MDT’s werken best alle stoornissen (met een impact op het functioneren) apart uit. Op die manier hebben wij als VAPH voor elke stoornis zeker alle noodzakelijke informatie. Dat is vooral belangrijk bij combinaties van stoornissen met psychiatrische problematieken. Bij die problematieken moeten de behandelingen en langdurigheid namelijk zeer goed uitgewerkt worden. Als de psychiatrische problemen samen met bv. een verstandelijke handicap uitgewerkt worden, merken we immers vaak dat cruciale informatie ontbreekt.
Als u daardoor meer dan vijf codes nodig hebt, dan kunnen de stoornissen die terug te brengen zijn tot één aandoening, ook geclusterd worden op dat niveau (bv. bij MS of een CVA). Die clustering moet altijd gebeuren in samenspraak met alle MDT-leden (arts, psycholoog/orthopedagoog en sociale discipline).
De psychoses moeten dus apart uitgewerkt worden. Ook een amputatie bij diabetes wordt best apart uitgewerkt als het aantal stoorniscodes dat toestaat.