Vaststelling door andere instanties

Als de betrokkene beschikt over een attest waaruit duidelijk blijkt dat een andere instantie zijn handicap al heeft vastgesteld, dan kan hij een beroep doen op een afwijkende procedure (procedure artikel 6 bis). Concreet betekent dat dat het VAPH zich niet meer moet uitspreken over de erkenning als persoon met een handicap, maar de persoon op basis van een attest automatisch zal erkennen als persoon met een handicap. 

Als de toepassing van de procedure artikel 6 bis gewenst is, moeten naast de aanvraagformulieren die bij een gewone aanvraag worden ingediend, ook de vereiste attesten toegevoegd worden. Als de attesten ontbreken, zal het VAPH ze niet actief opvragen en zal de gewone procedure in gang worden gezet.

De volgende attesten komen in aanmerking:

  • Attest van recht op een integratietegemoetkoming
    Een attest dat aangeeft dat er een graad van zelfredzaamheid van ten minste 12 punten werd vastgesteld, of categorie 3, 4 of 5 werd toegekend. Als de geldigheid van het attest beperkt is in tijd (bv. bij chronisch vermoeidheidssyndroom), dan kan de beslissing van het VAPH in het kader van een vraag naar hulpmiddelen en aanpassingen ook beperkt worden in tijd.

    Momenteel worden deze attesten op papier aangeleverd. Het is de bedoeling op termijn zelf te kunnen nagaan (elektronisch) bij de FOD Sociale Zekerheid of iemand in aanmerking komt of niet. Dat maakt het eenvoudiger voor de persoon met een handicap. De machtigingsaanvraag daarvoor is lopende. In een overgangsfase wordt een screenshot uit het elektronisch dossier bij de FOD Sociale Zekerheid als bewijsmateriaal aanvaard. Daarbij is het noodzakelijk dat de naam en voornaam leesbaar zijn.
     
  • Attest van recht op een groeipakket met zorgtoeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte (heette volgens het oude kinderbijslagsysteem 'verhoogde kinderbijslag')
    Een attest van de uitbetaler van het groeipakket (vroeger kinderbijslagfonds) dat aangeeft dat men een score heeft van ten minste 18 punten op de medisch-sociale schaal (KB van 28 maart 2003).
     
  • Attest waaruit blijkt dat de betrokkene verlengd minderjarig of onbekwaam verklaard is
    Daarbij gaat het over beschermingsstatuten die dateren van voor de wet van 17 maart 2013.
     
  • Attest van het buitengewoon onderwijs
    Een verklaring of attest van de laatst bezochte buitengewone onderwijsinstelling (buitengewoon kleuteronderwijs, buitengewoon lager onderwijs (type 2, 4 ,5, 6 of 7) of buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvorm 1 en 2) of een kopie van het inschrijvingsverslag. Beide documenten kunnen gebruikt worden tot en met de leeftijd van 25 jaar.