Voor het VAPH de nieuwe budgetten berekende, analyseerde het eerst de gegevens die alle vergunde zorgaanbieders bezorgden.
Het vergeleek:
- de gegevens van gelijkaardige voorzieningen (uit de FAM-tool: de gegevens die een voorziening bezorgde vóór de invoering van de persoonsvolgende financiering)
- de gegevens van uw voorziening in dezelfde periode (uit de transitietool: de gegevens die een voorziening doorgaf om de overstap naar persoonsvolgende financiering te kunnen maken)
Een werkgroep bekeek de gegevens en stelde vast vanaf welk punt afwijkende analyses moesten onderzocht worden. Die afwijkingen zijn de ‘knipperlichten’. Een voorbeeld van zo’n knipperlicht: in de transitietool is het gemiddelde voor dagondersteuning bij een zorgaanbieder meer dan 1 dag hoger dan het gemiddelde in de FAM-tool (om de gemiddelden te vergelijken worden enkel cliënten gebruikt die in beide tools in dezelfde periode voorkomen).
Die knipperlichten besprak het VAPH met de betrokken zorgaanbieders. Daarna paste het VAPH de registraties aan aan de effectieve frequentie (zoals deze zijn doorgegeven in FAM), als dat nodig bleek.