Bij een hulpmiddel dat niet in de refertelijst voorkomt, moet de kostprijs van het hulpmiddel per stuk meer dan 300 euro bedragen vooraleer het aan de bijzondere bijstandscommissie (BBC) kan worden voorgelegd. Bij de aanvraag moet een offerte of factuur van het hulpmiddel toegevoegd worden. Enkel voor fixatiemateriaal moet de totale kostprijs van alle stuks vermeld op de offerte of factuur meer bedragen dan 300 euro.
Bij de zeer uitzonderlijke zorgbehoefte moeten de basiskosten en het refertebedrag afgetrokken worden van het factuurbedrag. Bij een configuratie (een basistoestel met aanvullende uitrusting) worden de basiskosten en de som van de refertebedragen afgetrokken van het factuurbedrag voor die configuratie. Het resultaat moet meer dan 300 euro bedragen om de aanvraag aan de BBC te kunnen voorleggen. Het factuurbedrag is in dit geval de kostprijs van één stuk van het hulpmiddel of de configuratie waarvoor de tegemoetkoming gevraagd wordt en niet het totaalbedrag van het aankoopbewijs (waar verschillende hulpmiddelen kunnen samengevoegd zijn). Enkel voor aangepaste kledij moet de totale kostprijs van alle stuks vermeld op de offerte of factuur meer dan 300 euro meer bedragen dan het refertebedrag. Voor incontinentiemateriaal geldt een uitzondering omdat de incontinentiemateriaal terugbetaald wordt aan de hand van een jaarforfait. Dus ook voor de BBC wordt er gekeken naar de totale uitgaven van een kalenderjaar.
Bij de aanvraag moet ook steeds een specifieke motivering gegeven worden waarom er sprake is van een zeer uitzonderlijke zorgbehoefte. Zonder die motivering kan de commissie de aanvraag niet behandelen.
Hulpmiddelen en aanpassingen
Het VAPH geeft tegemoetkomingen voor hulpmiddelen en aanpassingen in de privésituatie.