Multidisciplinaire teams [MDT]
Voor VAPH-professionelen
Module C
Checklist prioritering
Module D
Vaststelling ondersteuningsbehoeften in kader van IMB

Rubrieken Helios

Globaal beeld

Het globaal beeld bevat actuele info over de participatieproblemen vanuit verschillende invalshoeken en over de beperkingen van de aanvrager. Op basis van de gegevens in het globaal beeld moet er een uitspraak kunnen worden gedaan over de algemene doelgroep van de hulpmiddelenfiches.

Wanneer globaal beeld invullen?

  • Bij een eerste vraag voor hulpmiddelen.
  • Als er veranderingen zijn in het functioneren van de persoon, ten opzichte van de beschrijving in een vorige module D.
  • Als er veranderingen zijn in de situatie van de persoon, ten opzichte van de beschrijving in een vorige module D, die relevant zijn voor het gebruik van hulpmiddelen (bv. de aan- of afwezigheid van een zorgverstrekker, een verhuis ...).
  • Als er een algemene doelgroep wordt aangeduid in het adviesrapport, die nog niet eerder toegekend werd (welke doelgroepen toegekend zijn is te zien in mijnvaph.be). Er moet gemotiveerd worden dat de persoon behoort tot deze doelgroep volgens de richtlijnen van het VAPH.
  • Het motiveren van de algemene doelgroepen in het globaal beeld is overbodig wanneer een eerder toegekende functiebeperking of interventieniveau overeenkomt met de gevraagde algemene doelgroep. In welke situaties dit het geval is, is uitgelegd op de pagina eerder toegekende functiebeperkingen en interventieniveaus.

Motiveren algemene doelgroepen

Als u een nieuwe algemene doelgroep motiveert, toont u aan dat de persoon voldoet aan de beschrijving van deze doelgroep op de website van het VAPH. In het globaal beeld van module D moeten enkel die algemene doelgroepen uitgewerkt worden die nog niet eerder toegekend werden en waarvoor hulpmiddelen aangevraagd worden.

De motivatie van een nieuwe algemene doelgroep moet geobjectiveerd worden. U beschrijft deze gegevens in module A, of wanneer er geen module A ingediend wordt, neemt u de info op in het globaal beeld van module D.

In het geval van bijvoorbeeld een motorische stoornis moet u de relevante gegevens uit een actueel motorisch en functioneel bilan opnemen. Vermeld steeds de datum van het bilan waaruit de gegevens zijn overgenomen en door wie (naam en discipline) het bilan werd opgesteld.

  • Een motorisch bilan is een (deel van een) verslag met objectieve gegevens over beweeglijkheid en kracht in de ledematen en romp, sensibiliteit, pijn, tonus, coördinatie, evenwicht ... opgesteld door een (para)medicus zoals bijvoorbeeld de revalidatiearts, neuroloog of de kinesitherapeut.
  • Een functioneel bilan is een verslag met objectieve gegevens over de mogelijkheden en beperkingen m.b.t. activiteiten uit het dagelijks leven, zoals bijvoorbeeld staan, stappen, traplopen, transfer, zich wassen ... opgesteld door een (para)medicus zoals bijvoorbeeld de revalidatiearts, kinesitherapeut of ergotherapeut.

Relevante gegevens kunnen ook gehaald worden uit een ander (para)medisch verslag met klinisch onderzoek en objectieve gegevens over de motorische functie bijvoorbeeld een verslag van neurologie, fysische revalidatie of orthopedie.

Beschrijven actuele participatieproblemen

Naast de informatie over de functiebeperkingen of algemene doelgroepen, bevat het globaal beeld actuele informatie omtrent participatieproblemen vanuit verschillende invalshoeken en de beperkingen van de aanvrager. Het MDT kan daarvoor gebruik maken van de elementen die moeten beschreven worden in module B (beschrijvende module) in kader van een vraag naar een persoonsvolgend budget.

Bij een eerste aanvraag hulpmiddelen moet informatie over alle participatieproblemen vanuit verschillende invalshoeken en de beperkingen van de aanvrager beschreven worden. In zoverre dat het relevant is voor de individuele situatie van de persoon voor wie het dossier wordt ingediend, geeft het team info over:

  • communicatie: stotteren, apraxie, afasie, problemen met de stem, beperkt taalbegrip, woordvindingsmoeilijkheden, beperkte woordenschat, gebruik SMOG, en de mogelijke invloed op relaties
  • zelfredzaamheid: hygiëne, huishouden, boodschappen, voeding, administratie, financiën, dagbesteding en mentale functies
  • mobiliteit: binnenshuis/buitenshuis, trappen, transfers, vervoer
  • deelname aan het maatschappelijk leven: daarmee worden onder andere tussenmenselijke relaties bedoeld en het verder sociaal functioneren en deelnemen aan de maatschappij. Met andere woorden: externe factoren: (aangepaste) woning, sociaal netwerk, vrijetijdsbesteding, gebruik hulpmiddelen en persoonlijke factoren: interesse, leeftijd, persoonlijkheid, vaardigheden, algemene lichamelijke conditie, levensstijl en leefgewoonten

Indien niet relevant, hoeft u de informatie niet te beschrijven. U moet ook zoveel mogelijk oog hebben voor wat goed verloopt en wat minder goed verloopt. Beide aspecten moeten duidelijk worden uit de beschrijvingen in 'globaal beeld'.

Motivatieverslag

In een motivatieverslag toont u aan dat de gevraagde ondersteuning de goedkoopste adequate oplossing is aan de hand van:

  • de probleemactiviteit(en)
  • de probleemstelling met een omschrijving van het precieze probleem, de mogelijkheden en beperkingen van de betrokkene en de reeds gebruikte hulpmiddelen in relatie tot die activiteit
  • de functionele en technische eisen waaraan de oplossing moet voldoen
  • een omschrijving van de aangevraagde oplossing met verwijzing naar een testverslag, brochure of plan in bijlage
  • overwogen maar niet-gekozen alternatieven aangevuld met de reden waarom ze niet voldoen met verwijzing naar een testverslag in bijlage
  • de motivatie voor de hulpmiddelen waarvoor de bijzondere bijstandscommissie (BBC) een beslissing moet nemen (zeer uitzonderlijke zorgbehoefte, hulpmiddelen buiten de refertelijst) aangevuld met een verwijzing naar een offerte of factuur als bijlage.

Aanvraagdatum VAPH

De aanvraagdatum is de datum waarop het aanvraagdocument of een ander eerste document in verband met de aanvraag is verstuurd naar het VAPH; dat kan de poststempel zijn of de datum waarop de vraag digitaal werd verstuurd. De aanvraagdatum is terug te vinden in het e-loket mijnvaph.be. Als er nog geen aanvraagdatum is, is dit de verzendingsdatum van het verslag. Op basis van deze datum worden referterubrieken getoond van de refertelijst die geldt op dat moment. Zeker bij recente refertelijstwijzigingen is het belangrijk om deze datum correct in te vullen. Let op: als u de aanvraagdatum verandert nadat u hulpmiddelen hebt toegevoegd, dan moet u de reeds gekozen hulpmiddelen verwijderen en opnieuw toevoegen.

Probleemstelling

Leg uit wat het precieze probleem is. Herhaal geen info uit het globaal beeld. Benoem wel:

  • het precieze probleem (deelactiviteit, handeling of situatie)
  • het belang van die activiteit voor de betrokkene
  • de frequentie en/of duur van de probleemactiviteit
  • reeds gebruikte hulpmiddelen in relatie tot de activiteit
  • de functionele en technische eisen waaraan de oplossing moet voldoen en waarom

Zorg ervoor dat alle relevante onderdelen van de hulpmiddelenfiche aan bod komen in het motivatieverslag:

  • alle elementen uit de doelgroep met bijkomende voorwaarden
  • alle eisen van de oplossing die vermeld zijn in de beschrijving van het hulpmiddel

Aangevraagde oplossing

Welke oplossing is er geadviseerd en waarom?
Omschrijf de aangevraagde oplossing en verwijs eventueel naar een testverslag, brochure of plan in bijlage.
Motiveer alle onderdelen of referterubrieken waarvoor u tegemoetkoming aanvraagt. Toon aan dat het hulpmiddel voldoet aan de gestelde eisen van de probleemstelling en dat het voor de betrokkene doelmatig is.

Zorg ervoor dat alle relevante onderdelen van de hulpmiddelenfiche aan bod komen in het motivatieverslag:

  • alle elementen uit de doelgroep met bijkomende voorwaarden
  • alle eisen van de oplossing die vermeld zijn in de beschrijving van het hulpmiddel

Voeg voor alle niet-refertehulpmiddelen en ZUZ-vragen een offerte toe.

Niet gekozen alternatieven

Motiveer waarom goedkopere alternatieven niet voldoen om aan te tonen dat de gevraagde oplossing de goedkoopste adequate oplossing is. Beschrijf waarom de alternatieven vermeld in de hulpmiddelenfiche en indien van toepassing ook andere eenvoudigere en goedkopere oplossingen niet voldoen. Verwijs indien mogelijk naar een testverslag in bijlage.

Indien dit niet van toepassing is, wordt hier "niet van toepassing" geschreven, hier wordt geen schuine streep geplaatst. 

Motivering ZUZ

Vul dit veld in wanneer u een aanvullende tegemoetkoming (meer dan 300 euro) vraagt bovenop het refertebedrag.

Motiveer waarom het om een zeer uitzonderlijke zorgvraag gaat. Beschrijf wat er omwille van de specifieke situatie en/of beperkingen van de persoon extra nodig is in vergelijking met de oplossing onder het refertebedrag.

Als een vraag aan de bijzondere bijstandscommissie (BBC) gesteld wordt, voeg je een offerte toe als bijlage. De items op de offerte komen overeen met de aangevraagde, omschreven en gemotiveerde items in het adviesrapport. Uit het adviesrapport en de offerte is duidelijk wat elk item precies is, waarvoor het dient en waarom het voor betrokkene noodzakelijk is.

Testverslag en huisbezoek

Huisbezoek afgelegd

Als er twijfel kan bestaan over de doelmatigheid of bruikbaarheid van woningaanpassingen of andere hulpmiddelen in de woning, moet er een huisbezoek worden afgelegd.

Testverslag opgemaakt

Als er twijfel kan bestaan over de doelmatigheid of bruikbaarheid van een oplossing, moet deze worden uitgetest. Als het MDT een test van het geadviseerde hulpmiddel onnodig vindt of als testen niet mogelijk is, dan motiveert het team dit in het adviesrapport.

Het testverslag moet minimaal de volgende gegevens bevatten:

  • Naam, voornaam en contactgegevens van de persoon die de test begeleidde.
  • De plaats, de tijdspanne en indien relevant de omgeving waarin de test plaatsvond. Hoe intensief werd het hulpmiddel getest en onder welke omstandigheden? Hulpmiddelen moeten in realistische omstandigheden uitgetest worden om een goed beeld te krijgen van de mogelijkheden en de beperkingen.
  • Een beschrijving van de technische en technologische vaardigheden en beperkingen van de aanvrager in relatie tot het adequaat gebruik van het hulpmiddel of de aanpassing.
  • Kan de betrokkene het hulpmiddel gebruiken? Ouderen die blind zijn kunnen soms bijvoorbeeld minder vlot met computeraanpassingen overweg (of zien het niet zitten om dit te leren hanteren) waardoor de hulpmiddelen worden aangekocht, maar uiteindelijk niet gebruikt worden.
  • Een beschrijving van het verloop van de test met specifieke aandacht voor de mate waarin de betrokkene evolueert in de toepassing van de verschillende functies van het hulpmiddel of de aanpassing doorheen de testperiode, steeds voorzien van een gedetailleerde tijdsaanduiding van de test- en observatiemomenten.
  • Hiermee krijgt men een overzicht van de testperiode (hoe intensief is het getest?) en de evolutie van de persoon in het gebruik van alle mogelijkheden (wat lukt en wat lukt moeilijk of niet?). Op die manier kan men een beter beeld vormen van de mogelijkheden van de persoon.
  • De houding van de aanvrager ten opzichte van het gebruik van het hulpmiddel of de aanpassing na de testperiode.

Bijlagen

Mogelijke bijlagen kunnen zijn:

  • bij BBC-vraag: offerte(s)
  • bij woningaanpassingen: plan van woning met aangevraagde aanpassingen en maatvoering
  • bij huurpakketten SDA: rolstoeladviesrapport (RAR)
  • bij auto-aanpassingen om zelf te rijden: CARA-attest
  • bij visuele beperking als er sprake is van een CVI: integraal diagnostisch verslag van expertisecentrum CVI 
  • extra informatie over het hulpmiddel

Extra

Dit veld hoeft niet ingevuld te worden. Hier kan indien nodig extra informatie toegevoegd worden die nergens anders thuishoort in het verslag.

Schuldvordering

Op deze pagina staat wanneer een MDT recht heeft op een vergoeding en wanneer dus ‘ja’ mag aangeduid worden op dit tabblad. Het nummer is een referentie voor het MDT om de schuldvordering te kunnen terugvinden als deze uitbetaald is. Deze mag zelf bepaald worden door het MDT.

Akkoord van de cliënt

In dit onderdeel moet aangegeven worden of de cliënt akkoord gaat met de inhoud van de module en het advies van het multidisciplinair team. Indien hierbij ‘neen’ wordt aangeduid moet gemotiveerd worden waar de cliënt niet mee akkoord gaat en waarom.

Het MDT adviseert steeds de goedkoopste adequate oplossing. Als de cliënt niet akkoord is met de geadviseerde oplossing, moet zijn visie hier vermeld worden.