Communicatietechnieken om te communiceren met doofblinden

Doofblindheid is een ongenuanceerde term voor de combinatie van visuele en auditieve beperkingen. De combinatie kan variƫren van slechthorend en slechtziend tot volledig doof en blind. De meeste doofblinden zijn niet volledig doof en niet volledig blind, maar hebben nog enig restgehoor of enige restvisus.

Doofblinden komen dezelfde problemen tegen als slechthorenden/doven en slechtzienden/blinden. Zo zijn doofblinde mensen beperkt in hun communicatie met andere mensen, in hun mobiliteit, in het ondernemen van activiteiten en het ontvangen van informatie. Maar door de dubbele handicap zijn de problemen groter en ook lastiger op te lossen.

Er zijn negen communicatietechnieken die courant gebruikt worden om te communiceren met doofblinden. Naast communicatietechnieken bestaan er ook communicatiehulpmiddelen om te communiceren met doofblinden.

Liplezen

Liplezen is woorden afzien aan de stand van de lippen. In de praktijk wordt het zuiver visuele liplezen dikwijls ondersteund door gehoorresten en spreekt men van spraakafzien. Naast het feit dat er voldoende licht moet zijn, moet de ziende gesprekspartner duidelijk articuleren en spreken in de richting van de doofblinde. Liplezen en spraakafzien vergen een grote inspanning van de doofblinde, die een zeker taalbezit moet hebben, maar is tegelijk toch een gemakkelijk toepasbare techniek voor horend-ziende gesprekspartners.

Communicatie in grootschrift

Communicatie in grootschrift is met de hand of machinaal grote tekst aanmaken. Daarvoor kan bijvoorbeeld een computer of gewoon een pen en papier gebruikt worden. Soms wordt puntgrootte 48 of zelfs 72 toegepast, met een aangepast contrast. Velen verkiezen heldere letters op een donkere achtergrond zoals witte of gele letters op zwarte of blauwe achtergrond.

Beide gesprekspartners moeten kunnen lezen en schrijven en over voldoende gezichtsvermogen beschikken. In de praktijk is het de doofblinde die praat en de ziende gesprekspartner die schrijft. Er kan daarbij beroep gedaan worden op schrijftolken.

Drukletters schrijven in de hand (lopend schrift)

Drukletters schrijven in de hand (ook wel lopend schrift genoemd), betekent dat hoofddrukletters gevormd worden in de handpalm van de doofblinde. De doofblinde moet beschikken over voldoende tastzin en een zeker synthesevermogen. Deze techniek verloopt erg traag maar is tegelijk toch gemakkelijk toepasbaar voor beide gesprekspartners.

Vingerspelling in de lucht of in de hand (handalfabet)

Bij vingerspelling in de lucht of in de hand (ook handalfabet genoemd), worden de letters in de lucht of in de handpalm van de doofblinde gevormd. Elke letter komt overeen met een welbepaalde vinger- en handstand. Afhankelijk van de methode (lucht of hand) moet de doofblinde beschikken over voldoende gezichtsvermogen of tastzin. Vingerspelling vergt een grote inspanning van de doofblinde, die een zeker taalbezit moet hebben. Het tempo ligt laag bij deze techniek maar is vaak bekend bij doofgeboren mensen.

Lormschrift

Bij het lormschrift worden strepen en punten (die overeenkomen met letters) in de linkerhandpalm van de doofblinde gevormd volgens een vastgelegde code. Beide gesprekspartners moeten beschikken over een goed taalbezit. De doofblinde moet over synthesevermogen beschikken en in staat zijn de boodschappen mentaal aan te vullen. Deze techniek is erg inspannend voor de doofblinde maar een hoog gesprekstempo is haalbaar.

Gebarentaal

Bij gebarentaal worden met de handen in de lucht symbolen gemaakt die overeenstemmen met woorden. Beide gesprekspartners moeten voldoende symbolen kennen en de doofblinde moet over voldoende gezichtsvermogen beschikken. Deze techniek is enkel bruikbaar bij vroegdove doofblinden en werkt vlot in de omgang met doven.

Vierhandengebarentaal

Bij vierhandengebarentaal legt de doofblinde zijn linkerhand op de rechterhand van zijn communicatiepartner en vice versa. Vervolgens worden dezelfde symbolen gebruikt als bij de gebarentaal, maar dan lichtjes aangepast aan deze specifieke communicatiewijze. Deze techniek is vooral bruikbaar bij personen die een goede gebarenkennis hebben. Het grote voordeel is dat interactie mogelijk wordt (gesprekspartners kunnen mekaar gemakkelijker onderbreken) en dat emoties (woede, vreugde, ongeduld ...) kunnen doorgegeven worden omdat men permanent in contact is met elkaar.

Gebaren op het lichaam

Gebaren op het lichaam zijn vooraf onderling afgesproken gebaren die op het lichaam van de doofblinde gemaakt worden. Slechts een beperkt aantal gebaren is mogelijk en deze techniek is alleen geschikt voor personen die met elkaar vertrouwd zijn. Het is een handige techniek voor korte, snelle boodschappen.

Schrijven met brailleletters

Via blokjes met zowel brailleletters als letters in zwart-wit, kan een ziende communiceren met iemand die niet ziet.