Ik heb voor het eerst gehoord over het UNIC-project via de nieuwsbrief van het VAPH.
Het is belangrijk dat de verschillende systemen die in Europa bestaan voor ondersteuning voor personen met een handicap, dat die mekaar kunnen versterken en dat we daarin van elkaar kunnen leren.
De doelstelling van het UNIC-project heb ik vooral begrepen om na te gaan hoe we de verschillende rechten voor personen met een handicap zoals opgenomen in de VN-conventie hoe we dit proberen te vertalen in het beleid in de dienstverlening die we hier aanbieden voor personen met een beperking en hun netwerk. Dat is belangrijk. Die conventie is belangrijk want we hebben die goedgekeurd en moeten met die rechten rekening houden en dit proberen te vertalen in onze eigen dienstverlening zoals we die uitbouwen.
Het faciliteren en het implementeren van het persoonsvolgend systeem in heel Europa maar met de bedoeling om dus te gaan naar inclusie van mensen met een beperking. Dat is voor mij de doelstelling dus ik vind dat natuurlijk oké vanuit mijn achtergrond.
Ik vind het persoonlijk evident dat een overheid zich daarmee bezig houdt. Immers die VN-conventie die hebben wij geratificeerd, die hebben wij goedgekeurd. Dat wil zeggen dat we eigenlijk bereid zijn om daar gevolg aan te geven. Ja en de overheid moet dan inderdaad nagaan van hoe gaan ze dit nu concreet vertalen in hun eigen beleid.
Als overheid is het belangrijk om in de spiegel te kijken en te beoordelen hoe eigenlijk het beleid dat je zelf hebt uitgewerkt hoe dit loopt. Aan de hand van een set van tools kunnen we gaan kijken of ons beleid zeer sterk in lijn ligt met het VN-verdrag inzake rechten voor personen met een handicap.
De tool heb ik tijdens de workshops ervaren als een tool die je inderdaad kunt gebruiken binnen uw organisatie om met de teamleden het gesprek aan te gaan van hoe proberen wij in onze dienstverlening rekening te houden met de rechten van personen met een handicap zoals ze in de VN-conventie zijn opgenomen. Maar ik vind de dialoog met gebruikers evenzeer belangrijk daarin en dat bijvoorbeeld de tool die men nu ook ontwikkeld heeft voor gebruikers, ja misschien is het ook handig om die tool ook te kunnen gebruiken samen met de tool die ontwikkeld geweest is voor de dienstverleners.
Het is goed dat er een monitoring tool is die die sterke en de zwakke punten van het persoonsvolgend budget naar boven brengt. Ik vind dat er op een of andere manier als de tool wordt afgenomen, zou moeten geduid worden om een duidelijke eenvoudige uitleg te geven van de koppeling van het VN-verdrag met kwaliteit van leven. Omdat dat de tool nog veel krachtiger maakt.
We zien bij het invullen van de tool dat het VAPH op het vlak van ontwikkeling van het PVB-systeem heel hoog scoort. Maar, hoe hoog men ook scoort, er is altijd nog ruimte voor verbetering en met deze tool kan men eventueel nagaan of dat er nog ruimte zou zijn voor andere doelgroepen.
Als zorgaanbieder zelf vind ik het goed om betrokken te worden bij de ontwikkeling. We zijn uiteindelijk de mensen die de tool gaan invullen dus ik vind het ook wel normaal dat ze ons willen betrekken bij de tool. De aanpak van de workshops vond ik professioneel aangepakt. Er was een workshop online, een workshop fysiek en we kregen op voorhand iedere keer informatie doorgestuurd waar dat we dan onze feedback konden over geven dus op zich was ze wel een een goede manier van aanpakken ja. Ik vond dat ze ons goed voorbereid hebben op hoe dat de verschillende testfasen zouden verlopen en wat dat er precies van ons verwacht werd zodanig dat ook wij eigenlijk op ons gemak waren op het moment dat dan de eigenlijke workshops doorgingen. En bij de tweede workshop waar we de tool ingevuld hebben dan kwam wel tot duiding dat de mensen rekening gehouden hebben met onze opmerkingen en dat vond ik wel positief.
Als facilitator van de workshops was het nuttig om de verschillende perspectieven te horen van mensen die eigenlijk op een verschillende manier in aanraking komen met het systeem van persoonsvolgende financiering. Het was nuttig om die feedback te horen en de feedback ook te kunnen samenbrengen en daarmee aan de slag te kunnen gaan.
Als de tools nog verder ontwikkeld worden dat er veel gaat moeten ingezet worden op reclame maken, op implementatie, ervoor zorgen dat de zorgaanbieders hun weg vinden naar de tool. En verder denk ik ook dat de tool op dit moment enkel een zelfevaluatie is maar dat er daar misschien nog een tevredenheidsmeting voor de gebruikers zelf aan kan worden gekoppeld om toch een totaalbeeld te krijgen en niet enkel de zelfevaluatie maar natuurlijk ook de mensen waarvoor je werkt input kunnen hebben op jouw organisatie.
Ik vind dat deze tools nu als volwaardige instrumenten zouden moeten geïmplementeerd worden bij alle organisaties die zich bezighouden met PVB.