Doven en slechthorenden vangen informatie vooral via de ogen op. Concreet wil dat zeggen dat zij aan de hand van het mondbeeld moeten verstaan wat er gezegd wordt. Ze zijn aangewezen op het liplezen. De lichaamsexpressie en de mimiek van de spreker is eveneens een belangrijke informatiebron. Het is vanzelfsprekend dat deze vorm van communicatie een grote inspanning vergt. Daarom volgende tips:
- Geef informatie pas nadat er duidelijk oogcontact is. Trek daarvoor de aandacht door een licht tikje op de schouder, door te knipperen met het licht of door te zwaaien met je hand.
- Zorg voor een goede verlichting. Bij een gesprek moet het gezicht van de spreker duidelijk zichtbaar zijn.
- Spreek niet door elkaar, de dove of slechthorende kan slechts één persoon tegelijk volgen. Gesprekken worden bij voorkeur gevoerd in ruimten die vrij zijn van achtergrondlawaai.
- Spreek zonder iets voor of in de mond. Goed articuleren is noodzakelijk. Het mondbeeld is voor doven en slechthorenden belangrijk om de boodschap duidelijk te begrijpen.
- Spreek standaard Nederlands. Het dialect heeft vaak een totaal ander mondbeeld dan het standaard Nederlands. Het is makkelijker voor doven en slechthorenden wanneer er geen dialect wordt gesproken.
- Vermijd moeilijke woorden en complexe zinnen. De woordenschat van doven en slechthorenden wordt niet permanent en automatisch aangevuld. Zij hebben bepaalde betekenissen van woorden niet kunnen aanleren.
- Het is niet nodig om te roepen. Het hoorapparaat versterkt elk geluid.
Hulpmiddelendatabank Vlibank
Zoek, lees en leer meer over hulpmiddelen.