Multidisciplinaire teams [MDT]
Voor VAPH-professionelen

Ruglijden

1. Wat is ruglijden?

Ruglijden komt heel frequent voor en is een erg ruim begrip. We spreken van chronisch ruglijden als rugklachten meer dan 3 maanden aanwezig zijn. 

Er zijn verschillende behandelingsmethoden om chronisch ruglijden te verhelpen. De meest doeltreffende behandeling vertrekt vanuit een multidisciplinaire benadering. Om de functionaliteit zo optimaal mogelijk te houden, mag het belang van bewegen en gewichtscontrole niet onderschat worden.

2. Toetsing aan de definitie van handicap

Chronische ruglast op zich is niet voldoende voor een erkenning als persoon met een handicap. Men kan maar spreken van een handicap als er belangrijke beperkingen zijn die de participatiemogelijkheden definitief ernstig belemmeren. Die beperkingen moeten blijvend zijn en er moet aangetoond worden dat de problematiek volledig is uitbehandeld (volgens het biopsychosociaal model). Zolang er nog behandelopties zijn, spreekt men van een behandelbare problematiek. 

Elke aanvraag wordt individueel beoordeeld, maar er zijn wel enkele elementen die kunnen pleiten voor een erkenning als persoon met een handicap:

  • definitieve ernstige neurologische uitvalsverschijnselen waardoor significant krachtverlies optreedt (geobjectiveerd met bijvoorbeeld EMG-onderzoek) 
  • ernstige invaliderende pijn die persisteert ondanks multidisciplinaire benadering in een gespecialiseerde pijnkliniek

Om de ernst en het onbehandelbare karakter van de rugproblematiek te kunnen beoordelen, is het belangrijk dat er voldoende informatie wordt aangereikt. Het advies van de MDT-arts betekent een enorme meerwaarde in dergelijke dossiers. Iemand die geen ernstige uitvalsverschijnselen vertoont, wordt meestal niet erkend als persoon met een handicap.

3. Gegevens Mijn VAPH

Er zijn verschillende stoornissen die chronisch ruglijden kunnen weergeven. Kies de meest passende (bv. discusaandoening thoracolumbaal met radiculopathie of lumbo-ischialgie zonder discusaandoening).

Datum diagnosestelling

De datum die u moet weergeven, is de datum van de eerste diagnosestelling. Als u die datum niet kent, dan kunt u de datum van het meest recente medische verslag weergeven waarin de diagnosestelling wordt bevestigd.

Discipline(s)

Geef steeds de naam en specialisatie van de arts die de diagnose heeft gesteld en vermeld hierbij zijn/haar specialisatie. Als er nog andere disciplines betrokken zijn, moet u deze ook vermelden.

Diagnostische gegevens en/of andere onderzoeksgegevens

In dit luik moet u de aandoening en de oorzaak ervan beschrijven. Daarnaast moet u de meest relevante en recente motorische onderzoeksresultaten beschrijven (neurologisch onderzoek, EMG, beeldvorming, biopsie …), waarbij u minstens één onderzoek vermeldt. Vervolgens moet u aanduiden bij welke motorische functies (bijvoorbeeld spierkracht, mobiliteit, evenwicht coördinatie, spiertonus, tast ...) er sprake is van problemen. Elke functiestoornis moet aangetoond worden met minimaal één testresultaat. Het is bij elk onderzoek belangrijk dat telkens de datum van het onderzoek wordt vermeld. Als er geen datum wordt toegevoegd, dan bestaat er twijfel of de bevindingen dateren van vóór of na een eventuele chirurgische ingreep.

Duid vervolgens aan bij welke activiteiten de functiestoornissen tot problemen leiden (bijvoorbeeld stappen van korte afstand, stappen van lange afstand, traplopen, staande houding, zitten, uitvoeren van transfers in en uit stoel of rolstoel, gebruiken van arm en hand ...) en objectiveer deze problemen aan de hand van minstens één testresultaat.

Voor de objectivering van de functiestoornissen en de problemen bij activiteiten moet u zich zoveel mogelijk baseren op het meest recente motorisch en/of functioneel bilan. Meer informatie over het onderscheid tussen een motorisch en functioneel bilan vindt u op de pagina Motorische stoornis.

Daarnaast kunnen ook relevante gegevens gehaald worden uit een ander (para)medisch verslag met klinisch onderzoek en objectieve gegevens over de motorische functies: bijvoorbeeld een verslag van neurologie, fysische revalidatie of orthopedie. Enkel de relevante gegevens die nodig zijn om de aard en de ernst van het ruglijden te objectiveren, moeten overgenomen worden uit het motorisch of functioneel bilan of een medisch verslag. Vermeld steeds de datum van het bilan of verslag waaruit de gegevens zijn overgenomen en door wie het bilan of het verslag werd opgesteld.

Beperkingen & participatieproblemen

In dit tekstveld moet de impact op het deelnemen aan het maatschappelijk leven aangetoond worden. Beschrijf de impact van de stoornis op het functioneren van de persoon in het dagelijks leven. Schenk daarbij extra aandacht aan de levensdomeinen waar de persoon ernstige participatieproblemen ondervindt.

Behandelingen

Om te staven dat het gaat om een langdurige en belangrijke beperking, is het belangrijk dat wordt aangegeven welke behandelingen al hebben plaatsgevonden en welke behandelingen er in de toekomst nog gepland worden. Er kan maar sprake zijn van een handicap bij chronisch ruglijden als men de behandeling volledig doorlopen heeft en de problematiek uitbehandeld is. 

Daarom moet u in dit luik een overzicht geven van de plaatsgevonden of lopende behandelingen voor het ruglijden. Denk bijvoorbeeld aan revalidatie tijdens een opname, ambulante motorische revalidatie, medicatie, multidisciplinaire pijntherapie, een chirurgische ingreep, psychotherapie,... Daarbij is het belangrijk om aan te geven wat de duur, frequentie en het effect van de behandeling was/is. Als bepaalde behandelingen niet mogelijk waren, moet u beschrijven wat de reden daarvoor is. Beschrijf ook welke andere behandelingen er al dan niet nog worden verwacht.

Prognose

Als u enige informatie hebt over de prognose, dan moet u die vermelden. Daarbij is het belangrijk om aan te geven wat de verwachtingen zijn zowel op korte als op lange termijn. Als het moeilijk is om die inschatting te maken, dan mag u dat zo vermelden in het tekstvak.

Bijlage(n)

Als bijlage bij de module moet u verplicht een recent verslag van de behandelend arts-specialist toevoegen. Let op: het toevoegen van de verslagen als bijlage is niet voldoende. Alle relevante informatie uit de verslagen moet ook toegevoegd worden aan de module A.