Multidisciplinaire teams [MDT]
Voor VAPH-professionelen

Meer rubrieken

Opleiding en tewerkstelling

Vul steeds de schoolloopbaan en tewerkstelling in. Dat biedt namelijk relevante informatie over het functioneren van de persoon.

  • Schoolloopbaan: Indien er sprake is van buitengewoon onderwijs, geef dan zeker de juiste opleidingsvorm(opent nieuw venster) en het type(opent nieuw venster). Niet alle types komen in elke opleidingsvorm voor. Bepaalde combinaties(opent nieuw venster) zijn niet mogelijk. Als het type wijzigt gedurende het lager onderwijs, vul dan het laatste type in dat van toepassing was. Beschrijf de evolutie van de types in het veld eronder. Beschrijf bij elk onderwijsniveau hoe het onderwijs verlopen is: waar situeerden er zich moeilijkheden? Waar ging het juist heel goed? Als er over een bepaald onderwijsniveau geen informatie beschikbaar is, moet u dat ook motiveren.
  • Beroepsloopbaan: Duid aan of en in welke vorm de persoon ooit gewerkt heeft en wat de tewerkstellingskansen zijn. Daarbij kan u telkens meerdere zaken aanduiden. Bij de beschrijving van de beroepsloopbaan is het belangrijk dat u duidelijk beschrijft waarom bepaalde tewerkstellingsmodaliteiten niet (meer) haalbaar waren of zijn.

Conclusie

Bij de conclusie moet u aangeven of er sprake is van een attest volgens artikel 6bis van het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1991. Als dat het geval is, moet u dat attest als bijlage toevoegen.

In de conclusie moet u motiveren waarom de persoon erkend kan worden als persoon met handicap volgens de definitie van het VAPH. Die motivering moet u opbouwen volgens de drie delen van de definitie handicap:

  • Waarom gaat het over een ernstig probleem: Beschrijf hier welke stoornissen zouden kunnen leiden tot een erkenning en waarom de beperkingen voldoende ernstig zijn
  • Waarom gaat het over een langdurig/blijvend probleem: Beschrijf hier waarom de behandelmogelijkheden uitgeput zijn en waarom er nog onvoldoende  beterschap verwacht wordt.
  • Waarom zijn er duidelijke beperkingen in de maatschappelijke participatie: Beschrijf waarom de persoon duidelijk beperkt is in de deelname aan het maatschappelijk leven. Motiveer eventueel aan de hand van veel voorkomende activiteiten die elke burger uitvoert

Bij een IMB-vraag moeten de noodzaak aan hulpmiddelen en de motivering van de specifieke hulpmiddelen in de conclusie niet verantwoord worden in module A, maar wel in module D.

Let op

Als u zelf van mening bent dat de persoon niet erkend kan worden als persoon met handicap (bv omdat de stoornis niet voldoende geobjectiveerd is of als er nog behandelmogelijkheden zijn), kan u de module A niet indienen. Enkel als de cliƫnt erop staat dat u toch de module indient, kan dat wel. In dat geval moet u in de drie deelvragen motiveren aan welke zaken niet voldaan is en waarom de persoon niet erkend kan worden.

Ten slotte kunt u in een tekstveld aangegeven of er bepaalde (onderzoeks)gegevens zijn die u als MDT-medewerker wel hebt opgevraagd, maar niet gekregen.

Bijlagen

Bij bepaalde stoornissen is het verplicht om een bijlage toe te voegen. Dat wordt telkens per stoornis weergegeven. Let daarbij op: Alle relevantie informatie uit de bijlage moet verwerkt worden in de vragen en tekstvelden van module A. Een bijlage is verplicht bij de volgende stoornissen:

  • auditieve stoornis: 
    • een recent toonaudiogram met gehoordrempels van beide oren (gemeten zonder correctie onder hoofdtelefoon)
    • een spraakverstaanbaarheidstest (afgenomen door een NKO-arts of audioloog in vrij veld, in stilte, met optimale correctie en aan een luidheid van 65 dB SPL)
    • een recent verslag van de NKO-arts
  • visuele stoornis:
    • een recent oftalmologisch verslag
    • indien er gezichtsveldproblemen aanwezig zijn, een recent gezichtsveldonderzoek (bijvoorbeeld Goldmann-perimetrie, Esterman en/of automatische gezichtsveldmeting voor het centrale gezichtsveld) 
    • indien er sprake is van een CVI, het integrale diagnostische verslag
  • ASS: een diagnostisch verslag 
  • COPD: 
    • een recent pneumologisch verslag
    • twee spirometrie-metingen
  • MS: een verslag van de behandelend-arts-specialist (bijvoorbeeld neuroloog)
  • Ziekte van Parkinson: het meest recente verslag van de behandelend-arts-specialist (bijvoorbeeld neuroloog)
  • Incontinentie: een recent verslag van de uroloog
  • Motorische stoornis: het meest recente verslag van de behandelend-arts-specialist
  • NAH: een recent verslag van de behandelend-arts-specialist
  • Ruglijden: een recent verslag van de behandelend-arts-specialist
  • Oncologie: meest recent oncologisch verslag 

Daarnaast is een bijlage ook verplicht als u aangeeft dat er sprake is van een attest handicap volgens artikel 6bis.

Akkoord cliënt

De instructies voor deze en andere algemene rubrieken vindt u op de pagina Instructies algemene rubrieken modules.