23 februari 2024

Vroegtijdige opsporing is de beste bescherming tegen baarmoederhalskanker

Het Bevolkingsonderzoek Baarmoederhalskanker spoort alle vrouwen van 25 tot en met 64 jaar aan om elke drie jaar een uitstrijkje te laten nemen. Omdat vroege opsporing voor iedereen belangrijk is, ook voor mensen met een handicap, vestigen we als VAPH graag mee de aandacht op dit onderzoek.

Wat is het Bevolkingsonderzoek Baarmoederhalskanker?

In juni 2013 startte de Vlaamse overheid met een Bevolkingsonderzoek Baarmoederhalskanker. Het onderzoek spoort alle vrouwen van 25 tot en met 64 jaar aan om elke drie jaar een uitstrijkje te laten nemen. Dat uitstrijkje wordt dan in een laboratorium onderzocht om te kijken of het afwijkende cellen bevat.

Baarmoederhalskanker ontstaat heel langzaam. Bovendien kunnen afwijkende cellen worden opgespoord voordat ze kankercellen worden. Daardoor is baarmoederhalskanker een van de ziekten die in aanmerking komen voor een bevolkingsonderzoek.

Vroege opsporing heeft enkele belangrijke voordelen: doordat de ziekte of het risico erop eerder worden vastgesteld, kunnen verwikkelingen of een (zwaardere) behandeling worden vermeden en is de kans op volledige genezing groter.

Hoe kunt u meedoen aan het onderzoek?

Vrouwen van 25 tot en met 64 jaar mogen om de drie jaar een uitstrijkje laten nemen. Daarvoor hebt u geen voorschrift of uitnodiging nodig. U maakt zelf een afspraak met uw huisarts of gynaecoloog. Leg een dag vast waarop u niet ongesteld bent. Anders kan het uitstrijkje minder goed worden beoordeeld. Het onderzoek van het uitstrijkje is meestal gratis. U betaalt alleen de consultatie bij de huisarts of gynaecoloog.

Laat u niet stipt om de drie jaar een uitstrijkje nemen, dan ontvangt u een uitnodigingsbrief van het Centrum voor Kankeropsporing (CvKO).

Lees meer over deelname aan het onderzoek(opent nieuw venster)

Wilt u meer weten?

U vindt meer informatie op de website over het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker(opent nieuw venster).

Lees alle nieuwsberichten