Zoals aangekondigd in Infonota INF/24/20 ‘Wijzigingen aan het besluit rechtstreeks toegankelijke hulp die voor alle RTH-aanbieders van toepassing zijn’, zijn op de website van het VAPH 2 formulieren beschikbaar waarmee een aanbieder van RTH aan het VAPH kan melden dat de organisatie in 2024 gebruik zal maken van het percentage voor samenwerking en/of van het percentage voor innovatie.
In het Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 22 februari 2013 betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een handicap wat betreft de verlenging van de pilootfase voor het ontwikkelen en uitproberen van nieuwe mogelijkheden voor rechtstreeks toegankelijke hulp werd de verwachting opgenomen dat alle erkende RTH-aanbieders voortaan:
- de nieuwe ontwikkelingen inzake het beleid personen met een handicap opvolgen en hier proactief op inspelen met eigen nieuwe ontwikkelingen (= innovatie);
- de intersectorale evoluties opvolgen en zich engageren in bestaande en nieuwe sectorale en intersectorale samenwerkingen en netwerken (sectorale en intersectorale samenwerking en netwerking).
Om aan die verwachtingen te kunnen voldoen, hebben organisaties ruimte, tijd en mankracht nodig. Die tijd en mankracht kan niet tegelijkertijd gebruikt worden om ondersteuning te bieden, waardoor organisaties binnen de prestatiegerichte RTH-financiering registraties en dus middelen zouden mislopen. Om dat te compenseren, voorzien we een marge van respectievelijk maximaal 5 % voor samenwerking en maximaal 10 % voor innovatie, die niet verantwoord hoeft te worden op basis van de gebruikelijke (gebruikersgerelateerde) registraties in de GIR.
De inzet van een deel van de middelen voor samenwerking en voor innovatie moet niet aangevraagd maar wel gemeld worden aan het VAPH. Dat kan via deze meldingsformulieren: