Een multifunctioneel centrum kan enkel de ondersteuningsfuncties aanbieden waarvoor het gemoduleerd is.
De doelgroepen worden niet langer bepaald door de oorspronkelijke erkenning, maar door de indicaties in de modules. De vroegere internaten, semi-internaten en OBC’s werden vroeger voor specifieke doelgroepen erkend. Die erkenning verviel.
Dat wil echter niet zeggen dat de doelgroepen worden losgelaten. Er wordt nu niet meer gekeken naar de doelgroepen van de vroegere erkenning, maar wel naar de doelgroepen via de modulering (via de handicapcodes). In het proces van de modulering zijn alle oorspronkelijke doelgroepen waarvoor een voorziening erkend was, vertaald naar handicapcodes. Dat vormt het minimumaanbod van doelgroepen waaraan een MFC ondersteuning kan bieden. Wil het MFC die doelgroepen verruimen dan kan dat via een aanpassing van de modulering. Aangezien dat ingrijpt op regionale planning en beschikbare capaciteit voor bepaalde doelgroepen, moet een advies gevraagd worden op het Intersectoraal Regionaal Overleg Jeugdhulp (IROJ). Na de bespreking op het IROJ een aanpassing van de indicaties worden voorgelegd aan het VAPH.
Voor een verruiming van de leeftijdsgroepen is dezelfde werkwijze van toepassing.
Typemodules
Een multifunctioneel centrum kan enkel de modules aanbieden waarvoor er een concreet aanbod is. Om gebruik te kunnen maken van een multifunctioneel centrum is het voldoende te beschikken over een jeugdhulpbeslissing voor ‘mobiele/ambulante begeleiding voor minderjarigen met een handicap (hoge frequentie)’.
Typemodules met de ondersteuningsfunctie verblijf worden enkel toegewezen als er nood aan is. Door de creatie van de typemodule ‘Verblijf voor minderjarigen met een handicap (kortdurend)’ heeft elk multifunctioneel centrum de mogelijkheid om 92 dagen per jaar verblijf aan te bieden aan jongeren die daar geen jeugdhulpbeslissing voor hebben. Als een gebruiker beschikt over een indicering voor minstens één niet-rechtstreeks toegankelijke typemodule handicap, dan is dat voldoende om van kortdurend verblijf gebruik te maken.
Tot eind 2019 boden sommige multifunctionele centra ook diagnostiek en behandeling of specifieke ondersteuning GES+ aan. Die ondersteuning wordt sinds kort erkend en gesubsidieerd door het agentschap Opgroeien. Voor de modaliteiten omtrent de observatie- en behandelcentra verwijzen we naar het agentschap Opgroeien.
Alle typemodules kunnen ingezet worden in een lager gewicht dan de geïndiceerde typemodules. Zo kan een gebruiker bijvoorbeeld vlot overschakelen van een voltijds, hoogfrequent verblijf naar een laagfrequent verblijf zonder de toegangspoort te passeren. Een MFC kan echter enkel schakelen tussen de toegewezen ondersteuningsfuncties. Als er dus enkel een typemodule verblijf wordt toegewezen, kan er niet automatisch dagopvang worden aangeboden, en vice versa.
Ondersteuning inkopen
Jongeren met een PAB kunnen begeleiding, kortdurende dagopvang en kortdurend verblijf inkopen met het persoonlijk assistentiebudget (PAB). Voor verblijf en dagopvang geldt wel een maximum van 155 dagen per jaar. Er moet dan een overeenkomst worden opgemaakt voor de begeleiding, de kortdurende dagopvang en/of verblijf. Gezien deze overeenkomst buiten de erkenning van het MFC valt, ontvangt het MFC hiervoor geen rechtstreekse subsidie van het VAPH. De gebruiker en/of vertegenwoordiger betaalt de ondersteuning met een PAB rechtstreeks aan het MFC.
Combinatie dagopvang
Wanneer men wil gebruikmaken van structureel dagopvang in een MFC, dan kan dat ook gecombineerd worden met het PAB. Dat kan enkel indien de gebruiker met een PAB beschikt over een jeugdhulpbeslissing voor dagopvang. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de “combinatieregel”. Het MFC wordt in dat geval rechtstreeks door het VAPH gefinancierd. Ouders/wettelijke vertegenwoordigers dienen dat te melden aan het team Budgetbesteding via het formulier “Melding van de combinatie van het persoonlijke-assistentiebudget (PAB) met andere zorgvormen”. Het PAB wordt dan verlaagd op basis van het gebruik van de dagopvang. Meer informatie kunt u vinden op de webpagina Assistentie voor uw kind.
Als multifunctioneel centrum krijgt u eveneens van rechtswege een vergunning waarmee u ondersteuning kunt bieden aan budgethouders PVB. Deze vergunning kan alleen gebruikt worden om ondersteuning te bieden als de volgende voorwaarden cumulatief vervuld zijn:
- het moet gaan om een gebruiker van het MFC die een persoonsvolgend budget ter beschikking heeft gekregen van het agentschap;
- op het moment van de terbeschikkingstelling van het persoonsvolgend budget, moet er een lopende individuele dienstverleningsovereenkomst bestaan tussen de gebruiker en het MFC;
- de besteding van het persoonsvolgend budget moet opgestart worden binnen de wettelijke termijn waarbinnen het persoonsvolgend budget moet opgestart worden;
- de ondersteuning door de inzet van een persoonsvolgend budget kan enkel éénmalig gebeuren en voor een periode van maximum twee aaneengesloten jaren.
Let op: de ondersteuning die u dan aanbiedt, valt niet onder de MFC-regelgeving en MFC-erkenning. U moet als MFC nog steeds voldoen aan de outputvereisten, de overeenkomst in het kader van PVB komt hier niet voor in aanmerking. Er zijn daarnaast ook andere regels van kracht rond besteding van het budget of woon- en leefkosten. Door deze specifieke regeling is het eveneens mogelijk om het PVB zowel cash of via voucher te besteden.
Wilt u ondersteuning kunnen bieden aan andere budgethouders PVB of voor een langere periode, dan moetdient u een aanvraag voor vergunning als vergunde zorgaanbieder aan te vragen. Meer informatie kunt u vinden op de webpagina 'Wat is een vergunde zorgaanbieder?'.
Jongvolwassenen die gebruikmaken van ondersteuning via een MFC, zullen soms ook als volwassene nog altijd nood hebben aan intensieve en/of frequente ondersteuning. Het persoonsvolgend budget (PVB) na jeugdhulp is een budget dat, onder voorwaarden, sneller ter beschikking gesteld kan worden aan die jongvolwassenen. Meer informatie vindt u op de pagina 'Persoonsvolgend budget na jeugdhulp'.
Minderjarigen die via Crisismeldpunt -18 (CMP-18) werden aangemeld en doorverwezen naar crisisopvang en/of crisisbegeleiding worden ook binnen de MFC-erkenning ondersteund. Dait is zowel van toepassing voor MFC die een verzekerd aanbod voor crisisopvang en/of crisisbegeleiding hebben, als voor MFC die een mogelijk aanbod organiseren.
Gezien de specifieke vorm van ondersteuning (crisis) en toeleiding (via CMP-18) verduidelijken we enkele zaken:
- Een begeleidingsovereenkomst (met ondersteuningsfuncties, vorken en frequenties) en handelingsplan (met doelstellingen) moeten worden opgemaakt overeenkomstig de regelgeving van het VAPH.
- Er moet sprake zijn van minstens een vermoeden van handicap bij de minderjarige, maar hij moet niet beschikken over een geldig A-document en jeugdhulpverleningsbeslissing met NRTH-typemodules VAPH.
- De begeleidingsovereenkomst en dagregistraties moeten onder MFC-ondersteuning in de GIR worden geregistreerd.
- Er mag geen eigen financiële bijdrage worden gevraagd voor crisisopvang en crisisbegeleiding op verwijzing via Crisismeldpunt -18 (regelgeving integrale jeugdhulp).
- Het MFC ontvangt per gestarte crisisopvang en/of crisisbegeleiding een financiële incentive. Deze incentives worden periodiek uitbetaald (regelgeving integrale jeugdhulp).
Bij de registratie van de begeleidingsovereenkomst duidt u zowel voor crisisopvang als crisisbegeleiding bij intersectoraal traject ‘Crisis opvang’ aan. Bij overgang naar reguliere MFC-ondersteuning, maakt u een nieuwe begeleidingsovereenkomst aan waar u dit niet meer registreert.
Wanneer de jongere over een PAB budget beschikt, en na aanmelding en doorverwijziging via CMP-18, moet ondersteund worden via crisisopvang en/of crisisbegeleiding duidt u bij intersectoraal traject ‘Crisisopvang PAB budgethouder’ aan. Combinatie van PAB met verblijf en begeleiding door een MFC is niet toegestaan, maar regelgeving PAB voorziet dat een PAB pas wordt opgeschort na 4 maanden crisisverblijf. Ook bij crisisbegeleiding zal een opschorting pas na 4 maanden ingaan. Dit maakt dat deze specifieke crisisopvang en/of begeleiding ook aan PAB-budgethouders geboden kan worden.
Wat betreft termijnen crisisopvang en -begeleiding hanteren we enige flexibiliteit omdat er nood kan zijn aan zowel kortdurende interventies als langere crisisbegeleidingen. Op die manier kunnen we kinderen en jongeren maximaal in hun eigen context bijstaan als er zich een crisis voordoet. Indien blijkt dat ook op langere termijn MFC-ondersteuning noodzakelijk is, verzoeken we in die situaties dat er wel werk gemaakt wordt van een aanvraag voor niet-rechtstreeks toegankelijke hulpverlening (A-document, indicatiestellingsverslag en uiteindelijk jeugdhulpbeslissing, zodat de cliënten kunnen overgaan naar het systeem NRTH - MFC).
De vroegere regelgeving rond kwetsbare jongvolwassenen werd geïntegreerd in het Besluit van de Vlaamse Regering houdende erkenning en subsidiëring van multifunctionele centra voor minderjarige personen met een handicap. De bepalingen zijn integraal overgenomen uit de bestaande regelgeving van 2012, die de continuïteit van de ondersteuning aan kwetsbare jongvolwassenen wilde waarborgen. De inhoud en toepassing van die regelgeving zijn nog steeds dezelfde.
De gebruiker die in een MFC verblijft en de leeftijd van eenentwintig jaar heeft bereikt, kan in sommige gevallen verder ondersteund worden door een MFC tot en met de leeftijd van vijfentwintig jaar. Meer informatie over de verlenging van de ondersteuning voor jongvolwassenen na de leeftijd van 21 jaar vindt u op de pagina 'Ondersteuning voor jongvolwassenen'.