Voor optimale zorg en ondersteuning is vaak samenwerking over de sectoren heen noodzakelijk. Zo ook bij mensen met een verstandelijke handicap én een psychische kwetsbaarheid. Sinds 2014 is er voor die doelgroep een aanbod op maat in enkele psychiatrische ziekenhuizen, met extra middelen van het VAPH. Vanuit die ziekenhuizen worden andere voorzieningen en sectoren betrokken. Samen bieden ze geïntegreerde zorg.
“Voor patiënten met een verstandelijke handicap én een psychische kwetsbaarheid is geïntegreerde zorg een noodzaak”, zegt directeur Bert Plessers van psychiatrisch centrum Asster in Sint-Truiden. Niet alleen de professionele hulpverleners werken samen in geïntegreerde zorg, ook de familie wordt zoveel mogelijk betrokken. Die samenwerking heeft één doel: zoveel mogelijk kwaliteit van leven bieden.
In het systeem van getrapte zorg vormt Asster de laatste schakel. “Wij staan klaar als de andere hulpverlening en de reguliere zorgpartners op hun grenzen botsen. Een verblijf bij Asster is sowieso tijdelijk. Na het verblijf keert de patiënt terug naar zijn vertrouwde omgeving. Wij werken altijd samen met de familie en de reguliere zorgpartners rond de patiënt. We stemmen voortdurend af met alle betrokkenen.”
Kwetsbare jongvolwassenen
Asster telt 20 residentiële plaatsen voor mensen met een zogenaamde dubbeldiagnose. Het scala aan psychische aandoeningen is divers: het kan gaan om ontwikkelings- of aanpassingsstoornissen, angst en depressie, impulsproblematieken en verslavingszorg. 40 % van de patiënten is tussen 26 en 45 jaar, maar er is ook een grote groep jongvolwassenen.
“Jongvolwassenen van 18 tot 25 jaar vormen een kwetsbare groep”, zegt zorgmanager Steven Dewulf van Asster. “Zodra ze meerderjarig zijn, willen veel jongeren op eigen benen staan. Maar ze overschatten zichzelf vaak en ze zijn dikwijls te weinig voorbereid. Ze gaan alleen wonen, maar ze verliezen structuur, leven ongezond en komen in contact met mensen die het niet goed met hen voorhebben.”
Samenwerking over sectoren heen
Asster heeft veel expertise op het vlak van dubbeldiagnose. Het ziekenhuis deelt die expertise met alle zorgpartners. “We werken nauw samen met VAPH-voorzieningen en partners in de geestelijke gezondheidszorg”, zegt Bert Plessers. “We werken outreachend, wat betekent dat we in andere voorzieningen collega-hulpverleners ter plekke ondersteunen met raad en daad.”
“We verkiezen altijd om patiënten in hun vertrouwde omgeving te helpen. Alleen als het niet anders kan, komt de patiënt naar Asster. We werken ook mee in het mobiel crisisteam Reling en we ondersteunen de eerstelijnspsychologen. Over alle sectoren heen bundelen we de krachten.”
We delen expertise en ondersteunen collega-hulpverleners in andere voorzieningen ter plekke met raad en daad.
Een gedeelde visie
Die nauwe samenwerking is mogelijk dankzij een gedeelde visie. “Sinds enkele jaren werken we met het SEO-model, waarbije ‘SEO’ staat voor ‘sociaal-emotionele ontwikkeling’. Een wetenschappelijk model op maat van personen met een verstandelijke handicap. Omdat alle partners dit model gebruiken, spreken we dezelfde taal en kunnen we goed afstemmen”, zegt Steven Dewulf.
“Het model helpt bijvoorbeeld om juister in te schalen wat mensen aankunnen. Want vaak worden mensen met een verstandelijke handicap en een psychische kwetsbaarheid overschat. Hulpverleners denken te snel ‘het zal wel lukken’. Met de beste intenties. Maar daardoor gaan we mensen met een verstandelijke handicap overbevragen. Waardoor ze voortdurend op de tippen van hun tenen lopen, tot ze afhaken en agressief reageren of in een depressie verzeilen.”
Vaak worden mensen met een verstandelijke handicap en een psychische kwetsbaarheid overschat. Met de beste intenties.
Botsen op grenzen
Omdat de hulpverlening zoveel mogelijk in de vertrouwde omgeving gebeurt, zijn er in Asster bijna alleen nog opnames in crisissituaties. Een op vijf is een gedwongen opname of collocatie. Dat is een gerechtelijke maatregel voor als iemand een gevaar vormt voor zichzelf of anderen.
De druk op de medewerkers is dan ook groot. “We worden vaak met agressie geconfronteerd”, zegt Steven Dewulf. “Dat weegt zwaar. Ook wij botsen soms op onze limieten.”
Asster probeert patiënten met een dubbeldiagnose opnieuw perspectief te geven. Meestal lukt dat, maar niet altijd. “Wij zijn geen woonvorm”, verduidelijkt Bert Plessers. “Mensen kunnen hier niet blijven. Na een tijd keren patiënten terug naar de plek waar ze zelfstandig wonen, een voorziening of hun ouders. Maar voor een klein aantal patiënten vinden we geen oplossing. Het gaat om patiënten die extreem agressief of suïcidaal zijn. Waardoor geen voorziening hen wil opnemen, ook al hebben ze een persoonsvolgend budget. Voor 95 % van onze patiënten slagen we erin geïntegreerde zorg waar te maken. Voor 5 % botsen we helaas op grenzen.”
Meer verhalen over geïntegreerde zorg
- getuigenis
Zonnelied en De Overbron gaan voor geïntegreerde zorg
De ouderenzorg en de sector handicap kunnen elkaar versterken. Dat toont het verhaal van zorgaanbieder Zonnelied en woonzorgcentrum De Overbron in Brussel. Samen maken zij het verschil voor ouderen en voor personen met een handicap.
- getuigenis
Zorg van de toekomst
In Kessel-Lo slaan organisaties uit diverse sectoren de handen in elkaar voor een ambitieus woonproject. De Boomgaard wordt een schoolvoorbeeld van vraaggestuurde, geïntegreerde zorg. “Dit is de zorg van de toekomst”, zegt Mario Vanhaeren van Oostrem.