Multidisciplinaire teams [MDT]
Voor VAPH-professionelen

Motorische stoornis

1. Wat is een motorische stoornis?

Bij een motorische stoornis wordt een onderscheid gemaakt tussen twee verschillende soorten van motorische handicap, op basis van de aard van de stoornis die aan de grondslag ligt van de beperkingen.

Men maakt een onderscheid tussen motorische stoornissen die ontstaan zijn vanuit een centrale oorsprong en motorische stoornissen die ontstaan zijn vanuit een anatomische afwijking.

Centrale oorsprong

Hierbij gaat het om beperkingen inzake mobiliteit ten gevolge van een stoornis van centrale oorsprong:

  • hersenverlamming/cerebral palsy/cerebrale parese/infantiele encefalopathie
  • Multiple sclerose (+ vergelijkbare degeneratieve neurologische aandoeningen: ALS, friedreich, huntington …)
  • spina bifida
  • myopathie (spierziekten, neuromusculaire aandoeningen)
  • verworven ernstige motorische stoornissen

Anatomische afwijking

Hierbij gaat het meestal om beperkingen inzake mobiliteit ten gevolge van een afwezigheid of afwijking van anatomische structuren:

  • dysmelie (congenitale afwijkingen aan de ledematen)
  • kinderverlamming of poliomyelitis
  • afwijkingen van het skelet of de ledematen
  • alle andere motorische stoornissen

De ernst van de handicap moet beoordeeld worden in functie van de hoogte van de zorgbehoefte. Om de ernst van de motorische beperkingen in te schatten, kan gebruik gemaakt worden van de toetstabellen 'typering licht/matig/ernstig/volledig m.b.t. motorische beperkingen'. Deze staan op de pagina over de toekenning van doelgroepen bij een motorische beperking.

2. Gegevens Mijn VAPH

Datum diagnosestelling

De datum die u moet weergeven, is de datum van de eerste diagnosestelling. Als u die datum niet kent, kunt u de datum van het meest recente medische verslag weergeven waarin de diagnosestelling wordt bevestigd.

Discipline(s)

Geef steeds de naam en specialisatie van de arts die de motorische stoornis heeft vastgesteld . Als er nog andere disciplines betrokken zijn, moet u deze ook vermelden.

Diagnostische gegevens en/of andere onderzoeksgegevens

In dit luik moet u de aandoening en de oorzaak ervan beschrijven. Daarnaast moet u de meest relevante en recente motorische onderzoeksresultaten beschrijven (neurologisch onderzoek, EMG, beeldvorming, biopsie,…), waarbij u minstens één onderzoek vermeldt. Vervolgens moet u aanduiden bij welke motorische functies (bijvoorbeeld spierkracht, mobiliteit, evenwicht coördinatie, spiertonus, tast,...) er sprake is van problemen. Elke functiestoornis moet aangetoond worden met minimaal één testresultaat.

Duid vervolgens aan bij welke activiteiten de functiestoornissen tot problemen leiden (bijvoorbeeld stappen van korte afstand, stappen van lange afstand, traplopen, staande houding, zitten, uitvoeren van transfers in en uit stoel of rolstoel, gebruiken van arm en hand,...) en objectiveer deze problemen aan de hand van minstens één testresultaat.

Als er sprake is van andere problemen ten gevolge van de stoornis (bijvoorbeeld cognitie, gedrag, spraakproblemen...), moet u de resultaten van die onderzoeken ook vermelden.

  • Voor de objectivering van de functiestoornissen en de problemen bij activiteiten moet u zich zoveel mogelijk baseren op het meest recente motorisch en/of functioneel bilan. Een motorisch bilan is een (deel van een) verslag met objectieve gegevens over beweeglijkheid en kracht in de ledematen en romp, sensibiliteit, pijn, tonus, coördinatie, evenwicht ... opgesteld door een (para)medicus zoals bijvoorbeeld de revalidatiearts, neuroloog of de kinesitherapeut.
  • Een functioneel bilan is een verslag met objectieve gegevens over de mogelijkheden en beperkingen m.b.t. activiteiten uit het dagelijks leven, zoals bijvoorbeeld staan, stappen, traplopen, transfer, zich wassen, enzoverder, opgesteld door een (para)medicus zoals bijvoorbeeld de revalidatiearts, kinesitherapeut of ergotherapeut.

Daarnaast kunt u ook relevante gegevens halen uit een ander (para)medisch verslag met klinisch onderzoek en objectieve gegevens over de motorische functies: bijvoorbeeld een verslag van neurologie, fysische revalidatie of orthopedie. Enkel de relevante gegevens die nodig zijn om de aard en de ernst van de motorische  stoornis te objectiveren, moeten overgenomen worden uit het motorisch of functioneel bilan of een medisch verslag. Vermeld steeds de datum van het bilan of verslag waaruit de gegevens zijn overgenomen en de discipline van de persoon door wie het bilan of het verslag werd opgesteld.

Beperkingen & participatieproblemen

In dit tekstveld moet de impact op het deelnemen aan het maatschappelijk leven aangetoond worden. Beschrijf de impact van de stoornis op het functioneren van de persoon in het dagelijks leven. Schenk daarbij extra aandacht aan de levensdomeinen waar de persoon ernstige participatieproblemen ondervindt.

Voorbeelden:

  • Omdat de persoon zelf geen lange afstanden kan stappen (= beperking), kan hij niet zelf naar de winkel gaan (= participatieprobleem).
  • Omdat de persoon zelf geen transfers kan uitoefenen (= beperking), kan hij ‘s ochtends niet uit zijn bed komen en aan de dag beginnen. Hij kan daardoor ook niet naar het toilet gaan (= participatieproblemen)

Behandelingen

In dit luik moet u een overzicht geven van de plaatsgevonden of lopende behandelingen voor de motorische stoornis. Denk bijvoorbeeld aan revalidatie tijdens een opname, ambulante motorische revalidatie, medicatie, multidisciplinaire pijntherapie, een chirurgische ingreep, ambulante logopedie, psychotherapie,... Daarbij is het belangrijk om aan te geven wat de duur, frequentie en het effect van de behandeling was/is. Als bepaalde behandelingen niet mogelijk waren, moet u beschrijven wat de reden daarvoor is. Beschrijf ook welke andere behandelingen er al dan niet nog worden verwacht.

Prognose

Als u enige informatie hebt omtrent de prognose, dan moet u die vermelden. Daarbij is het belangrijk om aan te geven wat de verwachtingen zijn zowel op korte als op lange termijn. Als het moeilijk is om die inschatting te maken, moet u dat zo vermelden in het tekstvak.

Bijlage(n)

Als bijlage bij de module moet u verplicht het meest recente verslag van de behandelend arts-specialist toevoegen.

Let op: het toevoegen van de verslagen als bijlage is niet voldoende. Alle relevante informatie uit deze verslagen moet ook toegevoegd worden aan de module A.