Die kosten vallen niet onder de personeelskosten, maar kunnen worden vergoed met werkingsmiddelen.
Organisaties die voor begeleiding en praktische ondersteuning van personen met een (vermoeden van) handicap een beroep doen op de structurele inzet van vrijwilligers bij een individuele begeleiding, kunnen daarvoor maximaal 7 % van hun zorggebonden personeelspunten omzetten in werkingsmiddelen om zo de betrokken vrijwilligers te kunnen vergoeden. Dat komt boven op de 3 % personeelspunten die elke RTH-dienst kan omzetten. Het VAPH subsidieert die werkingsmiddelen alleen als aan alle voorwaarden, opgesomd in artikel 9/1 van het RTH besluit van 22.02.2013, is voldaan: Er moet overleg geweest zijn met het collectieve overlegorgaan over het omzetten van de punten in werkingsmiddelen. Vrijwilligers worden ingezet om begeleiding en praktische ondersteuning te bieden aan personen met een handicap, daarover sloot de voorziening een vrijwilligersovereenkomst met de vrijwilliger en betaalde ook een vrijwilligersvergoeding. De voorziening rapporteert aan het VAPH over de inzet van vrijwilligers.