U kunt uw ondersteuning op elk moment beëindigen. De zorgaanbieder kan uw ondersteuning alleen beëindigen in een van deze situaties:
- Er is sprake van overmacht, bijvoorbeeld na een brand.
- U beantwoordt niet meer aan de bijzondere voorwaarden uit de collectieve rechten en plichten. Een voorbeeld: u wordt na verloop van tijd getroffen door een bijkomende handicap, bijvoorbeeld visuele beperkingen, waardoor u niet meer tot de doelgroep van de zorgaanbieder behoort.
- De zorgaanbieder kan niet beantwoorden aan uw noden en zorgvragen. Een voorbeeld: uw gezondheidstoestand verandert zodanig dat de zorgaanbieder niet meer voor opvang kan zorgen.
- U of uw vertegenwoordiger komt de verplichtingen van de individuele dienstverleningsovereenkomst of de collectieve rechten en plichten niet na. Een voorbeeld: u betaalt de financiële bijdrage of de woon- en leefkosten niet.
- U hebt bedrieglijke gegevens verstrekt over de verklaring op erewoord dat u geen vergoeding voor hulp van derden of ondersteuning door een voorziening hebt ontvangen of dat u geen aanspraak kunt maken op een dergelijke vergoeding.
- U krijgt een tegemoetkoming voor hulp van derden, maar u hebt hierover geen overeenkomst met het VAPH gesloten of komt de verplichtingen uit die overeenkomst niet na.
De zorgaanbieder moet schriftelijk motiveren waarom hij een einde maakt aan de ondersteuning. Hij moet ook mee op zoek gaan naar een alternatieve oplossing. Als u werkt en uw arbeidsovereenkomst beëindigd of voor een bepaalde tijd geschorst wordt, kan de zorgaanbieder nooit de ondersteuning om die reden stopzetten.
Als u er niet mee akkoord gaat dat uw ondersteuning beëindigd wordt, kunt u dat binnen dertig dagen voorleggen aan de klachtencommissie van de zorgaanbieder. Die commissie zal dan worden uitgebreid met een onafhankelijke derde. De klachtencommissie zal naar u en naar de zorgaanbieder luisteren en proberen om binnen dertig dagen een oplossing te vinden. Als ze een oplossing vindt, wordt die opgenomen in uw individuele dienstverleningsovereenkomst. Daarvoor kan eventueel worden samengewerkt met een andere zorgaanbieder. Als de klachtencommissie geen oplossing vindt, moet de zorgaanbieder meewerken om tot een gepaste oplossing te komen.
Als uw ondersteuning toch beëindigd wordt, dan moet de zorgaanbieder een opzegtermijn van drie maanden respecteren (tenzij u samen een andere termijn overeenkomt). Dat wil zeggen dat hij u nog drie maanden zorg en ondersteuning moet bieden voor de ondersteuning echt afloopt. Als hij dat niet doet, moet hij u een verbrekingsvergoeding betalen die gelijkstaat aan de kosten van drie maanden zorg en ondersteuning.