Multidisciplinaire teams [MDT]
Voor VAPH-professionelen

Stoornissen

Werk alle stoornissen die een impact hebben op het functioneren van de persoon, volledig uit in het tekstveld ‘stoornis’. Stoornissen die niet relevant zijn voor de huidige vraag, maar wel een duidelijke impact hebben op het functioneren, moeten ook volledig uitgewerkt worden. Dat is belangrijk in het kader van latere aanvragen. Indien er voor een relevante stoornis geen objectivering beschikbaar is, moet dat expliciet vermeld en gemotiveerd worden in het verslag. De vermelding ‘deze informatie was niet beschikbaar’ is daarbij niet voldoende. U moet duidelijk beschrijven welke acties er ondernomen werden (bijvoorbeeld: ondanks enkele keren contact op te nemen met het ziekenhuis, werd het nodige revalidatieverslag niet bezorgd). Indien er sprake is van wisselend functioneren moet u de frequentie en duur van de goede en slechte periodes beschrijven.

Voorbeeld

Persoon vraagt omwille van motorische beperkingen en een verstoorde verplaatsingsfunctie een hulpmiddel aan. Hij is bovendien getroffen door een majeure depressie. Hoewel die depressie niet rechtstreeks verband houdt met het gevraagde hulpmiddel, moet die stoornis wel worden uitgewerkt in dit luik. De depressie kan namelijk (on)rechtstreeks een impact hebben op het functioneren van de persoon.

De persoon is al door het VAPH erkend omwille van een visuele stoornis en heeft nu een motorische stoornis aan de onderste ledematen. Ook in dat geval moet de visuele stoornis vermeld en uitgewerkt worden, gezien die een impact heeft op het functioneren.

Stoorniscodes

Duid de stoorniscodesopent dialoogvenster aan die voor de cliënt van toepassing zijn. Dat betekent dat u alle stoornissen met een impact op het functioneren moet uitwerken. Afhankelijk van de aangeduide stoorniscode zal er een specifiek of een algemeen objectiveringsluik zichtbaar worden.

Voorbeeld

F84: Autismespectrumstoornissen: Als u deze stoorniscode aanvinkt, zal het luik 'ASS' automatisch openspringen. In dat luik worden vragen gesteld over de vereiste disciplines die de diagnose vaststelden, alsook over de datum van de diagnosestelling. Er is altijd een vrij tekstveld voorzien om bijkomende informatie te geven.

M480: Spinaalstenose: Als u deze stoorniscode aanvinkt, zal het luik 'algemeen - objectivering' automatisch openspringen. In dat luik wordt verwezen naar de aangeduide stoorniscode en moet u zorgen voor de nodige medische objectivering (naam, discipline(s) en datum van de testing, medische verslaggeving).

Dit luik moet voldoende concreet en volledig ingevuld worden. De inhoud uit medische verslagen moet niet letterlijk en volledig gekopieerd worden. De meest relevante informatie wordt best beknopt en samenvattend weergegeven. Als er sprake is van meerdere stoornissen, moet u de invloed van die stoornissen op elkaar (bv. bij beperkingen, behandelingen…) ook beschrijven. Als een persoon bijvoorbeeld zowel obesitas als een verstandelijke handicap heeft, kan het zijn dat de behandelmogelijkheden kleiner zijn omdat zij bemoeilijkt worden door de verstandelijke handicap. Vermeld dit duidelijk bij de uitwerking van de stoornis ‘obesitas’. Daarnaast is het mogelijk dat de persoon een verstoord eetpatroon heeft door de verstandelijke handicap. Ook deze informatie moet u duidelijk vermelden bij het uitwerken van de stoornissen.

Voorbeelden van stoornissen

Diagnosestelling

Noteer de datum van de diagnosestelling:

  • Vermeld altijd de datum van de eerste diagnosestelling.
  • Als u de datum van de eerste diagnosestelling niet kent, dan moet u de datum van het meest recente medische verslag vermelden waarin die diagnosestelling wordt gestaafd. In dat geval moet u in het vrij tekstveld vermelden sinds wanneer de betrokkene de stoornis heeft.
  • Vermeld bij een ingreep altijd de datum van de ingreep en niet de datum van het medisch verslag na de ingreep. Als u een recentere datum vermeldt, dan kan verkeerd verondersteld worden dat de minimale revalidatieperiode van 6 maanden nog niet verstreken is.
  • Als er in Module A een datum wordt opgegeven, dan is het belangrijk om te vermelden over welke datum het precies gaat, bv.: datum diagnosestelling, datum van de ingreep, datum medisch verslag na ingreep of na revalidatie. 
  • Als u testresultaten vermeldt, is het belangrijk om de betekenis van die resultaten te verduidelijken (bijvoorbeeld door de norm of het percentiel mee te geven).

Beschrijving van de behandeling

Noteer de reeds gevolgde behandelingen, de behandelingen die nog lopende zijn en de mate waarin er mogelijk nog behandelingen ondernomen kunnen worden. Het is belangrijk dat de behandelgegevens zo volledig mogelijk vermeld worden.

Prognose

Vermeld in het tekstveld ‘prognose’ duidelijk wat de verwachtingen zijn zowel op korte als op lange termijn. Als het moeilijk is om deze inschatting te maken, vermeld dat dan. Als er een medisch verslag na ingreep beschikbaar is, kan dat ook hier vermeld worden gezien het een indicatie kan geven over eventuele restletsels. Bij personen in revalidatie is het van belang om in dit tekstveld informatie over de revalidatie te vermelden. Bij personen die in een palliatieve situatie verkeren, moet u ook aangeven welke medische stappen al werden ondernomen.

Informatie uit verslagen

Vermeld telkens de datum van het (medisch) verslag waaruit u informatie haalt. Het is belangrijk om te weten van wanneer de informatie dateert. Vermeld indien mogelijk ook door wie het verslag werd opgemaakt.

Documenten