduwen of met een kruk lopen?" Hét pronkstuk van de modelwoning staat in de badkamer: een wand uit kunststof met gaten in en toppen op, zoals bij een klimmuur. Het speelse ontwerp geeft mensen de mogelijkheid om zich op verschillende plaatsen vast te houden aan de muur. Quote: "De aanpassingen zijn zo subtiel dat je ze niet meteen ziet." Hier en daar werd ook rekening gehouden met een 'marge voor vergissingen', een principe uit Universal Design. Dat komt erop neer dat je zo veel mogelijk obstakels van meet af aan uit de weg ruimt, verduidelijkt Mieke Nijs, projectcoördinator van het UD Woonlabo. "Het zal iedereen wel eens zijn overkomen dat je de deur achter je dichtslaat en plots begint te twijfelen of je wel alle lichten hebt gedoofd en alle keukentoestellen hebt afgezet. Wat we daarop gevonden hebben, is een badge die je scant als je buitenstapt, waardoor alle toestellen, uitgenomen de frigo en de diepvriezer, automatisch uitvallen." Wie niet zien kan, moet voelen Dat Jasmien Herssens via inclusieve ontwerpmethodes designers en gebruikers dichter bij elkaar brengt, leverde haar de Cera Award 'Ingenieur met een Hart' op. "Eigenlijk is deze prijs ook voor de mensen met visuele beperkingen met wie ik al lang werk. Zij toonden mij hoe de niet-visuele perceptie van de omgeving werkt. Ze leerden me dat de rubberen tegels met noppen die op kritieke kruispunten worden aangelegd, zeker noodzakelijk zijn, maar dat voor woningen of veilige ruimtes de omgeving zelf op een architecturale wijze ondersteunend kan zijn. Dit kan bijvoorbeeld door aandacht te schenken aan tactiele of auditieve prikkels. Door bewust aandacht te besteden aan materialen en ruimtelijke organisatie kan je heel wat omgevingen toegankelijker maken voor een diversiteit aan gebruikers. In een park willen mensen met een visuele handicap bijvoorbeeld graag vrij rondlopen. In de Japanse tuin in Hasselt heb je paadjes die met stapstenen van het gras afgescheiden zijn. Voor blinden blijkt dat tactiel al voldoende om het verschil te voelen. Het is dus een uitdaging om als ontwerper mee te zoeken naar oplossingen die niet stigmatiserend zijn, maar de gebouwde omgeving wel inclusiever maken voor iedereen." Hoelang het onderwerp Jasmien Herssens al bezighoudt, blijkt uit de thesis die ze iets meer dan tien jaar geleden schreef. Die handelde over de dominantie van visuele (re)presentaties in de architectuur. Na haar studies ging ze eerst aan de slag als architect, maar de interesse in de mensen voor wie ze ontwierp, dreef haar uiteindelijk in 2005 naar de PHL, waar ze de switch naar onderzoek maakte. "Ik ben er me meteen in Universal Design beginnen te verdiepen. De vaststelling dat mensen met visuele beperkingen op multisensoriële ervaringen focussen, trof me, temeer omdat ik zelf als kind een periode heb gekend waarin ik niet kon zien. Het moedigde mij aan om iets te doen rond belevingswaarden in architectuur." Info: Het UD Woonlabo in Hasselt opent op 23 maart de deuren voor het publiek. Reservatie is verplicht en kan via de website www.woonlabo.be -------------------------------------------------------------------------------- TOEGANKELIJKE COMMUNICATIE - HET WERELDWIJDE WEB ONTWARD Quote: "Een heel nieuwe wereld gaat voor hen open" Niet alleen in het echte leven stoten mensen met een handicap op drempels om volwaardig deel te nemen aan onze samenleving. Ook het wereldwijde web is niet voor iedereen toegankelijk. We vonden drie inspirerende verhalen over moderne technologieën die mensen samenbrengen in plaats van ze nog meer uit te sluiten. Verhaal 1: Pict@ van Ithaka Ithaka vzw in Oostende coacht personen met een beperking. "Onze coaching vertrekt altijd vanuit de vragen die de mensen zich stellen", vertelt Liesbet Billiet, coördinator van Ithaka. "Deze vragen gaan over werken en vrije tijd, maar ook het gewone dagelijkse leven komt aan bod. Samen zoeken we op een inclusieve manier naar het juiste antwoord." Enkele jaren geleden kregen de coaches vaak de vraag om te kunnen e-mailen, filmpjes te bekijken op YouTube of te surfen op het internet. Het antwoord bleek niet zo evident. "Onze mensen gewoon toegang geven tot een pc was niet voldoende. Een aantal van de medewerkers kan niet lezen of schrijven." Weg in minder stappen In hun zoektocht naar mogelijke oplossingen kwamen de coaches van Ithaka uit bij het softwareprogramma The Grid. Liesbet Billiet: "Deze software is in oorsprong een communicatieprogramma, bijvoorbeeld voor mensen in een rolstoel die via het aanduiden van afbeeldingen boodschappen kunnen overbrengen." Ithaka zag in dit programma mogelijkheden om ook het internet toegankelijker te maken. "Deze toepassing kreeg de naam Pict@, wat staat voor 'Persoonlijke toegangspoort tot ICT'. Hoofddoel was om het aantal stappen om bijvoorbeeld te skypen of op Facebook te gaan, drastisch te verminderen. Met pictogrammen of afbeeldingen op het startscherm, starten de medewerkers met één druk op de knop de toepassing op die ze zelf willen. Zo openen ze bijvoorbeeld met één klik een mailtje en versturen ze dit naar een contactpersoon door de juiste foto te selecteren. Elke medewerker heeft een gepersonaliseerd scherm met de toepassingen die hem of haar interesseren. Door het selecteren van hun foto op één van onze vijf gedeelde computers starten mensen hun eigen Pict@ op." Steeds meer toepassingen Liesbet Billiet geeft een mooi voorbeeld van wat Pict@ kan betekenen: een mevrouw die mailtjes verstuurt naar haar zus in Nederland. "Aan de hand van pictogrammen vormt ze zelf voorgeprogrammeerde zinnetjes of woorden. Het programma leest de antwoorden automatisch aan haar voor. De trots die ze uitstraalt bij het versturen of ontvangen van een e-mail, is onbeschrijfelijk. Pict@ geeft haar de mogelijkheden om – met minimale hulp of begeleiding van de coaches – via internet te communiceren met haar zus. Een hele nieuwe wereld ging voor haar open. " Sommige medewerkers van Ithaka gebruiken Pict@ ook als kassaprogramma in de eigen winkel. "Dit geeft medewerkers die niet kunnen lezen de mogelijkheid om aankopen af te rekenen. Aan het onthaal tonen we via Pict@ het weekprogramma en de mededelingen van de dag. " Dankzij een vrijwilliger die Pict@ verder ontwikkelt, evolueren de toepassingen mee met de groeiende mogelijkheden van het internet. Quote: "Met één druk op de knop starten ze de toepassing die ze zelf willen" Verhaal 2: Centraal informatieplatform van De Meander Quote: "Wij willen ook computeren" De studenten van de Provinciale Hogeschool Limburg (PHL) ontwikkelden een computersysteem voor de bewoners met een verstandelijke handicap van De Meander uit Dilsen-Stokkem. "Via een centraal informatieplatform laten onze bewoners nu aan de chef-kok weten of het eten hen gesmaakt heeft." Luc Lemkens, algemeen directeur van vzw De Meander uit Dilsen-Stokkem, koesterde al langer een stille droom. "We hadden plannen om voor onze personeelsleden een intranet te ontwikkelen. Ik vond het noodzakelijk dat ook onze bewoners – mensen met een ernstige verstandelijke of verstandelijk-motorische handicap – een gelijkwaardige toegang kregen tot dit centrale informatieplatform. Met deze droom voor ogen stapte ik naar de studenten van de Provinciale Hogeschool Limburg. Ik vertelde hen over onze bewoners en hoe zij moeilijkheden hebben om met een toetsenbord of een muis te werken en over hun beperkingen om te lezen of te schrijven." We'll keep in touch Onder de slagzin 'Wij willen ook computeren' realiseerden de studenten de droom van de directeur. Luc Lemkens: "We wilden vooral een interactief systeem dat onze bewoners prikkelt om zelf aan de slag te gaan. De studenten ontwikkelden een touchscreentoepassing op maat van de bewoners. Aan de hand van de aangeleerde bèta-symbolen interpreteren onze bewoners de informatie en surfen ze doorheen het platform." Quote: "Als organisatie gebruiken we dit platform dagelijks. Daardoor houden we het boeiend voor onze inwoners." Het systeem laat toe om – zoals gedroomd – de bewoners en personeelsleden gelijktijdig en evenwaardig te informeren. "Op het intranet staan de geplande activiteiten, eventueel afwezige therapeuten, het menu van de dag, het weer en de nieuwtjes van de organisatie. Door op het beginscherm zijn of haar eigen foto te selecteren, krijgt elke bewoner eenvoudig toegang tot de informatie die voor hem of haar bestemd is. Zo beschikt elke bewoner over een eigen digitaal fotoalbum. Na het eten laten ze via het platform eenvoudig aan de chef-kok weten of het hen al dan niet smaakte. Door als organisatie dagelijks het platform te gebruiken, houden we het boeiend voor onze inwoners." Een gevoel van eigenwaarde Het systeem werkt intussen al een tweetal jaar. "De evaluaties zijn uitermate positief", zegt directeur Luc Lemkens. "Voortdurend sleutelen we aan het platform om de interactiviteit nog meer te verhogen of het aantal toepassingen uit te breiden. Het platform creëert verbondenheid, zowel tussen onze bewoners onderling als tussen zorgpersoneel en bewoners. Het werkt sterk emanciperend. Onze bewoners bekijken de informatie die hen interesseert op het moment dat ze dit zelf willen. Deze zelfstandigheid versterkt hun gevoel van eigenwaarde." Verhaal 3: Facebookgroep 'Speciale Kindjes Vlaanderen' Quote: "In onze groep kunnen mensen hun hart luchten" De laatste tijd kreeg Facebook in de media vooral aandacht voor het pesten en uitsluiten van mensen. Maar dit medium bezit ook de kracht om mensen te verenigen. Neem nu de Facebookgroep 'Speciale kindjes Vlaanderen'. Daar kunnen ouders van kindjes met een handicap vrijuit met elkaar praten en ervaringen uitwisselen. Een van de beheerders van de Facebook-groep 'Speciale kindjes Vlaanderen' is Chantal Thijsman, mama van Liesbeth en bezielster achter de website www.handiklap.be. "Als ouders het verdict krijgen dat hun kindje niet is zoals andere kinderen, dan heeft dit een enorme emotionele impact. Daarnaast komen er honderden praktische vragen op je af. In de periode dat je door dit moeilijke aanvaardingsproces moet, haken bovendien vele vrienden en familie af. Praten met mensen die hetzelfde beleven of hebben meegemaakt, biedt dan een enorme steun." De Facebook-groep 'Speciale kindjes Vlaanderen' – een spontaan initiatief van een mama – startte initieel vooral voor ouders van kinderen met het syndroom van Down. Inmiddels breidde de groep zich uit tot ouders van kindjes met alle mogelijke verstandelijke of motorische handicaps. Al 212 leden sloten zich aan. "De groep is besloten, waardoor enkel de leden de gesprekken kunnen volgen. Dit geeft mensen vertrouwen om hun hart te luchten. We leven met elkaars kinderen mee, we beantwoorden onderling vragen, we wisselen ervaringen uit. Dit alles verloopt perfect, zonder één negatieve opmerking naar elkaar. Facebook is bovendien een heel laagdrempelig kanaal waarvoor je de deur niet uit moet." Informatie uitwisselen Behalve de emotionele steun heeft de Facebook-groep voor de ouders ook een praktisch belang. "Zelf ben ik elke avond enkele uurtjes in de weer met het beantwoorden van allerlei praktische vragen", vertelt Chantal Thijsman. "Waar ik kan, help ik mensen verder met mijn ervaringen. Zo wisselen we informatie uit over de kwaliteit van hulpmiddelen en geven we elkaar advies over tal van zaken, bijvoorbeeld hoe ouders het best omgaan met de controlearts die beslist over de graad van de handicap en de bijbehorende verhoogde kinderbijslag. Alle denkbare praktische of financiële vragen waarmee ouders geconfronteerd worden, kunnen vrijuit besproken worden in de groep." -------------------------------------------------------------------------------- GOOI HET IN DE (FACEBOOK)GROEPEN Met 'Speciale kindjes Vlaanderen' als voorbeeld zagen de afgelopen maanden nog andere Facebookgroepen rond dit thema het licht. Zelf is Chantal Thijsman medebeheerder van verschillende groepen. "Elke groep heeft een bepaalde inhoudelijke focus. Mensen kunnen zich aansluiten bij de groepen die hen het meest interesseren. Enkele voorbeelden zijn 'Smog, spreken met ondersteuning van gebaren', 'Handicap-andersvaliden infogroep', 'handicap-andersvaliden hulpmiddelen' en 'handicapandersvaliden praatgroep'." -------------------------------------------------------------------------------- OOK GETEST OP MENSEN - SPECIFIEKE PRODUCTEN VOOR MENSEN MET EEN HANDICAP Belgacom biedt specifieke producten voor mensen met een handicap. Belgacom heeft een gamma producten uitgebracht dat specifiek is afgestemd op personen met een handicap. Het gaat om aangepaste toestellen, applicaties voor smartphones en aangepaste tariefplannen. Voor de samenstelling van het gamma werkte Belgacom samen met de vzw Passe Muraille, die alles liet testen door een panel van personen met een handicap. Op basis van de resultaten selecteerde de telecomoperator een aantal toestellen die aansluiten bij de specifieke behoeften van mensen met een visuele, auditieve, motorische of verstandelijke handicap. De catalogus bevat ook een selectie Android-applicaties om de toegankelijkheid van smartphones te verbeteren. 'Big launcher', bijvoorbeeld, heeft een groot startscherm voor slechtzienden. 'Box of words' is dan weer een applicatie die in jouw plaats spreekt met door jou gekozen en geschreven zinnen. Ook de tariefplannen werden toegespitst op specifieke doelgroepen. Zo maakt de ene persoon meer gebruik van sms en mobiel internet, terwijl de ander eerder kiest voor spraakoproepen. Onder bepaalde voorwaarden kunnen personen met een handicap van het sociaal tarief genieten. Meer info? www.belgacom.be/handicap. -------------------------------------------------------------------------------- MIVB GEEFT BUSHALTES EEN KLEURCODE Eenvoudige kleurcodes moeten het voor rolstoelgebruikers makkelijker maken om een traject te plannen met het openbaar vervoer. De Brusselse vervoersmaatschappij MIVB inventariseerde al de buslijnen 12, 21 en 71, en zal dit jaar nog een aantal lijnen aanpassen. Het project 'Accessibus' hanteert een heel nieuw principe om informatie te geven over de toegankelijkheid van de bushaltes. Hiervoor onderzocht de MIVB welke de belangrijkste lijnen zijn om een netwerk te vormen tussen nuttige plaatsen en overstapplaatsen. Langs die haltes rijden bussen met een automatische helling die rolstoelgebruikers helpt om in en uit te stappen. De mate van beschikbaarheid wordt aangegeven met pictogrammen. Een blauw pictogram geeft aan dat de rolstoelgebruiker zelfstandig kan opstappen aan de halte. Het oranje pictogram betekent dat de rolstoelgebruiker, afhankelijk van de mate van zelfstandigheid, op een deel van het traject zal moeten worden geduwd. Wanneer er geen icoon wordt getoond, kan de MIVB zich niet engageren over de toegankelijkheid. De informatie is te vinden op de website van de MIVB, aan de halte en op het scherm in de bus. Een icoon op de voorruit van de bus toont dat de bus aangepast is. -------------------------------------------------------------------------------- NIEUWE LOOK VOOR WEBSITE DIRECTIE-GENERAAL PERSONEN MET EEN HANDICAP De website van de Directie-generaal Personen met een Handicap heeft een nieuwe look en een gebruiksvriendelijkere structuur gekregen. Op de homepage vind je alle mogelijke informatie, opgedeeld in zes thema's. Die vermelden naast de basisinformatie ook de meest gestelde vragen. De algemene e-mailadressen zoals HandiN en HandiProN verdwijnen en voortaan kan je de dienst contacteren via een formulier op de website. Wanneer je het formulier gebruikt, krijg je automatisch een ontvangstbevestiging met een volgnummer. Dat kan je later gebruiken om je vraag op te volgen. www.handicap.fgov.be