Personen met een visuele beperking kunnen behoren tot de volgende algemene doelgroepen uit de hulpmiddelenfiches:
- slechtzienden
- blinden
Als de visuele beperking gecombineerd is met een auditieve beperking, kan de persoon ook behoren tot de volgende algemene doelgroep:
- doofblinden
Onderstaande toetstabellen verduidelijken de beoordeling van de algemene doelgroepen uit de hulpmiddelenfiches. Deze indeling is pas van toepassing als de persoon erkend is als persoon met een handicap.
Algemene doelgroep | Referentiewaarde gezichtsscherpte aan beste oog met optimale correctie | Graad van visuele beperking |
---|---|---|
Slechtzienden | gelijk aan of minder dan 3/10, minimum: gelijk aan of beter dan 1/20 | 1-2 |
Blinden | maximum: minder dan 1/20 | 3-5 |
Algemene doelgroep | Referentiewaarde gezichtsveld | Graad van visuele beperking |
---|---|---|
Blinden | Gezichtsveld 10° rond het centrale fixatiepunt of minder | 3-4 |
Noot: De algemene doelgroep ‘blinden’ kan ook toegekend worden bij onverminderde centrale visus wat betreft gezichtsscherpte, maar met een voldoende ernstig gestoord gezichtsveld.
Er kunnen ook andere aspecten van de visuele waarneming aangetast zijn, naast de gezichtsscherpte of het gezichtsveld. Het visueel functioneren wordt door meerdere parameters bepaald: contrastgevoeligheid, fotofobie, licht-donkeradaptatie, nystagmus … Deze laatste aspecten zijn echter niet cijfermatig te beoordelen, maar moeten wel mee in overweging genomen worden.
Ook een combinatie van stoornissen van verschillende aspecten van de visuele waarneming kan zich voordoen (bijvoorbeeld: persoon met een gezichtsscherpte van 3/10 en een gezichtsveldinperking door verspreide scotomen: deze persoon kan eventueel wel als slechtziend beschouwd worden.).
Een algemene doelgroep kan toegekend worden als problematiek beantwoordt aan volgende voorwaarden:
- De stoornissen veroorzaken belangrijke en ernstige beperkingen
- De stoornissen veroorzaken langdurige, definitieve beperkingen
- De stoornissen en daaruit volgende beperkingen veroorzaken ernstige participatieproblemen. De persoon heeft ernstige problemen om te kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven.
Meer informatie over de vereisten van het onderzoek en de voorwaarden voor de erkenning van de handicap, vindt u op deze website bij de informatie over module A.
Als er eerder al een functiebeperking en interventieniveau toegekend werd door de vroegere provinciale evaluatiecommissie (PEC):
Voor personen die eerder functiebeperking en interventieniveau ‘aanvulling zicht’ toegekend kregen, hoeft geen bijkomende informatie geleverd te worden voor aanvragen voor de algemene doelgroep ‘slechtzienden’.
Voor personen die eerder functiebeperking en interventieniveau ‘vervanging zicht’ toegekend kregen, hoeft geen bijkomende informatie geleverd te worden voor aanvragen voor de algemene doelgroep ‘blinden’.
Specifieke stoornissen
Centraal visuele inperking (CVI): CVI is een complexe diagnose en kan sterk verschillen in ernstgraad. Een persoon met CVI behoort in principe niet tot de algemene doelgroepen ‘blinden’ of ‘slechtzienden’. De ernst van de beperkingen als gevolg van CVI en de nood aan hulpmiddelen worden per individueel dossier beoordeeld. Als er sprake is van een CVI en er werd geen module A ingediend naast de module D, moet u bijkomend het integraal diagnostisch verslag, opgesteld door het expertisecentrum CVI, toevoegen als bijlage bij module D. Daarnaast moet u de noodzakelijke gegevens verwerken in module D.