Wat is een individuele dienstverleningsovereenkomst?
IDO staat voor individuele dienstverleningsovereenkomst. Binnen een multifunctioneel centrum wordt ook vaak de term begeleidingsovereenkomst gebruikt. De IDO is een overeenkomst tussen de VAPH-zorgaanbieder en de gebruiker en/of vertegenwoordiger opgemaakt in onderlinge onderhandeling. Daarin wordt afgesproken welke ondersteuning de zorgaanbieder zal bieden. Ook de duur, frequentie en vergoeding van de ondersteuning worden bepaald.
Belangrijk is dat de IDO wordt gesloten vóór de zorg en ondersteuning van start gaat en als beide partijen akkoord zijn met de inhoud (in geval van gedwongen jeugdhulpverlening, zie onderaan). Op die manier is vooraf duidelijk welke ondersteuning men kan verwachten en hoeveel de geboden ondersteuning kan kosten. Goede en duidelijke afspraken bij de start van de ondersteuning zijn belangrijk om conflicten tijdens de ondersteuningsperiode te vermijden.
Dringende ondersteuning mag wel zonder IDO starten. De IDO moet dan binnen de vijf dagen na de start van de ondersteuning opgemaakt en ondertekend zijn.
Bij een structurele wijziging van de gemaakte afspraken of de geboden ondersteuning moet de IDO ook gewijzigd en opnieuw gehandtekend worden. Dat mag eventueel via een addendum toegevoegd worden. Kortdurende aanpassingen in de ondersteuning (maximum 3 maanden), bijvoorbeeld door vakantieperiodes, korte afwezigheid door ziekte,.. moeten niet telkens aangepast worden.
Daarnaast kan elke partij vragen om de IDO aan te passen. Dit gebeurt via een schriftelijk verzoek en een overlegmoment waarop de partijen de vraag bespreken. Als er een akkoord is, wordt de IDO aangepast en ondertekend. Als er geen akkoord is, blijft de huidige IDO bestaan.
Wilt u een IDO sluiten? Vanuit het VAPH is een model van een individuele dienstverleningsovereenkomst (IDO) beschikbaar samen met een bundel extra informatie waar u meer uitleg en begrippen terugvindt. Het gebruik van de model-IDO is niet verplicht, maar wordt sterk aanbevolen. Meer informatie over de model-IDO kunt u hier terugvinden.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011 betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap bepaalt welke elementen verplicht opgenomen moeten worden in de schriftelijke overeenkomst.
De overeenkomst bestaat uit:
- gegevens van het multifunctioneel centrum en de gebruiker
- startdatum en duur van de overeenkomst en of een proefperiode voorzien wordt
- de persoon die verantwoordelijk is voor de betaling, de wijze waarop de aanrekening en betaling zal gebeurden en indien van toepassing het gevraagde voorschot
- de overeengekomen ondersteuning: ondersteuningsfuncties en -frequenties
- de plaats waar de ondersteuning geboden zal worden
- de eigen financiële bijdrage en indien van toepassing de socioculturele toelage
- hoe de inventaris van persoonlijke goederen van de gebruiker geïnventariseerd en geactualiseerd wordt
- elementen die aanleiding geven tot een afzonderlijke vergoeding
- een rubriek ‘beheer van gelden en goederen’ wanneer de gebruiker het beheer van gelden aan de voorziening toevertrouwt
- hoe de IDO en het handelingsplan aangepast kunnen worden
Het handelingsplan is de verdere concretisering van de IDO. In het handelingsplan wordt concreet beschreven op welke manier de ondersteuning, afgesproken in de IDO, uitgevoerd zal worden. Dit betekent dat bij de start van de ondersteuning een eerste handelingsplan aanwezig moet zijn. Het is echter mogelijk dat bij de start van de ondersteuning de vergunde zorgaanbieder nog geen voldoende beeld heeft op de gebruiker. In dat kader is het aangewezen na de opmaak van een basishandelingsplan die binnen de zes maanden te vervolledigen.
Het handelingsplan moet op regelmatige tijdstippen geëvalueerd worden. Dit wordt afgesproken tussen de budgethouder en de vergunde zorgaanbieder. Voor minderjarige gebruikers is dit minstens jaarlijks en voor meerderjarige gebruikers minstens om de drie jaar. Daarnaast kunnen ook nog bijkomende besprekingen gevraagd worden door de gebruiker of diens vertegenwoordiger en de vergunde zorgaanbieder.
Let op: Als wijzigingen van het handelingsplan resulteren in een structurele wijziging van de inhoud, duur of frequentie van de ondersteuning, dient de IDO aangepast te worden.
Het document met de collectieve rechten en plichten omschrijft de rechten en plichten van de gebruiker en die van de vergunde zorgaanbieder. Het document is voor alle gebruikers van de zorgaanbieder hetzelfde. De rechten en plichten eerbiedigen de gebruiker zijn ideologische, filosofische of godsdienstige overtuiging, zijn vrijheid en privacy, zijn veiligheid en zijn gezondheid, zolang de werking van de vergunde zorgaanbieder en de integriteit van de andere gebruikers niet in het gedrang komen. Als de vergunde zorgaanbieder de tekst wijzigt, brengt hij de budgethouder daarvan op de hoogte. Die kan dan altijd vragen om de tekst te bekijken.
Volgende elementen worden verplicht opgenomen:
- de gegevens van het multifunctioneel centrum
- de missie, visie, waarden, doelstellingen en strategie van het multifunctioneel centrum
- een omschrijving van het ondersteuningsaanbod met een globale omschrijving van de doelgroep
- indien van toepassing, de bijzondere opnamevoorwaarden
- de wederzijdse rechten en verplichtingen van de gebruiker en de voorziening
- prestaties die aanleiding geven tot een bijkomende vergoeding
- de wijze van ontslagregeling, opzeggingstermijn enz.
- de manier waarop het collectief overleg met de gebruikers georganiseerd wordt en indien van toepassing het huishoudelijk reglement van het collectief overleg
- de manier waarop suggesties, opmerkingen en klachten kunnen ingediend worden en hoe ze behandeld worden
- contactgegevens van de klachtencommissie en de onafhankelijke derde
- de samenstelling van de toezichtsraad in geval van beheer van gelden en goederen
- de plaats en manier waarop het kwaliteitshandboek kan ingezien worden
- een overzicht van de risico’s die de voorziening in het belang van de gebruiker verzekert
- de wijze waarop de collectieve rechten en plichten in overleg kan worden aangepast
Eventuele bijlagen die toegevoegd worden bij de overeenkomst en door beide partijen voor akkoord ondertekend zijn, maken deel uit van de overeenkomst.
Wie ondertekent de IDO?
De IDO wordt ondertekend door de gebruiker of zijn vertegenwoordiger en een vertegenwoordiger van de zorgaanbieder.
- Is de gebruiker minderjarig?
- De IDO wordt ondertekend door de wettelijk vertegenwoordiger(s). Dat zijn meestal de ouders, tenzij er een voogd wordt toegewezen. Een van beide ouders kan de IDO ondertekenen.
Er wordt uitgegaan van het principe dat de ene ouder tekent met akkoord van de andere ouder. Is er een conflict tussen de ouders, tekenen ze allen de IDO. Komen ze niet overeen beiden de IDO te tekenen, is er een doorverwijzing naar de familierechtbank. - De gebruiker vanaf 12 jaar moet betrokken worden bij en akkoord zijn met hoe zijn ondersteuning georganiseerd wordt, tenzij objectief duidelijk is dat die niet tot een redelijke beoordeling van zijn belangen in staat is.
- De IDO wordt ondertekend door de wettelijk vertegenwoordiger(s). Dat zijn meestal de ouders, tenzij er een voogd wordt toegewezen. Een van beide ouders kan de IDO ondertekenen.
- Is de gebruiker meerderjarig?
De gebruiker tekent de IDO tenzij in volgende situaties:- Is er een bewindvoerder?
- Bewindvoering over persoon en over goederen: de bewindvoerder(s) tekent de IDO. Bij meerdere bewindvoerders is het voldoende dat een van hen tekent. Is er een professionele bewindvoerder, moet minstens deze professionele bewindvoerder tekenen.
Bij meerdere bewindvoerders geldt het principe dat er getekend wordt met akkoord van de andere. Is er een conflict tussen de bewindvoerders, tekenen ze allen de IDO. - Enkel bewindvoering over persoon of over goederen: de persoon met een handicap en bewindvoerder tekenen samen de IDO.
- Bewindvoering over persoon en over goederen: de bewindvoerder(s) tekent de IDO. Bij meerdere bewindvoerders is het voldoende dat een van hen tekent. Is er een professionele bewindvoerder, moet minstens deze professionele bewindvoerder tekenen.
- Is er een lastgeving/zorgvolmacht in werking?
- De persoon met een handicap is wilsbekwaam: Zowel de persoon met een handicap als de lasthebber/zorgvolmachthouder kunnen apart de IDO tekenen.
- De persoon met een handicap is wilsonbekwaam: De zorgvolmachthouder tekent de IDO.
- Is er een bewindvoerder?
De bijlagen maken deel uit van de overeenkomst. Beide partijen moeten die voor akkoord ondertekenen.
Wordt een minderjarige gebruiker 18 jaar?
Het principe van zelfregie staat centraal.
Het VAPH verwacht een proactieve houding van het multifunctioneel centrum bij de overgang van minder- naar meerderjarigheid van een gebruiker. Dat betekent dat het multifunctioneel centrum in dialoog gaat met deze gebruiker - indien handelingsbekwaam - over de IDO. Komen de bestaande afspraken overeen met de vraag van de gebruiker, dan tekent de gebruiker de bestaande IDO mee. Dat kan via een addendum. Wil de gebruiker andere of geen ondersteuning, dan wordt een nieuwe IDO opgemaakt tussen het multifunctioneel centrum en de gebruiker of zet de gebruiker de bestaande IDO stop.
Is de meerderjarige gebruiker niet handelingsbekwaam, dan worden tijdig stappen ondernomen om een beschermingsstatuut aan te vragen.
Een stroomdiagram kan hier teruggevonden worden.
Wat bij gedwongen hulpverlening?
Bij gedwongen jeugdhulpverlening is het mogelijk dat de wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige gebruiker niet akkoord is met de IDO en die weigert te ondertekenen. In dat geval registreert het multifunctioneel centrum die weigering en de reden in een intern register.
De ondersteuning kan in dat geval starten zonder akkoord en ondertekening.
Daarnaast kan de gebruiker en/of vertegenwoordiger of het multifunctioneel centrum de ondersteuningsfuncties en de frequentie van de IDO niet zomaar aanpassen. Dit zal dan ook in overleg met die instanties moeten gebeuren.
De signalen vanuit de jeugdhulp omtrent de moeilijkheden bij overeenkomsten voor jongeren die doorverwezen werden via de jeugdrechter, zullen worden besproken met de sector. Het VAPH bekijkt ook samen met het agentschap Opgroeien hoe we onze verschillende kwaliteitskaders op elkaar kunnen afstemmen.
Let wel dat de opmaak van een IDO verplicht blijft (zoals bepaald is in artikel 8 van het kwaliteitsbesluit).