29 februari 2024

Aanpassingen aan het BVR vergunnen

Dit artikel biedt een overzicht van de aanpassingen aan het BVR vergunnen (besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 houdende het vergunnen van aanbieders van niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor personen met een handicap) dat handelt over de vergunningsnormen en de aanvraagprocedure voor het verlenen van een vergunning. De vergunningsvoorwaarden uit het BVR vergunnen vormen samen met de kwaliteitsvoorwaarden uit het BVR kwaliteit van 4 februari 2011 het kwaliteitskader voor vergunde zorgaanbieders.

Alle aanpassingen zijn 23 februari 2024 definitief goedgekeurd door de Vlaamse Regering en gaan in vanaf 1 maart 2024. Na de publicatie van de wijzigingen in het Belgisch Staatsblad zal de gecoördineerde versie beschikbaar zijn. 

Welke wijzigingen zijn er?

Dit aangepaste besluit biedt meer mogelijkheden om een zicht te krijgen op de kwaliteitsvolle werking van de zorgaanbieder, en die ook mee te nemen in de beoordeling van een vergunningsaanvraag.

Stavingsdocumenten bij een aanvraag tot een vergunning zijn de start van een kwaliteitskader. Zowel voor het afleveren van een vergunning als voor een kwaliteitsvolle werking zijn zaken als financiële leefbaarheid, sociaal ondernemerschap in een continu veranderend zorglandschap van belang ten gunste van de doelgroep.

1. Vergunningsvoorwaarden

Bestuursorgaan

Er worden bijkomende voorwaarden opgelegd aan het bestuursorgaan met het oog op een evenwichtige samenstelling. De raad van bestuur moet een beroep kunnen doen op de nodige expertise op juridisch, pedagogisch en financieel vlak en op het vlak van gebruikerservaring. Vanuit het principe van scheiding van functies is de voorzitter niet belast met de dagelijkse leiding van de zorgaanbieder. Daarnaast kan er in het bestuursorgaan geen oververtegenwoordiging door een familie zijn. Afwijking van die voorwaarden vanwege de specifieke context van de zorgaanbieder moeten omstandig gemotiveerd worden.

Ondernemingsplan en financieel plan

Met de bedoeling om een nog beter zicht te hebben op de intenties, de organisatiestructuur, de financiën en vooruitzichten van de aanvrager, wordt het ondernemingsplan uitgebreid met volgende elementen: 

  • hoe een beroep gedaan kan worden op de verschillende expertises in het bestuursorgaan
  • een raming van het aantal budgethouders wordt aangevuld met de te verwachten inkomsten die deze budgethouders zullen genereren
  • een raming van de datum waarop de ondersteuning van de eerste budgethouder zal starten
  • een overzicht van financiële participaties in andere organisaties of verlenen borgstellingen

Het financieel plan bevat volgende elementen: 

  • het nodige startkapitaal en de manier waarop dat startkapitaal zal worden bekomen
  • een beschrijving van de investeringen en subsidies
  • een raming van de te verwachten inkomsten en uitgaven voor de komende vijf jaar 

Paritair Comité 319.01

Ten slotte wordt een afwijking toegestaan op de vergunningsvoorwaarde dat het personeel tewerkgesteld moet zijn onder paritair comité 319.01. Het is immers mogelijk dat de aanvrager al personeel tewerkstelt onder een ander paritair comité. Aangezien het toepasselijke paritair comité geen keuze is van de werkgever maar voortvloeit uit de aard van de tewerkstelling, wordt voorzien dat in uitzonderlijke gevallen, meer bepaald wanneer het onmogelijk is om de hoofdactiviteit (die valt onder een ander paritair comité dan 319.01) te scheiden van de activiteit als vergunde zorgaanbieder, het personeel kan tewerkgesteld worden onder een ander paritair comité.
De subsidiëring van de personeelskosten gebeurt wel conform de gebruikelijke regels, die gebaseerd zijn op paritair comité 319.01.

2. Vergunningsvoorschriften

Beleidsplan

De bepalingen rond het beleidsplan zijn uit het BVR vergunnen gehaald en toegevoegd als kwaliteitsvoorwaarde aan het BVR kwaliteit van 4 februari 2011. Inhoudelijk houdt dat geen veranderingen in. 

Meldingsplicht

Vergunde zorgaanbieders moeten bepaalde meldingen doen die verband houden of invloed kunnen hebben op diens financiële situatie. Het gaat over volgende meldingen:

  • Er wordt een borgstelling verleend aan een andere organisatie.
  • Er is een aanstelling van een voorlopig bewindvoerder door de ondernemingsrechtbank.
  • Er is een overheidsschuld.

Registratie vestigingseenheden

Vergunde zorgaanbieder registreren hun vestigingseenheden. Een vestigingseenheid wordt gedefinieerd als een plaats die men geografisch kan identificeren door een uniek adres, waar ten minste een activiteit van de vergunde zorgaanbieder wordt uitgeoefend of van waaruit de activiteit wordt uitgeoefend. Met dat laatste wordt bedoeld het adres van waaruit een begeleider vertrekt om mobiele een-op-eenondersteuning te bieden. Individuele privéadressen van gebruikers worden niet geregistreerd. 

Een synoniem voor vestigingseenheid is uitbatingsplaats, de term die Zorginspectie hanteert. 

Rond de verwachtingen omtrent het registreren van uw vestigingseenheden zal u later nog een aparte communicatie ontvangen. 

3. Procedure voor aanvragen en verlenen van een vergunning

Een aanvraag tot vergunning wordt ingediend via het aanvraagformulier en het sjabloon voor ondernemings- en financieel plan dat het VAPH ter beschikking stelt. Tijdens de aanvraagprocedure kan het VAPH vragen om het ondernemings- en financieel plan bij te sturen in geval van onduidelijkheden of onrealistische verwachtingen. 

Een vergunning wordt verleend als de zorgaanbieder - naast het voldoen aan de vergunningsnormen (vergunningsvoorwaarden en -voorschriften) - voldoende financieel leefbaar is. Om dat te beoordelen kijkt het VAPH naar het financieel plan en de jaarrekeningen en resultatenrekeningen indien beschikbaar. Er mogen geen ernstige problemen zijn betreffende rendabiliteit, solvabiliteit en liquiditeit. Daarnaast mogen er geen beschermende maatregelen door de Vlaamse Regering opgelegd zijn in het kader van het gezondheidsbeleid en het welzijns-en gezinsbeleid.

Bij het verlenen van een vergunning kan het VAPH enkele bezorgdheden opnemen in de beslissing tot goedkeuring van de vergunning. Zo kan eventueel vermeden worden dat er niet moet worden overgegaan tot weigering van een vergunning of het herleiden van de vergunning van onbepaalde duur naar bepaalde duur, en kan de aanvrager tijdig de nodige bijsturingen doen.

Een eerste vergunning wordt verleend voor bepaalde duur. De termijn van die vergunning van bepaalde duur wordt verlengd van 3 jaar naar 5 jaar omdat het VAPH voor de verlenging naar onbepaalde duur zicht wil krijgen op de kwaliteit van de werking en de praktijk duidelijk heeft gemaakt dat 3 jaar daarvoor niet voldoende is. 

Om een verlenging van vergunning van bepaalde naar onbepaalde duur te verkrijgen, moet er voldaan worden aan de bijkomende voorwaarden:

  • Een effectieve werking van een aaneengesloten periode van drie jaar aantonen. Dat betekent dat er op elk moment minstens één budgethouder zijn persoonsvolgend budget moet inzetten. Op het einde van die drie jaar moeten er drie budgethouders zijn.
  • Er mogen geen openstaande inbreuken zijn op de artikelen 45 tot en met 49 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011 betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap, tenzij die inbreuken ondertussen werden geremedieerd of dat de vergunde zorgaanbieder aan de hand van een plan van aanpak kan aantonen dat het nodige wordt gedaan om die inbreuken weg te werken.
  • Uitgebreidere financiële aspecten worden in rekening genomen om de financiële leefbaarheid te beoordelen. Zo wordt ook gekeken of de minimumdoelen om financieel leefbaar te zijn - aangehaald in de eerste aanvraag - behaald worden, mogen er geen indicaties zijn dat overheidsmiddelen incorrect worden aangewend en mogen er geen overheidsschulden zijn.

De aanvraag tot verlenging naar onbepaalde duur kan ten vroegste worden ingediend na een periode van twee en een half jaar effectieve werking. Als de voorwaarden voor een vergunning van onbepaalde duur niet gehaald worden, kan de vergunning van bepaalde duur eenmalig verlengd worden voor een periode van 5 jaar. 

In volgende gevallen kan de vergunning van onbepaalde duur herleid worden naar een vergunning van bepaalde duur:

  • als men gedurende 3 maanden minder dan 3 budgethouders ondersteunt;
  • als er niet meer voldaan is aan de financiële criteria nodig voor een vergunning van onbepaalde duur (zie hierboven). Tenzij via overleg met het VAPH een haalbaar herstelplan afgesproken kan worden. 

Als men opnieuw aan de voorwaarden voldoet, kan men opnieuw een vergunning van onbepaalde duur krijgen. Om te voorkomen dat zorgaanbieders slechts tijdelijk een oplossing vinden, wordt de vergunning ingetrokken wanneer zich binnen de 2 jaar eenzelfde probleem stelt.

Multifunctionele centra

Nieuwe multifunctionele centra krijgen van rechtswege een beperkte vergunning. Die vergunning is echter bedoeld om beperkt en tijdelijk gebruikers van het MFC te ondersteunen met een persoonsvolgend budget. Dergelijke budgethouders kunnen eenmalig en maximaal binnen een aaneengesloten periode van twee jaar worden ondersteund. De operationalisering daarvan is nog in uitwerking. De betrokken MFC’s zullen daaromtrent nog geïnformeerd worden. Wil een MFC voor een langere periode budgethouders ondersteunen of budgethouders van buiten het MFC, dan zal een volledige vergunning via de gewone aanvraagprocedure moeten aangevraagd worden.

Multifunctionele centra die van rechtswege een vergunning als vergunde zorgaanbieder hebben, zullen eveneens aan alle voorwaarden uit het BVR vergunnen moeten voldoen. Voldoen zij niet aan die voorwaarden, kunnen ze hun vergunning als vergunde zorgaanbieder verliezen maar kunnen ze wel nog steeds terugvallen op bovenstaande beperkte vergunning om gebruikers uit hun MFC tijdelijk te ondersteunen eens ze een PVB ter beschikking gesteld krijgen. 

4. Toezicht

Toezicht op de naleving van dit besluit gebeurt door Zorginspectie. Een eerste controle wordt voorzien zodra de eerste budgethouder een overeenkomst heeft gesloten met de vergunde zorgaanbieder. Deze controle heeft ook betrekking op de naleving van de bepalingen van het kwaliteitsbesluit van 4 februari 2011. 

5. Inwerkingtreding en overgangsperiode

De aanpassingen in het BVR vergunnen treden in werking vanaf 1 maart 2024. Er is een overgangsperiode van 3 jaar voorzien voor vergunde zorgaanbieders die op datum van inwerkingtreding al vergund zijn voor volgende bepalingen:

  • voorwaarden met betrekking tot het bestuursorgaan
  • een overeenkomst hebben met minstens 3 budgethouders

6. Wijziging BVR besteden

Met het wijzigingsbesluit van BVR vergunnen van 24 juni 2016 werd ook een kleine wijziging doorgevoerd aan het BVR besteden van 24 juni 2016 (besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 over de besteding van het budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over organisatiegebonden kosten voor vergunde zorgaanbieders).

Een geregistreerd ouderinitiatief is een rechtspersoon die zorg en ondersteuning organiseert voor hoogstens vijftien personen met een handicap die al of niet beschikken over een budget. De ingezette budgetten kunnen in solidariteit aangewend worden om zorg en ondersteuning te organiseren voor alle personen met een handicap. Er kan enkel gewerkt worden met een cashbudget. 

Op dit moment moet minimaal de helft van de leden van het bestuursorgaan familie tot de tweede graad zijn van de personen met een handicap die er worden ondersteund. Dat wordt gewijzigd in een derde van de leden van het bestuursorgaan. Bijkomend mogen ook mantelzorgers van de personen met een handicap die worden ondersteund in het ouderinitiatief, meegerekend worden in dit quotum.

Deze aanpassing zal ervoor zorgen dat de samenstelling van het bestuursorgaan van een ouderinitiatief niet te veel afwijkt van de voorwaarden die opgelegd worden aan de samenstelling van het bestuursorgaan van een vergunde zorgaanbieder, zoals voorzien door het wijzigingsbesluit. Het gaat hier meer bepaald om de voorwaarde dat er tussen meer dan de helft van de leden van het bestuursorgaan geen bloed-of aanverwantschap mag bestaan.

Hebt u een vraag?

Mail uw vraag naar avf@vaph.be

Via de nieuwsbrief vorige week informeerden we u reeds dat op maandag 25 maart van 14 tot 15.30 uur een webinar wordt georganiseerd waarin deze wijzigingen samen met de wijzigingen aan het BVR kwaliteit toegelicht zullen worden. Daarin zal u ook geïnformeerd worden over wat deze wijzigingen betekenen voor u als bestaande of nieuwe vergunde zorgaanbieder. Meer informatie, alsook de link om u in te schrijven voor de webinar vindt u in het nieuwsbericht van 22 februari 2024.

Lees alle nieuwsberichten voor professionelen